Resultaten koopstromenonderzoek voor Kortrijk

In het voorjaar 2006 heeft het WES een grootschalig bezoekersstromenonderzoek uitgevoerd bij 9.000 gezinnen in onze provincie. Hierbij werden in elke gemeente minstens 100 gezinnen bevraagd.
Een aantal resultaten met betrekking tot het koopstromenonderzoek zijn nu pas gepubliceerd in het laatste nummer 218 van “West-Vlaanderen werkt”.
Hoofddoel van de enquête was inzicht verkrijgen in het bezoek- en koopgedrag van gezinnen.
Men vroeg zich af hoe het zat met de bezoek- en bestedingsbinding: de mate waarin gezinnen hun (koop)activiteiten verrichten binnen de gemeentegrenzen.
Ook hoe het zat met de bezoek- en bestedingsattractie, dat is de mate waarin de gemeente ook bezocht wordt door inwoners van andere gemeenten.

Hierna zullen we ons voorlopig beperken tot de bevindingen met betrekking tot het koopgedrag van de West-Vlamingen met betrekking tot onze stad.

Eerst wat definities.

Koopbinding
Het percentage van inwoners dat bepaalde goederencategorieën het meest in de eigen gemeente aankoopt.

Koopvlucht
Het omgekeerde. Hoeveel inwoners (percentage) trekken naar andere gemeenten?

Koopattractie
De mate waarin inwoners van andere gemeenten het meest beroep doen op de (onze) gemeente.

Dagelijkse goederen (convenience goods)
Voor dagelijks gebruik en in hoge frequentie aangekocht. Een brood.

Periodieke goederen (shopping goods)
Men gaat hiervoor shoppen, kijkt en kiest en vergelijkt. Bijvoorbeeld: kleding.

Uitzonderlijke goederen (speciality goods)
Eerder zelden aangekocht. Hebben belangrijke invloed op het gezinsbudget. Voorbeelden: meubelen, tapijten, juwelen, audiovisuele artikelen.

KOOPBINDING VOOR DAGELIJKSE GOEDEREN
10 West-Vlaamse gemeenten hebben hiervoor een binding van minstens 90 procent. Koploper met niet minder dan 97,3 procent is Knokke-Heist. In Roeselare kopen net 90 procent hun dagelijks brood of fruit of vlees in eigen stad. Brugge scoort met 90,7 procent.
Kortrijk zweeft ergens tussen de 70 en 85 procent. (Juiste cijfer is opgevraagd.)

KOOPBINDING VOOR PERIODIEKE GOEDEREN
De grootste binding hier wordt vastgesteld in Brugge (89,7 %) en Roeselare (88 %). Kortrijk staat met 72,4 procent op de zevende plaats, gelijklopend met Waregem. In Roeselare kopen de eigen inwoners vooral artikelen in de categorie sport en spel en doe-het-zelf.

KOOPBINDING VOOR UITZONDERLIJKE GOEDEREN
Brugge met wooninrichting (80,1 %), Knokke-Heist met zijn juwelen (79,1 %) en Roeselare – op de derde plaats – (76,6 %) doen het weer goed.
Kortrijk: 66,6 procent en weer zevende plaats.

KOOPVLUCHT
Trek de koopbinding af van 100 procent.
Dat zou nu een keer interessant zijn om na te gaan.
Waar gaat de Kortrijkse bourgeoisie zijn inkopen doen?
En wij ons water halen?
Inbegrepen politiekers en de meest hoge, hoogste ambtenaren (A5).
We hebben hier toch veel studenten in hogescholen (marketing) die daar via een “thesis” bij Leiedal ingediend een prijs zouden kunnen bij winnen. Subsidies van Interreg. Zoveel werk is het nu ook weer niet. Beetje telefoneren. Steekproefje samenstellen via Gouden Gids. Case-studie! Even familie Vlerick bellen. Of Ivan Sabbe en dergelijke meer. Al die gasten zien Kortrijk graag hoor. Veel meer dan wij, dat is echt waar. Ze doen alles voor ons, terwijl je dat niet ziet.

Nu enkele feiten.

KOOPATTRACTIE VOOR SHOPPING
Brugge en Roeselare tellen elk 27 gemeenten die behoren tot hun invloedsfeer. Het zijn de grootste commerciële aantrekkingspolen in onze provincie.
Raar is dat inzake aantrekkingskracht Kortrijk geen zogenaamde “directe zone” kent. Dat wil zeggen: naburige gemeenten waarvan minstens 60 procent van de inwoners het meest beroep doen op onze stad voor de aankoop van shopping goederen. Maar respondenten gaven aan dat ze hun inkopen deden in Kuurne, stom – terwijl ze eigenlijk het Ring Shopping Kortrijk-Noord bedoelen.
Tot de “indirecte zone” van Kortrijk behoren de gemeenten Wevelgem, Kuurne, Harelbeke, Deerlijk, Zwevegem, Avelgem, Spiere-Helkijn. In deze gemeenten richten zich tussen de 20 en 40 procent voor shopping tot Kortrijk. Lendelede en Menen en Waregem bijvoorbeeld behoren al tot de “zwakke zone”. Aantrekkingskracht aldaar is minder dan 20 procent.

P.S.
* Nadere gegevens voor Kortrijk zijn opgevraagd bij het WES. De zgn. ‘gemeentelijke fiche’.
* Kent er iemand de uitslagen van marktonderzoeken gedaan door Foruminvest (NV-Sint-Janspoort)? De verschillen???
* En indertijd van Cora-Moeskroen? (Niemand hoort daar nog van. Heeft Stad Kortrijk nu al die aanslepende rechtszaken eindelijk eens stopgezet?)
* Zo nu en dan was ik ook telefonisch bevraagd. (Door de StadsMonitor.) Juffers aan de telefoon. Weten totaal niet waar ze het over hebben.
Staan perplex als je zegt geen antwoord te hebben (ja of neen, of misschien, of ik weet het niet) over hun meerkeuzevragen. Als je zegt dat de vraagstelling verkeerd is.
‘t Is niet eenvoudig.
Maar dat is politiek.