Kortrijk “best bediende stad” in Brussel?

(Met een update over Borat.)

Uit “Het Laatste Nieuws” van 31 december 2009 vernemen we bij monde van raadslid-minister Van Quickenborne dat Kortrijk met zijn twee federale ministers nu toch wel “de best bediende stad” in Brussel is. Dat is dan zogezegd een schitterende zaak voor de afwikkeling van bepaalde lokale dossiers, zoals dat van de stationsomgeving. (Merk op: Brussel-Halle-Vilvoorde heeft nu niet minder dan vijf excellenties in de federale regering, dus dat belooft voor ginds nog wat.)
Ook Stefaan De Clerck laat, waar het maar kan, uitschijnen dat zijn ministerschap van belang is voor onze stad. “Hij zal alle grote dossiers federaal blijven opvolgen”.
Tja. Goed bestuur…
Dit soort uitspraken wijst weer eens op een politieke verloedering die in België van alle tijden is. Die men zelfs niet meer als dusdanig aanziet. Nederlandse ministers en zelfs parlementariërs bijvoorbeeld zult u nooit horen zeggen hoe zij vanuit hun functie menen hun stad of provincie voordelen te kunnen verschaffen.
Zij opteren voor het landelijk belang. Zij laten de dossiers intrinsiek voor zichzelf spreken. DAT IS POLITIEK.

Kijk maar wat er zal gebeuren in dit verkiezingsjaar.
Hoe onze lokale gemeenteraadsleden (nu 3 Vlaamse parlementariërs en 1 federale, 2 federale ministers) mekaar zullen vliegen afvangen. Hoe zij zullen dringen om in de pers te komen.

Het zit zo.
Parlementsleden worden constitutionieel verondersteld de Natie te vertegenwoordigen. Niet hun kiezers, niet hun provincie of streek, niet hun eigen gemeente. En voor ministers geldt a fortiori hetzelfde. Zij zijn bij uitstek de vertegenwoordigers van het algemeen belang. In de mate dat zij proberen Kortrijkse dossiers te bevoordelen hanteren zij geen objectieve criteria meer. Dit is nu toch duidelijk.

Ten tweede.
Ministers hebben elk hun eigen departement (FOD) met eigen bevoegdheden. Ze worden (deontologisch en politiek) niet geacht zich te bemoeien met de taken van andere ministers. Pogingen daartoe werken alleen maar wrevel en instabiliteit op, zeker in regeringen met vijf partijen. Het is een vorm van machtsoverschrijding. Leidt onherroepelijk tot koehandel.

Stefaan De Clerck is minister van Justitie. Hij kan dus op de ministerraad niet gaan vertellen wat de collega’s van Overheidsbedrijven of van Mobiliteit zouden kunnen gaan doen in stationsomgeving van Kortrijk. Een gevangenis bouwen op het Casinoplein, ja – dat zou nog kunnen. Of het oude justitiepaleis helemaal renoveren. Maar dit laatste zou dan meebrengen dat hij het dossier hierover uit de onderkast zou halen en hiermee een prioriteit stelt die misschien helemaal niet past in het kader van een justitiebeleid dat nu wel wat andere katten heeft te geselen.

Vincent Van Quickenborne is federaal minister van Ondernemen en Vereenvoudiging.
Dat zijn allebei materies die overheersend worden behartigd door de Vlaamse regering en het Vlaamse Parlement. In Vlaanderen, laat staan in Kortrijk, heeft hij daar nauwelijks iets over te vertellen. Als zijn maatregelen dan ergens impact hebben, dan strekken zij zich wel uit over de gehele Belgische bevolking. Punt.

