Vandaag publiceerde onze “Wetstraat Insider” Wouter Verschelden (online) een interview met voorzitter Conner Rousseau.
Antwoord van Conner, voorzitter van de beweging genaamd “Vooruit”, op een ietwat ongemakkelijke vraag: “Ik zeg zoveel dat ik dat niet meer weet.”
Ja, heeft niets met Kortrijk te maken, maar me dunkt toch te onthouden. Kan nog van pas komen.
Monthly Archives: december 2022
Dat “Tijdloze” VRT-evenement van hieruit gemaakt en uitgezonden brengt stad Kortrijk “de facto” geld op !
De gazetten reppen daar weer niet over, maar als ‘t goed is zeggen wij het ten minste ook !
In het stadspark ‘t Plein verzorgt Studio Brussel in de week van 26 tot en met 30 december zijn befaamde uitzending genaamd “De Tijdloze Countdown” van de 100 “beste” muzikale stukken. Een muzikale eindejaarslijst. Digitaal te beluisteren. Canvas wijdt er van uit de Budafabriek ook (zes) live TV-uitzendingen aan (wel op de dag na de opname).
De inbreng van Stad voor van alles en nog wat (bijv. hotelkosten, catering) zou 120.000 euro bedragen.
Maar daar staat heel wat tegenover. Reclame voor het evenement en dus ook voor Stad.
TV-campagnes (commerciële spots op Canvas en VRT MAX), integratie van Kortrijk in trailers en generieken, nieuwsbrieven van Studio Brussel) en niet te vergeten de uitzendingen – in prime time dan nog – vanuit Kortrijkse locaties.
De totale commerciële waarde van dit alles wordt geschat op 320.000 euro.
Goed zo !
Zo zien we het graag ! Virtueel is eigenlijk “de facto”.
De vaste inkomsten van IMOG (3)
In een vorige editie van deze alternatieve stadskrant las u wat Kortrijk per jaar bijdraagt aan de de kosten van Imog. Gemakkelijk te onthouden: dezer dagen zowat 45 euro per inwoner.
En – eerlijk gezegd – we wisten waarlijk niet dat het grootste deel van wat IMOG jaarlijks ontvangt van zijn (11) deelnemende gemeenten eigenlijk statutair (vast) is bepaald.
Hoe dan?
We zochten de meest recente gecoördineerde tekst van die statuten op. Dat is dan de 19de wijziging, vastgelegd in de Algemene Vergadering van 17 mei 2022 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20.09.2022.
Ja, om te beginnen bepaalt art. 10 van die statuten al dat het eigen vermogen van de “opdrachthoudende vereniging” ooit is vastgelegd op 247.893,92 euro en bestaat uit nominatieve aandelen van 24,79 euro.
Art.12 zegt dat de inbreng per inwoner bij de oprichting (9 september 1969) 2,4789 euro bedroeg.
Wat Kortrijk betreft is het aantal aandelen A bepaald op het aantal inwoners op 1 januari 2019: 76.701 in aantal. Stad is de grootste aandeelhouder met 127.356 stuks op een totaal van 407.802. Onze “onbeschikbare” inbreng bedraagt 80.706,65 euro en het variabele gedeelte 3.076.498,17 euro.
Maar nu, dat art. 17.
Daarin lezen we dat de deelnemende gemeenten er zich toe verbinden om ieder jaar aan de vereniging een bijdrage te storten ter dekking van de werkingskosten, en daarin zijn begrepen de financiële lasten van de leningen, de kosten van algemeen bestuur en de exploitatiekosten.
Wat zijn dan de normen?
1. Kosten van algemeen bestuur, bestuurskosten:
– 35% gelijk te verdelen tussen de aangesloten gemeenten;
– 65% te verdelen pro rato van de bevolking van elke gemeente.
Dit alles met dien verstande dat de maximumbijdrage van deze voornoemde kosten is vastgesteld op een gemiddelde van 1,75 euro per inwoner.
