Partieel examen voor kandidaat-raadsleden

Wie ergens wil werken in een openbare dienst moet daarvoor algauw een sollicitatieproef ondergaan. Een assessment. Soms zelfs met een psychologische test.
Raadsleden dienen nergens vanaf te weten. Hiermee dient komaf gemaakt.
Ons voorstel is dat u zich géén kandidaat kunt stellen als u volgende vragen niet correct beantwoordt. Allemaal !1. De dossiers van de gemeenteraad liggen in:
A. De Raadskelder onder het stadhuis.
B. Thuis bij de burgemeester.

2. De roze bladzijden van een begrotingswijziging gaan over:
A. De uitgaven voor de roze balletten in de kelders van het stadhuis.
B. De ontvangsten en uitgaven van de brandweer.

3. Mag een gemeenteraadslid de zgn. besloten zitting bijwonen?
A. Ja, als hij al aanwezig was op de openbare zitting.
B. In geen geval, want dat is alleen voor het College van Burgemeester en Schepenen.

4. Hoeveel raadsleden zijn er?
A. 41.
B. 41 min de burgemeester en schepenen.

5. De begroting is:
A. Een raming van ontvangsten en uitgaven van het vorige jaar.
B. Een vorm van waarzeggerij.

6. De afkorting VVSG betekent:
A. Vereniging voor Steden en Gehuchten.
B. Vreemd Volk in Steden en Gemeenten.

7. De meest onmisbare website om Kortrijk te leren kennen is:
A. www.lilletourism.com.
B. www.steentijd.be.

8. Een kerkfabriek is:
A. Een parochie.
B. Een fabriek om kerken te bouwen.

9. Als u een raadszitting bijwoont krijgt u:
A. Een vergoeding.
B. Een penning om te gaan zitten.

10. Wat is het moeilijkst?
A. De begroting.
B. De jaarrekening.

Schiftingsvraag!
Geef het aantal juiste antwoorden dat zal binnenlopen bij kortrijkwatcher.

Over gedrevenheid, bezigheden en Grauwe Zusters-Penitenten

“Dit alles, Mevrouwen, Mijne Heren hangt u een klaar beeld op van de bedrijvigheid die onze stad zal kennen tijdens het jaar 1952.”
(Uit de verslagen van de Kortrijkse gemeenteraad midden vorige eeuw. Idem dito voor de andere citaten in deze tekst.)
Dat Kortrijk goed op dreef is, was 50 jaar geleden ook al vast te stellen.
Midden van de vorige eeuw (letterlijk: in 1950) telde de “stadsboekerij” (bibliotheek) 244 ingeschrevenen.
Tot die Kortrijkse geletterden van toen behoorden er – beroepshalve dan – 47 bedienden, 44 studenten, 15 leraren, 15 handelaars, 15 huishoudsters, 13 geestelijken, 11 onderwijzers, 9 gepensioneerden, 9 kunstenaars, 6 nijveraars, 6 architecten, 6 geneesheren, 5 ingenieurs, 4 handelsvertegenwoordigers, 4 advocaten, 3 technici, 2 herbergiers, 2 militairen, 2 politieagenten (op 97), 2 aannemers, 2 boekhouders, 2 apothekers, 2 handelsreizi¬gers, 2 pleitbezorgers, 1 oudheidkundige, 1 verpleegster, 1 taxivoerder, 1 gaarkok, 1 meubelmaker, 1 wasbleker, 1 brouwer, 1 begrafenisondernemer, 1 baanwerker, 1 postmeester, 1 juwelier, 1 dagbladreporter (ongetwijfeld Fred Germonprez), en 1 sociale assistente.
Die wasbleker ! En die gaarkok !
Even tussendoor.
In die tijd waren er ook nu helemaal zeldzaam geworden beroepen bij de stadsadministratie zelf te begeven.
Brandweer en politie hadden waarlijk een eigen turnmeester, “leermeester” genoemd. De bij velen nog beken¬de Lodewijk Silvrants (zijn massa-turnfestval op KVK!) kreeg van de politie voor deze bezigheid 133 frank per lesuur, en Jules Deconinck slechts 69 frank van de spuitgasten.
Er waren ook zgn. “titularissen”: een bewaker van de Sint-Maartenstoren, een “geoefend werkman” voor de stadsuurwerken, en meerdere dwangbeveldragers. Een medisch opziener (bij de scholen?) en een deskundig aanwijzer. Voorts nog een weliswaar tijdelijke teeltoverste, een buffethouder, een vlastechnoloog, een pastoor voor het kerkhof, een tandmeester en een ontsmetter.
Bezigheden.

