Schijnhuwelijken (2)

De wet die schijnhuwelijken strafbaar maakt blijft voorlopig dode letter. Minister Onckelinx – die ook al een paar keer trouw heeft gezworen – was er ten andere altijd voorstander van om dit soort disputen uit het strafrecht te houden.
Tekenend hiervoor is dat Laurette onlangs en pas één jaar later kon antwoorden op een aantal schriftelijke vragen van kamerlid Claude Marinower rondom de problematiek van schijnhuwelijken. Daarbij zegt ze nog dat het College van Procureurs-generaal een werkgroep heeft opgericht die als taak heeft om de toepassing van de procedures en in het bijzonder de strafbaarstelling te onderzoeken. In het kader daarvan wordt er een evaluerend onderzoek overwogen van de beschikbare statistische informatie. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 51-156, 5-3-2007, pag. 30226.)

Voor de juristen onder ons. Emeritus raadsheer Armand Vandeplas schreef al in 1987 in het Rechtskundig Weekblad dat een schijnhuwelijk een inbreuk is op het gezinsrecht. ‘k Weet het nog goed. Wilsgebreken, geveins of gehuichel geven toch geen aanleiding tot strafvervolging ?
Ook akkoord? Waarom zijn er dan nog burgerlijke rechtbanken nodig?

Ruim een jaar nadat de wet van kracht werd heeft nog geen enkele Belgische rechter een veroordeling uitgesproken.
Dit liet CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri op 22 maart weten aan “De Morgen”.
Nahima is een expert in deze materie, maar vergist zich dan wel als zij op haar webstek meldt dat ook Kortrijk een gespecialiseerde “cel schijnhuwelijken” heeft. Niets van. Er is zelfs al wat kennis verloren gegaan.

Wellicht zal het volgens Lanjri wel zo zijn dat er nog geen vervolgingen zijn geweest, maar hoe zij tot die vaststelling over geheel België is gekomen blijft zeer raadselachtig. Als je maar in de media komt.

Nog onlangs vertelde minister Onkelinx in de Kamercommissie van Justitie (moet nog zoeken of Nahima daarbij was) dat er nauwelijks statistieken zijn over het aantal schijnhuwelijken en gerechtelijke onderzoeken. In Namen waren er 48 onderzoeken in 2006. In Brugge 6, in Mechelen, Gent, Ieper en Veurne geen enkel. Brussel weigerde zelfs cijfers te geven. En Kortrijk evenals Dendermonde, Oudenaarde, Tongeren en Turnhout deelden doodgemoedereerd mee dat er “nog geen veroordelingen zijn”.

Wist u dat er pas vanaf 1 juni 2006 een verplichte registratie is?
En wist u dat er pas tijdens het tweede semester van vorig jaar een preventiecode “55H Schijnhuwelijk” is opgenomen in de nationale lijst van codes die door correctionele parketten wordt gebruikt?
Tevoren registreerden parketten deze zaken zelfs helemaal niet, tenzij er mensenhandel was mee gemoeid.

Hoeveel huwelijksplannen zijn er hier ter stede al geweigerd door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand?
Voor dit jaar al 12 naar het schijnt. In 2006: 20. In 2005: 10. En in 2001 ging het nog om één geval. Bepaalde dossiers kregen wel een positief advies van de Procureur, en andere koppels annuleerden dan maar hun huwelijksplannen of trokken voor een nieuwe poging naar betere oorden. Hoeveel bruidsparen er al in beroep zijn gegaan en bij hoeveel zaken de rechtbank dan toch oordeelde dat het waarlijk om een duurzame relatie ging, weet ik niet. Er zou onlangs wel een zaak zijn “verloren”.

In de steden die wel een “cel schijnhuwelijken” kennen – Antwerpen en Gent – zijn al die cijfers publiek, en zelfs te vinden op internet.
Ongelooflijk. Met enig kommentaar. Aantal dossiers, toelatingen tot huwen, uitstel voor onderzoek ten gronde (kan lang duren), negatief advies van de procureur, weigeringen, stopzettingen van de procedure, onmogelijkheden om een interview af te nemen (soms wegens personeelstekort!). Met een opsomming van de betrokken nationaliteiten.

