De schepen van Mobiliteit Axel Weydts heeft een keer uitgelegd waarom dat lang verwachte Lokaal Mobiliteitsplan (L.MPL) er in deze legislatuur niet meer komt. (Drie studiebureaus werken daar al drie jaar aan. Kostprijs tot op heden 175.000 euro.) Die uitleg deed hij wél in een zgn. Raadscommissie (8 maart) maar niet in de gemeenteraad van die maand. (In de Raad zelf weigert hij ostentatief om daarover vragen van de VB-fractie te beantwoorden.) We lichtten hier vroeger al toe wat de ware reden is van die verdaging: Weydts wil absoluut vermijden dat mobiliteit een thema wordt in de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 en waarschijnlijk (dat gissen we) is er daarenboven binnen het College geen eensgezindheid over de inhoud van dat L.MPL. Maar we hebben het daar nu niet over.
De schepen gaf in die raadscommissie van maart een paar plausibele redenen aan die de verlate opmaak van het mobiliteitsplan aannemelijk maken. Jawel. We citeren ongeveer woordelijk. 1. Het Regionaal Mobiliteitsplan (R.MPL) in de schoot van de Vervoerregio (VVR) is nog in opmaak. Beter is om hierop te wachten en rekening te houden met de uitkomsten van dit plan. 2. We gaan richting verkiezingen en vanuit democratisch oogpunt is het niet netjes om nu nog even een mobiliteitsplan vast te stellen dat sowieso pas kan uitgevoerd in een volgende bestuursperiode.
Dat is verstandige praat, duidelijk komende van een deontologisch correcte politicus. Schepen Axel Weydts verbindt er zich hier namelijk impliciet toe om in deze nog lopende legislatuur inzake mobiliteit géén beleidsdaden meer te stellen die het volgende, toekomstige stadsbestuur zouden kunnen bezwaren. We noemen zo’n voornemen, zo’n toezegging, zo’n belofte een resultaatverbintenis en zeker geen inspanningsverbintenis. (Bij die laatste soort van verbintenis garandeert men enkel dat men zijn best zal doen om een bepaalde doelstelling na te komen. En als dat niet lukt, dan is dat jammer genoeg het geval.)
Maar onze perverse gemeenteraadwatcher heeft voor altijd beslist om schepen Weydts te beschouwen als een “caractériel” en zit dus al sinds maart ongeduldig te wachten tot het eerste moment waarop de schepen zijn aangegane resultaatverbintenis NIET zou nakomen. Dat is dus nu al het geval! De met stelligheid geponeerde toezegging is verbroken. Onze gemeenteraadwatcher verschiet daar absoluut niet van, de schepen kennende. (Onze Axel noemt beslissingen zonder MPL “voorafnames” op dat nog op te maken MPL.)
Het Schepencollege (dus ook Weydts) heeft op 17 april een zgn. ‘startnota’ goedgekeurd omtrent een wijziging van een – nog wel – bovenlokaal fietsroutenetwerk. Concreet gaat het om een nog te maken ‘projectnota’ en een daaropvolgende ‘ontwerpstudie’ voor een alternatieve verbinding ten oosten van een huidig tracé langs de huidige Gullegemstraat in Wevelgem. (Op de details van die werken gaan we hier niet nader in. Doet er in deze optiek niet toe.) Wat ons wel interesseert is dat Stad Kortrijk (Weydts) bemerkingen heeft gemaakt over dat voorkeurstracé, en vooral – ten tweede – dat er bij de realisatie van dat tracé gronden moeten verworven worden op Kortrijks grondgebied. (Hier is een goedkeuring van de gemeenteraad voor vereist.) Dit alles geschiedt dus zonder te wachten op het Regionaal Mobiliteitsplan en – voor wat de verkoop van gronden betreft – zonder Lokaal Mobiliteitsplan. Dat is niet netjes.
Ja, het is in zekere zin jammer dat de fractie de zitting (van 17 april) verliet. Daardoor heeft de fractie de gelegenheid gemist om in te gaan op de wijze waarop in die zitting andere raadsleden (én de voorzitter van de Raad) hebben gereageerd op de klaagzang van de CD&V m.b.t. de wijze waarop hun interpellaties worden behandeld evenals de manier waarop alhier bestuursmandaten worden toegekend. David Wemel van de oppositiepartij Groen deed het op de wijze hem geheel eigen: heel bedaard, waarlijk helemaal Zen. Wat de CD&V is overkomen is nu eenmaal “niet voor herhaling vatbaar”, dat vond hij ook. Het was zelfs eventjes “hemeltergend”. Maar dat de tripartite op een ingrijpende, structurele wijze de oppositie al jaren monddood maakt, dit soort van vaststelling is – in zijn opvatting over hoe men aan politiek doet – te polariserend. Voor David moet er Peis en Vree heersen in de gemeenteraad. In de pers (Het Nieuwsblad van 19 april) reageerde hij zelfs heel laconiek. Hij denkt namelijk niet dat de gemiddelde Kortrijkzaan daar van wakker ligt. Meer nog. De fractieleider van Groen meent zelfs dat het bij “sommige” raadsleden een bewuste strategie is om van de gemeenteraad een “onwerkbaar systeem te maken”. (Waarlijk, – en het is niet de eerste maal: David Wemel ontpopt zich stilaan helemaal als de sherpa van de meerderheid.)