2. Exploitatiekosten:
2.1. Exploitatiekosten voor andere activiteiten dan de huisvuilverbranding.
Deze kosten worden verdeeld in verhouding tot de geleverde prestaties, aan de hand van eenheidsprijzen die jaarlijks door de Raad van Bestuur worden vastgelegd. En die prijs mag gemiddeld niet groter zijn dan 0,15 euro per kilo afval dat door de vereniging in haar eigen installaties wordt opgenomen en verwerkt of afgevoerd naar andere installaties. Voor het klein en gevaarlijk afval (KGA) is de maximumprijs 2,25 euro per kilogram.
2.2. Exploitatiekosten specifiek voor huisvuilverbranding.
Even opletten: de financiële en leningslasten zijn hier inbegrepen !
De maximumbijdrage voor de huisvuilverbranding is voor iedere gemeente vastgesteld op 31 euro per inwoner en per jaar.
De verdeling van deze kosten is wel ingewikkeld.
Ja, die verdeling gebeurt per gemeente op basis van de bediende bevolking én is natuurlijk afhankelijk van de voor verbranding aangeboden hoeveelheden van restafval. Maar wat is brandbaar restafval? Alle afval volgens de meest recente Vlarea en zijn aanpassingen. (Maar er is toch ook restafval dat wordt gedeponeerd? Deponie !)
En wat zijn de hoeveelheden restafval? Dat zijn de werkelijk voor verbranding aangevoerde hoeveelheden tijdens het eerste semester van het werkingsjaar dat aan het begrotingsjaar voorafgaat, te vermenigvuldigen met twee. Wat raar hé? En wat er dan gebeurt bij begrotingswijzigingen, daar wagen we ons niet aan.
O ja.
– Er zijn ook nog heffingen en/of belastingen op de afvalverwerking in eigen installaties die Imog moet innen (NIET zelf betalen!) in opdracht en ten gunste van de hogere overheid. Die worden – per inwoner en per gewogen hoeveelheid of getelde eenheid – supplementair aangerekend.
– Noteer ook nog dat de aangegeven plafondbedragen per aanvang van een nieuwe legislatuur worden geïndexeerd.
– Imog heeft nog inkomsten uit commerciële activiteiten. (Daar kunnen we het nog over hebben.)
– Wat gebeurt er met de te bestemmen winst? (In 2021 niet minder dan 2,24 miljoen!) Die gaat naar de beschikbare reserves OF wordt geheel of gedeeltelijk overgeboekt. De vennoten krijgen geen dividenden uitgekeerd.
Eventueel verlies wordt afgenomen van de reserves, en als die ontoereikend zouden zijn gaat dat negatief saldo naar het volgende boekjaar.
Zo.
We weten nu wat meer om een keer een balans te bekijken.
Wanneer krijgen we de jaarrekening 2022 te zien en het budget 2023?
Imog schrijft een nieuwsbrief… (2)
Zoals ieder rechtgeaard geïnteresseerd burger is onze gemeenteraadwatcher geabonneerd op de elektronische nieuwsbrief van IMOG, onze “Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen”.
Tenslotte betaalden Kortrijkzanen allemaal per inwoner (baby’s inbegrepen) en vervuiler of niet vorig jaar 45,5 euro aan de organisatie.
Het was dan ook nieuwsgierig uitkijken naar de eerste editie, volgend op de belangrijke Buitengewone Algemene Vergadering (BAV) van 20 december laatsleden, waarin dus ook de cruciale beslissing moest genomen worden of het huisvuil nu om de week of om de twee weken zou worden opgehaald.
Die editie kwam onverwacht vlug terecht op ons e-mailadres, alreeds op vrijdag 23 december om 16u42.
En wat konden we lezen over die belangwekkende BAV ? De vier punten van de agenda.
Met daaronder dan de korte mededeling:
– dat het eerste punt van de agenda (strategie, beleidsplan, actieplan 2023) werd goedgekeurd in oktober (geen datum of bestuursorgaan vermeld);
– dat het tweede punt van de agenda (de aangepaste begroting 2023) “na heel wat inspanningen en overleggen” met de vennoten door de Raad van Bestuur werd goedgekeurd op 15 november.
