Neen?
Wij tot op vandaag ook niet.
En dat komt omdat we nu pas vernamen dat er tussen het stadsbestuur en de vzw Doerak! (met uitroepteken) voor de periode 2021-2025 een samenwerkingsakkoord is goedgekeurd terwijl er daarbij deze maand al een eerste schijf van de toelage is betaald ter waarde van 42.124 euro.
Uit het Kortrijkse meerjarenplan 2020-2025 leren we dat het gaat om een jaarlijkse toelage van 84.248 euro en dat de vzw al in 2020 volgens de jaarrekening (dus in het echt) 109.248 euro kreeg. Dat is zeker niet gering en zelfs ongewoon voor een of andere vzw alhier zodat een dergelijk hoog bedrag noopt tot nader onderzoek over wat die organisatie zoal uitricht.
Een klein beetje googelen bracht algauw duidelijkheid. DAT WE DAT NIET WISTEN !
Het gaat eigenlijk om de kinderboerderij Van Clé die de naam esoterisch heeft omgedoopt want sinds 1 juli 2019 al verhuisd naar Hoeve te Coucx (Cannaertstraat 30 te Marke) waarbij de leiding tegelijk voornam om de activiteiten te moderniseren en uit te breiden. De kinderboerderij is nog een initiatief van wijlen baron Manu De Bethune zaliger en is over alle decennia heen jaarlijks steeds – en opvallend! – heel rijkelijk gesubsidieerd.
Intermezzo
Voormalig Markse burgemeester Manu had het bestaan van een “kinderboerderij” in zijn memoires op een niet nader omschreven manier leren kennen in Delft, en om zijn toenmalige Markse raadsleden te overtuigen van het nut ervan organiseerde hij in 1973 een plezierreisje naar een gelijkaardig initiatief in Rotterdam. Na moeizame verwerving van gronden (waar veel geld was gemoeid) en vele verbouwingen en goedkope leningen bij Cera is de boerderij uiteindelijk afgewerkt geraakt in september 1976. De boerderij is genoemd naar de Pater Norbertijn Alfons Van Clé (+1951), ooit oprichter van Sporta.
Doelstellingen van Doerak! zijn o.a.:
– organiseren vanuit een inhoudelijk instuifconcept laagdrempelige horeca op maat van verschillende doelgroepen;
– inzetten op educatie aan diverse doelgroepen met gebruik van innovatieve methodieken;
Doerak! heeft een website waar evenwel nog veel kan aan gewerkt worden.
Coördinator is ene Jan Debruyne. Tel: 056/32 77 90. Email: van.cle@telenet.be.
Ondernemingsnummer BE0416.633.014
Rekeningnummer voor steun: BE49 7384 1807 4971
P.S.
Op de Nationale Bank geen jaarrekening ter beschikking.
Monthly Archives: januari 2022
Inhoud jaargang 2021 van het Bulletin van Vragen en Antwoorden
De ambtenarij kreeg vorig jaar 87 informatieve schriftelijke vragen van technische aard te verwerken. In 2020 minder: 66. Dat wijst op een zekere onvrede over het beleid.
De koplopers bleven dezelfde: de VB’ers Carmen Ryheul (met niet minder dan 60 vragen), Wouter Vermeersch (18 vragen), en vanwege Groen Mattias Vandemaele (8 vragen).
Vanwege de drie fracties van de meerderheid liep slechts één vraag binnen: van Maxim Veys (SP.A) over de controle op op coronapremies van de stad.
De koplopers Carmen, Wouter en Matthias zijn ongetwijfeld hard bezig met gemeentepolitiek, maar we mogen absoluut de fout niet maken dat indieners van slechts één of twee vragen (bijv. David Wemel, Benjamin Vandorpe, Pieter Soens) dan plots geen verdienstelijke raadsleden zouden zijn.
