De aantasting van houtconstructies (tot stoelen toe) door larven van houtkevers in de Sint-Rochuskerk is voor het eerst vastgesteld door Monumentenzorg in het jaar 2001 na Christus. Volgens deskundigen in de materie is het dan al te laat om de strijd definitief te winnen, op het moment dat men ergens uitvliegopeningen van doodskloppertjes of boormeel aantreft.
In oktober 2007 slaakte pastor John Dekimpe de zoveelste noodkreet (naar het stadsbestuur toe) en pas in dit jaar des Heren zal de firma Attic uit Roeselare overgaan tot de behandeling van de middenbeuk, de trap naar de toren en de toren zelf. Die zgn. fase 2 start op 16 november aanstaande en zal zowat vier maanden duren.
Welke bestrijdingsmethode zal Attic gebruiken? In hoeverre zullen de kerkdiensten en gevoelige materialen (hosties) daaronder lijden? Bij begassing moet de ruimte toch geëvacueerd? En bij blootstelling aan gas kunnen kerkgangers met leren of pelsen jassen een geur van rotte eieren verspreiden. De nieuwste hetelucht-methode lijkt me in de toren niet aangewezen, tenzij bij demontage. Rest de chemische bestrijding. (In de redactielokalen van KW gebruiken we petroleum.)
Laat ons het hier maar even houden bij de politieke kant van het probleem.
Er is al een eerste fase geweest in de strijd tegen de houtworm. In 2005 pakte men een stukje boven het koor aan. Kostprijs ongeveer 8.000 euro, – heeft de kerkfabriek betaald.
In april van dit jaar kon de kerkraad een ontwerpdossier (voor de tweede fase) van architect Ph.Pauwels goedkeuren. Als wijze van gunnen is gekozen voor de onderhandelingsprocedure. En aangezien de kerkfabriek Sint-Rochus beweert niet over de nodige eigen middelen te beschikken, vroeg men aan Stad om in te stemmen met het aangaan van een doorgeeflening ten bedrage van 90.000 euro. BTW, ereloon en veiligheidscoördinator inclusief.
Het stadsbudget voorzag hiervoor in april althans al méér dan genoeg middelen. Voor doorgeefleningen aan de kerkfabriek Sint-Rochus: 180.000 euro. Bij de tweede, pas goedgekeurde budgetwijziging evenwel herleid tot 90.000 euro. De helft van het initiële geraamde bedrag.
Ook genoeg, want eind augustus van dit jaar werden de werken onderhands gegund aan de bvba Attic voor slechts 63.262 euro. Zodat het College van Burgemeester en Schepenen prompt besloot om de financiering met doorgeeflening te beperken tot 75.000 euro.
Wat willen we nu eigenlijk vertellen? zal u zeggen.
Dat er in de procedure weer wat rare kronkelwegen zijn bewandeld, moeilijker te vinden dan de gaanderijen die larven van de houtkevers boren.
Dat knaagt.
Eind januari 2008 heeft het Vlaams Gewest onder strenge voorwaarden subsidies toegezegd. Waarschijnlijk ook met als voorwaarde dat er een openbare aanbesteding zou gebeuren, waarbij dan tegelijk niet-erkende aannemers zijn uitgesloten. En waarlijk, in het Staatsblad en het Bulletin van Aanbestedingen verscheen er een algemene offerteaanvraag. Publicatiedatum:13 maart 2008. De inschrijvingen zouden geopend worden op 23 april 2008.
Wat er toen juist is gebeurd weten we niet.
Waarschijnlijk lag het bedrag van de laagste inschrijver hoger dan wat Stad wou financieren.
En waarschijnlijk onder druk van schepen Jean De Bethune is toen gekozen voor een onderhandelingsprocedure (met wie?) zonder voorafgaande bekendmaking. Dus ook zonder subsidies van de hogere overheid.
De strijd tegen de bonte knaagkever, de huisboktor en de schimmelschade is met die tweede fase nog niet afgelopen. Ook de twee zijbeuken moeten nog worden behandeld. De kerkraad raamt de kosten hiervoor op 50 Ã 60.000 euro.
Hoe zal de kerkfabriek Sint-Rochus de doorgeeflening terug betalen? Wat zijn de kosten voor Stad van zo’n lening? Wat is de intrest? Wat is de looptijd?
Dat we het niet weten.