Een historiek van de Kortrijkse gemeenteraadsverkiezingen (1)

Achter de schermen wordt er nu al gepraat over kieslijsten en mogelijke coalities in het Kortrijkse schepencollege na de verkiezingen van volgend jaar. Want: “eens een coalitie, altijd coalitie”. Dixit VLD-raadslid en volksvertegenwoordiger Pierre Lano.
De opmaak van geheime bestuursakkoorden is altijd een ingewikkelde kwestie.
Maar in Kortrijk zijn bijzondere complicaties mogelijk. Want – het is niet bij iedereen bekend – minister Vande Lanotte (SP.A) uit Oostende heeft het alhier op dit gebied ook voor het zeggen. Wat in Oostende (eventueel ook Brugge) gebeurt is gelieerd aan Kortrijk. Zelfs afspraken op het provinciale niveau kunnen een rol spelen.

Nou, nu het langer dag blijft en we allemaal toch een beetje tijd zat hebben, wil ik even de historiek schetsen van de Kortrijkse gemeenteraadsverkiezingen. Het wordt een lang stuk (opgesplitst in drie delen) aangezien historie zich nu eenmaal moeilijk laat samenvatten.
We beginnen zelfs al even vòòr WO II.
Mogen we dit nu reeds verklappen?
We deden een heel vergeten en verrassende ontdekking: het uiterst geringe aantal stemmen voor het Vlaams Blok toen die partij hier in Kortrijk voor het eerst deelnam aan de gemeenteraadsverkiezingen. Minder dan Amada!

Maar eerst even een ingekort overzichtje van de uitslagen der verkiezingen tussen 1946 en 1970 (de laatste verkiezingen vòòr de fusie Groot-Kortrijk).
De periode na 1976 komt in een volgend stuk ter sprake. Daarna geven we dan nog wat kommentaar.

De Christendemocratie(CVP) schommelt in die beschouwde periode ’46-’70 rond een gemiddelde van 14.000 stemmen op laat ons zeggen zowat 30.000 kiezers (40 tot 45 duizend inwoners).
Een kleine inzinking was er bij de ongeldig verklaarde verkiezingen van 1964
met “slechts” 46 procent van de stemmen. De grootste historische triomf deed zich voor in 1958 ter gelegenheid van de Schoolstrijd: de partij kreeg niet minder dan
60,3 procent van de kiezers achter zich !
De Socialisten (de vroegere BSP) behalen in die jaren bijna constant ongeveer 5.500 stemmen. Een “dieptepunt” was er in 1965 (17 procent). En het grootste succes zien we onmiddellijk na WO II in 1946: 24 procent.
De Liberalen (PVV) halen gemiddeld ca. 2.600 stemmen. Laagste score was in 1946 (8 procent), en de hoogste in 1958 (12 procent). Ook ter gelegenheid van de polarisatie vrijzinnigen-katholieken bij de Schoolstrijd.

Maar nu eerst nog even het jaar 1938:
Gilde versus Middenstand – toen ook al!

Er waren toen 23 zetels te begeven. Het Christen Werkersverbond behaalde er 10 van met 36 % van de stemmen. De Verenigde Katholieken, ook genoemd de burgerpartij (zeg maar de Patria, Middenstand en ook Landbouwers) kregen 4 zetels en16 % van de stemmen acher zich.
Socialisten: 6 zetels (23 %)
Liberalen: 3 zetels (13 %).
De burgemeester is Arthur Mayeur, een man van De Gilde.
Opmerkelijk: er werd toen een homogeen ACW-minderheidscollege gevormd met vier schepenen.
Nog even dit: de rebelse Jules Coussens was in 1939 al raadslid en in 1947 al even dienstdoend burgemeester.

1946: de nieuwe CVP als “eenheidspartij”
In het kader van het fameuse kerstprogramma proberen de christen-democraten de standen te overstijgen. Er is nu een echte gemeenschappelijke CVP-lijst goed voor
16 zetels van de 23. 56 procent!. Kleppers inzake naamstemmen waren toen: Joris Lagae, Alfred De Taeye, Jules Coussens, Albert De Clerck.
Yvo Lambrecht deed ook al mee maar behaalde toen slechts 143 stemmen.
De BSP scoort weer goed met 23 procent en verovert opnieuw 6 zetels.
Liberalen: slechts 1 zetel (8 % van de stemmen.)

Na veel geruzie – Jules Coussens was namelijk zeker niet heel koosjer uit de oorlog gekomen – binnen de CVP wordt uiteindelijk Alfred De Taeye (ACW) in 1948 toch burgemeester.

1952: stoorzender Juul Coussens
Juul Coussens met zijn scheurlijst “Volksbelangen” gooit roet in het eten van de christen-democratie. Op zijn lijst staan bijvoorbeeld ook Albert De Clerck en Jozef De Jaegere. Op zijn eentje krijgt hij 4.641 stemmen achter zijn naam. Zijn partij behaalt 10 zetels (37 %). Hij wordt burgemeester en krijgt ook nog twee van de vier schepenen.
De Christen Werkliedenpartij (dat is De Gilde met Arthur Mayeur als lijstrekker) sleept slechts 5 zetels in de wacht (20 %). De middenstandsvleugel haalt nu dankzij Coussens opvallend meer stemmen dan het ACW: 43 tegenover 21 procent.
Socialisten: 5 zetels (ook 20 %).
Liberalen: 2 zetels (10 %).
Merk op: Jozef De Jaegere is voor het eerst raadslid.