Bedienaars van de eredienst kregen een “bijwedde” van de stad.
In de vroege jaren ‘50 waren er dat 22 . Meestal 4 en minstens 3 priesters per kerkfabriek. (Op het gehucht Sint-Anna werd er bij Regentbesluit van 1949 nog een kapelarij opgericht, afhangend van de hulpparochie van Sint-Rochus.) Waar is het leger van misdienaars gebleven?
Schepenen van Stad kregen ook bepaald zeldzame functies of bezigheden. Waren bevoegd voor bevoorrading en rantsoenering bijvoorbeeld, voor inkwartiering en voor betwiste zaken.
Kortrijk was toen al rijk aan culturen.
Veel niet-semi-professionele verenigingen. De Kalfskopbolders. Boxing Club Masselus. Het koraal “Singhet ende Weset Vro”’ dat net 50 jaar terug “Carmina Burana” opvoerde. De Koninklijke Stadsmuziek. De Maat¬schappij voor Schone Kunsten. Een Vereniging voor Concerten. De Katholieke Jonge Wacht.
De toneelkring van Overleie. Het Blok der Koningsgezinden.

Maar het stadsbestuur vond het altijd spijtig te moeten constateren dat inzake volksverheffing én volksontwikkeling – dat zijn twee te onderscheiden zaken – de meer gedreven stadsgenoten (actoren) meenden voor alles en nog wat de stadskas te moeten aanspreken. Maar dit lag nu eenmaal “in de lijn van deze tijd” (Verslag van Bestuur, 1957-1958, pag. 47).
Ook voor sport voorzag de stad “rekening gehouden met de tegenwoordige mentaliteit” (van graaien?) voor 50.000 frank subsidies. Voor steun aan manifestaties, het toekennen van eretekens, bekers en gedenkpennin¬gen. In 1951 was er een doortocht van de Ronde Van Frankrijk. En het Plein kreeg een stedelijk basketbalveld.
Voor openbare feestelijkheden en ceremonies trok men ook de nodige kredieten aan.
Want – aldus het stadsbestuur in 1952 – “er zal nooit tevergeefs aangeklopt worden aan de poort van het stadhuis, door hen die zich ten doel stellen onze medeburgers een hogere graad van morele en zedelijke ontwikkeling te verschaffen”.
De Stadschouwburg was inzake volksverheffing én volksontwikkeling toen al een vuurtoren.
De Lyrische Kunstenaars voerden het “Viooltje van Montmartre “ op en “De Bloem van Hawaï”. De Vlaamse Zonen: “De Dansgravin” van Robert Stolz. Taal en Kunst : “De Idioot” van Fedor Dostojewski.
Voor minder dan 35.000 betalende toeschouwers ging men niet.
Kent er nog iemand Heiko Kolt? De allochtone vendelzwaaier kreeg gratis de vlag cadeau waarmee hij in het rond zwaaide op de Guldensporenfeesten van 1952.
1302 is uiteindelijk de enig ware “slag aan de stad”. 650 jaar later herdacht met een groots guldensporenspel en een historische stoet. Ontelbare (ca. 2.900) vrijwilligers werkten daar “met een vurige en welgemeende geestdrift” aan mee. En er bestond toen niet eens enig duurzaam vrijwilligersbeleid met een apart budget en een vacaturebank op internet.
De voorbereiding van de feestelijkheden werd al in 1947 ingezet. Regisseur en declamator Antoon Vander Plaetse (bijgenaamd “klokke Roeland”) werd hiertoe aangesproken aan de toog van de Raadskelder onder het stadhuis. Schrijver Willem Putman (van Christine Lafonaine) zou de tekst maken van het massaspel. Ontwerper van het podium: schilder Marcel Notebaert (Romeprijswinnaar). Graficus Jos Speybrouck, de beroemde maker van doodsprentjes, werd belast met de vorming van de praalstoet. Prosper Van Eechaute (directeur van het Conservatorium en Romeprijswinnaar) zou zorgen voor de compositie van de muziek maar liet al vlug weten dat hij niets kon uitrichten zolang hij geen tekst in handen had.
Maar de gedrevenheid bleef.
Het Herdenkingscomité werd omgeturnd tot een Vast Secretariaat met zes onderscheiden comités. Er volgde een systematische propagandaslag. In een vlug tempo werden 250.000 postkaarten met de afbeelding van Onze-Lieve-Vrouw van Groeninghe gedrukt, 400.000 sluitzegels gemaakt en 30.000 affichettes uitgegeven. Een grote aanplakbrief van de Bond van H.Hart, voorstellende een Vlaamse krijger, werd landelijk verspreid.
Ook in Wallonië. De politie ging eigenhandig affiches plakken op de ramen van de enthousiaste Kortrijkzanen.
Iedere avond waren er massaherhalingen op de Grote Markt en die lokten talloze kijkers. De algemene herha¬ling van het massaspel met kostumen, pruiken en grime op donderdag 3 juli 1952 werd evenwel een slag in het water. Na 20 minuten spel begon het zodanig ongenadig te bliksemen en stortregenen dat de vertoning moest worden stopgezet. De ontruiming van de tribune duurde ook 20 minuten en er was geeneens een ram¬penplan. Een ogenblik werd door alle thuiswerkende moeders gevreesd dat de kind-figuranten (soldaten) in de verwarring verloren waren gelopen, maar men kon ze allen terugvinden in Sint-Maartenskerk.
Zondag 6 juli was de grote dag. De historische stoet hield zijn eerste ommegang in een tropische hitte. Meer¬dere vrijwilligers dienden opgenomen in Rode-Kruistenten die ook al bemand waren door gedreven vrijwil¬ligers. ‘s Avonds diende het Guldensporenspel na één uur wachten op het einde van alweer een onweer geheel afgelast.
De laatste dag van de feestelijkheden (zondag 13 juli) stond in het teken van de “Dag van de Vlamingen”. Er kwam een bijkomende nachtvoorstelling (nocturne) waarbij de ordedienst door een stelletje dronkaards totaal werd overrompeld. Een ware veldslag die evenwel werd getemperd toen het gestaag begon te motregenen. Tot in de vroege morgen dreunde de Vlaamse Leeuw nog in de Kortrijkse straten.
Processies zijn in onbruik geraakt. Fancy-fairs en missie-tentoonstellingen ook.
In die 50’er jaren deden nog hun “gewone uitgang”: de Heilig Haarprocessie, de Heilig Sacramentsprocessie, de Messiasstoet, de Hemelvaartprocessie, de Heilige Rozenkransprocessie.
Er is ook een keer een inhuldiging geweest van een gedenksteen ter herinnering aan het kerkelijk erkend “lichtwonder” van 1643.
Inzake openbare werken was Kortrijk een halve eeuw geleden waarlijk een stad aan de slag.
Er werd in relatief korte tijd een zwemkom gebouwd, een slachthuis, de Sint-Elisabethkerk, de Reepbrug, een voetgangerstunnel aan de Doornikstraat, een kaaimuur (Kortrijk-Haven!), een atheneum, een tuinbouwschool, een postkantoor, onderbruggingen van de spoorweg (Zandstaat), een rusthuis voor ouden van dagen. Nieuw station. Enzovoort.
Kortrijk was bijwijlen één grote werf.
Hele wijken kregen een Bijzonder Plan van Aanleg: Loofstraat, Sint-Elisabeth, Blauwe Poort.
Er waren ook ontwerpen voor ondergrondse schuilplaatsen (zouden dienstig zijn als parking ook) op de Vee¬markt, Sint-Amandsplein, de gronden van de vernielde Grote Hallen.
Want het stadsbestuur was toen al uitermate bekommerd om de oplossing van het parkeerprobleem. Er kwa¬men “autoparkeerplaatsen” op de kaaien van de Leie, het Casinoplein. (Even werd er aan gedacht om de Oude Leie droog te leggen en om te toveren tot parking.)
In een bepaald jaar werd er voor 1,6 miljoen frank aan kasseien gekocht. En de plantsoendienst kweekte toen eigenhandig 100.000 planten voor de bloemenperken.
Gedrevenheid, bezieling in de 50’er jaren.
De jaren van de wederopbouw en een ongeziene werkkracht.
Sociale energie zorgde voor sociaal kapitaal.