VB-fractieleider Wouter Vermeersch ging integendeel recht naar de kern van de zaak. Ook hij vindt uiteraard, net als Hannelore Vanhoenacker, dat de meerderheid het de oppositie steeds moeilijker maakt. Maar! Het merkwaardige is dat de CD&V-fractie in het verleden nooit – maar dan ook nooit – in de bres sprong wanneer raadsleden van het Vlaams Belang op een werkelijk “hemeltergende” manier werden behandeld door de voorzitter van de gemeenteraad (Helga Kints) of door leden van het schepencollege. Het is trouwens in die zin dat we hierboven opmerkten dat we het spijtig vinden dat de CD&V de zitting van 17 april niet heeft bijgewoond. Bijvoorbeeld had CD&V-fractieleider Hannelore Vanhoenacker (of beter nog: de minder coulante Benjamin Vandorpe) dan even kunnen de boel op stelten zetten toen weer eens bleek dat schepen Weydts voor de tweede maal weigerde te antwoorden op een vraag van VB-raadslid Carmen Ryheul over het uitblijven van het mobiliteitsplan. De GR-voorzitster Helga Kints deed die tussenkomst (zoals gewoonlijk) af door doodgemoedereerd over te gaan naar het volgende agendapunt, nog wel met een “oké” als afsluiter. En wat heeft de CD&V in die zitting nog gemist om een keer ter plekke concreet mee te maken hoe “onheus en zonder fair play” Helga Kints de oppositie behandelt? Bij een aktename van een document (punt 4 over organisatiebeheersing) vond de GR-voorzitster het niet kunnen dat VB-raadslid Vermeersch voorstellen ter tafel legde. Zou de CD&V – indien aanwezig – dit zomaar laten passeren?
De lezer begrijpt wat we willen zeggen. Wat de CD&V-raadsleden voor een keer is overkomen is in feite dagelijkse (hier: maandelijkse) kost. (Idem in de politieraad.) Maar als het Vlaams Belang daarvan het slachtoffer is, dan vindt men de klachten van die fractie plotseling “poujadistisch”, gewoon verplichte nummertjes van “lastpakken”. CD&V kreeg een koekje van eigen deeg. Dat is het. Ja, het wordt de oppositie steeds moeilijker en moeilijker gemaakt. Maar noodgedwongen moeten we hier een oude koe uit de gracht halen. Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad is zeker al driemaal ‘aangepast’, en die aanpassingen kwamen telkens neer op een beknotting van het controle- en initiatiefrecht van de gemeenteraad. Een keer zelfs dusdanig flagrant dat de gouverneur twee artikels liet schrappen. De CD&V-fractie (en Groen ook) heeft die versies telkens volmondig goedgekeurd. De laatste versie van maart 2022 dus ook waarbij spreektijden én interpellaties (jawel) weer eens werden ingeperkt en hoogstens twee themadebatten per jaar zijn toegestaan, dan nog in een zgn. “Verenigde Raad”, dat is buiten de gemeenteraad en dus zonder stemming.
HITLER Nog iets voor, laat ons zeggen: de ‘petite histoire’ van deze legislatuur en het gehalte van dit schepencollege. In de gemeenteraad van februari heeft de CD&V-fractie Helga Kints nog in de bloemen gezet aangezien zij net op die dag verjaarde. (CD&V vindt trouwens dat Helga dat goed doet als voorzitter.) De fractie had er juister aan gedaan om in de zitting van maart die bloemtuil terug op te eisen. Waarom? In die zitting van maart heeft schepen (uitgerekend!) Wout Maddens (VLD) er niets beter op gevonden dan VB-raadslid Vermeersch uit te schelden voor ‘racist’, terwijl hij hierbij handmatig de snor en haarsnit van Hitler nabootste. Helga heeft dat niet gezien of gehoord. (Burgemeester Ruthie ook niet.) De zeven raadsleden van de CD&V en de vier van Groen (die recht tegenover de schepen zetelen, op 1,5 meter afstand) ook niet. Niemand heeft geprotesteerd tegen wat we toch als iets méér dan een ‘onheuse behandeling’ van de oppositie kunnen beschouwen. Dat is toch onvoorstelbaar? Stel een keer in gedachten voor dat in een of ander parlement een minister hetzelfde zou doen tegenover een parlementariër. Wat zou er met die minister gebeuren, denkt u? Dat is geen ‘petite histoire’ meer.
Zoals gemeld zijn intussen de live-beelden beschikbaar van de eerste minuten van de zitting van 17 maart waarbij Hannelore Vanhoenacker uiteenzet hoe slecht de CD&V-fractie wordt behandeld bij het indienen van interpellaties en bij het aanduiden van kandidaturen (hier voor het bestuur van een nieuwe woonmaatschappij). En waarom de fractie dan de raadzaal verlaat.
