HUIS VAN DE STREEK geraakt niet gemakkelijk in de steigers

Eigenlijk bestaat er al een “Huis van de streek“, nog wel in Kortrijk ook. Bijna niemand weet dat, (u ook niet, lezer!) en wat er daar in feite uitgericht wordt is vele malen bijwijlen een volkomen raadsel.

Op papier heeft het Huis een “kruispuntfunctie” én “knooppuntfunctie” voor publieke en semi-publieke overlegorganisaties met een intergemeentelijke of regionale werking. Ja. Het is al goed.
Ook zou het Huis fysiek (bouwtechnisch) als basis dienen voor de zgn. “gebiedswerking” van de provincie. Daar heeft ook nog niemand iets van vernomen.
(Lang geleden een keer gezocht naar de verantwoordelijke provinciale ambtenaar voor die gebiedswerking. Niemand wist waar hij zat. Na veel getelefoneer gevonden in een kantoortje van een overdekte zwemkom in de stad. Heb niet meer aangedrongen bij de vraag wat hij daar deed.)

Kortom, het HUIS is en wordt een “ontmoetingshuis”! Een regionaal rendez-vous huis.
In het politiek jargon: “huis clos”.
In de praktijk wordt daar (nu) veel bedrukt papier geproduceerd, met verslagen van wat er elders en in andere organisaties daadwerkelijk aan plannen wordt gemaakt en gerealiseerd. Insiders krijgen daaromtrent om de zoveel (twee) maanden een overigens goed gemaakt overzicht van. Laat dit wel gezegd zijn.
De eigen toegevoegde waarde van het Huis is evenwel nul.
(Zie de website: http://www.regiokortrijk.streekhuis.be)

Het bestaande “Huis van de Streek” is sinds maart 2002 gevestigd in de “Orangerie Broel” aan de Dam. Kloppen op die schone beletterde deur ( gouden “office”) , en dan zien wat dat geeft. Niet bang zijn. Er is waarschijnlijk geen enkele bezoeker-mandataris in zicht. (Ze zijn er ook nog nooit geweest.) Enkel gewone klerken.

De huurprijs aldaar is uiteraard nogal excuberant, zodat de drie personele individuele gebruikers-medewerkers daarginds algauw beetje geschrokken ook uitkeken naar een nieuwe locatie. Oorspronkelijk wou het Kortrijkse stadsbestuur (dat wel te verstaan naar eigen woorden met heel die kwestie niets heeft te maken) absoluut een vestiging in de binnenstad, maar die werd niet gevonden. (Sommige plaatsen kwamen ook gewoon niet voor op de inventaris van potentiële gebouwen: de Collegetoren bijvoorbeeld, een of andere straks leegstaande kliniek, het gebouw van de dienst bevolking in de Leiestraat.)
Weet je wat?
Al die ontmoetingsplaatsen waren stuk voor stuk net niet “schoon” (representatief) genoeg voor de bobo’s van de regio. (Ge moet daar niet veel achter zoeken hoor. Een klein kasteeltje volstaat. )

En zie: er is een wonder geschied. Beter gezegd: een truc bedacht.
Het vroegere Vormingsinstituut (nu Syntra West) zag namelijk graag zelf wel enkele van zijn activiteiten verplaatst naar het stadscentrum. Mits daar enige pecunaire galanterie vanwege de stad zou bij te pas komen. Zo gezegd zo gedaan, althans binnen een fractie van het CBS.
Dit werd al met al door de coalitie tamelijk vlug en voorspoedig geregeld, op een – voor Syntra althans – decente financiële wijze. Besloten werd om met Syntra een “Ondernemerscentrum” in de Leiestraat op te zetten.
Maar nu moest Syntra nog tegen een behoorlijke prijs zijn kasteel van ‘T Hooghe met aangelanden (plus de klassen in de vroegere bowling?) kwijtraken. De vraagprijs van het Vormingsinstituut (een soort factie van de Middenstand – het stadsbestuur wil niet zeggen wie de aandeelhouders zijn) was 1.500.000 euro.

Dat is nu ook geregeld, alweer spitsvondig in een beetje breder kader gezet. In het kader van het algemeen belang. Dat is altijd goed. Dient altijd ergens voor.
Een stuurgroep met leden van Leiedal (dat is hier de stad), de provincie en Rebak was na enig palaver van oordeel dat het “Huis van de Streek” best een nieuw onderkomen zou vinden op het “Kasteel van Syntra West”.
Nu nog de vraag wie dan wel concreet dat kasteel zou willen kopen. Het BELEIDscomité Rebak heeft daar alleszins geen geld voor (alle subsidies gaan bijna uitsluitend naar personeelskosten) en Leiedal weet zelfs nu nog niet zo duidelijk of de intergemeentelijke vereniging zich ook de facto in het nieuwe Huis zal vestigen.

De Provincie zal het dus kopen. Een zekere impuls of stroomstoot van de Kortrijkse Provincievoorzitter zal daar ongetwijfeld toe hebben bijgedragen.
Er bestaat sinds kort een “compromis” met Syntra ten bedrage van 1.300.000 euro, inclusief de rozentuin. Normaliter zou de aankoop nog deze week goedgekeurd worden door de Provincieraad, maar dit dossier is uitgesteld want er ontbreken nog enige documenten, waaronder het door stad Kortrijk goedgekeurde BPA.