In Antwerpen loopt het de spuigaten uit.
In 2005 bijv. werden er door de cel 256 van de 555 huwelijksaanvragen in twijfel getrokken. Dat is ongeveer de helft. Zo’n 149 koppels werden geweigerd en 107 andere verdachte schijnhuwelijken startten een beroepsprocedure. Eén van de vijf ambtenaren aldaar krijgt wel veel klachten over zijn harde en strenge werkwijze bij de ondervragingen. Men verwijt hem ook te doen aan “ellebogenwerk”. Dat hij subjectief is. Niettegenstaande een aantal richtlijnen vervat in een ministeriële circulaire en een draaiboek schijnhuwelijken kiest hij zelf zijn vragen, en dat gaat er heel intiem aan toe. Over seks. Hoe, wanneer en waar. (Vraag dat nu maar eens aan een Marokkaans meisje met hoofddoek! Een Turkse knaap zal ook rond de pot draaien.)
Kandidaat-trouwers zouden in Antwerpen geen inzage krijgen van de notities bij het interview. Mogen zich ook niet laten begeleiden door een advokaat. (‘t Is geen verhoor.)

In Gent ging het in 2005 om 136 huwelijken. 82 toegestaan. 12 geannuleerd tijdens het onderzoek, 28 geweigerd en 14 gingen in beroep.
Let wel, zo’n cel registreert ook aangiften van schijnhuwelijken ! In Gent kwamen er vorig jaar 28 binnen en de helft daarvan werd geklasseerd. Hoe het zit met het meldpunt in Kortrijk, geen idee.

Het begrip schijnhuwelijk is eigenlijk pas opgedoken sinds de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het huwelijk. Een schijnhuwelijk heeft niet de intentie om een duurzame levensgemeenschap tot stand te brengen, maar is enkel gericht op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel.
Hoe herkent zo’n ambtenaar valse tortelduifjes?
Volgens de minister zijn er zeker tien indicatoren die gecombineerd een ernstige aanduiding vormen dat een schijnhuwelijk wordt beoogd.
Biivoorbeeld verstaan de partijen elkaar niet of moeilijk. Ze kennen misschien zelfs elkaars naam niet. Een van de aanstaande echtgenoten weet niet waar de ander werkt. Zij vertellen niet helemaal hetzelfde over de omstandigheden van de ontmoeting. Of volgens een Antwerpse ambtenaar: juist helemaal identiek hetzelfde! Alsof ze een lesje van buiten hebben geleerd. Grote leeftijdsverschillen zijn ook verdacht.
Laurette kan het weten.

In de vorige legislatuur met schepen Hilde Demedts van Bevolking leek zowat iedere vreemdeling verdacht. Prima facie.
Ambtenaren hebben een aanzienlijke appreciatiebevoegdheid bij het weigeren of uitstellen van een huwelijk. En ze zetten hierbij hun eigen verantwoordelijkheid op het spel. Burgerlijk, strafrechtelijk en administratief. WETEN ZIJ DAT WEL? Weten de advocaten van de tegenpartij dat?
Heeft Stad al een keer een soort schadevergoeding moeten betalen? Het is ooit eens gebeurd dat betrokkenen pas een jaar later werden ingelicht over het feit dat hun huwelijksaangifte negatief was geadviseerd. Hoe de zaak is afgelopen weet ik niet. Maar er is een stadsverzekeraar B.A (Ethias).

Het is ook altijd hetzelfde advocatenkantoor (huize Laga) dat Stad mag verdedigen. Zonder enige concurrentie en nochtans gaat het om een overheidsopdracht. De motivering is dat het kantoor de juiste expertise heeft. Ja, als men steeds dezelfde advocaat uitkiest kan die logischerwijze wel expertise opbouwen. Wat is dat nu?
Wat dat bureau in de voorbije jaren al heeft verdiend aan Stad – ook in andere zaken – dat heeft geen naam. Schrijf het alleszins maar met vijf cijfers. En het blijft maar duren.

——
Moet nu even getuige zijn bij een trouwplechtigheid. Stokoude en steenrijke kennis van mij trouwt met een jonge deerne. Dit valt absoluut niet onder de definitie van “schijnhuwelijk”, want zij doet het gewoon voor de erfenis. Iedereen in het stadhuis weet dat, maar de ambtenaar van Burgerlijke Stand alhier gebaart van piekens. Het gaat namelijk niet om het verkrijgen van een verblijfsvergunning, want zij kreeg al een kasteel van een villa. Nou ja, een optrekje maar zij weet het nog niet. Zal het feest nu niet gaan verstoren.