Onze lezers weten ondertussen uit vorige edities wat de concrete aanleiding was voor deze ongezien opstandige daad voor een fractie als deze van de christen-democratie. Spijtig dat we het moeten zeggen, maar Hannelore heeft het niet zo best gedaan. Politiek niet handig en vooral niet overweldigend significant. Zij begon wel goed, met de ironische begroeting: “Welkom op het forum van de democratie.” Maar voor het overige verviel ze al te veel in een soort klaagzang. Je moest ten andere echt wel een insider zijn om te begrijpen waarover het nu echt ging. (Er vielen termen als “verkeerde keuzeknop”, “artificiële regels”.) Het ging er uiteindelijk over dat de zovele brave, hardwerkende, constructieve, positieve raadsleden (ook van de oppositie) zo hun best deden om van deze stad de beste stad van Vlaanderen te maken, terwijl dit allemaal niet genoeg wordt geapprecieerd door de meerderheid. De oppositie wordt monddood gemaakt, niet ‘au sérieux’ genomen. En wat de CD&V-fractie de laatste week had meegemaakt, dat was toch “hemeltergend”.
Voor wie goed toekijkt ziet op de beelden dat de klacht van Hannelore door de overgrote meerderheid van de Raad met de grootste onverschilligheid werd aangehoord. (Zij had beter al kunnen beginnen met het verwekken van enige commotie door onmiddellijk van wal te steken met de ingrijpende mededeling dat men het zou aftrappen.) Velen luisterden niet eens. Mawal Maghroud, de fractieleidster van “Vooruit” (met de Sp.a) bijvoorbeeld, tokkelde als een bakvis gelijk lustig maar wat op haar GSM. Meest flagrant was Tiene Castelein (de voormalige GR-voorzitter, – die wel eens de huidige Helga Kints moet vervangen). Zij zat doodgemoedereerd te eten en duidelijk beroepshalve druk te typen op haar laptop. Het schouwspel was (is) waarlijk niet om aan te zien. Over de reacties van de oppositie (Groen en Vlaams Belang) hebben we het later nog.
Op de zgn. ‘social media’ (FB) verspreidde de CD&V twee mededelingen over de zaak. Een eerste was eenvoudig opgesteld: ” Gisteren besloot onze fractie de gemeenteraad te verlaten. Omdat het zo niet verder kan! Het wordt ons steeds moeilijker en moeilijker gemaakt om op een constructieve manier oppositie te voeren.” En met deze simpele mededeling verwees men dan naar een bericht van Bas De Wilde op Radio 2 met de titel: “Historisch dieptepunt tijdens de gemeenteraad in Kortrijk: CD&V-fractie verlaat de zaal nog voor die van start gaat.” In dat bericht is sprake van “een onvriendelijk behandeling door de meerderheid en een gebrek aan fair play”. En: “De druppel die de emmer deed overlopen was een vraag die werd geweigerd en de voorstelling van een kandidaat voor het bestuur van de nieuwe regionale woonmaatschappij.” (Onze lezers weten dat dit een niet al te juiste, niet accurate voorstelling van zaken is.)
Een tweede commentaar van de CD&V op de ‘social media’ luidde zo: “Wij zijn niet de lastpakken van de oppositie, maar de ogen en oren van de burgers. Oppositie voeren is voor ons geen verplicht nummer dat we iedere maand opvoeren. Integendeel: wij zijn geëngageerde Kortijkzanen die mee willen werken aan onze mooie stad.” (P.S. van kortrijkwatcher: Een ware insider ruikt al – of hoort hier – dat de partij zich niet wenst te vereenzelvigen met de oppositie van het Vlaams Belang.)
Twee lokale kranten hebben aandacht geschonken aan het “historisch” gebeuren. (Zoals te verwachten: NIET “Het Laatste Nieuws” met de gazetteschrijver Peter Lanssens die de naam van “journalist” gewoon niet waardig is. ) In “Het Nieuwsblad” (19 april) stelt men vast dat de CD&V zich “onheus behandeld voelt”, terwijl men nog in het algemeen aanstipt dat de Kortrijkse gemeenteraad de laatste tijd “verziekt lijkt”. Het weekblad “De Krant van West-Vlaanderen” (21 april) heeft het over een protest tegen “het fnuiken van autonomie in het kader van regeltjes”. Maar zoals het een journalist betaamt die denkt zijn stiel te kennen, laat de reporter Jan Steenhoudt al onmiddellijk GR-voorzitter Helga Kints aan het woord om zichzelf te verdedigen.
Ach, dit alles roept om nog een stevig slotcommentaar, méér dan een nuance. Als waarnemer van de Raad, al decennia lang, beschouwt de redactie van Kortrijkwatcher wat de CD&V nu een keer ZELF is overkomen als een “accident de parcours”. Wat natuurlijk niet wegneemt dat de vaststelling volkomen terecht is dat de aan het bewind zijnde tripartite via meerdere middelen de gemeenteraad op een politiek tergende manier monddood maakt.
(Wordt dus vervolgd. Het is een historische gebeurtenis!)
