Iets over het belabberd interview met Kortrijks burgemeester op Canvas (2)

Vorige donderdag 15 maart liep er op de VRT een reportage over politionele camerabeveiliging op openbaar domein, met focus op de mogelijke aantasting van onze privacy. Vandaar ook de titel: “Privacy & ik”. (Er komt nog een tweede deel dat wil nagaan in hoeverre men ons ‘gaan en staan’ én vertier én afkomst in winkels en straten in de gaten houdt, via het gebruik van onze mobiele telefoon. In Kortrijk betaalde stad aan Proximus daar vorig jaar al 30.000 euro voor.)
Aangezien de straten van Kortrijk en deelgemeenten onder impuls van (nu titelvoerend) burgemeester Vincent Van Quickenborne over de jaren heen (en in de toekomst nog steeds) werkelijk bezaaid worden met camera’s van allerlei slag, en stad Kortrijk op dit gebied samen met Mechelen trendy-koplopers zijn, sprak het vanzelf dat de makers van de documentaire maar al te graag meer speciaal de verantwoordelijke burgemeesters van beide steden fysiek bij het programma wilden betrekken.
Met Bart Somers (ook met een dubbel-functie) had men blijkbaar geen problemen.
Maar het contact met Van Quickenborne liep van geen leien dak.
Na aanvankelijke toe- en afzeggingen voor een mondelinge afspraak met presentator Tim Verheyden weigerde Quickie uiteindelijk elk interview. Met als drogreden dat hij nu Minister van Justitie is en de materie derhalve eerder toekomt aan een Minister van Binnenlandse Zaken. Van Quickenborne is nu wel iemand die – als het hem goed uitkomt – in de media absoluut niet nalaat om te benadrukken dat hij nog altijd DE burgemeester is van stad Kortrijk. (En die zich als Minister van Justitie intussen federaal gevaarlijk dicht op het terrein van Binnenlandse Zaken waagt. Daar komt nog boel van.)
De waarheid is dat hij als een heus ‘politiek beest’ terugschrok voor die reportage. Het feit is dat hij op voorhand wel goed aanvoelde en voorzag dat hij zou geconfronteerd worden met een spervuur van zeer ongemakkelijke vragen. Over de proportionaliteit en effectiviteit van zijn steeds maar aangroeiend cameranetwerk. Over de gigantische kosten. Over oneigenlijk gebruik van ANPR-camera’s. Over de rol van Securitas (burgers). Over preventieve en repressieve resultaten, enzovoort.
Vandaar dat hij het karwei waarmee hij nu een keer niets had bij te winnen het liefst overliet aan zijn plaatsvervangend burgemeester, Ruth Vandenberghe. Het schaap…
Het is deze politieke gang van zaken die ons hier interesseert.

We laten daarom hier en nu in deze bijdrage met opzet de problematiek van de (politionele) cameratechnologie geheel achterwege omdat de reportage een onverwachte (ongewilde) openbaring opleverde over het gebrekkige politieke reilen en zeilen van het bestuur in deze centrumstad.
Alleen al het feit dat Van Quickenborne voor een televisieprogramma vaandelvlucht pleegt, dat is voor al wie hem een beetje kent totaal opzienbarend. Zoals gezegd is hij de grote instigator van het cameranetwerk in onze stad. Na zijn aantreden in 2013 met de nieuwe coalitie zijn er binnen de kortste keren in één jaar tijd 28 camera’s geplaatst. En met zijn nieuwe bestuursakkoord van 2019 (“Kortrijk, Beste Stad van Vlaanderen”) is het hek helemaal van de dam. Onder zijn bewind is al meer dan één miljoen euro gespendeerd aan die surveillance, en zijn meerjarenplan voorziet voor vijf jaar nog 2,5 miljoen. We zitten nu al aan 1 camera per 328 inwoners.
Over dit alles en de resultaten ervan wenst Quickie dus landelijk geen publieke verantwoording af te leggen. (Kortrijkse raadsleden zijn dit al gewoon en zijn al jaren in slaap gewiegd.)
Dit is evenwel al een eerste politiek feit zonder weerga. Dat hij dan maar ontslag neemt als titelvoerend burgemeester. (Er is heus meer voor hem weggelegd.)

