Kortrijk-centrum krijgt een “sociaal restaurant” ! De Eetkeet !

De Kortrijkse horeca-sector zal het graag horen, nu de leden ervan (en de pers) dit hier op deze elektronische krant KW voor het eerst vernemen.
Dat “sociaal restaurant” komt in “Het Hoekhuis” van de vzw “Habbekrats”, gelegen in de Oude Kasteelstraat 4. Eigenlijk is er daar op de eerste verdieping al een ‘lunchlounge”, maar nu wil men die ruimte openstellen voor iedereen, van jong tot oud, al dan niet bemiddeld.
“Habbekrats” is een soort jeugdcentrum voor beetje moeilijk doende tieners uit betere middens, te herkennen aan hun scheve petjes en een zeer specifiek taalgebruik. De vzw die daar achter schuilgaat krijgt in zijn categorie al jaren de hoogst denkbare subsidies: van Stad Kortrijk alleen al 140.000 euro. Per jaar bedoelen we. (Zelfs de Kortrijkse musea kunnen daar niet aan tippen.)

En nu heeft het schepencollege dus beslist dat Habbekrats in zijn hoekhuis een volwaardig restaurant mag uitbouwen, bedoeld voor een “mooie mix van potentiële klanten”, waarbij gewerkt wordt met een “sociaal gecorrigeerde tarificatie”. De naam is al gekend: “De Eetkeet”. De prijzen nog niet.

Voor de vele nabijgelegen eetgelegenheden (alleen al voor het frietkot aan de oude Leie) is dit natuurlijk een zeer marktverstorend gebeuren, een vorm van oneerlijke concurrentie.
Ten eerste zal De Eetkeet weinig of geen personeelskosten te dragen hebben. De tewerkstelling zal gebeuren met zwaar betoelaagde mensen uit de kansengroepen (minstens 4 voltijdse equivalenten) die nog door minstens één VTE passend worden omkaderd. Geen restaurant op de Grote Markt kan zich zoveel personeel veroorloven. Die personeelsleden zullen daarbij nog kunnen genieten van een opleidingsproject bij de vzw Mentor in samenwerking met centra voor volwasseneducatie en het sectorfonds Horeca Vorming.
Ten tweede.
Voorlopig zal Stad niet financieel bijspringen. Maar Stad zal wel een aanvraag tot erkenning en financiering indienen bij het Vlaams Subsidieagentschap Werk en Sociale Economie. (Is men hiermee al niet te laat? Aanvragen moesten toch binnen tegen maandag 26 april?) Men wil dus De Eetkeet laten erkennen als een initiatief in het kader van de Lokale Diensteneconomie. Als dit lukt, kan men bijvoorbeeld de loonkost voor het omkaderingspersoneelslid (iets van 12.700 euro) aangeven. Krijgt men subsidies per doelgroepwerknemer (iets van 8.500 euro) en wellicht nog een eenmalige subsidie. En nog van alles, vanuit wat men in het jargon van de sociale economie of de non-profitsector noemt: de klaverbladfinanciering. Ja. Vier mogelijke Egyptische vlees subsidiepotten. Nu geen tijd om daar dieper op in te gaan. Dat UNIZO het maar eens aan zijn leden uitlegt.

Marktfalen?

Is dit alles dus niet marktverstorend?
Maar neen.
In het kader van de lokale diensteneconomie behoort het project volgens Stad tot wat men aanziet als een dienst van algemeen economisch belang.
Zeg.
De Eetkeet beantwoordt aan een maatschappelijke nood !
Er is een publiek algemeen belang mee gemoeid, want inzake het beleidsdomein (hier dus: eetgelegenheden, niet enkel voor tieners) is er sprake van marktfalen. De markt (in Kortrijk dan) voorziet niet, of onvoldoende of op de onjuiste manier in resto’s voor “een mooie mix van potentiële klanten” (van jong tot oud, al dan niet bemiddeld).
Dus is er volgens de Europese Dienstenrichtlijn geen sprake van oneerlijke concurrentie. Zo denkt het schepencollege daar blijkbaar over, zonder enige motivatie. Zonder enige motivatie? Het probleem wordt zelfs niet gesignaleerd.

Zal Unizo-Kortrijk (durven) in het geweer komen tegen dit initiatief?
Durven in twijfel trekken dat er terzake eetketen geen duidelijk aantoonbare behoefte is die leeft in de Kortrijkse samenleving?
Voor de clochards en daklozen in de buurt wellicht wel. Maar dat is niet de doelgroep van “Habbekrats”. Absoluut niet.