En daarmee moeten we het dus stellen. Nadat we (net als de raadsleden uit de gemeenten-vennoten) eind september via de pers konden vernemen dat IMOG zich geconfronteerd ziet met een méérkost van 4 miljoen vanwege stijgende loon- en energiekosten.
IMOG und kein ende…(1)
Eind september vernamen raadsleden en zelfs burgemeesters van de betrokken 11 gemeente-vennoten tot hun verbazing via de gazetten dat ook de afvalintercommunale IMOG (met die verbrandingsoven en torenhoge schouw in Harelbeke) af te rekenen had met de stijgende inflatie en oplopende loonkosten. Gesteld werd dat de intercommunale binnen een periode van drie jaar zeker zou aankijken tegen 4 miljoen méérkosten.
Een concreet probleem lag in het feit dat onderaannemers voor het ophalen van restafval veel duurdere prijzen zouden aanrekenen. En één ervan ( Cogetrina? Callens Reiniging? A3 Verhuur?) zou er zelfs mee gedreigd hebben de werkzaamheden stop te zetten.
Burgemeesters in paniek !
Want als gevolg hiervan zou de kostprijs voor het ophalen van huisvuil per inwoner gemiddeld stijgen van 48 naar 64 euro. Voor menige gemeentekas moeilijk te dragen en politiek bekeken ook een onmogelijke zaak om die kost te verhalen op de burger.
Imog had wel een voorstel tot besparing in de aanbieding.
De inzameling van huisvuil zou vanaf april 2023 pas om de twee weken gebeuren.
Begin december dan kwamen de burgemeester van betrokken gemeenten in spoedoverleg bijeen en verklaarden zich naar verluidt (verslag onbekend) unaniem akkoord met die maatregel. Dus buiten de geijkte kanalen, namelijk de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering. Maar alras bleek dat Kortrijk en Kuurne en Harelbeke en Waregem op hun beslissing terugkwamen.
Voor kortrijkwatcher is heel de heibel een reden om een keer na te gaan wat Stad jaarlijks zoal betaalt aan IMOG. Omgekeerd, hoe het zit met de financiële toestand bij Imog.
Eerst wel even zeggen dat het ophalen van huisvuil in Kortrijk gebeurt door een eigen stadsdienst.
In een raadscommissie van 6 december werd gezegd dat er daarvoor als personeel 9 voltijdse equivalenten (VTE’s) in de weer zijn en dat ons dat – inclusief het wagenpark – 674.000 euro kost. (Jaar niet aangegeven.)
Op de vraag naar de impact van een mogelijke tweewekelijkse inzameling kon men geen antwoord geven.
Evenwel staat er in de toelichting bij de laatste aanpassing van ons meerjarenplan wel degelijk dat men inzake afvalbeheer alreeds de nieuwe ramingen uit het ontwerp-budget 2023 van Imog heeft toegepast. En dat dit netto een malus van 405.000 euro impliceert. De assumptie is dan dat die meerkost kan geneutraliseerd door “optimalisatie binnen Imog” en door extra ontvangsten voor het opruimen van zwerfvuil. Het is onze burgemeester – nog altijd bevoegd voor ‘afval’ – en onze schepen van Financiën blijkbaar even ontgaan.
Soit.
Stad Kortrijk bezit 127.358 aandelen (op een totaal – bij de 11 gemeenten – van 407.802 stuks) ter waarde van 3.157.204 euro (per 31 december 2021).
Onze deelname in de werkingskosten van Imog bedraagt (statutair bepaald) voor:
– 2020: 3.440.567 euro
– 2021: 3.461.187 euro
– 2022: 3.287.222 euro
– 2023: 3.759.622 euro (is dit de aanpassing aan het nieuwe budget van Imog?)
