Gisteren barstte onze onderzoeksjournalist (Dieppe Throot) nog in tranen uit bij het lezen van het pleidooi van politie om overal in de binnenstad – later in een tweede fase ook op invalswegen en nog zowat plaatsen waar we met zijn allen komen en gaan – camera’s op te hangen. Die passage waarbij als argument is gebruikt dat iedereen het doet en dat Stad daarom niet kan achter blijven. In Duitsland en de Scandinavische landen staat men afkerig tegenover de inzet van cameratoezicht op openbaar domein. In Engeland wordt het aantal camera’s teruggeschroefd. In Nederland is de hype voorbij. In Vlaanderen meent de VVSG te weten dat er 33 gemeenten geen camera’s wensen. (En hoeveel zouden er niet zijn alwaar men het onderwerp gewoon laat rusten?)
Raadsleden, schepenen, burgemeesters, BURGERS zijn daar allemaal tegader niet over geïnformeerd.
(In “Het Laatste Nieuws” van vandaag doet waarnemend burgemeester Lieven Lybeer er zijn beklag over dat het rapport van de korpschef alhier is “uitgelekt”. Genaamde Borat heeft waarlijk het politiek bewustzijn van een ongepelde garnaal.)
Vandaag heerst er vooral hilariteit op onze KW-redactie bij het herlezen van de nota van de korpschef.
Dat technische gedeelte van het werkstuk getuigt van een ontroerende eenvoud. De beschrijving van camerasystemen bijvoorbeeld.
Volgens de “studie” bestaan er vaste en verplaatsbare camera’s. Bij de vaste worden slechts twee soorten vermeld. Bij de “verplaatsbare” toont men een foto van een camera op een paal, gemonteerd op een karretje dat bijna de omvang heeft van een kleine caravan. Tekenend voor het gehalte van de studie is dat men zich vergist in de terminologie. Die verplaatsbare camera waarover men het heeft is in feite een mobiele camera.
Over de meer recente “intelligente” camerasystemen heeft men het niet. Men denkt voorlopig niet aan gezichtsherkenning en nummerplaatherkenning. Of aan nog wat anders. Nu is het zo dat in steden die fervent voorstander zijn van cameratoezicht er een onweerstaanbare drang heerst om steeds “betere” camera’s in gebruik te nemen. Met de verdoken medewerking van de veiligheidsindustrie. Mechelen is daar een uitstekend voorbeeld van. Bart Somers (VLD) wil nu niet enkel personen en nummerplaten herkennen, maar ook aan geluidsdetectie doen. Uiteindelijk streefdoel van de burgemeester is zelfs om via soort trajectcontrole op termijn personen uit de stad te weren! Als het van onze Kortrijkse VLD afhangt gaan we alhier ook naar dit soort middeleeuwse toestanden. Toen werden melaatsen en arme lieden (kansarmen) buiten de poort gezet. (Zie nog “Het Nieuwsblad van vandaag. VLD-raadslid Anthony Vandenberghe heeft het over het aanpakken van “ongewenste bezoekers”, meer speciaal uit de grensstreek)
De politionele nota heeft het ook even (alweer summier) over de kostprijs.
De eerste installatiefase alleen al zou met 35 à 40 camera’s van 800.000 euro tot één miljoen euro kunnen kosten. Deze informatie is volkomen misleidend. De raming slaat enkel op de aankoop van de camera’s, de plaatsing en de transmissie. Over andere, indirecte kosten zwijgt men zedig. Wel mogen we de onderhoudskosten niet vergeten, zegt de nota.
In een onderbouwd dossier zou men het uitvoerig kunnen hebben over twee soorten van kosten.
1. De zgn. incidentele kosten. Dat zijn die voor de aanschaf van de camera’s, de infrastructuur die daarmee gepaard gaat (palen, graafwerken, glasvezel, draadloze verbindingen), de inrichting van de leeskamer, de verplaatsingskosten (hinder wegwerken in het blikveld).
2. De zgn. vaste kosten. Het personeel (ook opleiding) ! Het onderhoud en de schoonmaak. De verzekering. De herstellingen. De datatransmissie. De nodige nevenactiviteiten (bijv. betere verlichting).
Korpschef vermeldt als enige bron van bijkomende kosten de verdubbeling in oppervlakte en de herinrichting van de dispatching. Hoeveel beeldschermen komen er daar? Hoeveel observatoren? (Een ploegdienst met één toezichter gedurende 24 uur kan 300.000 euro per jaar kosten.) In de nota wordt zelfs gesuggereerd dat cameratoezicht op termijn geen verhoogde personeelsinzet zal vergen vermits het aantal misdrijven zal dalen. In hemelsnaam, wie heeft er die nota van de korpschef opgesteld??
Voorstanders van camera’s op openbaar domein zijn zeer beducht om de ware kosten van het systeem toe te lichten.
Tekenend in de nota is dat men bij een aantal andere centrumsteden daarover informatie heeft opgevraagd. Een aantal steden (Roeselare, Sint-Niklaas) liet nog niets weten. Van de andere is het antwoord onvolledig, en daardoor leugenachtig.
Als gemeenten afzien van cameratoestanden gaat het nogal dikwijls omwille van de gigantische kosten. De vraag is dan: wat zouden we met dat geld anders kunnen doen om (straat)criminaliteit terug te dringen?
Ja, dat is de vraag.
De politionele nota ontwijkt die afweging volkomen. De afweging namelijk of de ingezette (financiële) middelen wel in verhouding staan tot het doel dat men wil bereiken. Dat is de eis van proportionaliteit. Daarnaast dient een mogelijke inzet van camera’s te voldoen aan de eis van subsidiariteit. Morgen moeten onze raadsleden beoordelen of het na te streven doel (straatcriminaliteit tegengaan of nog wat anders?) wel vraagt om cameratoezicht. Wat zijn mogelijke alternatieve veiligheidsmaatregelen? Heeft men daar wel over nagedacht? Kan men het beoogde resultaat bereiken met minder ingrijpende – of andere – maatregelen? De nota van de korpschef laat ons daarover totaal in het ongewisse.
Politie wil gewoon nog meer gadgets.
Zeg. Hoeveel agenten zou men kunnen aanwerven met 1 miljoen en later veel méér euroots?
De recherche bijvoorbeeld is hier ondermaats. De vorming van onze wetsdienaars evenzeer.
P.S.
Het Kortrijkse schepencollege agendeert morgen woensdag 26 januari pas VOOR HET EERST het punt “camera’s op niet-besloten plaatsen”. Bewijst alweer met hoe weinig ernst en diepgang het dossier wordt behandeld. Dezelfde dag ‘s avonds om 20 uur vergaderen de raadsleden van de drie gemeenten van de politiezone. Komt het College met een collegiaal standpunt naar buiten?