P.S.
In het vlakbij gelegen “Textielhuis” (Rijselsestraat) exploiteert men ook een zgn. sociaal restaurant. Menu: 11 euro.
In de enkele maar weinige sociale resto’s elders in Vlaanderen gaat het meestal om 7 à 8 euro, indien men niet kan genieten van een of andere reductie van de prijs. In Kortrijk hebben we natuurlijk nog Poverello, met een onwaarschijnlijk lage prijssetting.

Kortrijk Personality Award voor Stefaan De Clerck

Gisteren is op een uitreikingsdiner in Hostellerie Klokhof (Marke) – 140 gasten – voor het eerst een “Kortrijk Personality Award” toegekend aan titelvoerend burgemeester en demissionair minister Stefaan De Clerck.
Tijdens de sfeervolle avond, die in goede banen werd geleid door Valerie Bauwens, werden de drie genomineerden via individuele filmpjes aan het publiek voorgesteld. De andere kanshebbers waren Jan Deleu (directeur van het AZ Groeninge) en het duo Luc Glorieux & Guido Vlieghe (Busworld).

Stefaan De Clerck kreeg de prijs: een raar beeldje van Mie Bogaerts, waarin men vaag de contouren van de Broeltorens herkent.
De keuze viel op Stefaan omdat hij “de vlag van innovatie, creativiteit en design in Kortrijk heeft geplant”.

Stefaan is toch niet echt meer van de jongsten in de klas? (De andere genomineerden ook niet.)
Waarom zeggen we dat nu?
Omdat JCI Kortrijk deel uitmaakt van een internationale organisatie van jonge leiders en ondernemers. En die wil groeikansen aanbieden aan jonge mensen. Jonge ondernemende voortrekkers aanzetten tot het creëren van positieve veranderingen.
Kan JCI voor de volgende uitreiking van de Kortrijkse Personality Award geen leeftijdsgrens opleggen?
Eén van de leuzen van Stad is toch: “Kortrijk Jongt!”

Hoe kranten een persbericht van een schepen kort kunnen samenvatten

0p 21 mei bezorgde schepen van stadsontwikkeling Wout Maddens (VLD) aan de lokale pers een wat lang uitgevallen communiqué dat we hierbij integraal weergeven. U kunt de inhoud ervan dan vergelijken met wat op 22 mei in onze regionale kranten is verschenen. (Als u die gazetten tenminste elektronisch bewaard, in plaats van ermee patatten te schillen.)

De grote kop in “Het Laatste Nieuws” luidde: “Inwoners vluchten weg”. De kop in “Het Nieuwsblad” klonk al wat gematigder: “Bevolking groeit in Kortrijk enkel dankzij niet-Belgen
De essentie van de boodschap van de schepen komt me dunkt in beide krantenartikels niet helemaal goed over. Vindt onze redactie toch.
Wout ! Een volgende keer bij een half A4-tje blijven in uw contacten met de pers. Dan kan men uw tekst gewoon letterlijk overnemen. Dat is het gemakkelijkste.

Anderzijds neemt de helpdesk van kortrijkwatcher zich voor om eens het juiste aantal Kortrijkzanen en “vreemdelingen” hier te tellen.

De lasten van een centrumstad zijn (nog) niet te berekenen

Zo nu en dan beklagen burgemeesters er zich over dat hun centrumstad allerlei lasten heeft te dragen waarvan buurgemeenten dan kunnen profiteren, zonder dat de bewoners aldaar bijdragen in de werkings- en vooral de investeringskosten van die functies. Kortrijkse bewindslieden hebben het dan over sportinfrastruur (zwembaden!), bibliotheek, schouwburg, musea, OCMW en welzijnsdiensten, of fuifzalen soms. De klagende burgemeesters doen dat gewoon om nog meer subsidies binnen te rijven van bijv. het Gemeentefonds of het Stadsvernieuwingsfonds. Die klachten van lokale bestuurders blijven evenwel altijd heel sporadisch, occasioneel, en zijn nooit cijfermatig onderbouwd. Nu weten we waarom.

Er is zopas een studie verschenen van de “Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen” met als titel “Centrumfuncties in de stadsregio“. Van meerdere auteurs (waaronder Kortrijkzaan prof. Filip De Rynck) uit diverse hogescholen of universiteiten. Het rapport is een “proeve van empirisch onderzoek” over de gevolgen van mogelijke centrumfuncties in de stadsregio’s Kortrijk en Turnhout.