Vorige maandag 17 april verlieten de CD&V-raadsleden al vanaf het begin de raadszitting, iets wat op zichzelf al zeer ongewoon is aangezien fractieleider Hannelore Vanhoenacker bekend staat als een eerder coulant oppositielid en er in het verleden in feite al meerdere pijnlijke gelegenheden aanleiding konden geven tot enige verbolgenheid over de gang van zaken in de Raad. Het moet toch ergens een geval geweest zijn van de klassieke kruik die te lang te water ging en nu is gebarsten. Heel spijtig dat van dit incident net nu geen beelden bestaan want de apparatuur voor live-stream van de gemeenteraadszitting werkte op dit moment nog niet. Een panne van zowat 20 minuten.
Belangrijke aanvulling. Intussen zijn de beelden van de eerste twintig minuten beschikbaar gesteld op de website van Stad.. Aan de inhoud van dit stuk moet gelukkig niets essentieel veranderd. Zal wel wat invloed hebben op onze latere commentaar achteraf.
Nu ja, hier een poging tot reconstructie van het gebeuren. Hannelore vond wat haar fractie de week tevoren (“nog maar eens“) meemaakte hemeltergend. “Artificiële regeltjes” maken de raadsleden monddood. En wat het agendapunt over de aanstelling van bestuurders van de nieuwe woonmaatschappij Kortrijk-Wevelgem betreft wordt de Raad eigenlijk gevraagd om een verplicht nummertje op te voeren, een en al komedie.
Wat was er dan de week voor de gemeenteraad gebeurd? 0p donderdag 13 april bracht een ambtenaar via een e-mail – wél namens de gemeenteraadsvoorzitter Helga Kints – de CD&V-fractie op de hoogte van het feit dat twee CD&V-raadsleden elk een interpellatie hadden ingediend die evenwel niet behoren tot de materie van het aangeduide, passende orgaan. Een procedure-fout dus. – Raadslid Benjamin Vandorpe had namelijk voor agenda van de Raad van Maatschappelijk Welzijn een interpellatie ingediend met als titel “De Lijn zal knippen, maar hoe zal het stadsbestuur over de Kortrijkse noden waken?” – Raadslid Mia Cattebeke op haar beurt diende een interpellatie in, voor de Gemeenteraad dan, met als titel “Het OCMW breekt’ uit én er komt een brede Eerstelijnspraktijk in Kortrijk. Dat heeft zo zijn consequenties.” Volgens de ambtenaar (namens de voorzitter Helga Kints) konden die punten dus niet geagendeerd want ingediend bij de verkeerde vergadering. Zowel Vandorpe als Cattebeke moesten blijkbaar hun problemen net hebben toewezen aan het tegenovergestelde bestuur. Omgekeerd: Vandorpe bij de gemeenteraad en Cattebeke bij de welzijnsraad. Over dat twistpunt gaan we hier geen inhoudelijke discussie aan. (Ja, de titels van de interpellaties zijn wel nogal misleidend, maar uit de vraagstelling blijkt toch ook dat daarover discussie mogelijk is.) Véél interessanter als gespreksstof zijn de volgende bemerkingen. Het is wel degelijk de voorzitter van de Raad die de agenda bepaalt en dat is Helga Kints. – Heeft zij – of integendeel de ambtenarij – beslist dat de interpellaties in de verkeerde zitting werden geagendeerd? – Waarom heeft zij de betrokken raadsleden niet onmiddellijk (vriendelijk als ze is) geattendeerd op een mogelijke (beetje domme?) procedure-fout? Daar had zij alle tijd voor. Vandorpe heeft zijn tekst ingediend op dinsdag 11 april om 11:02 en Cattebeke de hare (ook reglementair) op woensdag 12 april om 09:35. Helga Kints had dus nog tot woensdagnacht 12 april om 24 uur de gelegenheid om even wat orde op zaken te stellen. Dat deed zij dus niet. Integendeel. De ambtenarij heeft (namens onze Helga…) pas op donderdag 13 april laten weten aan de betrokkenen dat hun tussenkomsten onontvankelijk waren. Een simpele correctie was volgens het huishoudelijk reglement dus niet meer mogelijk.
Ja, en dan was er nog die kwestie van wie zoal bestuurder zou worden van de nieuwe woonmaatschappij. Ook over de aanpak van deze zaak was fractieleider Vanhoenacker niet te spreken. (In de Raadscommissie was hier trouwens ook veel herrie en verwarring over.) Nog weinig Kortrijkzanen zijn daarvan op de hoogte maar er wordt dus nog dit jaar (9 juni) een woonmaatschappij opgericht met Kortrijk én Wevelgem als werkgebied. Op die gemeenteraad van 17 april zou gestemd worden over de kandidaat-bestuurders die Kortrijk (stad en OCMW) toekomen. Nu moest Hannelore tot haar verbazing vaststellen dat haar partij niet snel genoeg kandidaten kon naar voor schuiven. Er kwamen tot drie aanmaningen toe om dat in één dag klaar te spelen. Geen enkele partij van de meerderheid had dit moeten doen. (Er waren strenge voorwaarden verbonden aan de kandidaturen: gendergelijkheid, bekwaamheid, expertise.) Uit de memorie van toelichting voor de gemeenteraad bleek dat op de (onduidelijke) deadline officieel slechts kandidaten van het VB en de CD&V waren binnengelopen. (Overigens werd het punt door schepen Maddens zonder enige motivering verdaagd en kreeg het VB vanwege voorzitter Helga Kints niet eens de kans om naar de reden ervan te vragen.)