Daarnaast betalen we nog inzake beheerskosten in:
– 2020: 78.235 euro
– 2021: 79.193 euro
– 2022: 83.772 euro
– 2023: 80.777 euro
Volgende keer wat over de financies bij Imog. Volgens de jaarrekening 2021, dus ware cijfers, geen ramingen.
Niet vergeten !
Morgen, dinsdag 20 december om 19u30 (voor veel lezers is het al vandaag zeker?) is er Buitengewone Algemene Vergadering van ons aller afvalbedrijf IMOG met verbrandingsoven in Harelbeke. Locatie: Kortrijksesteenweg 264. (In de streek hier heeft men het over de “Gentse Boane“.)
Belangrijke punten op de agenda:
– Strategisch plan, beleidsplan, actieplan voor volgend jaar;
– Budget (= begroting) 2023.
In tegenstelling met wat velen nog altijd denken is zo’n Algemene Vergadering van een intercommunale publiek! Iedereen mag daar naartoe, je moet absoluut geen raadslid zijn of zo.
Als u gaat, let er dan eens op of onze Kortrijkse gemeentelijke en gemandateerde afgevaardigden er wel aanwezig zijn, wat ze al of niet zeggen en wat hun stemgedrag is.
Immers als zij bijv. onverkort het beleidsplan of – nog beter – het budget goedkeuren, dan houdt dat in dat zij aanvaarden dat ons restafval ergens vanaf volgend jaar pas om de twee weken zal gebeuren. En andere besparingen !
P.S.
In een volgende editie hebben we het even over IMOG.
Wat wordt de parkeercapaciteit na de heraanleg van de Leieboorden kant Dolfijn- en Kasteelkaai en anderzijds de Reepkaai?
De gemiddelde Kortrijkzaan is daar zeer nieuwsgierig naar, terwijl de schepen van mobiliteit (en “Vooruit”) Axel Weydts helemaal niet scheutig is met informatie hieromtrent. (VB-raadslid Carmen Ryheul heeft na wat aandringen nauwkeurige details over de situatie kunnen in de wacht slepen.)
Het plan is dus om van de Reepkaai een wandelweg te maken met pontons voor de pleziervaart. Aan de kant van het stadscentrum komt er op de Kasteelkaai een tuin van 1.000 m² groot en wordt de Dolfijnkaai ook een wandelweg met de nodige terrasjes.
Wat is de huidige parkeercapaciteit in de projectzone?
– Reepkaai: 33 parkeerplaatsen, waarvan 5 voor MV, 8 voor BW en 20 genaamd KOR1.
– Kasteel- en Dolfijnkaai: 114 parkeerplaatsen waarvan 6 genaamd P30, 6 MV, 4 EV en 98 KOR1.
Totaal: 147 betrokken parkeerplaatsen in het geding.
Wat brengt de toekomst inzake parkeercapaciteit?
– Reepkaai: nog 16 parkeerplaatsen.
– Kasteelkaai: nog 14 initieel, maar dat kan herleid tot 12, afhankelijk van herbestemming van panden (bijv. VDAB).
– Dolfijnkaai: nog 7 plaatsen.
Totaal: nog 35 parkeerplaatsen beschikbaar, maar initieel 37.
Er verdwijnen dus 112 parkeergelegenheden, in volle centrum.
Schepen Weydts is nog in beraad over de toewijzing, de onderverdeling van de overblijvende plaatsen voor BW, MV of P30. Voor wie in die buurt nog zou zoeken naar een parkeergelegenheid (bijvoorbeeld om een gazet of een broodje te kopen) verwijst hij naar de bestaande alternatieven.
P.S. (1)
Hoe zit dat eigenlijk met dat (befaamde) frietkot vlakbij de Leiebrug? Men zoekt blijkbaar nog naar een “oplossing”…
P.S. (2)
Schepen Weydts zegt op FB van vandaag 14/12 naar aanleiding van een vraag van een lezer die moeizaam te been is en zich afvraagt hoe hij nog in het stadhuis kan geraken dat hij voor dit probleem wel plaatsen wil voor voorzien.