Het algemeen besluit is ” ronduit ontnuchterend“.
Klagende burgemeesters kletsen uit hun nek. Hun “probleemaanvoelen” over de lasten van een centrumstad is zwak, uiteenlopend, en de ambities en motieven van hun klachten zijn verschillend. Maar het ergste van al is dat uit de studie blijkt dat het bij de onderzochte lokale besturen heel erg is gesteld met datamanagement.
Veelal ontbreken de meeste elementaire gegevens om een antwoord te krijgen op volgende eenvoudige vragen inzake mogelijke centrumfuncties:
1. Hoeveel externe gebruikers telt de functie?
2. Wat is het geografisch bereik?
3. Welke instrumenten gebruikt men om de kosten te delen?
4. Wat is de netto-last?

Een centrumfunctie is een publieke dienst met een breder bereik dan de grenzen van de gemeente.
De studie wou een zicht krijgen op de grootte van de centrumfuncties, als op de verdeling van de lasten en LUSTEN. De beleidsdomeinen vrije tijd, welzijn en veiligheid dienden als scope van het onderzoek. Bij “vrije tijd” waren de subdomeinen: cultuur, jeugd, sport. “Veiligheid” had betrekking op politie en brandweer. “Welzijn” sloeg op het OCMW-aanbod en andere welig tierende welzijnsoorden.

In onze Kortrijkse regio (7 buurgemeenten tot en met Spiere-Helkijn en Menen) verliep de dataverwerking redelijk vlot, maar was de beschikbaarheid en de kwaliteit van de broodnodige gegevens soms ronduit verrassend ontoereikend. Het sterkst was Zwevegem. Zwak waren Wevelgem en Spiere-Helkijn. De algemene score van Kortrijk wordt niet vermeld.

Laat het ons hier even houden bij het subdomein “cultuur”.
Voor de musea waren geen data beschikbaar over de herkomst van de bezoekers. Idem voor wat betreft de losse ticketverkoop voor culturele voorstellingen. Ook konden geen data worden verkregen over het gebruik van de uitgebreide cultuurinfrastructuur.

De studie is een momentopname.
Helaas vinden we nergens op welk moment of jaar de dataverwerving slaat. De vergaring van de gegevens gebeurde eind juli-begin augustus 2009. Misschien houden allerhande Kortrijkse instellingen sinds de confrontatie met dat onderzoek wel wat beter de statistieken bij.

In Kortrijk werden 19 functie geïnventariseerd.
Ongeveer 5 % van die functies kent een extern gebruikersaantal tussen 61-80 %.
Bij gelegenheid zal kortrijkwatcher nog wat in het oog springende uitslagen van het rapport onder uw aandacht brengen.

Onze vrienden, de nomaden (2)

Enquêtes kunnen toch raar zijn, zowel inzake de vragen als de antwoorden. En de toelichting.
Het onderzoek naar de impact van het doortrekkersterrein op de omwonenden van Heule-Watermolen kreeg 118 ingevulde vragenlijsten op 1.302.
Zie nu eens deze vragen.

12. Wat is uw mening (NU) ten opzichte van het terrein?
– Ik sta positief: 16,9 %
– Ik heb gemengde gevoelens, ben wat bezorgd: 46,6 %
– Ik sta negatief: 28,8 %
– Ik heb er geen mening over: 7,6 %

De respondenten “met gemengde gevoelens” moesten over naar vraag 13: “Met welke stellingen gaat u akkoord?” (Meerdere antwoorden waren mogelijk.)
– Woonwagenbewoners hebben ook het recht op een woonplaats: 61,8 %
– Door het doortrekkersterrein kan efficiënter opgetreden door de politie: 52,7 %
– De overlast op andere plaatsen in de stad wordt erdoor beperkt: 50,9 %
– Ik heb het gevoel dat er meer controle mogelijk is door de wettelijke regeling van het terrein: 38,2 %
– Ik heb schrik dat mijn kinderen in contact komen met rondhangende woonwagenbewoners: 16,4 %
– Nu hebben de bewoners eindelijk de voorzieningen waar ze recht op hebben: 29,1 %
– Er is meer lawaai in de omgeving: 5,5 %
– Ik voel mezelf minder veilig: 40 %

De absolute voorstanders van het terrein moesten spoorslags naar vraag 14 met ongeveer dezelfde stellingen als in vraag 13.
90 procent van die respondenten zijn principieel van mening dat zigeuners recht hebben op een woonplaats, zonder steeds verjaagd te worden. 75 procent vinden dat de overlast elders erdoor wordt beperkt.
In toelichting van het rapport staat dat 16,9 procent van de voorstanders als argument aangeven dat woonwagenbewoners dezelfde woonrechten hebben als mensen die in een vast huis wonen.

