Definitief aandeel gemeentefonds 2016 minder dan begroot

Eerst een woordje vooraf
Om hun werking te financieren heffen gemeenten belastingen.  (In Kortrijk voor dit jaar geraamd op 66,5 miljoen euro.)
Het ene bestuur kan meer ontvangsten uit belastingen halen dan het andere.  Veel hangt af van het inkomen van de inwoners, de kadastrale inkomens en de al of niet aanwezige industrie.
Om die inkomensongelijkheid voor een stuk te corrigeren  beschikt de  overheid over een aantal financieringsfondsen zoals het Gemeentefonds en het vroegere Stedenfonds.
Bij de verdeling van de middelen houdt men rekening met bepaalde specifieke omstandigheden die van gemeente tot gemeente verschillen.
Gaat het om een centrumgemeente?  Een groot of klein aantal inwoners?  Heerst er ‘fiscale armoede’?  Hoe staat het met de oppervlakte van de open ruimte (bos)?  Telt de gemeente veel  werklozen, leefloners, kansarmen?

De gemeente en het OCMW kunnen in onderling overleg bepalen welk aandeel van het Gemeentefonds rechtstreeks aan het OCMW wordt gestort.  Als er geen andersluidende beslissing is genomen krijgt het OCMW automatisch  8 procent. (In Kortrijk is dit het geval.)
Het lijkt er nu op  dat een aantal  voorheen ‘(on)gunstige’ factoren in Kortrijk voor het toekennen van het aandeel uit het Gemeentefonds in de loop van het jaar 2016 op een of andere manier zijn “verbeterd”, want we krijgen voor dat voorbije jaar minder dan was voorzien.

Het definitief aandeel voor 2016
Midden januari van dit jaar is  daadwerkelijk beslist dat Stad Kortrijk uit het Gemeentefonds een dotatie krijgt van 31.158.615 euro.  Terwijl het geraamde budget voor 2016 toch wel aanzienlijk meer bedroeg:  33.848.045 euro.
(Het definitieve aandeel voor het OCMW is daarmee ook verlaagd en bedraagt nu 2.709.444 euro.)

Prognoses
(De groeivoet is in principe 3,5 procent.)
– 2017
Stad:  32.214.638 euro (is ook zo begroot)
OCMW:  2.801.272 euro
– 2018
Stad:  33.342.162 euro
OCMW:  2.899.318 euro

Opbrengst het voormalige Stedenfonds
Het Stedenfonds voor de centrumsteden is  nu opgenomen in het Gemeentefonds.
Men spreekt voortaan over “de aanvullende dotatie voor centrumsteden”.
Voor Kortrijk gaat het in 2017 om 3.183.400 euro.
Voor 2018:  3.255.897 euro.

Aanvullende dotatie ter vervanging van de diverse sectorale subsidies
Vroeger kregen gemeenten zeven aparte sectorale subsidies voor jeugd, cultuur, sport, flankerend onderwijsbeleid, ontwikkelingssamenwerking, integratie en kinderarmoedebestrijding.
Sinds 2016  zijn al die subsidiestromen geïntegreerd in het Gemeentefonds  en niet langer geoormerkt.
De voorwaarden voor het verkrijgen van die  middelen en de daaraan gekoppelde rapporteringsplicht verdwijnen daarmee.
De aanvullende dotatie voor 2017 bedraagt 2.223.064 euro.
Stad kan daar voortaan vrijelijk over beschikken (verdelen over de sectoren).