Quote van de dag: “Daar kan ik niet op antwoorden”
Gisteren, maandag 12 december, was het weer eens gemeenteraadsdag.
Er is al een zitting geweest deze maand, en nog wel een heel belangrijke. Die ging namelijk over een (derde) aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, concreet dus over de meer accurate uitgaven en ontvangsten voor dit en volgend jaar. In de kranten kon u daarover ongeveer niets lezen, want te moeilijk en te lastig voor onze gazettenschrijvers. (In het weekblad “De Krant van West-Vlaanderen” zelfs geen woord.)
Dat even tussendoor. Het moest onze gemeenteraadwatcher even van het hart. Sorry, sorry.
In een gemeenteraad (en tevens in de raadscommissies) kunnen raadsleden ook mondelinge vragen stellen die niet op voorhand zijn ingediend. Die gaan dan over een actueel gebeuren en zijn meestal geïnspireerd door een of ander probleem(pje) dat de raadsleden op de schoot kregen geworpen door een Kortrijks burger.
VB-raadslid en parlementariër Wouter Vermeersch had twee vragen bij.
Hij had ze nauwelijks beëindigd of hij kreeg al – zoals altijd – een berisping van voorzitster Helga Kints.
Zij wees er hem op dat zo’n mondelinge vraag volgens het huishoudelijk reglement maar één minuut kan duren. (Hij was wel enkele seconden over tijd hoor, maar dit soort terechtwijzingen krijgt bijvoorbeeld praatvaar schepen Philippe De Coene misschien één keer op honderd en raadslid Jean de Béthune helemaal niet. Want voor een gedeputeerde edelman heeft zij echt wel een vorm van onderdanig ontzag. Zo is zii wel. Dat hoort nu eenmaal bij haar persoonlijkheidsstructuur…)
Helga kan het optreden van oppositieraadslid Vermeersch absoluut niet smaken. Eigenlijk duldt zij het niet. Zo erg is het met haar objectiviteit gesteld. Dus had zij nog een reprimande bij de hand, onmiddellijk na de twee vraagstellingen. Zij wees er Vermeersch op dat mondelinge vragen géén onderwerp kunnen zijn van een debat.
Alsof dat hier het geval was.
Maar voorzitster Helga is leep genoeg om al op voorhand – nog voor er een antwoord zou komen – het schepencollege uit de wind te zetten.
Oei.
We dwalen weer af. Sorry.
Wat waren nu de vragen van raadslid Vermeersch? Tweemaal dezelfde eigenlijk.
Actievoerders van zowel Hoog-Kortrijk als van Marke hadden hem laten weten dat zij nog altijd worstelen met problemen en met vragen blijven zitten. (De pers staat er overigens vol van.) De eerste groep bijvoorbeeld met dat beruchte detentiehuis en windmolens, de andere ruziemakers met de fameuze ‘knip’ aan de brug tussen Bissegem en Marke.
Nu wou Vermeersch dus eenvoudig weten of het bestuur daar nog wel eens wou over communiceren. Op een of ander manier wou reageren. Hoe en waar?
En nu het antwoord van de meest passende, bevoegde bewindvoerder. Uit de aard van de zaak: de burgemeester. DE verpersoonlijking van het gevoerde politieke beleid, nu en in de toekomst.
RUTHIE dus, nog altijd waarnemend burgemeester
Haar antwoord? “Daar kan ik niet op antwoorden. We gaan dat uitzoeken.”
Sorry.
P.S.
Is Ruth Vandenberghe eigenlijk wel burgemeester?
Niet voor niets begint men haar te beschouwen als “miss Kortrijk”.
Over de framing of verlakkerij rondom dat nieuwe Groeningepark (3)
Even recapituleren.
Op 1 december hielden de schepenen van mobiliteit, stedenbouw en klimaat een persmoment over het feit dat de werken voor het nieuwe park aan de Groeningelaan starten, want men zou alras beginnen met de ontharding van de bestaande parking aldaar.
