Op 26 november 2020 ontvingen de West-Vlaamse Burgemeesters (en die van andere provincies ook, kan men zo vermoeden) een e-mail waarbij zij werden gevraagd om de lokale gesprekken over de regiovorming te faciliteren en er een advies over te formuleren. Een antwoord werd nog verwacht eind van dat jaar.
Zij kregen daarbij een zgn. kadernota van 9 oktober van dat jaar, goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Inhoudelijk had die niet zoveel om het lijf. Eigenlijk werd er nauwelijks gerept over wat er later aan bestuurlijke beslissingen zoal zou terecht komen in het decreet dienaangaande. (Een grove omissie was dat toch, zelfs een vorm van misleiding.) Men had het gewoon over het waarom en de noodzaak van een regiovorming: minder “verrommeling” van samenwerkingsverbanden, meer transparatie, minder mandaten, meer democratie. De punten die later in parlementaire besprekingen van het decreet voor heibel zouden zorgen komen niet aan bod.
In die kadernota van 2020 was er nog een kaart met 13 referentieregio’s opgenomen. (Het is pas op 4 februari 2022 dat er werd geopteerd voor één referentieregio in Limburg en bracht men het totale aantal in Vlaanderen toch op vijftien.)
Voor West-Vlaanderen voorzag de kadernota toen althans nog drie regio’s: Zuid-West-Vlaanderen; de Westhoek en de regio Brugge-Oostende-Midwest.
De gouverneurs kregen ook al op voorhand een invulformulier met drie voorgekauwde vragen te beantwoorden door de burgemeesters, en die handelden allemaal puur en enkel over de afbakening van de regio’s.
Kijk maar:
1. Kan uw bestuur zich vinden in de voor uw gemeente voorgestelde referentieregio’s?
2. Indien ja, wat zijn de aandachtspunten? Indien neen, welke wijzigingen of welk alternatief voor de voorgestelde referentieregio’s verkiest uw lokaal bestuur?
3. Uw aanvullende bemerkingen of suggesties.
Zoals hier al verteld is in ons Leiedal-gewest de adviesaanvraag besproken en voorbereid op een (fysieke) Conferentie van Burgemeesters op 13 november 2020.
Tot onze verbazing (nou, eigenlijk niet…) nam Vincent Van Quickenborne daar nog aan deel terwijl hij al op 1 oktober van dat jaar de eed als minister had afgelegd in handen van de Koning. Dientengevolge was hij op 12 oktober bijv. verhinderd op de gemeenteraad en is Ruth Vandenberghe nog diezelfde maandagochtend in allerijl als waarnemend burgemeester de eed gaan afleggen bij de gouverneur.
(Vond Quickie dat zijn Ruthie nog niet helemaal klaar was om het hoge woord te voeren op die Conferentie?)
Het verslag van die Conferentie is hier al ter sprake gekomen. Wat de afbakening van de regio’s betreft was het wel heel duidelijk en voorspelbaar dat men zou kiezen voor dezelfde 13 gemeenten van de intercommunale Leiedal. De referentieregio die trouwens was voorgesteld in de eerste kadernota van de Regering.
De definitieve beoordeling over de drie getelde vragen gebeurde in een “digitaal Overleg met de Conferentie van Burgemeester arr. Kortrijk en de gemeente Wervik” op 11 december 2020.
Hier mocht Ruthie wel aan deelnemen, hoogst waarschijnlijk met een oekaze van Quickie.
Het verslag concludeerde dat de meerderheid pleitte voor de provincieschaal als volwaardig model maar dat is wel enigszins anders uitgevallen bij de stemming. Enkel Anzegem, Deerlijk, Harelbeke en Wevelgem kozen resoluut voor de provincie als DE regio voor de organisatie van samenwerkingsverbanden. Weliswaar soms met de toevoeging: met subregio’s (het zgn. matroesjka-model).