De negatievelingen kregen vraag 15 voorgeschoteld: “waarom bent u tegen?”
– Ik voel me minder veilig: 76,5 %
– Ik heb het niet voor woonwagenbewoners: 50 %
– Ik vind het niet nodig dat er een terrein is:50 %
– Er is slecht beheer van het terrein door de stad: 47,1 %
– Er is meer lawaai in de omgeving: 17,6 %
– Ik ben zelf slachtoffer van kleine criminaliteit door de bewoners van het terrein: 5,9 %
– Andere…: 41,2 % (Geen van die antwoorden in het rapport.)
De toelichting van het rapport geeft aan dat 28,8 procent van de tegenstanders als voornaamste reden een gevoel van onveiligheid aangeven. En dat 1 procent het slachtoffer was van kleine criminaliteit.

De respondenten zonder mening werden gevraagd om naar vraag 16 over te gaan.
En daar moesten ze over bepaalde uitlatingen toch een mening geven, waarmee zij helemaal akkoord (of niet) konden gaan, of waarover ze weeral geen mening hadden.
Voorbeeld. “Er is nu meer dynamiek in de buurt (muziek, feest)”. Geen mening: 24,6 procent. Niet of helemaal niet akkoord: 70,4 procent. Helemaal akkoord: 3,4 procent.
En 11 procent van de mensen zonder mening durven hun kinderen niet meer alleen op straat laten. Maar 28,8 procent hebben daar geen mening over. Terwijl 31,3 procent “zonder mening” zich meer op hun gemak weten nu er controle plaatsvindt.

Criminaliteit?

Men was daarvoor nogal bevreesd. Wat zegt het rapport?
“Oorspronkelijk werd voorzien om ook de politionele gegevens in een statistische tabel op te nemen. Na contacten met de politie bleek dit niet nodig te zijn. Ze zijn in de eerste zes maanden met drie kleine feiten geconfronteerd die een directe link hadden met het terrein, waarvan er slechts één PV is opgemaakt. De politie heeft ook amper klachten of meldingen van burgers ontvangen. Dit met uitzondering van twee meldingen voor nachtlawaai en eentje voor het lozen van afval op de omliggende erven.”
P.S.
In het nabije Ring Shopping Center is de bewaking met twee personen versterkt.

Onze vrienden, de nomaden (1)

Het doortrekkerterrein voor woonwagenbewoners op Heule-Watermolen (het enige in West-Vlaanderen) is ongeveer zes maanden operationeel. Bij die gelegenheid heeft Stad door een studente criminologie (Lotte Meersman) een onderzoek laten uitvoeren naar de impact van zigeunerpark op de omgeving. De komst van dat terrein op die plaats heeft indertijd nogal wat commotie teweeggebracht. Een heuse protestgroep liet het zelfs (met veel onkosten) laten komen tot een zaak bij de Raad van State. Uit het tussentijds rapport dat nu voorligt blijk duidelijk dat de gemoederen bedaard zijn.

Volgens “Het Laatste Nieuws” is nu nog slechts drie op tien van de ondervraagden gekant tegen het doortrekkersterrein. “Het Nieuwsblad” houdt het bij een kwart. Hierna wat meer accurate gegevens.
Vóór de opening van het terrein waren er 34,8 procent van de ondervraagden absoluut gekant tegen de komst van het terrein (5,2 waren toen pro), en 20 procent eerder tegen. NU staan er nog 28,8 procent negatief tegenover, en blijven er toch nog 46,6 procent met gemengde gevoelens tegenaan kijken. Zelfs 20 procent vindt dat terrein nergens voor nodig, en nog altijd voelen 40 procent er zich minder veilig door. “Voelen”. (Tot op heden was er nauwelijks iets van gerelateerde criminaliteit te bespeuren.) Uiteindelijk staan er NU 16,9 procent van de respondenten volkomen positief tegenover het terrein. Maar het overgrote deel is eigenlijk noch voor-, noch tegenstander. En 7,6 procent heeft er geen mening over.