P.S. Hannelore vroeg ook om zo spoedig mogelijk het Bureau van de fractieleiders samen te roepen om de zaak uit te klaren. Probleem is wel dat het juist tot de bevoegdheid van Helga Kints behoort om dit te doen. Zij moet dus een vergadering bijeenroepen waarvan zijzelf het heikel onderwerp is…
Al van bij het begin van de raadszitting van vorige maandag 17 april verliet de 7-koppige fractie de zaal. Dat was even na 19 uur en op de live-stream is het gebeuren niet te zien want die installatie werkte toen jammer genoeg nog niet… Voor zover de media het er even over hebben, is de concrete aanleiding van het incident onduidelijk (gewoon niet vermeld) en daarom willen we hier over de zaak (de feiten) even een en ander uit de doeken doen. De gazet “Het Laatste Nieuws” (DE spreekbuis van de triparite aan het bewind) heeft nog geen tijd gevonden om over het incident te rapporteren. Integendeel, uit een stuk gewijd aan één punt uit de agenda over de zitting zou me kunnen opmaken dat de fractie wél aanwezig was…(Men laat CD&V’er Benjamin Vandorpe aan het woord!) De aanleiding van het gebeuren is op het eerste gezicht nogal banaal. Of beter gezegd: de houding van het stadsbestuur tegenover de feiten die geleid hebben tot het incident zijn pietluttig, maar de mentaliteit die er achter zit is dat helemaal niet. (Vooral die procedure-kwestie over ingediende en geweigerde interpellaties is nogal belachelijk en was me dunkt te vermijden.) Terecht zegt de CD&V in een commentaar “dat het zo niet verder kan, dat het ons (de fractie) steeds moeilijker wordt gemaakt om op een constructieve manier oppositie te voeren.”
Wordt dus vervolgd. Eerst de feiten in volgende editie van deze alternatieve stadskrant (sorry hoor, we moeten nog iets opzoeken, navraag doen en dat kost tijd), en later komt dan commentaar. Heel het gebeuren is in de Kortrijkse politiek zeker niet onbelangrijk. En dat “Groen” in “Het Nieuwsblad” van vandaag als oppositiepartij de zaak minimaliseert is ook weer niet zonder betekenis. Die fractie wordt overigens steeds meer geleid door een Grote Verzoener, door iemand waarvan men her en der begint te vermoeden dat hij een Boeddhistisch monnik in opleiding is. David Wemel is waarlijk stilaan helemaal Zen aan het worden. Ja, lach maar. We willen zeggen wat we al lang zeggen: in Kortrijk voert (voerde) de laatste tijd enkel nog het VB een degelijke, gefundeerde oppositie. Goed dat een fractie, alom bekend staand als een respectabele, traditionele partij een keer wakker schiet.
Een stemmenkanon was hij ongetwijfeld. Zowel op gemeentelijk als op provinciaal vlak behaalde hij na lijsttrekkers als Stefaan De Clerck of Jean de Béthune telkens wel de meeste naamstemmen. Dat was te danken aan de populariteit die zijn vele mandaten (huisvestingsmaatschappijen!) hem opleverden. Zijn politieke erfenis is te herleiden tot het oprichten of “besturen” van vzw-tjes als ‘Makkie’, ‘Mentor’, ‘Mobiel’, de ‘Buurt- en Nabijheidsdiensten’ met als grote electoraal doel het verwerven van naambekendheid. (Hoeveel Kortrijkzanen wisten eigenlijk nog wel dat hij ook nog provincieraadslid was?)
Zijn doortocht als waarnemend burgemeester laat geen sporen na, tenzij dan de waarlijk opvallende, – nee, de opzienbarende vaststelling dat hij in het bezit was (is) van het politieke bewustzijn gelijkaardig aan dat van een cactus. (Zo typeerden we hem altijd in deze krant, eenvoudig gesteld.) We herinneren ons een door hem geleide “hoorzitting” waar hij al op voorhand de toehoorders verwittigde dat hij op geen enkele vraag zou antwoorden want “een hoorzitting dient – zoals het woord het zelf zegt – om te horen, om te luisteren, niet om te antwoorden.” En savoureer nu maar eens volgende uitlating van hem, gedaan in “Het Laatste Nieuws” (13 mei 2009): “Mocht ik het meemaken dat een gewoon (sic) gemeenteraadslid belangrijke informatie in de pers bracht, zonder dat ik daarvan op de hoogte was, dan zou ik die toch even bij mij roepen.” Zo’n uitspraak mag als politiek statement vreemd klinken voor een burgemeester, maar dat is het al wat minder als men de persoonlijkheidsstructuur van Lybeer wat beter kent, mede zijn verleden als vechtersbaas. Misschien denkt u nu wel, beste lezer, dat we hier een beetje versimpeld beeld scheppen van de persoon Lybeer, of dat we hem in onze alternatieve stadskrant in het verleden al te laatdunkend hebben behandeld. We halen er daarom uit arren moede een gezagsargument bij, met name het alom gerespecteerde weekblad “Knack”. In de editie van 20 maart 2007 is een uniek artikel verschenen over onze stad, eenvoudig getiteld als “Knack covert Kortrijk“. Welnu op pag. 31 stond dit te lezen over Lieven Lybeer, – en schrik nu even niet: ” Iedereen bij het ACW erkent dat hij veel te licht weegt.” Bij het ACW nog wel, niet bij “De Middenstand”. Voor wie de geschiedenis van politiek Kortrijk een beetje kent is dit méér dan significant, het is een doodsteek. Al in 2007. En toch is hij tot op heden politiek blijven leven. Borat is wel degelijk verbazingwekkend getalenteerd !