Het belangrijkste nieuws was wel dat het project 1.230.000 euro zou gaan kosten, maar ja – er zijn een aantal elementen uit dat project geschrapt omwille “budgettaire uitdagingen en grote prijsstijgingen van materialen”.
Onze gazettenschrijvers nemen daar dan notitie van.
In dat verband deed onze gemeenteraadwatcher al in een vorige editie een warme oproep naar die reporters toe om wat de bewindslieden als “alternatieve feiten” (framing) presenteren altijd eerst te factchecken met wat over het onderwerp eventueel is vermeld in de elektronische stadskrant “Kortrijkwatcher”. Dat bespaart de reporters veel werk.
Nog een keer een overzicht van de kostprijzen voor dat project, zoals te vinden is via officiële bronnen.
– Oorspronkelijke raming, openbaar gemaakt door schepen Bert Herrewijn in augustus 2020: 450.000 euro. (In werkelijkheid was het wat minder: 438.657,37 euro.)
– Voorontwerp (schepencollege, oktober 2021): 899.344,75 euro, of 1.088.207,15 euro, inclusief BTW.
– Raming (wijze van gunnen, gemeenteraad 13 juni 2022): 1.330.038,26 euro, inclusief BTW.
– Gunning van de werken (schepencollege 19 september 2022): 1.649.326,23 euro, inclusief BTW.
En nu moet u nog dit weten om helemaal van uw stoel te vallen.
Op 1 december verklaren drie schepenen op een open-lucht-persmoment zonder verpinken, zonder enige nadere toelichting dat het werk 1.230.000 euro zal kosten en, – luister goed: diezelfde schepenen hebben op 14 november de derde aanpassing van het meerjarenplan goedgekeurd met een aangegeven bedrag van 1.256.518 euro. Zij deden (bevestigden) dat bedrag uit het meerjarenplan nogmaals in de gemeenteraad van 5 december laatsleden.
Verschil met de persmededeling: 26.518 euro.
Kunnen we dat nog als “framing” bestempelen ? Kunnen we niet beter spreken over misleiding, verlakkerij, verneukerij?
Nu ja, we blijven coulant en hebben het even over…
De framing inzake de merkwaardig hoge prijs.
Die prijs is dus te wijten aan “budgettaire uitdagingen”.
Tja, om ons budget de komende jaren in evenwicht te houden moeten we alleszins 53 miljoen euro besparen, vooral inzake investeringen. Een hele serie projecten worden daarom opgedoekt of minstens uitgesteld. In het project Groeningepark is het aanbrengen van een luifel vanwege de dure prijs geschrapt. (Noteer: bij de gunning van de werken in september is geconstateerd dat het voorziene budget met 421.311 euro is overschreden! Staat allemaal niet in de gazetten.)
De schepen zeggen niet hoeveel hiermee wordt bespaard. Vergeten ook te vertellen aan de gazettenschrijvers dat er al een fameus onderdeel uit het project is verdwenen: de omgevingsaanleg rondom het standbeeld “De Maagd van Vlaanderen”.
Andere verontschuldiging die als ‘framing’ moet dienst doen om die gigantische kostprijs te verantwoorden is de opmerking dat men heeft op af te rekenen met grote prijsstijgingen inzake materialen.
Ja, weet u hoe dat komt?
Dat komt door de trage timing. Het voornemen om de parking in de Groeningelaan om te vormen tot een park (van een voetbalveldje groot) dateert al van augustus 2020 en verloopt in niet minder dan 7 fasen. De gunning van de werken is pas gebeurd in september van dit jaar en die werken zullen duren tot in de zomer van volgend jaar.
Een slakkengang van drie jaar is dat! Natuurlijk heeft men dan bij een dergelijk “malgoverno” af te rekenen met een vorm van volstrekt ‘nodeloze’ inflatie.
De framing inzake de inflatie
De schepenen vertellen dat niet.
Nu is iedereen is het daarover eens dat een aspect van een zaak verzwijgen in feite neerkomt op een vorm van liegen. Het gaat om méér dan framing.
