In een vorige editie van deze alternatieve stadskrant las u wat Kortrijk per jaar bijdraagt aan de de kosten van Imog. Gemakkelijk te onthouden: dezer dagen zowat 45 euro per inwoner.
En – eerlijk gezegd – we wisten waarlijk niet dat het grootste deel van wat IMOG jaarlijks ontvangt van zijn (11) deelnemende gemeenten eigenlijk statutair (vast) is bepaald.
Hoe dan?
We zochten de meest recente gecoördineerde tekst van die statuten op. Dat is dan de 19de wijziging, vastgelegd in de Algemene Vergadering van 17 mei 2022 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20.09.2022.
Ja, om te beginnen bepaalt art. 10 van die statuten al dat het eigen vermogen van de “opdrachthoudende vereniging” ooit is vastgelegd op 247.893,92 euro en bestaat uit nominatieve aandelen van 24,79 euro.
Art.12 zegt dat de inbreng per inwoner bij de oprichting (9 september 1969) 2,4789 euro bedroeg.
Wat Kortrijk betreft is het aantal aandelen A bepaald op het aantal inwoners op 1 januari 2019: 76.701 in aantal. Stad is de grootste aandeelhouder met 127.356 stuks op een totaal van 407.802. Onze “onbeschikbare” inbreng bedraagt 80.706,65 euro en het variabele gedeelte 3.076.498,17 euro.
Maar nu, dat art. 17.
Daarin lezen we dat de deelnemende gemeenten er zich toe verbinden om ieder jaar aan de vereniging een bijdrage te storten ter dekking van de werkingskosten, en daarin zijn begrepen de financiële lasten van de leningen, de kosten van algemeen bestuur en de exploitatiekosten.
Wat zijn dan de normen?
1. Kosten van algemeen bestuur, bestuurskosten:
– 35% gelijk te verdelen tussen de aangesloten gemeenten;
– 65% te verdelen pro rato van de bevolking van elke gemeente.
Dit alles met dien verstande dat de maximumbijdrage van deze voornoemde kosten is vastgesteld op een gemiddelde van 1,75 euro per inwoner.
2. Exploitatiekosten:
2.1. Exploitatiekosten voor andere activiteiten dan de huisvuilverbranding.
Deze kosten worden verdeeld in verhouding tot de geleverde prestaties, aan de hand van eenheidsprijzen die jaarlijks door de Raad van Bestuur worden vastgelegd. En die prijs mag gemiddeld niet groter zijn dan 0,15 euro per kilo afval dat door de vereniging in haar eigen installaties wordt opgenomen en verwerkt of afgevoerd naar andere installaties. Voor het klein en gevaarlijk afval (KGA) is de maximumprijs 2,25 euro per kilogram.
2.2. Exploitatiekosten specifiek voor huisvuilverbranding.
Even opletten: de financiële en leningslasten zijn hier inbegrepen !
De maximumbijdrage voor de huisvuilverbranding is voor iedere gemeente vastgesteld op 31 euro per inwoner en per jaar.
De verdeling van deze kosten is wel ingewikkeld.
Ja, die verdeling gebeurt per gemeente op basis van de bediende bevolking én is natuurlijk afhankelijk van de voor verbranding aangeboden hoeveelheden van restafval. Maar wat is brandbaar restafval? Alle afval volgens de meest recente Vlarea en zijn aanpassingen. (Maar er is toch ook restafval dat wordt gedeponeerd? Deponie !)
En wat zijn de hoeveelheden restafval? Dat zijn de werkelijk voor verbranding aangevoerde hoeveelheden tijdens het eerste semester van het werkingsjaar dat aan het begrotingsjaar voorafgaat, te vermenigvuldigen met twee. Wat raar hé? En wat er dan gebeurt bij begrotingswijzigingen, daar wagen we ons niet aan.
O ja.
– Er zijn ook nog heffingen en/of belastingen op de afvalverwerking in eigen installaties die Imog moet innen (NIET zelf betalen!) in opdracht en ten gunste van de hogere overheid. Die worden – per inwoner en per gewogen hoeveelheid of getelde eenheid – supplementair aangerekend.
– Noteer ook nog dat de aangegeven plafondbedragen per aanvang van een nieuwe legislatuur worden geïndexeerd.
– Imog heeft nog inkomsten uit commerciële activiteiten. (Daar kunnen we het nog over hebben.)
– Wat gebeurt er met de te bestemmen winst? (In 2021 niet minder dan 2,24 miljoen!) Die gaat naar de beschikbare reserves OF wordt geheel of gedeeltelijk overgeboekt. De vennoten krijgen geen dividenden uitgekeerd.
Eventueel verlies wordt afgenomen van de reserves, en als die ontoereikend zouden zijn gaat dat negatief saldo naar het volgende boekjaar.
Zo.
We weten nu wat meer om een keer een balans te bekijken.
Wanneer krijgen we de jaarrekening 2022 te zien en het budget 2023?