Gewezen raadslid, schepen en waarnemend burgemeester (ook voormalig provincieraadslid) Lybeer is dus in aanraking gekomen met het gerecht, een strafrechtbank in Brugge nog wel. Het is niet aan ons om een oordeel te vellen over de aangebrachte aantijgingen. Op heden past het enkel om onze verbazing uit te spreken over het feit dat de zaak over vermeend gesjoemel met onkostenvergoedingen van zijnentwege pas nu in de publiciteit komt. Als senior-writer van deze alternatieve stadskrant vonden we het wel vanzelfsprekend om een keer na te gaan wat er hier op “kortrijkwatcher” zoal over hem in het verleden is verteld, vooral dan ten tijde dat Lieven waarnemend burgemeester was van onze stad (2008-2011) en in de wandelgangen van het stadhuis “Borat” als koosnaam kreeg. (Hij geleek toen nogal frappant op de komiek.)
Van één zinsnede uit een stuk alhier, getiteld “Lybeer kandidaat burgemeester in 2012” (editie van 27.02.2011), stonden we helemaal versteld. We schreven toen letterlijk dat Lieven Lybeer “qua deontologie in zijn ambt niet heel sterk is“. Met daarbij onmiddellijk gevolgd door de onvoorstelbare, gedurfde uitspraak: “Komt nog wel een keer uit. Let maar op.” (Dat laatste zinnetje was toen ook al cursief gedrukt.)
Wat zijn de meest gedenkwaardige wapenfeiten uit het politieke leven van Lieven Lybeer? We memoreren er enkele die zouden passen in een politieke biografie. – Hij was een onvoorstelbare verzamelaar van mandaten, subsidiair en vooral dan een fervente liefhebber van de bijgaande bezoldigingen. Hoogtepunten waren de jaren 2007-2010: van 32, over 33, tot 34 mandaten waarvan zo’n 13 of 14 betalend. – Vandaar dat hij lokaal beroemd werd vanwege zijn algehele aanwezigheidspolitiek. Borat was overal. In zijn laatste jaar als waarnemend burgemeester (2011) is hij een keer wekenlang buiten strijd geweest, geheel vermist. Niemand wist waar hij was, of wat er aan de hand was. Men bleef discreet. Het gerucht deed de ronde dat een en ander te wijten was aan oververmoeidheid, het gevolg van een overvolle agenda. Hij beloofde toen van zijn mandaten wat af te bouwen, maar dat is er niet van gekomen. – De meest gedenkwaardige beleidsdaad die hij als burgemeester heeft gesteld was wel deze: hij liet in de winter van 2009-2010 een soepkar rondrijden in de “kansarme” wijk Lange Munte. (Het experiment werd later stopgezet.) – In 2018 raakt hij gebrouilleerd met zijn partij. Hij vond dat men hem “onrespectvol” behandelde door hem een onverkiesbare plaats te bezorgen op de (provincie?)lijst voor de komende verkiezingen. Liet al van in maart van dat jaar uitschijnen dat hij de politiek vaarwel zou zeggen en van plan was om met zijn zoon (Niels) propaganda zou voeren voor de lijst van het Team Vincent Van Quickenborne. Niettemin bleef hij tot het eind van datzelfde jaar onverdroten en onbeschaamd zetelen in de gemeenteraad als lid van de CD&V-fractie. Het zegt iets over zijn karakter. (Dat de partij hem niet heeft buitengezet heb ik nooit begrepen.) – Op 14 september 2011 kopte “Het Laatste Nieuws” dat de burgemeester had “gelogen“. En “Het Nieuwsblad” vond dat zijn verklaringen “moeilijk waren te vatten”. (De gazetten waren toen wat gedurfder en meer waarheidsgetrouw dan heden te dage.) Ja, Borat heeft bij ons weten tweemaal gelogen in de gemeenteraad. Het zou ons nu te ver voeren om heel de verhalen hieromtrent op te dissen. Maar weer eens volstaat het om zijn persoonlijkheid te leren kennen als we zeggen dat hij een eerste maal vond dat hij een “leugentje om bestwil” had verkondigd, en een tweede maal beweerde dat hij was “voorgelogen” door zijn eigen diensten.
