Nieuwe betrekkingen bij Stad Kortrijk in het verschiet

Na veel beraad bij de onderscheiden directies kwamen nieuwe personeelsbehoeften naar boven. (Cultuurdirectie is nu wel volzet.)

Ziehier het lijstje.
Waar heeft de bureaucratie nood aan?

* Aan een huisvestingscoördinator voor de Woonwinkel. Voor gezinsvriendelijk wonen.
* Aan een coördinator ‘economisch loket’. Voor ondernemend Kortrijk.
* Aan meerdere gebiedswerkers. Voor de gebiedswerking die voor dit jaar alleen al 694.080 euro aan middelen voorziet.
* Aan een ‘aanspreekpunt’ voor Europese zaken binnen de strategische cel.
* Aan een onderwijscoördinator.
* Aan een ICT’er die Kortrijk verder wil profileren als innovatieve en creatieve stad.
* Aan een extra boekhouder voor de uitbouw van een fiduciaire voor de autonome gemeentelijke bedrijven en stedelijke VZW’s.
* Aan iemand die iets doet voor de sociale economie.

Een hele waslijst waarbij primair de vraag opkomt of we dan al geen ambtenaren hebben die voornoemde taken reeds vervullen. Secundair valt op dat er geen sprake meer is van een adjunct-stadssecretaris. Vervulde Miek Vos (die ontslag nam) dan een overtollige, weinig nuttige functie? Tertiair – en dit is fundamenteel – blijft het maar de vraag hoe men tot een nieuw personeelsbehoefteplan komt terwijl er nog altijd niet de minste discussie is geweest over wat mogelijk de kerntaken zijn van ons stadsbestuur (en van het OCMW). Hebben we wel een woonwinkel nodig?

Voor de zoveelste maal herinneren we ons hier de vergeten Wet van Parkinson. In een bureaucratie – de vierde macht – schept het orgaan (de ambtenaar) de functie (het werkterrein), en zonodig omgekeerd.

Het College heeft onlangs in afwezigheid van de schepen van personeel een shortlist opgesteld van de prioritair op te vullen functies.

Op eerder korte termijn hebben we nood aan:
* een wooncoördinator;
* een onderwijscoördinator;
* een ‘aanspreekpunt’ voor Europese en grensoverschrijdende projecten.

Aan de overige personeelsbehoeften zal pas voldaan worden mits de loonkost volledig extern (subsidies) of door besparingen (volgend jaar 2 procent op de reguliere werking) kan gerecupereerd worden.

Hoe zal men die nieuwe betrekkingen (“wervingen”) financieren?
Er zou binnen de directies een oefening zijn gebeurd waarbij men tot de vaststelling kwam dat er voor 300.000 euro op jaarbasis kan worden vrijgemaakt. En dit bedrag komt ongeveer overeen met 4 à 6 voltijdse equivalenten. Vanwaar die besparingen komen is nog niet duidelijk. Wachten geblazen op de tweede begrotingswijziging voor dit jaar en/of de begroting van 2009.

Potentiële kandidaten! Sollicitanten! Opgelet !
Hou de website van Stad in de gaten, de rubriek “vacatures”.
Maar het is mogelijk dat bovengenoemde drie vacatures voor het brede publiek nooit zichtbaar zullen worden. (Hebt u bijvoorbeeld al iets vernomen over de aanwerving van een coördinator voor de Opvoedingswinkel? Schepen Lieven Lybeer regelt dat op eigen houtje. Notulen daarover zijn niet openbaar.)

Potentiële kandidaten kunnen het wagen om zich nu reeds in te schrijven op de sollicitantendatabank. Zie de website van Stad.
Men krijgt dan spontaan een tegenbericht als er een passende vacature vrijkomt. Probeer eens !

Maar maakt u een kans?
Onheilspellend is dat het schepencollege vindt dat bij het invullen van de nieuwe functies eerst de “interne arbeidsmarkt” moet geconsulteerd. Dat wil zeggen: de eigen bureaucratie.
________

ENKEL VOOR SOLLICITANTEN

Het vervullen van een betrekking kan via een aanwervingsprocedure (waarbij zowel ambtenaren als externen kunnen kandidateren), een bevorderingsprocedure, een procedure van interne personeelsmobiliteit (in dezelfde graad of in andere graad van dezelfde rang!), of een combinatie van dit alles.

Blijkbaar kiest het College voor deze toch belangrijke nieuwe ‘wervingen’ NIET voor een aanwervingsprocedure. Waarom niet?

In elk geval kan de gemeenteraad er zich een keer mee bemoeien. Zo kan de Raad (niet het College) vaststellen dat bepaalde betrekkingen alleen of bij voorrang vervuld worden door een bevordering, door interne mobiliteit, of alweer een combinatie van deze procedures.

Een bevordering is alleen mogelijk in een vacante betrekking van de personeelsformatie. Vraag is hier of de in het vooruitzicht gestelde nieuwe functies een wijziging van de personeelsformatie inhouden. Dan moet dit voor de gemeenteraad komen.
Bij een bevordering is het de Raad (niet het College) die de regels voor de bekendmaking van de vacature vaststelt en de indiening van de kandidaturen, met de minimale termijnen. De Raad kan ook bepalen dat een bevordering gepaard gaat met een proeftijd. Kandidaten voor een bevordering moeten slagen voor een selectieprocedure.
Ook bij interne personeelsmobiliteit is het de Raad die de procedure vastlegt.

Er bestaat nog zoiets als een mandaatstelsel, voor een bepaalde duur. Maar dit kan enkel voor functies in statutaire betrekkingen van niveau A of B.

Het College zal evenwel nagaan of bepaalde nieuwe functies niet kunnen vervuld door een opdrachthouderschap. Ook hier maken externen geen kans. Een opdrachthouderschap houdt in dat een personeelslid belast wordt met een in de tijd beperkte opdracht die zijn functie aanzienlijk VERZWAART, naar taakinhoud, verantwoordelijkhedenen en functievereisten.
Vandaar dat de Raad (niet het College) kan bepalen dat de opdrachthouder voor de duur van de opdracht een toelage krijgt. Het College voorziet hiervoor in 2009 evenwel nu al min of meer 50.000 euro…
Een opdrachthouderschap is voorbehouden voor de graden van niveau A, B en C en voor personeelsleden die de proeftijd beëindigd hebben.
Toekomstige opdrachthouders moeten goed staan met het hoofd van het personeel ! De secretaris.
Hij brengt namelijk persoonlijk de personeelsleden die daarvoor in aanmerking komen op de hoogte van de opdrachten en toetst zelfs meteen de ingediende kandidaturen.
Zal schepen van personeel Hilde Demedts er zich mee bemoeien?

EXTERNEN ! VERGEET MAAR DIE SOLLICITANTENDATABANK.