Met ongebreideld veel aandacht voor scholing. Naast allerlei traditioneel onderwijs was er hier ondermeer ook een Vrije Sociale School voor Meisjes, een beroepsschool “Met Naald en Draad”, waren er huishoudelijke leer¬gangen van de Socialistische Vooruitziende Vrouwen, specifiek vrouwelijke Taal- en Handelsleergangen (in het Begijnhof), een Centrum voor Opleiding in Handel en Ambacht, leergangen voor leerlingen met Leercontract.
Zo ging dat.
Intrigerend is wel dat het toen mogelijk was dat er in één jaar tijd en nogwel door tussenkomst van het stadsbestuur 12 krankzinnigen werden opgesloten. Zes manspersonen in Beernem, en zes vrouwspersonen in gestichten zoals die van de Grauwezusters-Penitenten.
Ook op dat gebied is er vooruitgang. Nu krijgen psychiatrische patiënten onder auspiciën van gemeentelijke sociale diensten toneelvoorstellingen te zien.
Het is niet gewaagd om te beweren dat steeds meer knelpuntbezigheden als legitiem worden ervaren.
De knop is omgezet. Iedereen doet zijn duit in het zakje.
En dat moeten we ons elke dag realiseren. Het loopt altijd anders dan verwacht in steden aan de slag.