Non-respons

Maar vooraleer verder te gaan over het rapport, iets over de gevoerde enquête zelf.
1.302 omwonenden kregen de gelegenheid om de vragenlijst in te vullen. Slechts 118 hebben dit gedaan. Er is dus een non-respons van bijna 90 procent ! Wekenlang konden belanghebbenden hierop repliceren. Is dat niet merkwaardig? Voor een thema dat zo de gemoederen heeft beroerd? (Vergelijk met de recente bevraging over de Kortrijkse website: een respons van 33 procent.) De uitleg die de onderzoeker geeft klinkt merkwaardig: “Hoogstwaarschijnlijk te verklaren door het feit dat het onderwerp niet iedereen interesseert.”
Zijn de omliggende bewoners het onderwerp misschien een beetje beu? Moedeloos geworden? Het zigeunerkamp ligt er nu toch. Dacht men dat de anonimiteit niet gewaarborgd zou zijn? (Het rapport rept daar niet over. Men kon ook online antwoorden.) Of moeten we de reden van de non-respons niet gewoon zoeken bij het feit dat op Heule-Watermolen nogal wat bejaarden wonen? Opvallend: hoeveel respondenten nergens een mening over hebben. Oudjes???

Unieke bezoekers

Volgens “Het Laatste Nieuws” ontving men 192 zigeuners gedurende de periode oktober-maart. “Naast Fransen, ging het vooral om Nederlanders, Noren, Belgen en Slovaken”. De juiste volgorde volgens de identiteit van het gezinshoofd is en volgens kortrijkwatcher : Fransen (30), Belgen (15), Noren (5), Nederlanders (3) Slovaken (1!). Het totale aantal unieke woonwagenbewoners bedroeg 192, verdeeld over 54 gezinnen (35 van het type ROM, 19 “voyageurs”). Men telde 79 kinderen, waarvan 34 met onbekende leeftijd.
192 unieke bezoekers? Wat betekent dat? Als we (kortrijkwatcher) in het rapport het aantal doortrekkers per maand optellen, komen we uit op 292.
De topmaand was december 2009 met 66 doortrekkers en 24 woonwagens.

(Wordt vervolgd.)

Bron
Schepen van Welzijn Filip Santy. Bedankt !

De gemeenteraad blameert zichzelf

HOE DIE RAADSLEDEN LEVEN

Zichzelf blameren betekent: zich te schande brengen, zichzelf belachelijk maken. In kwade roep brengen.
Bepaalde mandatarissen (en/of ambtenaren?) zijn in april (?) “eerder informeel” overeengekomen om enkel en alleen nog de documenten met betrekking tot de OCMW-jaarrekening toe te sturen aan de fractieleiders.
Kan men het nog gekker maken? Is men nu helemaal besodemieterd?

Die jaarrekening 2009 (balans: 118,9 miljoen, kosten: bijna 50 miljoen) en het jaarverslag OCMW stonden als punt op de agenda van de gemeenteraad van 10 mei laatstleden. Geen raadslid dat heeft geprotesteerd over het ontbreken van de stukken. Naar mening van kortrijkwatcher is het ze niet eens opgevallen dat er een en ander ontbrak in hun archief bij agendapunt 49.
Er is ook niemand – maar dan ook niemand – die hierbij het woord heeft genomen. (Vandaar dat u daarover ook niets leest in de pers.) De bespreking van een jaarrekening is nochtans het uitgelezen moment om de werking van een organisatie of instelling te evalueren. Ja.

Het feit dat raadsleden ten huize documenten worden onthouden, is al erg op zichzelf.
Maar veel erger is dat het er in de praktijk eigenlijk niets toe doet. Men leest die papieren toch niet, zeker als het om een paar dikke boeken gaat.
Uit plaatsvervangende schaamte (en omdat hij bijna zeker is van het antwoord) heeft onze onderzoeksjournalist Dieppe Throot niet systematisch nagegaan of – binnen de fracties dan – de voorzitters ervan even de OCMW-jaarrekening aan hun raadsleden hebben voorgelegd ter bespreking.

Hier is in het verleden al meermaals ter sprake gekomen hoe de macht van de gemeenteraad (“het hart van de democratie”) wordt uitgehold. Daarbij wezen we meestal op externe factoren: de belangrijkste beleidsdaden worden elders genomen. In intercommunales, autonome gemeentebedrijven, gemeentelijke vzw’s, de Conferentie van Burgemeesters, bijvoorbeeld.