We wezen er hier al herhaaldelijk op dat in het Bulletin vaak heel interessante informatie over de gemeentepolitiek is te vinden en dat de pers daar nooit enig gewag van maakt. Niet op inpikt.
We citeren enkele belangwekkende of meer pikante onderwerpen die vorig jaar aan bod kwamen.
(Sommige vragen werden tweemaal gesteld omdat het eerste antwoord door de vraagsteller als onbevredigend werd beschouwd.)
– Mandaten van raadsleden en schepencollege
– Stand van zaken trage wegen
– Snelheidsvertraging op de R8
– Natuurontwikkeling in Kortrijk
– Verblijfsaccomodatie voor studenten
– Leegstandheffing
– Cyberveiligheid bij lokale overheid
– Personeelsstatuut van de vzw Augustinessen in de zorginstellingen
– Aanpak vandalisme
– Fraudeonderzoek sociale woningen
– Openbaar onderzoek nieuwe mega-moskee
– Aantal daden van agressie tegen politie
– Investeringsfonds handelskernversterking
– Detentiehuis in Kortrijk
– Zigeunerpark in Kortrijk
– Inbraakcijfers en preventie
– Moslimbegraafplaatsen in Marke en Heule
– Participatie en initiatiefrecht van raadsleden
P.S.
Het Bulletin is gemakkelijk te vinden op de website van stad.
Gewoon het woord “bulletin” intikken in de zoekmachine.
Personeelsverloop in de jaren 2019,2020,2021
Raadslid Benjamin Vandorpe (CD&V) vroeg hoeveel personen “de organisatie” Stad én OCMW de voorbije drie jaren hebben verlaten, en wat de gemiddelde duur van de tewerkstelling was. (De periode slaat dus op de eerste helt van de tweede bestuursperiode van de tripartite.)
Er kwam nogal prompt een antwoord maar met de bemerking dat de cijfers slaan op medewerkers die de organisatie hebben verlaten “in onderling overleg” (wat zeker niet altijd het geval was!) en dat de leerwerknemers en het vzw-personeel niet in rekening zijn gebracht.
Met “vzw personeel” bedoelt men de personen die tewerkgesteld zijn bij de vzw van de Zusters Augustijnen in de zorginstellingen. En dat zijn er niet weinig! Volgens onze meest recente informatie 630 koppen in 2021!
Onderstaande tabel moet dus ietwat genuanceerd bekeken worden.
2019: 30 “verlaters” op 1250 medewerkers
2020: 29/1270
2021: 32/1300
Hadden minder dan 1 jaar dienst: 23
Minder dan 5 jaar: 37
Minder dan 19 jaar: 19
Méér dan 10 jaar: 12
Spijtig dat raadslid Vandorpe niet heeft gevraagd naar het aantal verlaters per niveau van tewerkstelling. En of het om vastbenoemden gaat of contractuelen.
Maar uit de tabel blijkt wel nog een interessante vaststelling. Het is dus blijkbaar niet zo dat het aantal medewerkers vermindert, wat nochtans een zeer voornaam partij-programmapunt was van de VLD-Team Burgemeester.
Ter informatie nog de personeelsinzet in aantal voltijdse equivalenten (VTE) volgens de laatste aanpassing van het meerjarenplan voor het jaar 2020. We kiezen met opzet voor dat jaar omdat het werkelijk gaat om een telling van actuele waarden. Geen raming.
Stad: 699 VTE
OCMW: 329 VTE
VZW: 376 VTE
Totaal: 1.404 VTE
De 1270 koppen bij Stad én OCMW in 2020 komen dus overeen met 1.029 VTE. (Maar hier zitten ook de werknemers bij volgens art.60.)
Aanwerving nieuwe projectleiders mag niet ter sprake komen in de gemeenteraad
Vanavond om 19 uur alweer (virtuele) gemeenteraad.
En Helga Kints valt voor de zoveelste keer uit haar rol als objectieve, neutrale voorzitter van de Raad. Zij kiest alweer de rol van beschermvrouw van het schepencollege, de uitvoerende macht, – in plaats van op te komen voor de rechten van de gemeenteraad – bij wijze van spreken de wetgevende macht.