We houden ons nu even aan de cijfers over de kostprijs, zoals daadwerkelijk en contractueel is overeengekomen bij de gunning van de werken (College van 19 september van dit jaar, agendapunt 7).
Zoals al aangestipt zijn de werken gegund aan de firma GROWEBO uit Gullegem voor 1.649.326,23 euro. (We hebben absoluut geen weet van enige contractuele wijziging van die offerte.)
Ten overstaan van de raming gaat het om een meerprijs van 309.657 euro oftewel 23,1 procent.
Die raming dateert van juni. Zo bekeken hebben we dus tussen juni en september als het ware te maken met een inflatie (het College heeft het wel eens over een ‘conjunctuurstijging’) van 23,1 procent !
Beschouw deze vaststelling maar als een vorm van demagogie. Jawel. Doe maar.
Maar gelieve u dan ook in herinnering te brengen dat schepen Bert Herrewyn in augustus 2020 het bij voorstelling van het project – met tromgeroffel – had over 450.000 euro.
Framing over de timing
Dat moeten we wel nog even vertellen, aangezien de schepenen dit gemakshalve ook weer vergaten te doen.
Van de Vlaamse regering krijgt stad een onthardingspremie van 250.000 euro.
Waarom is men nu eindelijk en te vierklauwen, nog vlug dit jaar in december, gestart met de werken? En waarom is de inhuldiging van het park voorzien in de zomer van volgend jaar?
Omdat men anders de onthardingspremie zou verliezen ! Men krijgt die namelijk pas als het gesubsidieerde werk nog dit jaar in 2022 van start gaat en afgerond wordt tegen juli 2023.
Zo, nu weet u dat alweer.
O ja.
Nog wat roddel over die kostprijs.
Die is wat hoger geworden dan oorspronkelijk voorzien ook al omdat men (twee?) camera’s gaat placeren. En de prijs van de fietsenstalling (32.211 euro, geraamd) is verschoven naar het PARKO-budget.
P.S.
Als het goede zeggen we het ook.
In die offerteprijs van GROWEBO van 1,6’4 miljoen euroots steken dus ook de kosten van een buurtfietsentalling (32.211,42 euro) en de heraanleg van een stukje Groeningelaan (60.169,14 euro).
Over de framing of bedotterij inzake het Groeningepark (2)
(Over het begrip framing, zie vorig stuk.)
Op 1 december laatstleden kon u zowel in regionale katernen (of online) van HLN als HN als het weekblad de KvW vrijwel identieke artikels lezen over het feit dat Stad eindelijk werk zal maken van de aanleg van een nieuw park aan de Groeningelaan, dat is vlakbij het woonzorgcentrum Sint-Carolus. Die stukken zijn niet enkel inzake woordgebruik ongeveer identiek, maar zelfs in de titel leggen ze gelijklopend, eensluidend de klemtoon op hetzelfde feitelijk gegeven, met name de oppervlakte van de ontharding van de bestaande parking aldaar.
Tja. Dat wijst dus al op één iets: de betrokken gazettenschrijvers hebben trouwhartig – zeg maar slaafs – opgetekend wat de drie aanwezige schepenen op een persmoment in openlucht, ter plekke aan de Groeningelaan netjes ter info in een persmap hebben aangereikt. Of datgene wat praatvaar schepen Axel Weydts mondeling heeft toegelicht en benadrukt. (Zoals we hem kennen zal hij wel de woordvoerder van het gezelschap zijn geweest.)
De framing over de kostprijs van het nieuwe aan te leggen park
De krant HN houdt het bij een eenvoudig, afgerond cijfer: de realisatie van het project kost ons 1,2 miljoen euro. HLN is ietwat nauwkeuriger: het zaakje kost ons 1.230.000 euro.
Dat klopt dus niet met (twee) officiële bronnen.
