Tussen “drive” en “overdrive” (2)

Zoals hier al gezegd zijn er ter stede in juni een soort externe revisoren op bezoek geweest om een keer na te gaan hoe het staat met de projecten die Kortrijk uitvoert in het kader van de miljoenen steun vanuit het Stedenfonds.

De visitatiecommissie bestond uit een hoogleraar bestuurskunde van de Tilburgse universiteit (Pieter Tops), de Hasseltse burgemeester (niet dienen Stief – is nu zelfbenoemd gouverneur) , de voorzitster van het Antwerpse OCMW, nog een ambtenaar uit de VISA-stad, iemand van Gent en de projectleider van het Vlaamse Stedenbeleid (Linda Boudry). Zij zijn hier komen praten met een aantal leden van het Schepencollege, een hele serie Kortrijkse ambtenaren, fractieleiders uit de gemeenteraad (geen Vlaams Blokker), zgn. “derden” (uit het OCMW, Leiedal, politie), en ook uiterst klein aantal brave geëngageerde burgers. Twee bewoners van de Lange Munte. Kortrijkwatcher was er niet bij. Kennen ze niet.
Het visitatie-rapport is pas in november opgemaakt en zal in de komende gemeenteraad van 9 januari 2006 worden besproken.

De ondertitel van het rapport is heel raak: “tussen drive en overdrive”.
En de inleiding maakt al onmiddellijk duidelijk wat daarmee is bedoeld.
We geven cursief een aantal (ingekorte) citaten.
Het stuk begint heel welwillend, met wat men in de retoriek een “captatio benevolentiae” noemt.

“De stad Kortrijk straalt een aanstekelijk zelfbewustzijn uit. De stad is in beweging en laat dit ook zien: “we voelen dat het beweegt” was een dominante ervaring uit de visitatie. (…) De stad is op een goede manier wakker geworden. (…) Er wordt nu op relatief korte tijd een grote achterstand ingehaald”, zo is ook het aanvoelen.”

Amaai zeg !
Een grote achterstand die moest ingehaald worden !
Kortrijkwatcher had dit nooit durven zeggen.

Nog uit de inleiding:
“Er wordt dus veel in gang gezet, maar kan de stad dit wel aan? “Gaan ze dat hier houden”, is een gevoel dat de commissie bekroop. Ambitie is noodzakelijk, enthousiasme is mooi, gedrevenheid is onmisbaar. Maar is er wel voldoende draagvlak en steun voor de veranderingstrajecten? Is er voldoende organisatiecapaciteit? Veel is in gang gezet, maar wordt het wel voldoende afgewerkt en opgevolgd? De visitatiecommissie heeft de indruk dat de organisatie het tempo van het bestuur niet altijd kan bijhouden. Afwerking en opvolging lijken aspecten te zijn die wat veronachtzaamd worden. De stad heeft wel een “drive”, maar er bestaat ook het gevaar van “overdrive”.

Dit soort opmerkingen en vragen beschouwt de commissie als “kanttekeningen” bij een op zich positieve ontwikkeling.
Wel, als Kortrijkwatcher zich nu al een jaar van dit soort “kanttekeningen” bedient wordt hij voor negativo uitgescholden.

Over het personeelsbeleid (de selectie) schrijven de bezoekers iets waar ik toch niet helemaal mee akkoord ga.
Men is vol lof over de “casting” van ambtenaren: het selecteren van die personen die precies over de kwaliteiten beschikken die passen bij het werk dat ze moeten doen, los van anciënniteit of
precieze vooropleiding.

Ik ben van oordeel dat hier de laatste jaren veel te veel aan (overigens peredure) vorming gedaan. In de zin van opleiding over zaken waarvan toch moet verondersteld worden dat het aangeworven personeel al op voorhand deze capaciteiten (skills) beheerst.
Wat hier vorming wordt genoemd is in veel gevallen puur aanleren van stielkennis. Basiskennis.

Men leert bijvoorbeeld brieven schrijven.
Omgaan met mensen. Beleidsdocumenten opstellen. De kunst van het werken met groepen. Rijopleidingen. Cursussen “algemene muziekcultuur”. Lokale economie. Tentoonstellingen organiseren. Gebruik van Exel. Een jeugddeskundige en een straathoekwerker zijn ooit vier dagen helemaal naar Barcelona getrokken voor lessen over “de beperkingen overtreffend”.
Enzovoort. (We komen hier wel eens op terug.)

In een vorig stuk zagen we wat de concrete projecten van het Stedenfonds zijn.
De visitatiecommissie is net als Kortrijkwatcher vol lof over het project Sint-Denijsestraat.
Maar ook net als bij Kortrijkwatcher baart het de commissie enige zorgen dat er een behoorlijke achterstand is in de realisering ervan. Meer zelfs: het zou kunnen dat “de
organisatorische en financiële capaciteit van de stad daarvoor te kort lijkt te schieten”.
Amaai zeg !

Over de buurtwerking en de gebiedswerking plaatst de commissie ook enige “kanttekeningen”. Soms ook “worstelingen” of “spanningen” genoemd.
In de aandachtswijken gaat teveel aandacht naar de “welzijnsachtige invalshoek”. En dus te weinig naar de fysieke – wonen bijvoorbeeld- , de sociale en repressieve aspecten.
Buurt- en opbouwwerkers vinden dat ze onvoldoende steun en gedragenheid krijgen van het stadsbestuur, zeker in vergelijking met de aandacht die besteed wordt aan de Sint-Denijsewijk.
Voorts vindt de commissie ook dat het concept “gebiedswerking” onvoldoende duidelijk is.

Over de uitbouw van het project klachtenbehandeling (het meldpunt) is de commissie dan weer vol lof. Men vergat te vermelden dat dit project bovenmatig veel geld kost. Ook is me dunkt niet voldoende onderzocht in hoeverre de klachtenbehandeling een concrete opvolging kent op het terrein. Klachten worden wel vliegensvlug genoteerd, maar worden ze wel altijd goed afgehandeld? En voorkomen?

De visitatiecommissie heeft zich nog even zijdelings gebogen over de grote stadsprojecten. Buda-eiland, stationsomgeving, Wijngaardstraat, enz.
Zij is van oordeel dat die projecten een stevige uitdaging vormen voor de stad, financieel en qua organisatorisch vermogen.
“De commissie is er nog niet helemaal van overtuigd dat de benodigde capaciteit voldoende aanwezig is binnen de stad. De dienst die bijvoorbeeld voor de ruimtelijke planning en ontwikkeling verantwoordelijk is maakt een nogal overvraagde indruk.” Dat is een serieus signaal voor schepen Frans Destoop.

Kortrijk is de eerste stad in Vlaanderen met een rastermanager.
De commissie probeert zijn taken te omschrijven. Want ze had het gevoel dat de perceptie van die taken binnen de stad nogal verschilt. En dat er een gevaar voor overbevraging en een teveel aan verwachtingen bestaat.

In een soort van slot bepleit de commissie een “VERANKERING VAN DE VERANDERING”
“Het devies voor de komende tijd is duidelijk: afmaken, realiseren, focussen, bezinnen.”
In dit verband citeert de commissie iemand uit het Schepencollege.
Zou het de burgemeester himself geweest zijn die dit zegt?
“Nu is het tijd voor wat rust. Nu zitten we wel nog volop in de realisatiefase voor de verkiezingen, daarna zullen we dan een moment van pauze en reflectie hebben.”

P.S.
Voor wie alles wil weten over het Stedenfonds (ook te Kortrijk) : zie www.thuisindestad.be .