1958: het jaar van de ziel van het kind
Dat is het jaar van de schoolstrijd. De CVP behaalt een ware monsterscore met méér dan 60 procent en 16 zetels van de 23.
Een absoluut record. (“Volksbelangen” is trouwens even verdwenen: Jules Coussens staat namelijk op de CVP-lijst en behaalt weer méér dan 4000 naamstemmen.)
Dank zij de stunt met de “elf bollekes” (de pare plaatsen op de lijst zijn voor Gildemannen) bereikt het aantal ACW-stemmen een piek: 47 procent tegenover 21 procent voor de middenstand.
Alle 11 kandidaten van het ACW worden verkozen! Bij de middenstand slechts 5 van de 12.
Socialisten: 5 zetels (21 procent). Liberalen nog altijd 2 zetels maar nu toch 12 procent van de stemmen.
Bij de CVP duikt nu echt een nieuw stemmenkanon op: Ivo-J. Lambrecht. (Hij was voor het eerst raadslid in 1950). Antoon Sansen wordt nu ook verkozen.
Jozef Lambrecht wordt burgemeester. Troostprijs voor de middenstand: 3 van de vijf schepenambten.

1964: heibel binnen de CVP en ongeldige verkiezingen
Er zijn nu 25 zetels te begeven.
De CVP zit in de penarie. Slechts 12 zetels (46 %) op de 25. Geen meerderheid meer !
Juul Coussens is daar namelijk wéér met zijn lijst “Volksbelangen” waarop ook VU-leden prijken: 6 zetels (23 %).
De PVV heeft er 2 (9 procent).
En nu gebeurt er iets!
De PPV (2 zetels en 9 procent) is bereid tot coalitie-vorming en aanvaardt werkelijk alle, maar dan ook alle CVP-programmapunten. De liberaal Willy Ameye wordt een schepenambt beloofd.
Maar de verkiezingen worden nietig verklaard ! Niet omwille van het uitdelen van boterkoeken – zoals velen nu nog menen – maar omdat een aantal stembussen ongesloten bleven en men één stembrief teveel vond.

Herverkiezingen van 1965: de socialisten redden de CVP
Opnieuw een cruciaal moment.
CVP: 13 zetels (48 %). Volksbelangen: 23 procent en 6 zetels. Socialisten gaan achteruit: 4 zetels (17 %). Liberalen :2 (bijna 10 %).
Bij de CVP is Ivo-Joseph Lambrecht is alweer hét stemmenkanon.
Fries Bijttebier duikt ook op bij de CVP.
De CVP heeft niet echt een coalitie nodig maar het raadslid Leon Vandenbulcke van de NCMV eist eenschepenzetel. Hij krijgt die niet (Bijttebier wel) en zoekt in het geheim de socialisten op. Die verklappen al van te voren de geheime vergadering in Ingelmunster en krijgen daarvoor een cadeau: een bestuurder in de Commissie Openbare Onderstand (het toenmalige OCMW ) en in een paar intercommales.
Het is de eerste grote en gemiste kans van de socialisten om te peuteren aan de CVP-almacht in Kortrijk.
Lambrecht blijft burgemeester. Omringd door niet minder dan 4 schepenen van de middenstand en slechts 1 van de Gilde. Maar het ACW krijgt wel het voorzitterschap van de C.O.O.

1970: de VU loert om de hoek
Nu zijn er 27 zetels te begeven.
De CVP behaalt nipt 50 procent en 16 zetels.

“Volkbelangen” gaat officieel samen met de Volksunie (Juul Coussens was tijdens de oorlog niet echt wat men een verzetsstrijder noemt) en behaalt slechts 4 zetels (16 %).
In aantal stemmen deemstert Coussens weg. Zijn gildevrienden hebben hem nu wel duidelijk de rug toegekeerd.
De PVV stagneert nog altijd met 2 zetels maar overschrijdt toch weer de kaap van 10 procent.
Socialisten: 5 zetels (20 %). Rudy Dejaeghere duikt op.
Lambrecht blijft nog altijd burgemeester.
Het Schepencollege wordt met één mandaat uitgebreid. NCMV en ACW krijgen respectievelijk 3 en 2 schepenzetels. Mevrouw Bossuyt-Vandromme die heelwat voorkeurstemmen behaalde mag nog geen schepen worden, want men vindt dit “een verregaande emancipatie”.

1976: het jaar van de fusie Groot-Kortrijk
Er zijn nu 41 zetels te begeven want 56.289 kiezers in de stad en de deelgemeenten.
Emmanuel De Bethune uit Marke is overigens net als Jef Lambrecht tegen de fusie gekant. Als die er dan toch komt wil hij alleszins autonome wijkraden. (We zouden dit nu districten noemen.) De Bethune is tijdens zijn burgemeesterschap blijvend voorstander geweest van deconcentratie.
Als bekend wordt dat de regering van plan is om ook het rode nest Harelbeke toe te voegen aan Kortrijk neemt heel de CVP-afdeling ontslag, inclusief het College.
Zo wordt de hegemonie van de partij in Kortrijk voor de toekomst bewaard.

“Volksbelangen” is weer verdwenen en de CVP behaalt 25 zetels (54 %).
VU met De Schaepmeester: 12 procent en 4 zetels. Een record voor die partij.
Liberalen ook 12 procent en ook 4 zetels.
B.S.P: 8 zetels en 19 procent.
“Amada” is er nu ook en behaalt 412 stemmen.
Bekende namen die voor het eerst raadslid worden: Omer Soubry, Jacques Laverge, Marc Olivier.
Bij de CVP zijn er 13 ACW’ers verkozen (7 van destad en 6 uit de rand). De Middenstand behaalt 12 verkozenen (7 stad en 5 rand).
Jef Lambrecht is nog altijd burgemeester.
Hij wordt geflankeerd door 4 schepenen van de Middenstand en 5 van zijn ACW.

WORDT VERVOLGD