Als antwoord op een vraag van VB-raadslid Wouter Vermeersch vertelde de stadsadministratie dat er in de periode 2019-2022 voor een totaal bedrag van bijna 2 miljoen euro is besteed aan externe consultans. Zonder de externe studieopdrachten bij bouwprojecten. (Zie vorige edities van deze alternatieve krant. In de reguliere gazetten zal u daar weerom niets over te lezen krijgen.) Eigen aan onze redactionele neiging om te streven naar een uiterst cijfermatige nauwkeurigheid zijn we moedig aan het turven geslagen om na te gaan in hoeverre de bedragen door Stad opgegeven kloppen met de werkelijkheid. Moeten we die cijfers met een korreltje zout bekijken? Of zouden we niet beter een kilo of twee gaan stelen bij een bezoek aan de Poolse zoutmijn van Wielickza? Een eerste oogopslag op de rekening van 2019 leerde ons reeds onmiddellijk én tot onze verbazing dat het mogelijk moet zijn om de kosten van de inhuur van externe medewerkers geheel exact weer te geven. In de “algemene rekening” vonden we letterlijk een uitgavenpost PUUR gewijd aan consultancy. Met een belachelijk bedrag, dat wel. Maar het feit op zichzelf (dat dit kan) is van dusdanig aard dat het de kwaliteit van een rekening te goede komt. Dat men kan nagaan of het bestuur niet al te zeer afhankelijk is van dure consultans. Bijvoorbeeld. Dit schept perspectieven inzake beleidsvoering en de controle erop, waarover later meer. Nu gaan we een keer na hoe het stadsbestuur aan 488.993 euro komt inzake consultancy-uitgaven voor het jaar 2019.
—— In een vorig stuk gaven we een overzicht van een aantal opvallende (en onbegrijpelijke) uitgaven die volgens Stad in dat jaar werden uitgegeven aan externen. Het ging over 26 concrete projecten. Welnu, we vonden geen enkel van die genoemde uitgaven met naam en toenaam terug. Geen enkel. Alle rubrieken uit de jaarrekeningen hebben we zorgvuldig uitgeplozen: de lijst van bezoldigingen, uitgaven voor diensten, andere operationele uitgaven, investeringsverrichtingen, staat van opbrengsten en kosten. Uiteindelijk kwamen we achteraan terecht bij de zgn. “proef- en saldibalans”. Onder het nummer 613 komt men dan uiteindelijk de uitgekeerde erelonen tegen, evenwel zonder enige mededeling over welke zaak het eigenlijk gaat. Nogal kluchtig is dat we onder nr. 6131002 volgende uitgave terugvinden: “erelonen en vergoedingen consultancy“ voor een bedrag van niet minder dan…6.919,63 euro (debetsaldo). En er zijn nog andere ‘erelonen’ te vinden: voor ontwerp- en studieopdrachten, adviesraden, expertises, voor financieel beheer, en “andere” voor prestaties van derden. Totaal bedrag van al die erelonen: 729.689 euro. Vergelijk nu met wat het stadsbestuur voor dat jaar opgaf in antwoord op een vraag van raadslid Vermeersch. Komt daar nog bij dat er in die “algemene rekening” nog een bedrag van 6.341.513 euro wordt vermeld onder de hoofding “Plannen en studies“. (Het nummer 2140000.) Wat moeten we daar nu allemaal van denken? Gewoon dit: – Het zou een daad van goed bestuur zijn indien het College voortaan in de toelichting bij het “budget” (begroting) al zou aangeven waarvoor men denkt “consultancy” te moeten inhuren. Met een passende, gegronde motivering van die noodzakelijke beleidsondersteuning. – Achteraf kan men dat in de “jaarrekening” aangegeven wat die consultanten zoal hebben aangegeven aan kosten en honoraria. Met een overzicht van de bewijsstukken. En of men content was over hun werk! (Een consultant (expert) mag meer verdienen dan een vaste medewerker, maar is wel overbetaald als hij niet levert wat hij zou moeten leveren.)
Raadslid Wouter Vermeersch (VB) had die uitgaven voor 2019 ook wel opgevraagd, maar de stadsadministratie was dit vergeten. Het overzicht van die consultancy-kosten is nu binnen onder de naam van “plannen en studies” wat maakt dat we nu weten wat er aan “externe medewerkers” is gespendeerd gedurende de periode 2019-2022 van deze legislatuur. Wel nog altijd voorbehoud maken voor uitgaven die te maken hebben met bouwwerken. De totalen per jaar: 2019: 488.993 euro 2020: 208.158 euro 2021: 670.626 euro 2022: 597.248 euro ALGEMEEN TOTAAL: 1.965.025 euro.
In die bijkomende lijst zijn er nog 5 RUP’s aan toegevoegd. (We dachten al: waar blijven die?) We krijgen nu ook weer zicht op enkele merkwaardig hoge uitgaven. Bijvoorbeeld: – Beheersplannen onroerend erfgoed: 102.557 euro – Fietsrouteplan (!): 76.180 euro – Open ruimte: 71.012 euro
Ook geen idee waar die laatst vernoemde post op slaat? En waarover gaat dit allemaal? – Afsprakennota bouwkundig erfgoed 2017-36? – Afsprakennota Campus West 2017-02? – Afsprakennota Mewaf 2018-38? – Grootschalig Referentie Bestand GRB? – Hemelwaterplan? (34.991 euro!) – Stedenbouwkundige zoekmodule en vormgeving beeldkwaliteit? – Verkeersmodel? (Dat heeft al wat gekost! 68.418 euro.)
