Het vorige raamcontract met Patrona Pharma Group voor het leveren van allerlei medicatie aan verzorgingscentra van het OCMW begon in april 2011 en loopt af eind van deze maand september.
Al in februari van dit jaar is er een nieuw lastenboek voor toekomstige leveringen voorgesteld op een bijeenkomst van “W13”, het nieuwe samenwerkingsproject van 13 OCMW’s uit de regio. Slechts vijf OCMW’s besloten om mee te doen aan een gezamenlijke aankoop van allerhande farmaceutische producten voor hun woonzorcentra gedurende een periode van vijf jaar: Zwevegem, Harelbeke, Wervik, Avelgem.
Het OCMW Kortrijk werd aangeduid als aanbestedende overheid. Als wijze van gunnen koos men voor een open offerteaanvraag. De geraamde prijs van de levering van “geneesmiddelen, farmaceutische producten en verzorgingsprducten” voor 60 maanden bedraagt 2.630.000 euro of 3.182.300 euro inclusief BTW.
Er liepen inschrijvingen binnen van vier apotheken (tussen haakjes de score op 100): Distephar uit Loppem (88), Pharma uit Kortrijk (82), Patrona Pharma Group uit Sint-Gilles (76) en Multipharma uit Brussel (61). Een uitgebreide jury verkoos op grond van een resem gunningscriteria Distephar als leverancier met het grootste aanbod aan farmaceutische zorg. De Kortrijkse OCMW-raad van 9 juli bekrachtigde die keuze.
De niet verkozen N.V. M.D.D. Pharma had al onmiddellijk (11 juli) via een email aan het OCMW bedenkingen bij de puntentoebedeling. De N.V. stelde zelfs op 24 juli een vordering in bij de Raad van State strekkende tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de beslissing van de OCMW-raad van 9 juli.
En waarlijk. Bij arrest nr.232.068 van 20 augustus 2015 beveelt de Raad van State de schorsing van de tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de beslissing van het OCMW Kortrijk van 9 juli waarbij de overheidsopdracht tot ‘levering van geneesmiddelen, farmaceutische producten en verzorgingsproducten’ voor de woonzorgcentra van vijf OCMW’s wordt gegund aan de bvba Distephar.
Hoe komt de Raad van State tot dit arrest?
– Een van de kwalitatieve selectiecriteria stelde dat uit een beschrijving van de technische uitrusting van de inschrijvende kandidaten moet blijken dat de kwaliteit en de continuïteit van de levering kan gewaarborgd en gegarandeerd. De apotheek dient daarbij als minimale eis permanent te beschikken over twee medicatierobots in eigen beheer. De verzoekende partij (Pharma dus) stelde in zijn vordering dat Distephar niet voldoet aan die eis. In het arrest bestempelt de RvS dit middel van de verzoekende partij “in deze mate als ernstig”.
– In de door Pharma bestreden gunningsbeslissing staat dat de ingediende offertes werden nagezien op hun formele regelmatigheid en in het verslag van nazicht wordt wat mogelijke uitsluitingsgronden betreft (om deel te nemen aan een aanbesteding) verwezen naar een selectie “op basis van een verklaring op eer”. De RvS merkt hierbij op dat het OCMW wat betreft uitsluitingsgevallen de echtheid van de verklaring op erewoord van de gekozen inschrijver niet heeft onderzocht. Het administratief dossier noch de offerte zelf bevat enig uittreksel van het strafregister van de gekozen inschrijver. De RvS vindt dit middel van de verzoekende partij ook “in deze mate ernstig”.
“De schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid dient dan ook te worden bevolen.”
Wat nu? De vorige raamovereenkomst eindigt op 30 september !
P.S.
De Raad van State bespreekt in het arrest slechts twee van de blijkbaar vijf ingediende middelen van de verzoekende partij Pharma.
Zou dat te maken hebben met het feit dat beide partijen hebben gevraagd om bepaalde stukken als vertrouwelijk te behandelen? Raar. Vreemd, heel vreemd. Kunnen de onderzoeksjournalisten van onze plaatselijke gazetten het even uitzoeken waarom de middelen 1, 2 en 4 van Pharma op de website van RvS in het geheel niet zijn besproken? Even bellen naar de OCMW-voorzitter, dat kan toch?