Berekening van de onroerende voorheffing

Vanwege diverse mogelijke verminderingen (bescheiden woning, kinderen, gehandicapten, coëfficiënten, tarieven)  is de berekening niet zo eenvoudig.
We houden het bij de grote lijnen.

Berekening van de indexatie van het K.I.
Stel een woning met een niet-geïndexeerd K.I van 720 euro. (Huurwaarde min bijv. 40 procent kosten.)
We vermenigvuldigen dit bedrag met de huidige indexatie-coëfficiënt van 1,7863. Dat geeft afgerond 1.286 euro.

Aandeel Vlaams Gewest
We houden het bij het standaardtarief van 3,97 % op het geïndexeerde K.I.
Op 1.286 euro is dit 51,05 euro.  Dit is in ons voorbeeld de basisheffing.

Aandeel provincie
Voor West-Vlaanderen is het tarief nu 186,22 %.
51,05 euro maal 186,22/100 = 95 euro.

Aandeel gemeente
De opcentiemen bedragen hier 1750.
51,05 euro maal 1750/100 =  893 euro.

Traditioneel brengt de onroerende voorheffing meer op dan de aanvullende personenbelasting.  In 2017 ging het om  33.915.473 euro.  In 2013:  32.867.533 euro.

Een P.S.
De twee belangrijkste belastingen (APB en OV) brachten vorig jaar samen 57.950.300 euro op.   Per inwoner (76.252 koppen, baby’s inbegrepen) betaalden we daarvoor alleen al 760 euro.  Staat niet in de pers?