Ja. Bij de Kortrijkzanen die via onze plaatselijke “embedded press” ietwat nader het politieke beleid ter stede volgen staat de nieuwe tripartite ongetwijfeld bekend als een grote investeringscoalitie.
Nu de jaarrekening van 2013 is gekend (de ware ontvangsten en uitgaven) dient dit oordeel wat meer genuanceerd.
Het nieuwe bestuur was van plan om in buitengewone dienst 28,51 miljoen euro uit te geven.
Dit cijfer slaat dus op de som van de uitgaven inzake pure investeringen, overdrachten (bijv. investeringssubsidies) en schulduitgaven (aflossingen van leningen).
– Van die uitgaven van 28,5 miljoen is evenwel enkel 23,12 miljoen vastgelegd. Dat wil zeggen dat er voor 81,0 procent van die voorgenomen uitgaven bepaalde verbintenissen met leveranciers of bedrijven zijn aangegaan.
– En van die uitgaven is in 2013 dan voor slechts 11,28 miljoen aangerekend. Er is dus voor slechts 51,1 procent gefactureerd. Zeg maar gerust: slechts voor de helft daadwerkelijk gerealiseerd.
Concreet komt er dat op neer dat er voor niet minder dan 11,28 miljoen euro aan over te dragen kredieten beschikbaar zijn voor het budget van 2014.
Vanwaar die lage realisatiegraad?
Dat komt omdat het N-VA, VLD en Spa-bestuur een half jaar nodig had om het beleid (het Plan Nieuw Kortrijk) uit te stippelen en er pas in maart 2013 een budget is voorgelegd. (Zolang er geen begroting is kan men niet investeren.)
In welke rubrieken vinden we nu de hoogste over te dragen kredieten?
Anders gezegd, waar is vorig jaar relatief weinig of heel weinig gerealiseerd?
Als realisatiegraad beschouwen hier nu de verhouding tussen vastgelegde buitengewone uitgaven en de daadwerkelijke aanrekeningen, in procent uitgedrukt.
We komen tot enkele opvallende (onvermoede) vaststellingen.
– Algemene diensten: 27,5 %.
– Brandweer: 19,4 %
– Verkeer en waterstaat: 44,8 %.
– Jeugd, volksontwikkeling (sport), kunst: 17,6 %.
– Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening: 41,1 %.
– Huisvuil: 31,9 %.
– Handel, nijverheid, middenstand: nul % (niets aangerekend van de 11.000 vastgelegde uitgaven).
– Basisonderwijs: nul %.
Wellicht wenst u ook te weten waar de realisatiegraad wel hoog tot heel hoog was?
– Schulduitgaven: 100 % ! (7,3 miljoen vastgelegd en evenveel aangerekend).
– Bibliotheek: 97,4 % (Hier is zelfs wat meer vastgelegd dan begroot!)
– Kerkfabrieken: 100 % (De doorgeeflening is volledig uitbetaald, maar er was wel veel meer begroot dan vastgelegd.)
– Algemeen bestuur: 70,5 %.
– Milieu: 63,5 %.
In een volgend stuk bekijken we even de realisatiegraad van de “pure” investeringen.