DIENSTMEDEDELING

Komkommertijd kent deze stadsblog niet.
Niettemin zullen er de komende weken (tot half augustus) slechts nu en dan nieuwe stukken worden gepubliceerd. Vier of vijf, waaronder een heel belangrijk partieel examen voor kandidaat-raadsleden. Blijven kijken.We gunnen de lezer enige rust om wat te grasduinen in de archieven. Intussen gaan we naar de 400 stukken, met een gemiddelde van drie bladzijden. (Het thematisch overzicht dat u rechts bovenaan kunt aantikken is heel onvolledig!)Als u een bladzijde open ziet u aan de rechterkant altijd slechts de titels van de laatste tien columns. Er zijn er veel meer te scrollen!

Voor wie nooit genoeg krijgt van Kortrijks (politiek) nieuws kan tijdens deze komkommertijd inmiddels nog altijd met vrucht de weblog “kortrijklinksbekeken” lezen.

Gaat u graag gratis op reis ?

‘ t Is ‘t moment.
In de eerstkomende “zondagskrant” (nu!) vraagt Stad om een projectleider voor de “noordzuidwerking”. (Ann is weg.)
Volgende week staat de vacature ook in de “Streekkrant”.
Net nu alle routards-gitaarspelers al zingend en klingend het land uit zijn of hun biezen aan het pakken zijn, lanceert Stad deze vacature.
De advertentie wordt nog wel even hernomen na 16 augustus, terwijl u dan nog volop herstelt van de jetlag.Stad vraagt – eindelijk – officieel althans om een nieuwe noordzuidmedewerker.
Dat in het kader van gemeentelijke ontwikkelingsamenwerking,
ook samenwerkingsontwikkeling genoemd. Of nog: stedenband. Niet verwarren met zustersteden. Dat is materie van schepen Lieven en eega.

In de advertentie over de vacature zal staan dat u verzocht wordt om allerhande projecten te ontwikkelen en te realiseren in verband met “noordzuidwerking”.
Probleem is dat er hier in Stad tot op heden enkel een west-oostwerking bestaat.
Niks noord-zuid-reis. We gaan naar Tasjkent bijvoorbeeld. China nog. Stedenbanden!
Reizen over en weer naar Cebu. Doen aldaar aan compostverwerking.
We volgen de parrallelcirkels van de evenaar. Moeten dientengevolge zwaar recuperen.

Projectleider!
Er staat u een zware taak te wachten.
Uw eerste taak zal er in bestaan om die totaal nutteloze en dure contacten met Cebu (u weet waar dat ligt?) af te bouwen. Even uitleggen aan de gemeenteraad wat onze projecten op dat verre eiland waren, hoeveel die hebben gekost en wat daarvan het “duurzaam” resultaat is. Documenten voorleggen. Facturen. Engagements. Tickets.
Understandings.

Mik nu maar eens op reizen naar onze moslimbroeders uit Marokko. Desnoods Turkije.
Leg dan uit waarom.
Schepen Alain van ontwikkelingshulp is een geschikte kerel. Doe hem de complimenten.

Want om te slagen in het examen best stukken op kortrijkwatcher raadplegen.
Budgetten, verwijzingen naar onbestaande documenten, bepaalde perikelen, ons wedervaren in zwart-Afrika, spoorloze facturen, U VINDT HET HIER.
Tijd om te lezen tot 25 augustus want tegen dan moet uw kandidatuur binnen.

In de advertentie staat niet over welk budget de projectleider kan beschikken.
Ziehier een tip om te slagen in de sollicitatieproef.
Volgens de begroting 2006 is dat 59.000 euro. (Vorig jaar was het wat méér!)
Meer speciaal voor ontwikkelingsprojecten (dat is in feite Cebu): 31.000 euro.
Die Vlaams Rwandese Vereniging van Waregem – waarover we al schreven – krijgt nog altijd 1.500 euro.

Naar een deontologische code voor mandatarissen

Bij het begin van deze bestuursperiode is er ter stede een werkgroep opgericht die een “gedragscode” zou opstellen voor zowel stadsambtenaren als mandatarissen. Ook voor de leden van het Schepencollege.
We hebben daar sindsdien niets meer van vernomen. Er zijn geloof ik wel enkele regeltjes gemaakt voor ambtenaren. Want er heerste in die kringen enige wrevel over allerhande onduidelijke afspraken omtrent het gebruik van dienstvoertuigen, internet, bepaalde vergoedingen, de mogelijkheid tot het maken van snoepreisjes.In Vlaanderen hebben 89 gemeenten (op 308) op vrijwillige basis een deontologische code voor mandatarissen opgesteld. In West-Vlaanderen alleen 13 gemeenten op 65. Kortrijk (centrumstad!) is daar niet bij.
En nochtans: ooit heb ik het meegemaakt dat een lokale politicus jobs verkocht. Tegen de prijs van het eerste maandloon! Ook al gezien dat een firma die voor een openbare instelling aan het werk was toevallig nog een of ander karwei terzelvertijd bij een mandataris uitvoerde. Voorts herinner ik me een geval waarbij een mandataris examenvragen verkocht.

