Contractvoorwaarden in de samenwerkingsovereenkomst met Chefchaouen (5)

Laat ons met enkele van de meeste bizarre voorwaarden uit het contract beginnen, anders leest u hoogstwaarschijnlijk niet eens verder.
Een artikel – in een of andere samenwerkingsovereenkomst van stad Kortrijk met een of andere instantie – als wat we nu lezen onder het nr. 5 in het contract met Chaouen – hebben we nog nooit tegengekomen. Nog nooit, en zeker weten dat we als gemeenteraadwatcher in de loop der jaren er al tientallen hebben doorgenomen. We staan dusdanig verstomd van de inhoud ervan dat we de desbetreffende clausule hier zowat integraal willen citeren. Hou uw mond alvast maar goed dicht vooraleer die openvalt.
De titel van ART. 5 luidt gewoonweg “toelage“, zonder meer. (En die simpele titel op zichzelf dekt zelfs de lading niet.)
“Het is Chefchaouen verboden een betoelaging via stedelijke reglementen/reglement OCMW aan te vragen of prestaties te factureren aan het stadsbestuur/OCMW en dit voor dezelfde doelstelling zoals opgenomen in art.2 van huidige overeenkomst. Chefchaouen verbindt er zich uitdrukkelijke toe dit verbod te respecteren. ” (Noot: dat art.2 slaat op reis- en verblijfkosten.) “Mocht er ondanks dit verbod toch een bedrag uitbetaald zijn (…) op basis van een factuur aan het stadsbestuur/OCMW (…) dan zal de nominatieve toelage (…) verminderd worden met dit uitbetaalde bedrag en kan dit de beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst tot gevolg hebben.”
Wat is in Allah’s naam (swt) de reden van zo’n regelrechte bedreiging? We hebben er echt het raden naar. Verdenkt men de Marokkaanse delegaties ervan dat zij soms met een stelletje tafelschuimers alhier zullen opdagen? Of heeft Kortrijk ooit slechte ervaringen opgedaan tijdens onze stedenband met Cebu-City?
Een raadsel.

ART.4 gaat over “wederzijdse verbintenissen”.
Bijzonder onorhodox is dat er een verbintenis valt op te merken die geenszins op een gelijkwaardige manier wederzijds is. In ART.4.1 gaat het om de kosten van de jaarlijkse werkbezoeken. Zie eens hoe gulhartig onze stad kan zijn.
– Als de Marokkanen met een interne delegatie naar hier ter stede op bezoek komen, dan betaalt Stad (dat zijn wij) de totale reiskosten helemaal, vanuit Chaouen naar hier (“België”, staat er in de tekst). Helemaal.
– Omgekeerd nu. Wij gaan een keer nu (één beurt per jaar dus) op bezoek naar ginder. Dan belooft Chaouen om ons vervoer vanaf Marokko te betalen. (We veronderstellen dus hierbij redelijkerwijze wel degelijk: vanaf onze landingsplaats in het land tot in het centrum van Chaouen, en helemaal niet alreeds vanaf het moment dat ons vliegtuig het Marokkaanse luchtruim binnendringt.)
Het merkwaardige nu is dat die verbintenis uit art.4.1 niet strookt met de omschrijving van de verbintenis in hoofde van Kortrijk over de “logistieke subsidie”.
Wat staat er immers in ART. 4.2, par.2 ? We krijgen er – echt waar – een punthoofd van.
Daar vernemen we dat wij (Kortrijk) er ons toe verbinden om bij een werkbezoek aan Chefchaouen wel degelijk zelf de reiskosten te betalen, en wel van België helemaal naar Marokko.

En hoe zit het met de “verblijfkosten”? Daar bent u wellicht ook benieuwd naar. We zeggen het maar meteen: heel goed !
Als wij naar ginder trekken, dan betaalt Marokko de kosten voor overnachtingen, maaltijden en stelt ook infrastructuur ter beschikking om ons werk aldaar te kunnen uitvoeren (ART. 4.1). En zie eens: Kortrijk doet net hetzelfde voor onze Marokkaanse partner. (ART. 4.2. par.2.)