Even zo kort mogelijk vertellen waarover het gaat.
Stad zal op korte termijn (het is misschien al gebeurd) nieuwe, bijkomende projectleiders aanwerven. Drie voltijdse equivalenten. Volgens het meerjarenplan moet dit gebeuren om de realisatiegraad van de investeringen op te krikken.
(Ja, dat is zeker nodig! In het verleden zijn projecten niet kunnen doorgaan vanwege een tekort aan “capaciteiten“…)
Onafhankelijk raadslid (vroeger VB) Jacques Demeersseman wou daar wat meer over weten en diende daartoe een aantal vragen in. Bijvoorbeeld de vraag over hoeveel personen (koppen) de 3 VTE dan wel gaan. Over de projecten die zij zullen moeten leiden. Over de vraag wat er met die medewerkers zal gebeuren, eens de projecten zijn afgelopen. Over de bijkomende loonkost.
Allemaal puur informatieve ,legitieme vragen over een materie (personeelsbeleid) waarover de gemeenteraad zeker bevoegd is.
Maar nu.
Die vragen worden bestempeld als een” interpellatie”.
En volgens Helga Kints beantwoorden de gestelde vragen in het geheel niet aan de definitie van een interpellatie, zoals bepaald in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Volgens die definitie moet een interpellatie slaan op vragen van politieke aard over het bestuur van de stad, over een beleidskeuze en een actuele kwestie.
Dat is volgens de voorzitter met de voorgelegde vragen hier niet het geval. Onvoorstelbaar…
Daarenboven vindt zij dat de vragen over cijfermateriaal gaan, iets wat veel voorbereidend werk vergt om een deftig antwoord te kunnen formuleren. (Dat zou dan stof kunnen zijn voor een schriftelijke vraag.)
Onze Helga verklaart hierom de ingediende vragen als onontvankelijk.
Probeer dat maar eens aan iemand uit te leggen.
Komt er wat van,van dat wijkgezondheidscentrum? (2)
In een vorig stuk vroegen we ons dat af, gewoon omdat het project al geprogrammeerd staat sinds het begin van de eerste (vorige) bestuursperiode van de tripartite. Zelfs met een jaarlijkse budgettering. We horen er al negen jaar niks meer over.
Maar nu heeft er zich een nieuw feit voorgedaan waaruit men toch kan afleiden dat er nog altijd geen schot zit in de zaak.
Op 12 november van vorig jaar deed de Vlaamse regering namelijk een oproep om (tegen 17 december al) een draaiboek in te dienen over een pilootproject voor een brede eerstelijnspraktijk. Bekroonde dossiers zouden eventueel beloond worden met een maximale subsidie van 250.000 euro. We gaan dat geld nu missen zeker?
Ons schepencollege heeft immers beslist om géén dossier in te dienen, aangezien er zich nog verder onderzoek opdringt.
Nergens is vermeld welke voorwaarden of bewijstukken ontbreken om te voldoen aan de oproep.
De financiën zijn er: 70.400 euro in 2022 en 21.600 euro in 2023 zegt het College. (Voor 2023 staat er een bedrag van 29.600 euro in het meerjarenplan aan investeringen. En men vergeet de voorziene gewone uitgaven van 50.000 euro.)
Er is daarenboven ook al een pand voor zorgverstekkers aan de Drie Hofsteden in zicht.
Komt daarbij dat stad over goede argumenten beschikt om zich kandidaat te stellen voor een pilootproject “brede eerstelijnspraktijk”.
Uit het Kortrijkse “Plan voor sociale vooruitgang en tegen armoede (2020-2025)” blijkt dat één op vijf bevraagde personen aangeeft een bezoek aan de tandarts of huisarts uit te stellen omdat het teveel kost. (In een wijkgezondheidscentrum moet geen remgeld betaalt.)