Nu ja, volgens het gemeentedecreet worden vanaf volgend jaar deontologische codes verplicht gemaakt.
Er zijn zelfs al voorstellen in de maak.

Voor kandidaat-raadsleden: er is een pocket “De deontologische Code” (uitgeverij Politeia) te koop voor 25 euro.
Eén van de auteurs werkt bij de VVSG.
En dat is raar. De code die in de maak is steunt niet op het werk van Mark Suykens van de VVSG. Wel op dat van Frank Keunen, een doodgewoon gemeenteraadslid uit Diepenbeek. De uitleg zou kunnen zijn dat Keunen ook adviseur is bij minister Frank Vandenbroucke.

De echte minister van Binnenlandse Bestuur, Marino Keulen, heeft het werk van Keunen voor advies voorgelegd aan de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur.
De Hoge Raad gaat eigenlijk niet in op de inhoudelijke voorstellen van de auteur.
Men formuleert drie algemene bedenkingen.
1. Ook de Raad is voorstander van de verplichting om een deontologische code aan te nemen.
2. Maar die basiscode mag niet van bovenaf worden opgelegd. Elke gemeenteraad afzonderlijk moet stilstaan bij de “normen en waarden” die belangrijk worden geacht voor de uitoefening van de taak van raadslid.
(Laat schepen Bral maar even deelnemen aan deze discussie, en schepen Lybeer om het hoekje kijken.)
3. De voorgestelde basiscode is te eenzijdig gericht op de deontologie bij de politieke dienstverlening en de grenzen die mandatarissen daarbij worden geacht aan te nemen.

Dat laatste is waar. Keunen baseert zich vooral op de code voor Vlaamse parlementariërs. (Het federaal Parlement heeft niet eens een code!)
Dat belet niet dat daar geen behartenswaardige zaken in staan.
Bijvoorbeeld:
* Elke vorm van dienstverlening (informatiebemiddeling, doorverwijzing) gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie en mag ook geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
* Alle tussenkomsten (zowel schriftelijke als mondelinge) van mandatarissen bij magistraten, ambtenaren, diensthoofden moeten in het dossier worden opgenomen.
* Zogenaamde “bespoedigingstussenkomsten” om een procedure (dossier) te versnellen zijn niet toegestaan.
* Alle vormen van schijndienstbetoon zijn niet toegestaan. (Bij schijndienstbetoon wekken mandatarissen de indruk dat zij verantwoordelijk waren voor de goede afloop van een dossier.)
* Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon (de burger heeft er niet om gevraagd) zijn niet toegestaan.
* Mandatarissen maken in hun verkiezingscampagne die gericht is op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht.

Tot zover enkele bepalingen terzake normen bij dienstverlening.
In het kader van de ter ziele gegane Nieuwe Politieke Cultuur (de NPC) lag het wel in de bedoeling om die dienstverlening in te perken of overbodig te maken door de oprichting van ombudsdiensten. “Ombudsmannen” zijn er al in 51 gemeenten. (In West-Vlaanderen slechts zeven.)
In Kortrijk is het er nooit van gekomen, niettegenstaande schepen Philippe De Coene (SP.A) daar een heftig voorstander van is. Er is nu wel een “meldpunt” maar dat is iets heel anders.
Ook de instelling van een vragenuurtje voor burgers in de gemeenteraad zou al heelwat vormen van (schijn)dienstbetoon in de kiem kunnen smoren. Tussenkomsten van burgers in de Raad zijn al mogelijk in 68 gemeenten. (West-Vlaanderen loopt weeral niet voorop: 7 gemeenten op 65.)

In een Kortrijkse deontologische code zou misschien nog kunnen staan dat een schepen geen voorzitter mag zijn van Leiedal.
Dat er een integriteitsbureau wordt opgericht. Bijv. om de toewijzing van overheidsopdrachten in de gaten te houden. Om exuberante kosten voor reizen (Cannes, Londen, Lyon, zustersteden, stedenbanden, Europa-projecten) tegen te gaan.
Over dat presentiegeld voor zittingen van de Raad zou kunnen gesteld dat iemand die na 19 uur in de gemeenteraad verzeild geraakt of vóór 20 uur alweer de zaal verlaat geen vergoeding krijgt.
Fracties krijgen per raadslid ook een som geld. In de code kan vermeld waarvoor dat niet en wel mag dienen. (Bijvoorbeeld niet om daarmee groepsgewijs te gaan eten en drinken.)
Dat kadert allemaal in “de waardigheid van het ambt”.