– Volgens de derde (en meest recente) aanpassing van het meerjarenplan (MJP) kost de aanleg van het park 1.256.518 euro. Dat is dus 26.000 euro meer dan door de schepenen werd gezegd op dat persmoment van 1 december. Dat is meer dan zomaar een beetje afronden van een getal. Bedrieglijk is dat het bedrag uit het MJP door dezelfde schepenen van het persmoment van 1 december is goedgekeurd in het College van 14 november.
We kunnen van die kostprijs dan nog de subsidie van 250.000 euro aftrekken. Dan krijgen we een netto-kost van 1.006.518 euro. Weerom een ander bedrag dan de verzamelde schepenen ons voorspiegelen.
– En wat heel die beweerde kostprijs nog sterker ondermijnt is dat de werken ergens in september (de 19de) door het College werden gegund voor een bedrag van 1.689.176,79 euro aan de firma “Maatschap GROWEBO” uit Gulegem.
Geen van de drie aanwezige journalisten die verslag uitbrachten van dat persmoment heeft dat bedrag even opgeworpen. Bizar. (In hoofde van de schepenen vooral.)
En natuurlijk.
Géén van de gazettenschrijvers bracht het op om er even aan te herinneren wat zijzelf dan nog indertijd hebben geschreven. HLN had het ooit (augustus 2020) over 450.000 euro als kostprijs, nog wel genoteerd op aanwijzing van een triomfantelijke schepen Bert Herrewijn. (In werkelijkheid ging het om 438.657,37 euro.)
Een professionele journalist is toch in staat om te weerstaan aan misleidende framing van bestuurders?
Moet toch kunnen wijzen op beunhazerij? Het malgoverno in dit project.
Een soort “re-framing” of “contra-framing” door de pers kon bijvoorbeeld nog wijzen op de ongelooflijk verschillende kostprijzen die sinds 2020 zoal werden kond gedaan.
Ongelooflijk maar waar. Dat oorspronkelijk bedrag van 438.000 euro stond in maart van dit jaar nog op de website van stad. Elders op die website vonden we ooit een keer iets van 1,1 miljoen, zonder BTW. Over een of ander voorontwerp: 899.344,75 euro, ook zonder BTW.
En dan had je nog de kostprijzen zoals vermeld in de opeenvolgende jaarplannen. Oorspronkelijk (begin 2020): 1 miljoen. Eerste aanpassing: 1.026.517 euro. Tweede evenals derde aanpassing: 1.256.517 euro. (In de derde aanpassing gaat het vooral om wijzigingen in de jaarlijkse uitgaven en ontvangsten voor het project. Even opmerken dat er nog uitgaven komen in het budget van het jaar 2025.)
De framing over de subsidie
Die ontvangst bedraagt 250.000 euro. Juist. De framing hier bestaat erin dat men daar ferm de nadruk op legt. Men gaat er fier over. Hoe is men daaraan geraakt? Door de ‘aanleg van een park’ in een juridische terminologie aan te duiden, in alle dossiers steevast om te zetten als een “onthardingsproject“. Dan kan men namelijk subsidie van de Vlaamse regering krijgen in het kader van de actie “Vlaanderen breekt uit”. Wel goed bedacht.
We moeten daar straks wel nog iets over zeggen, in verband met de timing.
De framing over de kostprijs van het ontwerp
Hier is de framing weer zeer frappant: men rept er gewoon niet over !
Eén keer konden we daar een bericht over vinden. HLN van 2 augustus 2020 had het bij monde van schepen Axel Weydts over 66.516,73 euro. Gegund aan het studiebureau Cnockaert uit Wervik. Dat is twee jaar geleden. Intussen zal dit bedrag vanwege de inflatie wel zijn opgelopen. Het studiebureau liet zich ook bijstaan door Katinka ‘t Kindt, een landschapsarchitecte. (Ons eigen personeel kan dat blijkbaar niet aan. Dat park is een voorschoot groot.)
In het MJP vinden tot op heden één keer een exploitatie-uitgave. In het jaar 2021: 17.885 euro. Zou dat een soort voorschot kunnen geweest zijn voor het bureau Cnockaert?
.
(Wordt vervolgd.)