Lang zullen we leven

Stilaan – en méér en méér – bekruipt ons een akelig gevoel.
Het gros van de raadsleden is met alles bezig, uitgenomen met de gemeentepolitiek. “We moeten toch nog leven,” zeggen ze dan, terwijl ze niets anders doen dan “leven”.
Per maand krijgen de raadsleden als presentiegelden zowat 360 euro. Een individuele bevraging met leugendetector erbij (!) zou kunnen duidelijkheid verschaffen. Het KW-buikgevoel en de participerende observatie van kortrijkwatcher zeggen dat er hier zéér weinig raadsleden zijn die bijvoorbeeld aan de voorbereiding van een gemeenteraad (thuis) drie gehele uren besteden. Indien zij dat wel doen, hebben ze 120 euro per uur (bruto) verdiend. De uren van de gemeenteraad tellen we natuurlijk niet mee, want de meesten doen daar toch maar ander persoonlijk werk, of zitten te slapen of te grappen, of te mailen en surfen.

Om zichzelf te troosten (ieder mens heeft nood aan zelfrespect) en om in de pers te komen, agenderen enkele raadsleden dan in de gauwte maar een schriftelijke vraag.

Er is nog leven naast de politiek. Ja.
De desinteresse (gebrek aan stielkennis, luiheid) van raadsleden uit zich nog in het feit dat de fracties (uitgezonderd de Progressieve Fractie) er niet in slagen om aan taakverdeling te doen. Portefeuilleverdeling zou maken dat er nog leven mogelijk is naast de politiek.

P.S.
Nog een groot affront dat raadsleden zich hierbij laten welgevallen.
OCMW-voorzitter Franceska Verhenne beloofde dat alle raadsleden ten laatste ergens in de eerste week van mei een beknopte versie van de jaarrekening zouden krijgen via het personeelsblad van het OCMW. Dat is nog niet gebeurd. Maar ook dit zal raadsleden zijn ontgaan.

Een lichtvoetige bevraging van handelaars uit het centrum

De vzw HorecaSol ijvert voor “een charmant Kortrijk” en wil daarvoor optreden als een soort tussenpersoon voor handelaars (horeca) en (centrum)bewoners met het stadsbestuur. Oprichters van de vereniging zijn Lode Bogaerts, Christine Nuyttens en Guillaume Coigné.

In maart heeft de vzw een bevraging gedaan naar het welzijn van kleine handelszaken uit het handelsdistrict rondom het winkelcentrum “K in Kortrijk”. (Aantal respondenten helaas niet opgegeven.)

Een leuk onderdeel van de enquête is een “actualiteitstest”.
Men legde de geïnterviewden een naam of een term voor waarop ze dan adequaat moesten reageren. “Waaraan denkt u bij..?”
Bij de item “waarnemend burgemeester” weet blijkbaar 80 procent van de ondervraagde handelaars wie dat dan wel zou kunnen zijn. Vier procent heeft half en half een juist antwoord, en 16 procent ging volledig in de fout.
24 procent heeft nog nooit gehoord van de centrummanager Maarten Decramer. (Overigens kreeg 88 procent nog nooit bezoek van iemand van het handelsdistrict, het BID).
Arne Quinze is gekend door 48 procent. En letterlijk niemand heeft ooit gehoord van de moskee Attakwa.

In het meer serieuze onderdeel van de bevraging vallen enkele zaken op.
– 52 procent gaat helemaal niet akkoord met de BID-belasting.
– 64 procent is geen voorstander van nocturnes (winkels tot 21 uur open op een donderdag). Anderzijds zegt 60 procent dat zij daar enthousiast hebben aan meegewerkt.
– 4 procent wil weg van K en 8 procent is dat min of meer van plan. Anderzijds vindt 68 procent de inplanting van K een goede zaak en denkt 52 procent dat men de concurrentie zeker aan kan.

Voor het volledige rapport van de bevraging, lees www.bloggen.be/horecasol.

Wat vinden Kortrijkzanen van onze stedelijke website ?

Vanmorgen heeft Leiedal middels een persconferentie uit de doeken gedaan wat de ingezetenen van Kortrijk, maar ook van Harelbeke, Waregem, Zwevegem en Wevelgem denken van de digitale dienstverlening van hun gemeente.
Op de vraag of onze redactie daar ook mocht op aanwezig zijn werd nogal afwijzend gereageerd. Ja, het mocht misschien wel, ja, maar Kortrijkwatcher moest wel begrijpen dat hij niet voor zijn beurt mocht vragen stellen. De persjongens eerst! We zijn dus beleefdheidshalve niet geweest. In deze digitale wereld bestaat er voor openbare besturen gewoon niet iets als burgerjournalistiek.