En er moet ook een heel strenge deontologische code komen voor OCMW-raadsleden en bestuur.

P.S. (1)
Het werkje van Frank Keunen (“Deontologie en politiek”) is moeilijk te vinden.
Bij Google merkwaardig genoeg onder de term “sanctionering”.

P.S. (2)
In bepaalde gemeenten (Boom, Stabroek) weigert het Vlaams Belang om de code te ondertekenen.

De ware prijs van het nieuwe stadhuis

In de voorlaatste gemeenteraad (die van juni) kon ik mijn oren én ogen niet geloven toen schepen Jean de Bethune van gebouwen even iets over zijn nieuw stadhuis wist te vertellen.
Mijn ogen niet omdat de schepen vanwege “familiale omstandigheden” met aanzienlijke vertraging de Raad vervoegde, en die omstandigheden waren hem heel duidelijk nog aan te zien. Mijn oren vooral niet omdat hij poneerde dat het nieuwe stadhuis (NAC: nieuw administratief centrum) minder dan 200 miljoen oude franken heeft gekost.
Los van de aankooprijs van het KBC-gebouw wel te verstaan. (Hoeveel was dat nu eigenlijk? 6.250.000 euro? Zonder de leningslasten?)Schepen zou best toch eens met de meest recente en volledige en concrete gegevens uitpakken.
Want het is al van 9 juli 2004 geleden dat de raadsleden nog enige cijfers konden zien betreffende de renovatie en herichtingswerken van het NAC.
Voor bepaalde loten (heating ventilation en air conditioning, vernieuwen telefooncentrale, detectie brand en inbraak, schilderwerken, maatwerk meubilair, contractuele herzieningen) waren die zgn. “eindafrekeningen” nog altijd voorlopige bedragen.
Daarenboven heeft men de prijs van de bekabeling buiten het budget gehouden en doorgeschoven naar ICT van schepen De Coene. Dat lot 5 heeft waarschijnlijk ca. 222.000 euro gekost. Het was in elk geval zo geraamd.

Die voorlopige afrekening bedroeg toen (zonder de bekabeling) 3.343.455 euro.
Waar geen gemeenteraadslid iets van weet is wat het vroegere projectteam (bij de aankoop van het bankgebouw) aan erelonen heeft gekost.
De voorstudies. De ontmantelingswerken. De veiligheidscoördinator. De erelonen (8 procent?) voor NOA én Epsilon! De leningslasten! (Dit soort geweldige bedragen wordt altijd buiten beschouwing gelaten.)

Er waren uiteindelijk ook méér dan 9 loten.
Ontmantelingswerken (41.718 euro?). Omgevingsaanleg (152.000?), signalisatie (51.000?), groen dak (50.000?), zonnewering kant Papestraat (12.500?).
We kregen er ook nog een dakcafé en vergaderzalen bij (162.573 euro).
Zelfs bij de laatste begrotingswijziging 2006 waren er nog aanpassingen aan die zgn. eindafrekening van 2004.

Met andere woorden: wij althans raken er niet uit, zelfs na veel opzoekingswerk.
HOEVEEL HEEFT HET NIEUWE STADHUIS NU WERKELIJK GEKOST?

En het is nog niet gedaan! Het bureau NoA heeft alweer een studieopdracht gekregen (25.000 euro) om nog verdere ingrepen te laten doen op de hele stadhuissite (inclusief en vooral het oude stadhuis). Ten gevolge van het nieuwe stadhuis. Dat soort nogal logische secundaire werken had men niet voorzien. (Het oude stadhuis kreeg al een zeer dure nieuwe toegang. “Inkomas” van 50.000 euro.)

Bent u ook zo’n degelijke bestuurskundige?
Dat u een garage laat bouwen in de voorgevel van uw rijtjesthuis en pas achteraf ziet dat u dan uw salon kwijt bent?
Of omgekeerd. Pas nu zien dat er een nieuwe zaal nodig is voor de gemeenteraad. (Waarom niet in de schouwburg?)

Maar goed, NoA uit Brugge is hier graag gezien, dat is duidelijk. Krijgt nu al werk (en met dezelfde aannemers) voor de volgende bestuursperiode.

Schepen de Bethune komt NOOIT met een papier aandraven in de gemeenteraad.
Dat is heel handig om pertinente vragen en verantwoordingen te ontwijken, en je moet hem maar op zijn woord geloven.
Laat hij zijn kabinet nu toch eens een volledige lijst maken van alle werken, leveringen en diensten in verband met het nieuwe stadhuis. Inclusief de aankoopprijs van het bankgebouw, maar ook de leningslasten, de honoraria voor een en ander.
Notariskosten.

