Ook schepen Marie-Claire Vandenbulcke mee naar Dakhla (1)

Dakhla! Of all places !…

Een paar weken geleden heeft het Kortrijkse College van Burgemeester en Schepenen (CBS) vernomen dat er bij “een overleg” tussen de Kuurnse en Lendeleedse burgemeester met nog de schepen van Wevelgem een idee is gegroeid. Het idee om met een delegatie van mandatarissen en ambtenaren uit ons arrondissement een studiereis van een vijftal dagen te ondernemen naar Dakhla.
Van 3 tot 9 november, intussen veranderd tot van 2 tot 8 november aanstaande.
Op dat College was schepen Lieven Lybeer tijdelijk voorzitter, want de burgemeester was verontschuldigd evenals de schepenen Alain Cnudde, Hilde Demedts, Jean de Bethune.

Loco poco loco schepen-voorzitter van het CBS is ook een reislustig iemand. En iedereen wil een keer aan de beurt komen, bij het uitdelen van snoepreisjes.
En zo is in het CBS met 5 aanwezigen beslist dat schepen Marie-Claire Vandenbulcke van bevolking en administratieve vereenvoudiging onze stad Kortrijk kan vertegenwoordigen op de studiereis. Stad neemt de kosten voor de vliegreis voor haar rekening. Bedrag niet vermeld. (Verblijf is betaald door de gastheer.) Op het budget 2008 is het krediet voor reizen van mandatarissen al lang uitgeput, dus verwijzen de notulen niet naar een of ander artikel uit de begroting en is er ook geen spoor van visum of advies van de dienst Financiën.

Naar mijn schatting gaat het om minder dan 500 euro, terwijl het daar absoluut niet om gaat.

Maar.
Weten de leden van de delegatie wel al een beetje waar Dakhla ligt? In Egypte?
En wie maakt er deel uit van die delegatie?
Kun je in Dakhla paella eten?
Welke gevaren zijn er verbonden bij een bezoek aan dat plaatsje?
Wat gaat men daar juist doen?
Zijn er aan deze uitstap politieke implicaties verbonden?
Waarom wil men uitgerekend naar Dakhla?
Is er al een programma?
Mag de pers mee?

Vragen !
Altijd maar vragen en vragen.

Vandaar hier weer een constructief voorstel.
Laat alle deelnemers gedurende minstens één volledige dag een infodag volgen over Dakhla, de streek, het land en de zeden aldaar en over zijn leiders. Met diapositieven. Wel te verstaan, van Mohamed Abdelaziz, president van de Saharaanse Republiek. Niet van de huidige bezetter van de streek, wali (vriend) Mohamed Salek Tamek.

Caramba ! Madre mia ! Que calor !

Over hoe men daar een uniek administratief loket organiseert met zeven stempels van evenveel of meer bedienden. Over bloemrijke Arabische taal. Spaanse en berberse luchtkastelen. Vluchtelingenkampen. Sloppenwijken. Heel Spaanse vloeken.
Indien niet, dan krijgen de naar schatting 27 op 30 leden van de delegatie die er nog nooit geweest zijn ter plekke een ware cultuurschok.
En de resem bestuurders van Dakhla zelf ook bij zo’n onverhoedse confrontatie met westerlingen uit Zuid-West-Vlaamse dorpen van het koude noorden. Die bleekscheten. Die nog altijd lopen op harde grond (beton) in plaats van op zand. Die niet eens water kunnen ruiken. Nergens hun weg vinden. Altijd met de wind willen meelopen. Bang zijn als het stikkedonker wordt. Naar bier stinken. Weten niet waar of hoe te kakken. Aspirines uitdelen. Bolpennen. Vuilwit ondergoed. Polaroidfoto’s tonen. Blauwe tulband omgorden. Dansje inzetten. Vlaams Liederen zingen. Nog nooit in Timbouktoe zijn geweest.
Sukkels zijn het. Weten nergens iets van.
Moge Allah ze assisteren.

Beslama.
(Wordt vervolgd. Met een alternatieve reisgids.)