Niettemin geven we alhier alreeds enkele resultaten voor wat Kortrijk betreft.
De steekproefgrootte voor Kortrijk bedroeg 1.603 aangeschrevenen, en daarvan beantwoordden er 534 inwoners de vragenlijst. Ongeveer 61 procent van de respondenten bezit een computer. De 60-plussers en laaggeschoolden maken er weinig gebruik van. Maar in het algemeen scoort Kortrijk goed in het gebruik van het internet.
Inzake dienstverlening vraagt alreeds één vierde van de respondenten online formulieren of attesten op. Burgers (ca.72 procent) zoeken evenwel in de eerste plaats stadsinfo op in de Stadskrant. Daarna (60 procent) op de website. Voor het opstrijken van premies en subsidies gaat men liefst naar het stadhuis zelf.

Waarom maken de Kortrijkzanen die hebben geantwoord soms geen gebruik van het internet (de website) bij hun contacten met Stad?
Niet minder dan 24 procent erkent dat ze er niet kunnen mee werken. 28 procent vindt er de weg niet op. Bijna de helft heeft liever persoonlijk contact. En 36 procent vindt dat er niet onmiddellijk antwoorden komen.
Vier procent kent www.kortrijk.be niet. En 38 procent weet niets af van de OCMW-website. 60 procent weet niets af van de online meldingskaart.

Bijna iedereen van de respondenten is redelijk tevreden over de website. De aantrekkelijkheid krijgt een score van 3,03 op 4. De aansluiting van de informatie bij de noden en interesses: 2,99. De gemakkelijkheid om info op te zoeken: 2,82. Zorg voor de actualiteit: 2,95.

(Probleem is hier wel dat men mag veronderstellen dat weinig respondenten surfen naar andere stedelijke websites en dus niet kunnen vergelijken. Het is hier al meerdere malen gezegd: onze websites zinken in het niet als men die vergelijkt met de sites van Nederlandse gemeenten.)

Anderzijds vindt 69 procent dat de digitale dienstverdeling moet verder uitgebouwd. 67 procent wil de uitbouw van een portaalsite. 56 procent pleit voor de integratie van de elektronische identiteitskaart.

Spijtig dat we de resultaten niet kunnen aftoetsen met die van Indigov. Deze “e-GOV-monitor” van 2009 kost 290 euro, zonder BTW. Dat kan onze financiële directeur niet opbrengen. En Stad wil ons dat rapport niet ter inzage geven…

Kortrijkse tokkelende ICT-raadsleden en de bende van vier

Slechts één lid van het gremium van journalisten heeft zelf een laptop bij, op de acht voorbehouden plaatsen OP DE PUBLIEKE TRIBUNE van de raadszaal.

Gingen de drie verslaggevers op de acht voorbehouden plaatsen het nu maar eens allemaal zien zitten.
De laptop van hun bedrijf meesleuren. Dan zouden zij wellicht – zonder gebruik te maken van dode bomen – wat meer accurate en vlottere notities kunnen nemen en vooral naargelang er zich belangrijk ‘breaking news’ nog vóór de deadline van hun krant voordoet, een volkomen persklaar bericht versturen. Of, als ze dat willen of kunnen: datgene vertellen wat de moeite waard is voor Kortrijkzanen. En dat is absoluut niet die potuil (oehoe Merlijn) aan Sint-Janskerk of elders, over een halve pagina breed uitgesmeerd. Er zijn prioriteiten over wat Kortrijkzanen willen weten, terwijl het niet is gegeven om daarover drie en een halve omlaaggewaaide persjongens zonder bagage te laten beslissen. Mag hier een keer gezegd worden; na rijp beraad op de voltallige redactie én directie van deze KW-krant.
(Dat is een vraag.)

De ergste tokkelgevallen (over alle zittingen heen) zijn ongetwijfeld Patrick Jolie (CD&V, uit Heule) en minister Vincent Van Quickenborne uit niemand weet waar. Het komt voor dat al die door ons verkozen gasten tijdens heel de vergadering nauwelijks opkijken.
In wat minder erge mate hebben we nog de verstrooide CD&V’er en federaal volksvertegendigiger Roel Deseyn (die daarenboven steeds met allerhande papieren bezig is, maar dat handig camoufleert) en VLD’er voormalig schepen Marie-Claire Vandenbulcke (die eigenlijk liever wat zou babbelen).
In het lijstje van de kranten staan verder specifiek vermeld: Koen Byttebier (VLD), Martine Vandenbussche (CD&V), Bert Herrewijn en Roger Lesaffre (SP.a), Isa Verschaete (VB), Bart Caron (Groen). Men vergat Petra Demeyere (Sp.a).

Hierbij passen enkele kanttekeningen.
Met hun laptop (gekregen van Stad) en met een wachtwoord kunnen raadsleden een zgn. e-decision portaalsite raadplegen waarop allerhande gemeentelijke dossiers staan te lezen. Wij mogen die niet zien. MAAR ZE KIJKEN DAAR NIET NAAR.