En per post 1) de geraamde prijs, 2) de inschrijvingsprijs (gunning) en 3) de definitieve afrekening.
Voor de loten ruwbouw en afwerking, elektriciteit, telefonie bijv. waren er grote overschrijdingen ten overstaan van de ramingen.

En iedereen heeft nu vergeten dat gewezen burgemeester de Bethune senior ooit in 1999 beweerde dat het KBC-gebouw zowat instapklaar was. Er zouden slecht uiterst minimale aanpassingen nodig zijn, vooal op het gelijkvloers. Na enig gepeins kwam men dan in 2001 aan 100 miljoen oude franken voor de renovatie en herinrichting. Het scheelde geen haar of we konden het bijna allemaal zelf doen.

Junior de Bethune heeft het nu over een verdubbeld bedrag.

Jaja! Jaja! ‘t Is goed gedaan. Kan iedereen. Oorspronkelijke prijs verdubbelen om iets goed te doen.
En ‘t is goed gedaan.
Eind goed alles goed. Dat zei het slachtoffer zelf van een tweede mislukte zelfmoordpoging ook al.

P.S.
In zijn eerste verkiezingsfolder zegt Jean de Béthune dat u gerust contact met hem kunt nemen. Het is wel zo dat de schepen zijn email niet leest. Misschien beter bellen. Of u gewoon laten overdonderen op zijn spreekuren in Marke. Doet deugd. Je kunt er helemaal weer even tegenaan. Al uw zorgen zijn vergeten.

De LEDWALL komt er nu toch aan !

Hier is al gemeld (6.11.05) dat er eigenlijk al vorige zomer een (verplaatsbaar) LED scherm moest staan op de Grote Markt.
Een Collegebesluit van 20 juni laatstleden heeft nu beslist welke firma’s hiervoor zullen worden aangeschreven. Tenminste – en enkel – voor de regie van de reclame die op het scherm mag komen. Roularta is daar zoals verwacht bij.De gemeenteraad wordt bij de beslissingen hieromtrent (en het gaat om de “content” van wat we te zien zullen krijgen) niet betrokken. Dit komt zo. Ieder jaar is de gemeenteraad zo goed om het College een “delegatie van bevoegdheden” te verlenen. Het College mag daarom op eigen houtje overheidsopdrachten (voor werken, leveringen, diensten) uitschrijven onder een bedrag van 150.000 euro (BTW exclusief).

Over de kosten van de ledwall zelf vind ik niets in de begroting. Ook nergens iets te vinden over de vraag wie die zal maken. (Behoort dit ook tot de opdrachten voor de firma Decaux?)

Stad wil het scherm gebruiken als een multimediaal communicatiemiddel voor stedelijke informatie en kalenderinformatie. Maar ook voor weergave van videokunst, een live of uitgestelde weergave van evenementen. En zelfs voor interactie met de bevolking ! Dat wil ondermeer zeggen: met frappante, veelzeggende maar korte citaten uit deze weblog.
De ledwall zal elke dag operationeel zijn van 6 uur ‘s morgens tot 11 uur ‘s avonds.

Er is ook een beperkt volume voorzien voor reclame. Maximum 20 procent per uur. Per uur zijn er vier reclameblokken mogelijk van telkens maximum drie minuten. Elke advertentie afzonderlijk duurt maximum 20 seconden en de adverteerder krijgt de garantie van één verschijning per halfuur.

Stad heeft zich al bekommerd om de inhoudelijke kant van de advertenties.
WTV kan tevreden zijn. Hergebruiken van bestaande televisiepspots is mogelijk. Maar zonder klank!
De advertentieruimte is voorbehouden voor bedrijven die hun diensten (ook) aanbieden binnen de stad Kortrijk en alhier een verkooppunt hebben.
(Diensten?? Dus: géén producten?)

Hoe staat het met de inkomsten?
Minimum 60 procent van de bruto-inkomsten komt toe aan de stad. Max. 40 procent voor de reclameregie.
Met de opbrengst hiervan hoopt de stad een bijkomend (nieuw) personeelslid aan te werven en te betalen voor de inhoudelijke invulling van de ledwall.

Een gemeenteraad die op zijn strepen staat zou nu bij hoogdringendheid (vandaag nog!) een motie kunnen indienen waarbij een meerderheid beslist om GEEN reclame te voeren op de ledwall van onze Stad.
Dit soort dingen brengt “Kortrijk op de kaart”.

