Maar wat is een bescheiden woning?
Vergeet de klassieke fiscale definitie waarbij men het heeft over woningen met een kadastraal inkomen van hoogstens 750 euro.
Het nieuwe decreet over grond- en pandenbeleid in Vlaanderen voert een nieuw begrip in dat niets heeft te maken met het K.I.
Zeer simpel gezegd is een bescheiden woning duurder dan een sociale woning, maar het is ook geen villa. Het is een woongelegenheid met een bescheiden verkoop- of verhuurprijs, haalbaar voor inkomens die te hoog liggen om te genieten van het sociale woonaanbod en te laag voor een betere luxe-woning. Met andere woorden: iets voor de meeste van onze lezers.
Volgens het decreet gaat het om woonhuizen met een volume minder of gelijk aan 550 m³ en een oppervlakte van hoogstens 500 m². De gemeenten kunnen evenwel in een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening de definitie van een bescheiden woonaanbod (kan ook een appartement zijn) verder concretiseren, verfijnen, zelfs strenger maken..
En dat is waar onze ambtenaren nu mee bezig zijn.
De opmaak van een sluitende definitie heeft nogal wat consequenties. Het is immers de bedoeling om op onbebouwde gronden van openbare besturen 25 procent voor te behouden voor het bescheiden aanbod. Voor gronden in handen van de private sector geldt een percentage van 20 procent bescheiden units (woningen of kavels).
Hoe definieert onze Kortrijkse directie stadsontwikkeling nu (voorlopig!) de “bescheiden woongelegenheid†?
Typologisch gaat het om woning met minimum drie slaapkamers, met een bewoonbare oppervlakte van maximum 120 m², een kavelgrote van max. 150 m² en een tuin van minimum 50 m². Er is ook een parkeerruimte voor een wagen.
Voor een appartement gaat het om minimum twee slaapkamers, met een bewoonbare oppervlakte van maximum 90 m² en een buitenruimte van minimum 5 m².
Meer concreet zegt men nog dat een bescheiden huis bij voorkeur niet meer dan twee gevels heeft. Dat er voldoende bergruimte is, bijvoorbeeld voor fietsen. En een voldoende grote inkomzone. Een apart toilet, een badkamer, een keuken voorzien van basistoestellen. Een adequate isolatie en ventilatie.
Het schepencollege hoopt om nog voor 1 september met alle mogelijke actoren (ook politieke partijen) een grootscheeps stedelijk woonoverleg op te starten over deze materie, en globaal ook over de uitvoering van het nieuwe decreet grond- en pandenbeleid.
Hierbij wil men niet uit het oog verliezen dat er nog altijd moet gestreefd worden naar 11 procent sociale woongelegenheden. Althans volgens het Woonregieboek van 2008. (Het “ijkpunt†voor Vlaanderen van 9 procent is bijna bereikt.)