Raadsleden hebben prerogatieven!
In HLN laat raadslid Bert Herrewijn (SP.a) uitschijnen dat raadsleden daarvoor juist, staande de zitting, in de weer zijn met hun laptop. Awel, ja. Laat ons zeggen dat dit misschien geldt voor Bert zelf en nog een collega uit zijn partij, plus 1 van het VB. Voor de overigen: niet. Wie via dat intranet alleen maar de dossiers of agendapunten zit lezen, moet toch niet gedurig aan het typen slaan? Het is gewoon zo: die laptop dient om e-mails en andere websites te bekijken, of zelfs om een spelletje te spelen. Een keer om nog vlug even kortrijkwatcher te lezen.
En Q twittert dat het op een lust begint te lijken. (Dat is het: een lustbevrediging.)

Als we nu eens deze affaire wat breder konden bekijken.
Het overgrote deel van de raadsleden heeft die laptop nooit bij. In veel gevallen betekent het gewoon dat zij niet kunnen werken met die tool en met “e-decision”. (Een klein deel van de Raad heeft de opleiding gevolgd.) Het betekent zeker niet dat zij daarom aandachtiger het verloop van de vergadering volgen. Minsten 10 raadsleden zitten zich gewoon stierlijk te vervelen, smachten naar het einde van de vergadering. Zonder laptop.
Minister Stefaan De Clerck heeft nooit een laptop bij. Dat zegt dus niets. Hij is wel vaak druk aan het bellen, of houdt zich onledig met zijn Brusselse dossiers. Loopt zo nu en dan weg. Idem voor Vlaams volksvertegenwoordiger Carl Decaluwé (CD&V). Die loopt te vroeg weg of komt te laat. En zit daar dan op zijn bank papieren te verscheuren.
Dit staat niet in de dagbladpers, en daarom is de pers niet accuraat.
Ja, kiezer, uw informatie trekt nergens op. Goed onthouden. Stel u voor dat onze lokale pers bij de volgende verkiezingen een evaluatie maakt!Y

Een bende van vier

We zouden de zaak beter nog wat anders bekijken. Vanuit een andere hoek.
1. Kortrijkwatcher kent bijna geen raadslid dat notities neemt bij tussenkomsten van andere raadsleden. Of van schepenen. Dat maakt dat zij dan – op hun beurt – gewoon hun vooraf uitgeschreven tekst obstinaat en letterlijk blijven voorlezen, gespeend van alle repliek. Of gewoon herhalen wat al is gezegd. Uitzonderingen zijn Lemaitre, De Coene, Bart Caron en Seynaeve. LAAT ONS ZE VOORTAAN DE BENDE VAN VIER NOEMEN.
2. Het overgrote deel van de raadsleden heeft geen enkel dossier van de gemeenteraad geraadpleegd, niet bij “e-decision”, noch in het stadhuis. Weten die niet eens liggen. Soms maken ze hun dikke witte enveloppes pas open bij het begin van de zitting.
3. Kortrijk telt 32 “pure” raadsleden (schepencollege niet meegerekend). Daarvan volstaat de helft om een slagvaardige gemeenteraad te vormen, die naam waardig. Geen namen dit keer.

De mensen (de Kortrijkse kiezers) weten dit allemaal niet. Schuld(verzuim) van de pers.

Het fundamentele probleem is dat nogal wat verkozenen dat zijn geworden op oneigenlijke gronden. Zij kandideerden zonder te beseffen wat de stiel van gemeenteraadslid inhoudt, zonder enige, meest elementaire kennis van de politiek, zonder enig politiek bewustzijn. (Waarom dan wel? Dat is voer voor dieptepsychologen.)
Van sommige Kortrijkse raadsleden ziet men nu al – aan de lichaamstaal – dat zij er de volgende keer zullen de brui aan geven. Intussen gelaten wachten tot de legislatuur is afgelopen, want niet de moed of de durf hebben om ontslag te nemen.
Oehoe ! Dat de pers in dit verband eens namen publiceert !

P.S.
Elektronische dossiers zijn nodig voor archivering.
Je kunt daarmee evenwel niet werken, in de echte zin van het woord. (Lees eens een begroting op het scherm.) Papier is nodig. Daar kun je aantekeningen op maken. Een vraagteken plaatsen. Iets doorstrepen. Rood kleuren. Een randbemerking schrijven. Een blad verscheuren.