Er is daarnaast nog – in samenwerking met de Gentse universiteit – in 2021 een “Community Diagnose gezondheid en eerstelijnsgezondheidsaanbod van de stad Kortrijk” opgemaakt. (Wie weet daarvan?)
Enkele bevindingen uit dit rapport.
– Het aanbod aan hulpverlening is versnipperd en vertoont tekorten.
– Er is een opvallende afwezigheid van multidisciplinaire groepspraktijken.
– Het aanbod aan psychologische hulpverlening en tandzorg is ontoereikend.
De beslissing om niet deel te nemen aan het pilootproject “omdat het dossier nog verder onderzoek vergt” begrijpen we dus niet.
Stel u voor dat er geen Kortrijkse artsen en andere zorgverleners willen meewerken? Of ziekenkassen?
Komt er daar eigenlijk nog wat van, van dat wijkgezondheidscentrum?(1)
Waarom vragen we ons dat af?
Wel, vooreerst omdat de tripartite dit al negen jaar wil realiseren.
De oprichting van een wijkgezondheidscentrum was al een programmapunt in het eerste bestuursakkoord van de nieuwe stadscoalitie. Zie “Plan Nieuw Kortrijk”, p.23. Het was meer speciaal een dada van de OCMW-voorzitter Philippe De Coene (SP.A). Niet verwezenlijkt in die eerste bestuursperiode. In het programma van deze legislatuur 2019-2024 is er weerom sprake van. Zie “Kortrijk Beste Stad van Vlaanderen”, p. 34.
In het meerjarenplan 2020-2025 is er trouwens uitdrukkelijk een actieplan 5.7.4 uitgestippeld met een budget.
We geven dat nu al mee omdat de cijfers merkwaardig verschillen van wat het College nu blijkbaar denkt te besteden. Vergelijk met ons even mee…
Actieplan
2020
29.947 euro uitgaven
Geen investeringen en geen ontvangsten.
2021
Eerst 50.000 euro uitgaven, na eerste aanpassing 20.000, daarna 30.000 euro.
Geen investeringen, geen ontvangsten.
2022
50.000 uitgaven.
70.400 investeringen
Geen ontvangsten.
2023
50.000 uitgaven
29.600 investeringen
Geen ontvangsten
2024
50.000 uitgaven
Geen investeringen, geen ontvangsten.
2025
50.000 uitgaven
Geen investeringen, geen ontvangsten
Investeringsproject Meerjarenplan 2020-2025
Totaal voor de hele periode: 100.000 euro. Dat klopt dus niet.
De onderverdeling is ook maar raar:
– Terreinen en gebouwen: 100.000
– Infrastructuur: 85.000
– Leasing en soortgelijk rechten: 15.000
Maar laat ons nu eens kijken naar wat volgens het College de huidige stand van zaken zou kunnen zijn.
Projectjaar 1 (Welk jaar is dat?)
Het zakelijk recht bekomen op een beuk op de benedenverdieping van De Buildings.
Oppervlakte: 115 m². Huur 100 euro per m² en per jaar + BTW
Infrastructuurwerken: 1.500 euro per m³. (Reken maar uit.)
Projectjaar 2
– Ingebruikname van het pand
– UItbouw samenwerking met gezondheidsactoren
– Installeren zorgnetwerk Kortrijk Oost (wijk Drie Hofsteden)
– Uitwerken praktijkpunt mondzorg met tandartsen
– UItbouw samenwerking met eerstelijnspsycholoog
Over ontvangsten is geen sprake, maar de zorgverstrekkers althans zouden een huur moeten betalen voor het gebruik van de faciliteiten.
En zal men een projecttoelage missen van mogelijk 250.000 euro?
Volgende keer meer daarover.
Het College verwijst nog naar de beschikbare budgetten volgens het meerjarenplan. Ook niet helemaal juist….
Al gehoord van het Durffonds 2030 ?