En onze Ruthie was opnieuw een beetje verkeerd toen zij in een afzonderlijk e-mail aan ‘vlaanderen.be’ (“met vriendelijke groet en hou er de moed maar in”) liet weten dat er minstens vier gemeenten van onze dertien voor een opsplitsing waren van de regio Brugge-Oostende-Midwest, en dus een opdeling van de provincie in vijf regio’s verkozen. In werkelijkheid bepleitten slechts drie gemeenten voor het bestaan van vijf regio’s : Kortrijk, Zwevegem en Wervik. (Andere dan zij vermeldde.)
En we moeten helaas even nog een punt maken…
Onze waarnemend burgemeester stemde namelijk “ja” op de eerste vraag. Dat is dus een misser geweest. Een contradictie. Want zie maar eens. Hiermee ging zij akkoord met de voorgestelde regio’s zoals op de kaart aangegeven: namelijk drie in West-Vlaanderen. En dit terwijl zij zich tegelijk tot grote voorvechter voor vijf regio’s bekeerde, subsidiair de splitsing van de regio Brugge-Oostende-Midwest.
Ja, laten we het wat meer overzichtelijk houden. Hoe waren de stemuitslagen bij onze dertien burgemeesters?
– Van drie gemeenten kwam géén antwoord, en we weten waarlijk niet waarom: Kuurne, Lendelede, Spier-Helkijn.
– “Provincialisten” waren: Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Wevelgem.
– Voorstanders van vijf regio’s in de provincie: Kortrijk, Wervik, Zwevegem.
– Schaarden zich expliciet achter de voorgestelde drie regio’s: Avelgem, Menen, Waregem.
Waregem deed wel een beetje raar.
Van die gemeente liepen twee antwoorden binnen. Eén van de burgemeester natuurlijk. Die zegt zonder commentaar “ja” voor de drie regio’s, terwijl die gemeente toch wel in een rare positie verkeerd: zij ligt daar in een rare hoek, grenst aan meerdere andere regio’s…Maar zijn schepen Joost Kerkhove antwoordde zomaar met een “nee” op de eerste vraag. Hij vindt de aangeduide regio’s te groot en wil dat er “andere manieren bemoedigen om de krachten te bundelen”.
Misschien even een overzicht van de adviezen in de gehele provincie?
– 25 gemeenten gaven geen antwoord ! Enkele opvallende gevallen zijn kustgemeenten: De Haan, De Panne, Knokke-Heist, Nieuwpoort. Andere waar we toch even van opkijken: Heuvelland, Ingelmunster, Izegem, Meulebeke, Roeselare, Tielt.
– 12 (en slechts 12) gemeenten gaven een positief antwoord op de eerste enquêtevraag. Opvallend? Ieper, Torhout; (En Kortrijk!?)
– 26 gemeenten gaven een negatief antwoord op die eerste vraag. Vallen op: Brugge, Oostende (Tommelein was de voortrekker voor de vijf regio’s), Poperinge, Waregem (de schepen!)
Wat is nu de het advies geweest van onze gouverneur? Want dat was in feite de grondvraag van de Vlaamse regering.
We citeren letterlijk.
“Door mandatering aan voorzitters van Burgemeesteroverleg en als conclusie van het overleg met Burgemeesteroverleg Zuid-West-Vlaanderen en Westhoek spreken 39 gemeenten zich expliciet uit voor de West-Vlaamse provinciale schaal als referentieregio met daaronder de subregio’s.
Er is tevens een grote meerderheid voor de indeling naar vijf subregio’s: Oostende, Brugge, Midwest, Westhoek en Zuid-West-Vlaanderen.”
Die 39 “provincialisten”? Dat is overdreven. Uit de verslagen blijkt dat er zich een 15-tal expliciet over uitspreken.
P.S.
Op Tinternet kunt u een heel uitgebreid document vinden, getiteld “Advies Carl Decaluwé over de aanzet tot afbakening van de referntieregio’s”.
Dateert van 8 januari 2021. De eerste drie hoofdtukken zijn een warm – weliswaar ietwat verkapt – pleidooi voor één provinciale regio (zoals Limburg) met provinciale gebiedswerking.