Hoeveel zal het streekhuis kosten?
In mei 2003 werd in de gemeenteraad gedacht aan zoiets van 3 miljoen euro.
Dat klopt natuurlijk aan geen kanten.
1) Er zijn de ontwerpkosten van het BPA zelf en die van de architecten en de veiligheidscoördinator. Bedragen nog onbekend.
2) Voor de aankoop van het kasteel en de tuin betaalt de provincie dus 1,3 miljoen.
(Is de bowling hierin begrepen?)
3) De herinrichting en het oplappen van het kasteel zelf is ook niet gratis. Bedrag nog onbekend.
4) De tijdelijke en voorlopige herinrichting van de vroegere bowling (waar nu klassen zijn): geen prijs bekend.
5) De sloop (jawel!) van diezelfde vroegere bowling en de heropbouw ervan met de nodige herinrichting (kantoren en vergaderzalen): geen idee.
6) Diversen (herinrichting tuin, aanleg parking, meubilair en andere faciliteiten): quid?

Lezer,
als we nu een keer onder ons zouden afspreken dat het streekhuis over vier of vijf jaar uiteindelijk 5 miljoen euro gaat kosten?

En wie gaat dat allemaal betalen?
Het schepencollege zegt tot op heden in koor: WIJ NIET HOOR !
Alles gebeurt op rekening van de drie partners, te weten: Leiedal, de provincie en Rebak.
Kosten gelijk op te delen.
Welnu.
De stad participeert in Leiedal, en betaalt daarom alleen al wel degelijk wél mee in het project.
De provincie heeft over dit ganse project nog geen accurate begrotingskredieten ingeschreven.
En Rebak (dat is het Regionaal Beleidscomité Arrondissement Kortrijk) heeft zoals gezegd geen centen daarvoor. (Met 60.000 euro subsidies kun je hier niets doen.)

Er is een belangrijk schepen van de stad die in het diepste van zijn hart ook existentiële twijfels koestert aangaande het project.
Afgevaardigden van het OCMW binnen GECORO waren ook niet enthousiast. (In de laatste gemeenteraad van 10 januari werd dit zonder blikken of blozen ontkend.)

Er rest maar één hoop.
Dat alle verenigingen waarvan men dacht dat zij in het Huis hun intrek zullen nemen of zouden kunnen nemen dat ook daadwerkelijk gaan doen en daar dan een ferme huur voor betalen.
Meer nog. Ze kunnen met zijn allen ook de opbrengst van de verkoop van hun huidige lokalen inbrengen als vermogen in het project. Alles is dan meteen betaald. Geen zorgen meer.
Is er dan niemand die aan deze grootscheepse consignatie denkt?
Komen zeker in aanmerking: Leiedal, Welzijnsconsortium, Logo, STC, RISO, Overlegcultuur, Open Net, Eduforum, Regionaal Technologisch Centrum, enz.
Maar Leiedal zelf weet nog altijd niet goed wat te doen. Bijbouwen of niet?

Het Huis zal dus werkelijk een grondige prospectie moeten organiseren, op zoek naar nog andere mogelijke deelnemende instellingen.
Al aan onze zes huisvestingsmaatschappijen gedacht? IMOG? De intercommunale Vliegveld?
Het Stadsontwikkelingsbedrijf (de vroegere Woonregie)? De VZW BUDA? Interreg III-B?
De Conferentie van Burgemeesters? Westtoer? Bitlar? De GOM? Natuurpunt? WES !

Zonder enige marktverkenning komen we er nooit uit. (Het Zeepreventorium wil nu al niet meedoen…)
Misschien kunnen we nog wat bijkomende, nieuwe publieke of semi-publieke instellingen bedenken met de stellige belofte dat ze “een thuis” krijgen op ‘t Hooghe.

Komt allemaal in orde.
Zeker als de oprichting van het Huis ertoe leidt dat er tabula rasa wordt gemaakt met de vele mekaar overlappende instellingen uit de regio. Laat die territoriumstrijd nu een keer ophouden.
Net dat zou netto de toegevoegde waarde kunnen zijn van ONS HUIS.
Afspraak in de “Libel” in de herfst 2006 op Hoog-Kortrijk. Zicht op alles.

P.S.

Het “HUIS VAN DE STREEK” is niet hetzelfde als het STREEKBEZOEKERSHUIS of STREEKBEZOEKERSCENTRUM. Mandatarissen en vrijgestelden vergissen zich daar wel eens in.
Al die dingen hebben ook niets te maken met het Ondernemerscentrum, of het Ondernemingshuiscentrum. Of Ondernemingscentrumhuis. Of een o.c. van de Dekenij.
“Muziekcentrum” is nóg iets anders.
Het “Centraatje” ook.
Beetje onderscheid maken a.u.b. Coördinatiecentra zijn nòg iets anders. Zie de Stadskrant.