De diverse kieswetten van ons land laten nog steeds toe dat gehuwde vrouwelijke kandidaten desgewenst op de lijsten hun naam kunnen laten voorafgaan door die van hun man. Zelfs al is die overleden!
Men zal dit nu weer zien gebeuren bij de komende gemeente- en provincieraadsverkiezingen. Met dien verstande dat vrouwelijke kandidaten wél hun meisjesnaam (familienaam) zullen hanteren indien dit ze goed uitkomt: als vader (of andere familieleden) namelijk al van enige (politieke) bekendheid genieten of genoten.Het is een zeer aftandse geplogenheid waartegen vier fundamentele bezwaren kunnen geuit.
Even op een rij:
1. het gebruik getuigt van een archaïsch patriarchaal denken;
2. het gebruik is in tegenspraak met alle verworvenheden van het politiek-emancipatorisch feminisme;
3. het gebruik weerstaat niet aan de gendertoets en is voor beider kunne discriminatoir;
4. het gebruik is en wordt steeds meer totaal nonsensikaal.
Hierna worden deze bezwaren wat nader toegelicht.
EEN PATRIARCHALE WETGEVING
Het gebruik dat vrouwen (zelfs weduwen!) de naam van hun man (zelfs ex-man) mogen gebruiken op de kandidatenlijst is een archaïsch overblijfsel van een volstrekt achterhaalde mentaliteit. In het verleden werd de vrouw hoofdzakelijk beschouwd als bron voor nageslacht en aangezien als inferieur aan de man.
Allerhande patriarchale wetgeving is daar het resultaat van geweest. In 1921 bijvoorbeeld waren vrouwen verkiesbaar als burgemeester of schepen, maar zij moesten daarbij wel toestemming krijgen van hun echtgenoot. En toen de vrouwen in 1948 eindelijk ook actief stemrecht kregen werd er in de verkiezingscampagnes fel op gehamerd dat zij hun naaste mannelijke familieleden moesten raadplegen bij hun keuze.
EMPOWERMENT
“Empowerment” van de vrouw was de centrale boodschap van de roemruchte VN-Vrouwenconferentie van 1995 in Peking.
Het is een volkomen raadsel hoe het begrip “empowerment” (dat wil zeggen: verborgen krachten laten ontluiken) van de vrouw te rijmen valt met het dragen van een naam die warempel niet de hare is.
Men kan het gebruik van een meervoudige gendernaam moeilijk gaan beschouwen als een bijdrage aan het gelijkheidsbeginsel van man en vrouw.
De nog bestaande praktijk strookt overigens totaal niet meer met het hedendaagse streven naar vervrouwelijking van de politiek.
Laat ons maar stellen dat het gebruik van de naam van de echtgenoot gelijk staat met een regelrechte belediging. Zowel voor de man als voor de vrouw zelf, en ook voor de kiezer.
DISCRIMINATIE
Het toppunt is wel dat de kieswetgeving niet voorziet dat mannelijke kandidaten de naam van hun beroemde echtgenote mogen gebruiken. (Stel dat u getrouwd bent met Carla Galle. Of met een dochter van onze burgemeester.)
NONSENSIKAAL
Wat met vrouwen die al meerdere keren zijn gehuwd? (Senaatsvoorzitter Annemie Lizin gebruikt nog altijd de naam van haar eerste man! Een beroemd geval is ook Anne-Mie Neyts.)
Een hemeltergende discriminatie valt ook te beurt aan samenwonenden en holibi’s. Priester Rudi Borremans bijv. mag niet uitpakken met de naam van zijn vriend als hij zich in de politiek wil gooien. En biseksuelen kunnen een man en een vrouw hebben. Wat dan gedaan? Drie namen gebruiken?
Naarmate nieuwe samenlevingsvormen ontstaan die niet meer gebonden zijn aan traditionele seksuele geaardheden en ook de naamgeving van kinderen wordt herzien wordt de anomalie van de dubbele familienaam voor vrouwen op kieslijsten helemaal nonsens.
Waarom is die onzinnige kieswetgeving nog altijd niet opgedoekt?
Daarover later een keer iets meer. ’t Ligt aan de vrouwen zelf, geloof het of niet.
Intussen kan de Kortrijkse kiezer wel even nagaan welke lokale vrouwen op de lijsten de moed hebben om niet de naam van hun echtgenoot te gebruiken. En ze daarvoor belonen, tenzij zij wel willen genieten van de naambekendheid van hun vader. Moeilijk.