Over de financiering van de stedenband willen we het natuurlijk ook hebben. Daarvoor moeten we ART.4.2.1 aandachtig lezen en ART.7 voor de uitbetalingsmodaliteiten.
U hebt ongetwijfeld nog nooit gehoord van “het Wereldhuis West-Vlaanderen“. Wij wel een beetje, een verwaaide keer, maar de website van die instelling lijkt nergens op. Eigenlijk staat er niets op. En je moet er ook toegang voor krijgen. Nu ja, het is blijkbaar een provinciale instelling, gelegen in Roeselare nog wel, en die schijnt opgericht te zijn om veel goeds te doen voor mensen van kleur. (Een provinciaal bestuur is daar toch niet meer bevoegd voor?)
Dat “Wereldhuis” bedenkt onze stedenband voor een periode van drie jaar met een subsidie. (Dank u, Jean de Béthune.)
Maar probeer dit nu maar eens te begrijpen. We citeren het art.4.2. par.1. Volg maar:
“De samenwerking (…) wordt deels gesubsidieerd door Wereldhuis West-Vlaanderen. Dit is een subsidieovereenkomst voor een periode van drie jaar met een totaal bedrag van 45.000 euro. De subsidie bedraagt 75% van het totale werkbudget. Jaarlijks wordt 15.000 euro uitbetaald aan stad Kortrijk. Daarvan gaan 7.500 euro naar het stadsbestuur van Chefchaouen voor de uitvoering van het actieplan.”
Hoeveel bedraagt dus het totale werkbudget (bij ons,)? Staat niet in de tekst, maar valt te berekenen.
Als we het goed voor hebben zal de stedenband werken met een budget (bij ons) van 20.000 euro per jaar en legt Stad pas 5.000 euro per jaar bij wat we krijgen van dat Wereldhuis. Maar hoe wordt dat bedrag dan verdeeld tussen de partners? Op de website van stad is een keer verschenen dat Chefchaouen het toch maar met 7.500 euro per jaar moet blijven stellen, en stad 12.500 euro voor zich houdt.
(Hier moeten we er toch even aan toevoegen dat we op Tinternet vonden dat Chaouen van Europa ooit een keer 10 miljoen dirham heeft gekregen. Dat is omgerekend 900.000 euro. Een officiële bron vinden we evenwel nergens. Het zou gaan om een studie voor een wegverbreding naar Al Hoceima toe. Mobiliteit!)

ART.7 gaat over de uitbetalingsmodaliteiten.
Onze lezers weten dat de samenwerkingsovereenkomst (mede) is ondertekend door Helga Kint, gemeenteraadsvoorzitter.
Raadsleden kunnen haar nu vragen of de eerste schijf van 50% van het jaarbedrag wel is uitbetaald. Dat moest contractueel in maart al gebeurd zijn. Maar! Kan dat wel als er – bij ons weten – intussen nog geen enkel actiepunt is uitgevoerd? Is er bijvoorbeeld alreeds één (van de drie verplichte) online vergaderingen doorgegaan?
Verslag? Helga !

En wie moet er jaarlijks rapporteren over de gerealiseerde werking, denkt u? De verantwoordelijken van het stadsbestuur van Chefchaouen !! (ART.6). Nog wel op eigen initiatief dienen zij tegen 1 april van het jaar volgend op het werkingsjaar een evaluatie- en financieel verslag uit te brengen. Aan ons stadsbestuur! Dat had u nu waarlijk niet verwacht hé? (Wat zullen de Marokkanen rapporteren over de werking vanaf 1 januari 2023 tot op bijv. 31 juni 2023?)

P.S.
Genoeg voor vandaag.





Over de nieuwe stedenband tussen Kortrijk en – jawel – Chefchaouen (4)

De Marokkaanse stad Chefchaouen (ook genoemd Chaouen) heeft zich ooit een keer (2010) uitgroepen tot “ville écologique” (maar is dat eigenlijk officieel niet). “La ville bleue qui se veut verte.” Dat betekent niet dat er aldaar op milieuvlak geen pogingen worden ondernomen om iets te doen aan 1) het klimaat, 2) duurzame energie en 3) duurzame ontwikkeling. (Die genaamde Aziz die nu met een elektrische fiets rijdt! Bij wijze van voorbeeld.)
Veel weten we er niet over want alhoewel er al een verkennend werkbezoek van een Kortrijkse delegatie naar ginder is gevlogen (en omgekeerd ook?) vertikt ons stadsbestuur het nog altijd om de Kortrijkse burger serieus in te lichten over wat er al aan het gebeuren is rond de drie voornoemde thema’s.
Het is bijvoorbeeld nuttig om nu reeds op te merken dat er volgens het samenwerkingsakkoord jaarlijks drie online vergaderingen worden georganiseerd en dat er tevens een jaarlijkse evaluatie plaatsgrijpt. Welnu, onze stedenband bestaat sinds 12 december 2022 en is door de gemeenteraad goedgekeurd op 16 januari van dit jaar. Ja, – en welnu? Wat is er in dit eerste halfjaar van 2023 zoal aan actieplannen uitgevoerd?
Hier is al gewaarschuwd dat dit soort van non-beleid en non-communicatie absoluut niet zo kan doorgaan, of we stevenen – zoals met vorige mislukte stedenband met Cebu-city – naar een totaal fiasco.
Weggegooid geld en energie, en een hoop frustraties daar bovenop als resultaat.
Bon. We hebben gezegd.