Een studie over een groots en duur project waar binnen de tripartite geen eensgezindheid bestaat willen we u niet onthouden. Over wat er moet gebeuren met dat stuk kanaal Bossuit-Kortrijk op ons grondgebied is er al 47.383 euro uitgegeven aan denkwerk.
(Wordt vervolgd. Mogen we er nu al een keer op wijzen dat die consultancy-uitgaven eigenlijk personeelskosten zijn?)
Het is VB-raadslid Wouter Vermeersch die de bedragen opvroeg die we de laatste jaren besteedden aan consultanten. Hij kreeg die opgesomd voor de jaren 2020 t/m 2022. Me dunkt kwam die vraag vroeger nog nooit aan bod. Raadsleden stelden zich tevreden met wat in budgetten of rekeningen was aangegeven aan totalen (zonder meer) in de post “beleidsstudies”. Ook herinneren we ons niet dat een of ander alert gemeenteraadslid het nodig vond om in een of andere zitting luidop de vraag te stellen waarom er voor een of ander project weerom een studiebureau moest ingeschakeld. (Neem nu dat in opbouw zijnde Groeningeparkje van een voorschot groot, bijvoorbeeld. Waarom hadden we daar twee externe architecten voor nodig? Kunnen we dat zelf niet aan, “in eigen beheer”, met eigen ambtenaren?)
Het antwoord op de vraag van Vermeersch (dd. 7 februari) verscheen in de editie van 14 maart van het Bulletin van Vragen en Antwoorden. Onze obstinate cijferaar-gemeenteraadwatcher is er gelukkig mee, maar toch: “niet onverdeeld”. Interessant is dat we alreeds bedragen te zien krijgen voor het jaar 2022, terwijl de jaarrekening nog niet eens is bekend gemaakt. Jammer is wel dat we in het antwoord geen inzage krijgen in studie- of adviesopdrachten die te maken hebben met exploitatie-uitgaven. Wél met investeringen dus, maar dan weer niet met consultancy voor bouwprojecten. En er durft zelfs soms wel een keer een uitgave ontbreken. Een beetje moeilijk te vatten is nog dat bepaalde uitgaven vermeld voor het jaar 2021 (bijv.) niet stroken met wat we terugvinden in de rekening van datzelfde jaar.
Weet u wat we zeer spijtig vinden? Dat er helaas niet gevraagd werd welke consultancy bureaus werden ingeschakeld. Misschien zijn er wel voorkeuren voor bepaalde consultanten te bespeuren? Zijn er monopolisten?? Mocht Leiedal wel vaak opdrachten in de wacht slepen? Dat we het niet weten ! En waar hebben we een heimelijk, zelfs sardonisch genoegen in? Dat we nu eindelijk eens te weten komen dat het nog altijd niet opgemaakte (en nu ook uitgestelde) mobiliteitsplan de laatste drie jaar al 157.873 euro heeft gekost. (Er is in het meerjarenplan 223.245 euro ingeschreven.)
We krijgen een overzicht van 26 uitbestede (pure) “beleidsstudies”, waarvan er 10 slaan op Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s). Daarnaast treffen we nog 7 uitgavenposten aan waarvan men zich kan afvragen waarom die niet zijn aangezien of gerangschikt als ‘beleidsstudies’ (de haalbaarheidsstudie Park 17, het mobiliteitsplan, de ontwikkeling van de Budatip, opstart studies rioleringen) en anderzijds nog posten waarbij de vraag rijst hoe en waarom die met externe consultancy hebben te maken (compensatie betonstop-planschade, structurele investeringskosten gebouwen, vernieuwen straten).
Nu zou u zeker de totalen willen kennen? – Voor het boekjaar 2020: 208.158 euro. – Voor 2021 een sprong naar 670.626 euro. Merk hier maar weer eens op welke bokkesprongen ramingen en rekeningen kunnen maken. Voor dat jaar voorzag men aan ‘pure’ beleidsstudies initieel 256.785 euro, in een budgetwijziging plots 556.435 euro en uiteindelijk volgens de jaarrekening 413.6329 euro. – Voor 2022: 597.248 euro. En wat zijn de hoogste consulting-uitgavenposten in 2022? – Communicatie woonplan / Ruimtelijk beleidsplan: 124.540 euro. – Ruimtelijk beleidsplan: 107.282 euro (voor de drie jaren samen: 202.718 euro !). – Budatip: 65.458 euro euro (samen 185.783 euro). – Mobiliteitsplan: 55.241 euro (samen: 157.813 euro). – Woonplan & woonpact: 53.603 euro (samen: 142.659 euro).
Nu nog een mededeling voor onze lezers-voetbalsupporters van KVK. De consulting voor het RUP (het zoeken naar een geschikte plaats) kostte alreeds 67.655 euro.
(Wordt vervolgd.)
Weblog over het reilen en zeilen in de Kortrijkse politiek door Frans Lavaert