Het wordt nu toch hoog tijd!
Wat u wel al enigszins weet is dat Kortrijk een gooi doet naar de titel van Culturele Hoofdstad van Europa in het jaar 2030.
Stad is bereid om daar veel geld tegenaan te gooien. En dat zal nodig zijn want er zijn welgeteld (oorspronkelijk toch) 193 kandidaten, waaronder 7 Belgische steden (met bijv. Gent en Brussel!). De beslissing over de vraag welke steden de titel in de wacht slepen valt in 2026, maar het dossier moet minstens al klaar zijn in 2024.
Er is geen tijd meer te verliezen.
Vandaar dat er nu vanuit het pand Broelkaai 6 (waar vroeger het stadsmuseum was ondergebracht) een platform DURF2030 wordt uitgebouwd dat wil onderzoeken hoe we “via kunst en creativiteit het maatschappelijk weefsel in onze stad en regio kunnen versterken”.
DURF2030 wil een open platform creëren waarin zowel burgers (creatievelingen) als organisaties, ondernemers, overheden, onderwijsinstellingen, verenigingen, enz. kunnen participeren. Dit kan in verschillende vormen (ideeën, tijd, expertise, geld,…) of verschillende niveaus (strategisch, operationeel, …).
Stad speelt hierin een faciliterende rol door infrastructuur en personeel (diensten) ter beschikking te stellen.
Maar koken kost geld. Vandaar dus dat er een DURFFONDS2030 wordt opgericht, beheerd door het Streekfonds West-Vlaanderen. (Dat Streekfonds – waar een klein handvol Kortrijkanen al van hebben gehoord – wordt op zijn beurt beheerd door de Koning Boudewijntichting..)
Met dit projectfonds wil men extra middelen (geld) genereren om concrete “impactprojecten” te realiseren.
Stad voorziet alvast zelf een jaarlijkse toelage van 40.000 euro aan het DURFFONDS op een rekeningnummer van de Koning Boudewijnstichting.
Resultaten van de bovengrondse parkings in 2020 (3)
Om het simpel te houden geven we enkel de saldo’s.
Ze zijn allen positief uitgenomen:
P. Expo: – 12.120 euro (slechts 9.185 euro ontvangsten)
P. KA17: -5.183 euro (veel uitgaven: 29.249 euro)
P. Weide heeft zogezegd een negatief saldo: – 86.555 euro
Maar dat komt omdat men de “financieringskost” (254.896 euro) als een uitgave beschouwt, wat eigenlijk niet juist is.
Als men die kost (want dat is het!) niet meerekent is het saldo wél positief, en zéér goed zelfs: +168.341 euro.
P. Station is een speciaal geval. Enkel uitgaven (-5.478 euro) en géén ontvangsten. Wel een financieringskost van 79.874 euro.
In volgorde van dalende grootte, de positieve saldo’s:
P. Broeltorens: +175.974 euro (ontvangsten hoog: 189.751 euro)
P. Weide: +168.341 (ontvangsten: 178.911)
P. Haven: +57.932 (ontvangsten: +92.997)
P. Nieuwstraat: +34.777
P. O.L-Vrouwstraat: + 22.890 (géén uitgaven!)
P. Kasteelstraat: +16.968
P. Dam: +11.864
P. Sint-Denijsestraat: + 3.419
P.S. (1)
In het vorige stuk over de ondergrondse parkings maakten we grove fout, – die is intussen rechtgezet.
Zonder de afschrijvingskosten (dat zijn geen uitgaven, maar een KOST) maken die parkeergarages wel degelijk winst.
De parking onder het winkelcentrum maakt wel blijvend verlies want we betalen een jaarlijkse huur van 1 miljoen; Stad is geen eigenaar. In juridische termen kan men spreken van een leeuwenbeding!
P.S. (2)
De ontvangsten van het straatparkeren kennen we niet. Staan niet in het meerjarenplan.