Een tweede belangrijk, concreet politiek gegeven uit de TV-uitzending leerde ons nog iets opzienbarend, met name over de bestuurskracht van onze Kortrijkse administratie. De presentator van het programma “Privacy & ik” vertelde ter info dat hij in totaal – en na aandringen, in drie fasen – acht (8) maanden heeft moeten wachten op vragen en antwoorden naar enige deftige, schriftelijke informatie over het Kortrijkse cameranetwerk.
De hete aardappel werd doorgeschoven naar plaatsvervangend burgemeester Ruth Vandenberghe. Dat is uitgedraaid op een catastrofe.
Derde politiek feit. Ook Ruth VDB weigerde aanvankelijk tactisch geheel laconiek om mee werken aan het programma. Met als onvergetelijk – maar wel geloofwaardig argument – dat zij niet wist waarover zij inzake deze materie iets accuraat zou kunnen vertellen.
Uiteindelijk wilde Ruthie (koosnaampje) op de valreep wél een interview toestaan. In de uitzending zelf verontschuldigde zij zich voor haar aanvankelijke weigering, ditmaal met het ONgeloofwaardige argument dat zij het vanwege al die corona-beslommeringen véél te druk had.
Dat is dan een vierde politiek feit, geleerd uit de uitzending : onze nieuwe burgemeester durft ook een leugentje ten beste geven. Want in werkelijkheid wist zij natuurlijk over geheel die cameratechnologie geen snars, en heeft men haar op het laatste nippertje met wat (nieuwe) documentatie nog ietwat kunnen klaarstomen voor het interview.
Ach ja. Ruthie en haar omgeving (de veiligheidsadviseur) zagen op de duur wel in dat stad Kortrijk zich geheel belachelijk zou maken indien men (als enige stad) bleef weigeren om aan het programma mee te werken.
Zij heeft dat eigenlijk ook min of meer bekend. Op een bepaald ogenblik vraagt presentator Tim Verheyden (niet zonder enige ironie) waarom het stadsbestuur eerst het perspectief op een mogelijk TV-programma nodig heeft om pas daarna met een soort visie-nota en cijfermateriaal op de proppen te komen. Jamaar-ja, zei Ruthie: de nodige data waren er wel hoor, maar ze moesten nog ietwat geordend geregistreerd. Maar goed, zij geeft het toe: het is een werkpunt voor het stadsbestuur. (Men is intussen wel “in vijfde versnelling” gekomen”.)
Dat werkpunt is dan te beschouwen als een vijfde politiek feit: het bestaan van een slordige, trage administratie.

In het TV- interview met Ruth Vandenberghe – dat men wel degelijk kan beschouwen als een vuurproef in haar politieke loopbaan – is er nog een bijzondere passage geweest waarbij onze eigenste “cerebrale” pijngrens ernstig werd overschreden. We zullen dit maar niet als een politiek, maar wel als een puur persoonlijk feit bestempelen.
Ruth beweerde dat camera’s wel degelijk een soort schrikeffect teweegbrengen. Zij is er heilig van overtuigd dat mensen (en dan zeker wie iets in het schild voert) zich anders gaan gedragen in de nabijheid van veiligheidscamera’s.
Presentator Tim Verheyden repliceerde daarop dat de wetenschappelijke studies hieromtrent dit terdege tegenspreken. Waarop Ruth zomaar antwoordt: “Dan zeg ik dat uit eigen naam.” (Zij voelt zich als jonge vrouw veel veiliger in de winkelstraten met camera’s in de buurt.) We hebben in burgemeester Ruth nu een persoon leren kennen die de wetenschap in eigen naam én als jonge vrouw tegenspreekt! Dit slaat waarlijk een bres in ons cognitief welzijn.

Tenslotte gaf onze nieuwe burgemeester toch wel toe dat de effectiviteit van camera’s niet precies (“één op één”) te meten valt. Maar het draagvlak bij de bevolking is groot. Dat maakt haar blij.
Tja, Wat moeten we daarmee nu aanvangen? Nog meer camera’s??