Mist spuiten

En dan is er nog een bepaald soort mistspuiterij waar vroegere aanhangers van de Nieuwe Politieke Cultuur (nu: goed bestuur) waarlijk een grondige hekel aan hebben.
Zowel Quickie als Stef behoren tot politieke partijen die een grondige, verregaande staatshervorming willen. Meer en meer bevoegdheden voor de deelstaten. Dat wil zeggen: een uitholling van hun eigenste federale bevoegdheden inzake ondernemen (ekonomie), administratieve vereenvoudiging en zelfs justitie.
Quickie en Stef willen volgens hun partijprogramma zichzelf overbodig maken, en geven daarmee aan dat zij om daadwerkelijk invloed te hebben op Kortrijkse dossiers best zouden overstappen naar de Vlaamse regering of het Vlaams parlement. Die kiesprogramma’s van CD&V en VLD willen overigens het laatste greintje federaal stedenbeleid afschaffen.

Vergeet het niet.
Allebei onze Kortrijkse excellenties zijn confederalisten ! (Alhoewel, Q is hieromtrent weeral nogal wispelturig.)
Daar is op zichzelf niets mis mee, maar zij zijn het aan de (Kortrijkse) bevolking wel verplicht om hierover duidelijke taal te spreken.
Wat is een confederalist?
Dat is iemand die voorstander is van een confederatie. Ander woord: Statenbond. (NIET: Bondsstaat of Federale Staat.)
Een statenbond is een samenwerkingsverband waarbij onafhankelijke, soevereine (deel)staten bij verdrag regelen welke bevoegdheden zij nog samen wensen uit te oefenen. Voorbeelden: de distributie van water voor Vlaamse bedrijven vanuit de Maas, de inplanting van gevangenissen aan weerskanten van de grens.

Als onze Kortrijkse federale excellenties werkelijk iets willen doen aan Kortrijkse of regionale dossiers dienen zij aan ons uit te leggen dat zij daar pas volop kunnen voor gaan door zichzelf af te schaffen.
Wees maar gerust. Dit jaar zullen in het licht van de verkiezingen onze twee Kortrijkse ministers en raadsleden-parlementariërs (nu 3 Vlaamse en 1 federale) van mekaar vliegen afvangen. We zijn goed bediend.

Een P.S. over BORAT.
In bepaalde media vraagt men aan de Kortrijkse bevolking of het voor Stad een goede zaak is dat Stefaan De Clerck burgemeester af is.
Neen dus.
Zijn vervanger, de pepe-loco-burgemeester eerste schepen Lieven Lybeer (in het stadhuis bijgenaamd Borat) is niet bepaald wat men noemt een visionair. Als ‘denker’ denkt hij vooral aan zichzelf en munt hij uit in cliëntelisme en electoralisme. Als aanhanger van “sociale economie” verstaat Borat onder dit begrip gewoon platvloers stemmenwinnend dienstbetoon. (Borat is verre van een socialist. Hij is gewoon een bediende die het ver heeft gebracht.)

Als ‘ideoloog’ is hij een aanhanger van Cardijn en het tsjevisme. Verder ontbreekt hem de tijd voor een volwaardig burgemeesterschap van een centrumstad. Hij heeft 29 of 30 mandaten en is al te reislustig. Alhoewel de talenkennis miniem kan genoemd.
De Clerck zou best zijn stadskabinet omdopen tot een schaduwkabinet.
En: wilden de Kortrijkse burgers wel een ACW’er (een gildeman) als burgemeester?
Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen van 2006 gingen er in totaal 27.968 naamstemmen naar ACW-kandidaten. De “middenstanders” kregen er 30.455. Als we daar de toenmalige N-VA’ers (binnen de de CD&V-lijst) mogen bijtellen komen we aan 33.571 naamstemmen voor de burgerij.

Dit alles uitgerekend zonder de stemmen voor de VLD. Reken zelf maar uit hoe het hier zit met de vox populi over Borat.
Beste mensen, Kortrijkzanen, onthoud nu toch een keer wat men met u allemaal aanvangt.
Borat zet Kortrijk in onze naam op de (wereld)kaart.
Stefaan, denk daar maar eens goed over na ! Tot in 2011.