Wat daarbij in de pers onvoldoende tot uiting kwam is dat de schepen daar nog iets heeft aan toegevoegd. Hij zou namelijk geen kandidaat meer zijn voor zover hij zich akkoord zou kunnen verklaren met de lijstsamenstelling van de CD&V.
Nu lijkt het erop dat er een vuiltje aan de lucht is.Â
We lezen een artikel van zijn hand in “De Standaard” van gisteren 30 januari (pag. 41).
Het stuk is geschreven “op persoonlijke titel” en draagt als kop: “Het kartel als rookgordijn“.
Niet dat hij dat nu een keer expliciet zegt, maar de schepen ontpopt zich in zijn bijdrage uiteindelijk toch als een notoir tegenstander van kartels. Zoals het een christen-democraat past heeft hij het daarbij op illustratief vlak vooral over kartels als SP.A-Spirit en VLD-Vivant.
Maar een beetje exegeet weet dat hij eigenlijk wil diets maken dat een kartel van CD&V en N-VA – bijvoorbeeld te Kortrijk – hem niet echt aanstaat. Iets wat de partijtop blijkbaar wel beoogt.
En Destoop erkent dat “het lokale proces (van de lijstvorming) dit keer (voor de verkiezingen van 8 oktober) strak nationaal wordt aangestuurd“. (Bij de CD&V door Etienne Schouppe en natuurlijk ook onze burgemeester. Vergeet nooit dat Stefaan De Clerck nog in 2003 voorzitter was van de partij.)
Een eventueel kartel van christen-democraten (gildemannen) en gewezen Volksunie ligt te Kortrijk op zichzelf al heel gevoelig. Maar een dergelijke lijstvorming is ook heel incompatibel met de normale gang van zaken binnen de plaatselijke CD&V.
Herlees nog een ons lang verhaal over de historiek van de raadsverkiezingen. Stukken van 18, 21 en 25 april 2005. Daaruit konden we leren dat de samenstelling van de lijst bij de CD&V nog altijd een geval is van hogere wiskunde.
Vooreerst dient er bij deze standenpartij een pariteit gezocht tussen kandidaten van “de Gilde” en van “de Middenstand”. Op de pare of onpare nummers. En staat er een middenstander op de eerste plaats, ja – dan wordt die burgemeester. Tenzij anders is beslist: wie haalt het meeste stemmen? En de mandaten worden verdeeld met een puntensysteem. Een burgemeester is 2 punten waard, een schepen, een OCMW-voorzitter en een Leiedal-voorzitter elk één punt. ACW en Middenstand moeten zien elk evenveel punten te vergaren.
Verder is het bij de CD&V nog traditie dat kandidaten uit het centrum en de deelgemeenten gelijkwaardig deelnemen aan verkiezingen en verdeling van de mandaten.
Dat vrouwen nu evenveel plaatsen op de lijst krijgen als de mannen maakt de zaak niet eenvoudiger. Los daarvan stelt zich bij een kartel met de Nieuw- Vlaamse Alliantie de vraag waar men bijvoorbeeld raadslid Godelieve Vanhoutte (nu N-VA, maar als VU’er in 2000 verkozen op een VLD-kartellijst) zal kazerneren. Krijgt ze een prominente tweede plaats? Mag ze ooit schepen worden?
En mag blauwvoeter Guido Verreth uit Marke – nog wel secretaris van de N-VA voor het arrondissement ! – ook op de lijst? En Hilda Douchy-Comeyne? Goed voor meer dan 700 naamstemmen.
Men zou in “De Gilde” van minder kunnen wakker liggen.
In zijn opiniebijdrage in “De Standaard” stelt schepen Destoop zich nog de vraag of een kartelvorming voor de N-VA misschien voortkomt uit een “overlevingsstrategie” dan wel of het gaat om “een terugkeer naar de christen-democratische stal”. (Stal ! Hij hoopt waarschijnlijk op het laatste, maar mag de N-VA dan nog uitdrukkelijk een onafhankelijke republiek Vlaanderen willen? Een christen-democraat is per definitie royalist. Gezag komt van boven, uit de hemel.)
Van schepen Destoop staat bekend dat hij graag politiek voert op inhoudelijke basis.
Vandaar een andere vraag:
is het programma van de N-VA voor de gemeenteraadsverkiezingen al of niet strijdig met de alhier door de CD&V gevoerde politiek?
Iets voor een volgend stuk.