Zoals gewoonlijk komt in de gemeenteraad van mei de begrotingsrekening van het vorig jaar ter sprake.
Dat is altijd een heel interessant document, want men kan daaruit afleiden wat het stadsbestuur uiteindelijk en concreet in dat jaar heeft uitgericht met ons belastinggeld.
Een begrotingsrekening is namelijk een cijfermatige weergave van de werkelijk verrichte ontvangsten en uitgaven gedurende het afgelopen dienstjaar (nu dus 2004).
Het gaat om naakte, juiste cijfers van wat men “vastgelegde” rechten en uitgaven noemt.
Zo’n rekening is dus een spiegel van het gevoerde beleid:
ze geeft aan in welke mate het uitgetekend begrotingsprogramma van dat jaar in werkelijkheid werd gerealiseerd.
De begroting van datzelfde jaar daarentegen is een raming, een schatting van de te verwachten ontvangsten en uitgaven.
Een concreet voorbeeld.
Voor 2004 verwachtte (begrootte) het stadsbestuur inzake belastingen op het sluikstorten 30.000 euro.
De schepen van milieu heeft blijkbaar deze hoop moeten laten varen.
Want in de rekening zien we nu dat de zgn. vastgestelde rechten slechts 9.606 euro bedroegen. Vastgestelde rechten zijn de erkende vorderingen. De gelden die met zekerheid door Kortrijkzanen aan de stad verschuldigd zijn, ongeacht of deze vorderingen al of niet daadwerkelijk werden geïnd.
Als “spiegel van het beleid” kan men hier bijvoorbeeld uit afleiden dat de milieudienst inzake het onderscheppen van sluikstorten niet kort op de bal speelt. Of dat er minder aan sluikstorten wordt gedaan. Kan ook. U mag kiezen en gemeenteraadsleden kunnen in onze naam maandag aanstaande 9 mei als ze nog tijd vinden om uitleg verzoeken.
Nog een voorbeeld, nu aan de uitgavenzijde.
Voor 2004 bedacht het stadsbestuur de kerkfabrieken voor zijn gewone uitgaven een cadeau te geven van zowat 1.216.000 euro. Bijna alles daarvan werd vastgelegd.
Er zijn namelijk verbintenissen (een bestelbon bijvoorbeeld) aangegaan voor ca. 1.205.300 euro. Maar in dat jaar is er “slechts” een aanrekening (uitbetaling) gebeurd voor een bedrag van 1.203.700 euro. Er is dus een klein niet gebruikt krediet van zowat 10.000 euro.
De rekening is hier weer een “spiegel van het beleid”: de schepen van kerkfabrieken zorgt goed voor de clerus en is een stipte betaler. Of omgekeerd: de kerkfabrieken worden goed gerund.
Zo’n begrotingsrekening is een boek van 365 pagina’s.
Maar dat is nog niet alles. Bij die rekening is er nog een financiële verslaggeving van 44 bladzijden.
U hebt intussen al begrepen dat gemeenteraadsleden dezer dagen best niet gestoord worden.
En dan is er nog de jaarrekening. 200 bladzijden !!
Dat is nog wat anders.
Te vergelijken met de boekhoudkundige documenten die men in bedrijven opmaakt.
Een jaarrekening bestaat uit drie delen.
Je hebt eerst de balans: een weergave van de bezittingen van de stad en de schulden.
De stad bezit bijvoorbeeld voor ca. 18 miljoen aan niet bebouwde gronden en terreinen.
En bij de passiva zien we een eigen vermogen ten belope van bijna 240 miljoen.
Het tweede deel van de rekening heet de resultatenrekening.
Dat is een weergave van de kosten en opbrengsten. Bij een kost (een telefoonrekening bijvoorbeeld) wordt de gemeente armer en het eigen vermogen daalt. Bij een opbrengst wordt de gemeente rijker.
Voor 2004 is er een boni van meer dan 7 miljoen.
Het derde deel van de jaarrekening bestaat uit een uitgebreide toelichting en een hele serie bijlagen.
We vernemen daar dan bijvoorbeeld dat ongeveer 65 procent van het vermogen van de stad bestaat uit eigen vermogen. (Heel raar is dat de “cash flow” dit keer niet is berekend.)
Zo.
De saaie les is voorbij.
Een volgende keer leest u hier met des te meer kennis van zaken enkele opvallende gegevens uit de begrotings- en jaarrekening 2004.
Check the bill !
Haal alvast uw portemonnee maar boven.