De politie wil met een nota de gemeenteraden van Kortrijk-Kuurne-Lendelede overtuigen om in een eerste fase over te gaan tot de installatie van wel 40 camera’s, althans in de straten en pleinen van de Kortrijkse binnenstad. Voorlopige en onvolledige raming van de kostprijs neigt naar één miljoen euro.
Dat werkstuk is al meteen om één fundamentele reden waardeloos. Men gaat geheel niet in op de vraag naar effectiviteit van de bestaande camera’s op het Schouwburgplein en in de tunnel van de Doorniksestraat. Dat zou toch een eerste hoofdstuk moeten zijn in een studie die naam waardig? Een studie waarbij men adviseert om nog meerdere tientallen camera’s in te zetten op niet besloten plaatsen. Elke evaluatie van die camera’s ontbreekt. Men heeft het er zelfs niet over. Wat waren de doelstellingen van dat cameratoezicht? Zijn die bereikt? Is de objectieve en subjectieve veiligheid aldaar toegenomen? En hoeveel heeft het systeem tot op heden eigenlijk al gekost? Geen woord daarover. Kortrijkwatcher vermoedt zelfs dat men niet eens in staat is om cijfermatig materiaal ten beste te geven over geregistreerde incidenten/delicten en de al of niet succesvolle verwerking ervan. Is er wel een nulmeting gebeurd?
De vergadering van aanstaande woensdag van de raadsleden uit de politiezone VLAS zou om die reden al meteen kunnen worden opgeheven. Wat moet men in godsnaam aanvangen met een vraag naar nog meer inzet van cameratoezicht als geeneens is bewezen dat de bestaande middelen hebben gewerkt?
De nota van de korpschef is absoluut geen studie die uitblinkt inzake wetenschappelijk gehalte. We vragen ons af wie die heeft gemaakt. Wat die mens zoal heeft gelezen en eventueel onderzocht. Is er wel een onderzoeksbureau ingeschakeld? Een onafhankelijk deskundige geraadpleegd? Of heeft men zich louter laten bijstaan door een leverancier van bewakingscamera’s? De veiligheidsindustrie die het natuurlijk vertikt om te verwijzen naar kritische rapporten over cameratoezicht op openbaar domein. En of die bestaan! Steeds meer eigenlijk. De hype is feitelijk al wat voorbij, over zijn hoogtepunt heen, maar dat is alhier bij politie nog niet doorgedrongen. Op het internet kan men lijsten vinden van steden of gemeenten die paal en perk willen stellen aan die steeds meer gesofisticeerde en duurdere systemen. New Orleans – of all places – houdt ermee op! De nieuwe regering in Engeland – bakermat van cameratoezicht – wil het aantal camera’s in de steden afbouwen. (Men stelde daar vast dat er elk jaar per 1000 camera’s één misdaad opgelost raakt.) In een vergelijkbaar buurland als Nederland stijgt de scepsis in vele gemeenten. (Leiden is een actueel mooi voorbeeld: de gemeenteraad is mordicus tegen terwijl de burgemeester een warme voorstander is.)
Een enkele keer verwijst de nota van de korpschef naar een of andere studie. Maar dan zonder enige bronvermelding.
“Studies leren dat..,” zo lees je dan. Of: ” Uit onderzoek blijkt…” Welke studies, welk onderzoek? Waar? Dieppe Throot, de onderzoeksjournalist van Kortrijkwatcher heeft al duizenden bladzijden gelezen over de problematiek. En wat heeft hij daaruit geleerd, zul je zeggen? Dat evaluaties van cameratoezicht over de vraag of dat toezicht werkt niet simpel met ja of neen is te beantwoorden. Er zijn gevallen waar de effectiviteit eenvoudig weg niet is vast te stellen. Het is niet eenvoudig. Criminaliteit evolueert. Er zijn trends. Nieuwe tactieken. Tijdstippen en plaatsen veranderen. Het aandeel van camera’s in de bestrijding van criminaliteit – in een algeheel pakket van maatregelen – is moeilijk aan te wijzen. In Nederland zijn meta-evaluaties van gemeentelijke evaluaties gemaakt. Welnu, die laten geen eenduidig beeld zien van de effecten. Men komt zelfs tot tegenovergestelde conclusies, of … tot geen enkele. Bepaalde evaluaties door gemeenten worden met de grond gelijk gemaakt.
Weet u wat er om te huilen is, bij het lezen van de politionele nota over cameratoezicht in onze stad?
Dit.
“Ongeveer alle steden en grotere gemeenten werken met cameratoezicht. Een centrumstad zonder camera’s wordt een stad met concurrentieel nadeel van minder pakkans en ontrading waardoor criminelen gelokt worden naar deze minder beveiligde omgeving.”
De nota geeft hierover – met betrekking tot Kortrijk of elders – geen enkel bewijs. Er is zelfs een contradictie te bespeuren in de tekst. Opeens heeft men het over mogelijke verplaatsingseffecten. En dan staat er dit te lezen: “Er is geen eenduidig antwoord op de vraag of camera’s leiden tot een verschuiving van de criminaliteit. Er zijn aanwijzingen {sic} dat bij eigendomsmisdrijven geen of slechts een zeer geringe verplaatsing speelt.” Wel, laat dit nu toevallig tegenwoordig in Kortrijk de grootste plaag zijn inzake misdrijven: minstens één inbraak per dag.
Over de mogelijke neveneffecten van cameratoezicht is de voorgelegde nota ook weer weinig wetenschappelijk.
Daar is één, en slechts één soort van vermeld. De geografische verplaatsing van vormen van criminaliteit. Zo staat er nog: “Misdrijven tegen personen zouden zich daarentegen wel verplaatsen.” Nou, laat dit gezegd even gezegd zijn. Inzake deze vorm van straatcriminaliteit zijn daders (boefjes, vechters) onder invloed van drugs, alcohol, hevige emoties totaal niet bekommerd om de vraag of er op de plaats van het delict een camera staat.
(In een volgende editie van KW meer…)