In de aanloop naar de lokale verkiezingen is er geen partij die het zich kan veroorloven om geen aandacht te besteden aan woonnoden zoals de schaarste van het aanbod aan sociale huurwoningen en de betaalbaarheidsproblematiek binnen zowel het huurpatrimonium als de woonmarkt (aanschaf van een woning).
Ten einde enige nuance te scheppen bij de ongefundeerde, niet onderbouwde kreten die we dienaangaande nog zullen horen op toekomstige debatten alhier wil kortrijkwatcher nog een portie kanttekeningen verschaffen bij de problematiek. Vooreerst over het aanbod van sociale huurwoningen. In een volgend stuk gaat het dan over lage-budget-woningen.
Voorafgaand nog even opmerken dat allerhande cijfermateriaal meestal zeer gedateerd aandoet en verschilt naargelang de bron. Ook hierom is het opletten geblazen bij het aanhoren of lezen van allerhande beweringen of beleidsplannen.
Een voorbeeld.
– Volgens een onderzoeksrapport van het Welzijnsconsortium en Leiedal (maart 2012) bedroeg het aantal sociale woningen per 100 huishoudens eind 2010 8,9 procent. (Dit wordt dan wel afgemeten tegenover het aantal huishoudens van het begin van dat jaar…)
– Volgens de stadsmonitor 2011 telde men in 2010 7,64 procent sociale woningen.
Nog een voorbeeld.
Binnen één en dezelfde bron telt men eind 2010 alhier de ene keer 2.896 sociale huurwoningen, een andere keer 2.512.
Nog voorafgaand is het héél belangrijk om aan te merken dat partijprogramma’s die zeggen dat er meer sociale en/of betaalbare woningen moeten komen geheel voorbijgaan aan het feit dat Stad traditioneel nauwelijks paricipeert aan enig actief beleid op dat vlak. De sociale woonmarkt is volkomen in handen van vijf Sociale Huisvestingsmaatschappijen, één Sociaal Verhuurkantoor, het Vlaams Woningsfonds en sinds kort ook het OCMW. En op gebied van betaalbaar wonen heeft het stadsbestuur – in casu het Stadsontwikkelingsbedrijf (het SOK) – nog weinig ambities waargemaakt. Is er hier wel een partij die inzake woonbeleid zal stellen dat het stadsbestuur méér dan een regisseursrol dient te vervullen? Dat men het dan zegge ! En erbij vertelt hoe men dat zal doen.
Bon.
We doen voort.
Is er dan wel schaarste in het aanbod van sociale (huur)woningen?
*
Wie dat meent verwijst dan naar de lange wachtlijsten bij de sociale woonactoren. (Het meest extreme cijfer hierover gevonden is 3560 kandidaat-huurders in 2010.) Dit cijfergegeven moet uitgezuiverd naar het aantal unieke kandidaat-huurders. Kent er in Kortrijk iemand dat aantal? De fluctaties en de redenen daarvan? De werkelijke woonnood van de kandidaat-huurders op de wachtlijsten wordt zelfs door de sociale huisvestingsmaatschappijen in vraag gesteld. (Misschien is die groter dan gedacht?)
*
Het decretaal bindend sociaal objectief ligt op 9 procent sociale huurwoningen.
Op het ogenblik van de nulmeting van het Grond- en Pandendecreet in 2007 (!) bereikten we hier al 8,4%. Om het objectief van 9 procent te bereiken dacht men toen (ja, toen) dat er nog 209 bijkomende sociale huurwoningen moesten gerealiseerd, – tegen het jaar 2020 wel te verstaan.
Wat dit op vandaag betekent weet men nog niet ! Weet niemand ! Dat wordt nu berekend door de intercommunale Leiedal. Hoeveel woningen zijn er sinds 2007 bijgekomen? Hoeveel verkocht, afgebroken of van bestemming gewijzigd?
(Het objectief van 9 procent is al bereikt in het centrum en in Aalbeke.)
*
Het Woonregieboek (een studie van Leiedal van 2008, onder impuls van Frans Destoop) schoof een streefcijfer van 11 procent naar voor.
Scharen de partijen zich daar nog achter? Wat betekent dat concreet?
*
De roep van politieke partijen om meer sociale woningen is feitelijk nogal hypocriet. Of getuigt van complete onwetendheid over het gevoerde woonbeleid.
Het is namelijk zo dat de acht sociale woonactoren nu reeds tegen 2015 (!) alvast 466 nieuwe sociale huurwoningen hebben gepland.
We gaan het nog een keer zeggen (zie nog KW van 27 april).
Wat komt er op korte termijn?
Kortrijk-centrum: +177
Aalbeke: +24
Bellegem: +28
Bissegem: +nul
Heule: +153
Marke: +71
Rollegem: +13.
Besluit
Schreeuwen om meer sociale woningen kan pas
– als men de juiste cijfers voorlegt,
– de reële woonnood kent,
– een objectief naar voor schuift (percentage),
– ook weet heeft van het vereiste aantal koopwoningen,
– iets zegt over de financiering,
– er openlijk bij vertelt dat er nu al 466 zijn gepland,
– en waarlijk van plan is om geheel het sociale woonbeleid vanaf 2013 actief door Stad te laten voeren !