Minderhedenbeleid: het grootste knelpunt (3)

Soms lijkt het alsof de integratiedienst (binnen de directie Burger en Welzijn) op zichzelf een knelpunt vormt. En welkeen !Neem nu het hoofdstuk over “zelforganisaties” in het Minderhedenbeleidsplan 2007-2009.
In de operationele doelstellingen voor de volgende jaren wordt ondermeer gevraagd om een Collegebeslissing bij het toekennen van toelagen aan zelforgansisaties.
Je zou toch wel gaan denken dat men bij de integratiedienst die Collegebesluiten leest?
Neem nu alleen even de CBS-notulen van de maand juni.
Daarin leest men dan bijv. dat er een toelage van 400 euro is toegekend aan de vzw Sindebad. En ook nog 400 euro aan de vzw St.Michiel. Dit alles gebaseerd op het reglement betreffende start- en projectoelagen goedgekeurd in de gemeenteraad van 8 november 2004.

En dit overtreft ook mijn bevattingsvermogen: het minderhedenbeleidplan vraagt om een artikel dat al in het reglement staat. Art. 6 luidt: “Elke aanvraag (tot betoelaging) wordt beslist door het College.” (Via een interne werkgroep.)

De integratiedienst wil in de toekomst ook nog dat er een lijst komt met criteria voor het bekomen van subsidies. En de ondersteunde activiteiten moeten interculturele ontmoetingen en samenwerking stimuleren.
Alweer kan men zich afvragen of de integratiedienst zijn eigen reglementen wel kent.
Al de voorgestelde operationele doelstellingen staan er allemaal al in!

Art. 5.6 somt de criteria op voor interculturele projecten. Er zijn er zes. En één daarvan zegt juist dat aanvragen worden beoordeeld in de mate waarin mensen uit andere culturen worden betrokken bij het project, in de mate waarop wordt samengewerkt met andere organisaties, in de mate waarop het initiatief een open samenleving nastreeft. Zelfs het beoogde publieksbereik is een criterium.

Art. 3 betreffende de starttoelage stelt uitdrukkelijk dat organisaties die deze toelage ontvangen er zich toe verbinden om activiteiten te ontwikkelen die gericht zijn op “ontmoeting”. Idem voor projecttoelagen.

Het eerste reglement betreffende toelagen voor zelforganisaties werd goedgekeurd in de gemeenteraad van april 2001. Alleen het Vaams Blok (Vancoillie, Zonnekein, Bouteca) was toen tegen. Er waren geen noemenswaardige tussenkomsten van de fracties.

Het nieuwe reglement (4 bladzijden) van november 2004 heeft een aantal onduidelijkheden weggewerkt.
Het voorstel werd uitgewerkt in bijeenkomsten van de jeugddienst, de sportdienst, de cultuurdienst EN het integratieplatform zelf.

In de gemeenteraad van 8 november 2004 is daar heelwat om te doen geweest. Een ellenlang en zeer hoogdravend debat. Met maatschappelijk-filosofische bespiegelingen van vooral Jan Kempinaire (VLD) en schepen Frans Destoop.
Stemden tegen: Bouteca, Depauw en Verschaete van het VB.
De VLD’ers onthielden zich, want liberalen hebben uit de aard der zaak (sowieso)iets principieels tegen “zelforganisaties”. Ook Lieve Vanhoutte (nu behorend tot de CD&V-fractie) heeft zich toen onthouden.

En nu vinden de opstellers van het minderhedenbeleidsplan dus dat daar weer moet aan geschaafd worden… Ik zou niet weten waarom.

Heel intrigerend is dat het minderhedenbeleidsplan in feite zijn eigen integratiedienst op de korrel neemt.
Men beklaagt er zich namelijk over dat stadsdiensten elk een eigen toelagesysteem hanteren en een eigen communicatiesysteem voeren. Dat zelforganisaties shoppen bij verschillende diensten. Dat er geen lijst bestaat van zelforganisaties. En geen lijst van beantwoorde aanvragen.

Je acht het niet voor mogelijk.
Hier zegt de integratiedienst van zichzelf dat die niet werkt. Beseft men dat wel?

Ik citeer nog even uit het reglement.
Art. 6: “Elke aanvraag (voor toelagen) gebeurt tav. het College van Burgemeester en Schepenen.” En met een speciaal formulier.
Nog art.6: “Elke aanvraag wordt beslist door het College op advies van een interne werkgroep.”
En wie zit daarin? Juist! Ook een medewerker van de stedelijke integratiedienst!

Heel dat minderhedenbeleidsplan laat eigenlijk weten dat de integratiedienst zelf geen grip heeft noch controle over het beleid terzake.
Werk aan de winkel voor de nieuwe integratieambtenaar.

Schepen Alain van Welzijn!
Vertel op de gemeenteraad van maandag aanstaande eens wat uw eigenste operationele doelstelling is.