Bepaalde mandatarissen en ook bepaalde hoge ambtenaren zijn sinds 1 januari dit jaar verplicht om een lijst van al hun mandaten (maar ook ambten en beroepen) alsmede een vermogensaangifte in te dienen bij de griffie van het Rekenhof.
De aangifte moet ten laatste eind maart van dit jaar 2005 binnen. En de tijd gaat vlug, alleszins voor politici die hun werk en leven moeizaam combineren.
Zeker inzake de vermogensaangifte vraagt de inventaris daarvan nogal wat tijd en zal die hoogstwaarschijnlijk veel kopzorgen meebrengen in de knusse familiale kring.
Alle schuldvorderingen (zoals bankrekeningen en aandelen), alle onroerende goederen en waardevolle roerende goederen dienen vermeld. Het gaat daarbij ook over goederen die men in gemeenschap of mede-eigendom met de partner bezit.
Een aantal van die aangifteplichtige personen zullen ook last hebben met de lijst van hun mandaten, want er zijn gevallen bekend van mandatarissen die zelf helemaal zijn vergeten wat voor taken zij op hun schouder hebben genomen.
(Het meest flagrante Kortrijkse geval ooit was dat van een raadslid dat niet wist dat hij bestuurder én directielid was van Gaselwest.)
Gelukkig is niet iedereen aangifteplichtig.
Allerlei functies zijn bij het tot stand komen van de wetgeving gaandeweg de dans ontsprongen.
Bijvoorbeeld allerhande mensen uit de economische en sociale wereld die nochtans (zoals het in de kommentaren van de wetgeving staat) “ingevolge van hun functie ooit in de verleiding zouden kunnen komen om het algemeen belang met eigen belang te verwarren” zijn niettemin buiten schot gebleven.
Managers van overheidsbedrijven bijvoorbeeld. Beheerders van de mediasector (VRT) .
De bestuurders van ziekenkassen en vakbonden ook ! Huisvestingsmaatschappijen ! Gemeentelijke VZW’s. (Bijvoorbeeld “Bruisende Stad”, “Sportplus”. Zij gaan met miljoenen overheidsgeld om.) Autonome gemeentebedrijven ! (Bijvoorbeeld Parko en de Woonregie, nu Stadsontwikkelingsbedrijf.)
Verder zijn door de wetgeving uiteindelijk niet meer geviseerd: de legerleiding, de magistratuur. Zelfs de korpschef van de politie hoort er niet meer bij.
Al deze categorieën worden verondersteld totaal niet onderhevig te zijn aan allerhande verleidingen.
Grosso modo zien we plaatselijk voor Kortrijk dus nog volgende ongelukkige slachtoffers van de nieuwe wet zwoegend een aangifte indienen:
* de parlementariërs
* de staatsecretaris
* het provincieraadslid, evenwel voor zover die bestuurder is van een intercommunale
* de burgemeester
* de schepenen
* de OCMW-voorzitter
* de leden van de Raad van Bestuur en directiecomité van intercommunales (bijv. Leiedal, IMOG)
* de gemeenteraadsleden die bestuurder zijn van een intercommunale.
De aangifte van mandaten, ambten en beroepen is op zichzelf al een ingewikkelde kwestie.
Stel: u bent gewoon als burgemeester of OCMW-voorzitter of schepen aangifteplichtig.
Dan dient u ook nog aan te geven of u bestuurder of lid bent van een beleidsorgaan van een firma, een vzw, een vakbond, een feitelijke vereniging, een politieke partij, een ziekenfonds, een gemeentelijke toneelvereniging, een heemkundige kring, een oudercomité, een huisvestingsmaatschappij, een openbaar ziekenhuis, enzovoort.
Men dient ook aan te geven welke mandaten al of niet bezoldigd zijn (zonder vermelding van het bedrag).
Al die gegevens worden dan later (men hoopt uiterlijk op 15 augustus 2005 !) in het Staatsblad gepubliceerd. De heibel hierrond is niet te overzien. Want ook derden (het publiek) kunnen het Rekenhof dan wijzen op fouten en lacunes.
En naar schatting zijn er minstens 8.500 aangifteplichtigen met méér dan 26.000 mandaten in ca. 6000 instanties.
Wat de vermogensaangifte betreft gaan we naar de grootste schriftvervalsing van de eeuw, al of niet bewust.
Die aangifte blijft evenwel – onder gesloten omslag – vertrouwelijk en wordt niet gepubliceerd.
Mag ik een voorspelling doen?
Deze operatie zal eenmalig blijven.
Maar hopelijk leidt ze wel tot een gefundeerde herziening van het probleem van de cumulatie.