Onze stedenband draait rond vier assen.
1. Maatregelen nemen om de klimaatverandering te verzachten en “zich eraan aan te passen”.
In dit kader zullen we bijv. afvalexperts uitwisselen, in beide steden meer groene plekjes aanleggen, – nog wel met fruitbomen. En mobiliteitsexperten inschakelen. (Weydts! Werk aan de winkel! Circulatie- en mobiliteitsplan helpen maken voor de smalle, pittoreske en steile steegjes in “de blauwe stad”. Veel trappen hoor.)
2. Bewustmaking en betrokkenheid van burgers rond klimaat, energie en duurzame ontwikkeling.
Ja, met onze vorige stedenband is daar niets van terecht gekomen. En ook nu weer hebben we een heel valse start genomen.
3. Institutionele capaciteitsopbouw van beide steden.
Dat is ambtenarentaal. Het gaat uiteindelijk om het uitwisselen van studenten uit onderwijsinstellingen. (Bij ons zal dat ongetwijfeld Howest zijn.)
4. Educatieve, sportieve, culturele en toeristische uitwisselingen.
Hier gaat het dus om de fameuze snoepreisjes. Met Cebu zijn er heel veel (wederzijds) georganiseerd, zelfs nog nadat de stedenband al was opgeheven. (Eén keer een verslag gevonden van een groep Kortrijkse bakvissen op bezoek op het Filipijnse eiland. Hebben niet eens een uittreksel daarvan gepubliceerd. Te beschamend hilarisch!…)

Tot daar de vier assen waarrond men een en ander wil verwezenlijken. Duur van de stedenband: vanaf 1 januari van dit jaar tot en met uiterlijk 31 december 2025. Stopzetting of verbreking van de overeenkomst mogelijk., bijvoorbeeld als de contractvoorwaarden niet worden nageleefd.
Zoals u weet is de samenwerkingsovereenkomst aan onze zijde ondertekend door de gemeenteraadsvoorzitter Helga Kint, niet door onze burgemeester. Interessant is dus te weten tot welke engagementen zij zich (samen met haar gemeenteraad) zoal heeft verbonden.
We gaan er nog een apart stukje van maken, want bepaalde artikels uit het contract zijn verrassend. Pikant ook. Helga zal moeten bij de pinken blijven.

Intussen permitteren we ons nog een tweetal algemene bedenkingen. Wat ons van het hart moet.
* Vooreerst kan men zich afvragen waarom Kortrijk per se een stedenband wil.
En wie dat eigenlijk wel wil ? Een fractie, een schepen? De burgemeester? Een Kortrijkse VIP? Een organisatie? Wie is of zijn de initiator(s)? Dat weten we dus niet.
Jawel, in het bestuursakkoord van de tripartite is er een keer sprake van “een beste stad, met de strafste plannen voor meer biodiversiteit en minder vervuiling“. Maar behelst dat impliciet en noodzakelijk het sluiten van een stedenband? Men kan natuurlijk altijd teruggrijpen naar de grote woorden. Een plechtige, hoogdravende terminologie die een hele kamer kan vullen. In de trant van “steden spelen overal ter wereld een belangrijke rol in de ontwikkeling van hun regio of land.” En: “ze worden meer dan ooit geconfronteerd met dezelfde uitdagingen en problemen.” En: “stad Kortrijk wil een beleid uitwerken dat iedereen omarmt én effect heeft op alle Kortrijkzanen over alle grenzen van de verschillende doelgroepen heen.” (We citeren nog altijd!) En: “we streven naar een samenleven waarbij niemand uitgesloten wordt. Een cultuur waarin gelijke kansen, gesprek en respect vooropstaan en waar geen plaats is voor haat, onverdraagzaamheid en racisme.” Enzovoort. Enzovoort.
Let wel, dat bloemrijk woordgebruik staat allemaal te lezen in het samenwerkingsakkoord! (Art. 11: “Clausule samenleven.”)
* Tweede punt dat we eventjes willen maken.
Waarom moet een (Kortrijkse) stedenband (zie de vorige met Cebu) altijd gaan over een thema als “milieu”? Zeg het eens.
En waarom altijd met een partner uit “het zuiden”? Zeg het eens.





De samenwerkingsovereenkomst tussen Kortrijk en Chefchaouen is ondertekend (3)

Stom hé? We moeten nog VOOR we het over de inhoud hebben van dat contract even een heikel puntje aanraken. Iets dat we aan onszelf en anderen niet kunnen uitleggen, terwijl sommigen wellicht zullen denken dat het om juridische haarkloverij gaat.
Dat samenwerkingsakkoord is aan Marokkaanse zijde afgesloten door het stadsbestuur van Chefchaouan, “rechtsgeldig vertegenwoordigddoor de burgemeester Mohamed Sefiani. Volstrekt normaal te noemen.
Evenwel.
Aan onze zijde is de overeenkomst weliswaar ook afgesloten door het stadsbestuur (het schepencollege van 12 december 2022), maar dan wel vertegenwoordigd door de gemeenteraad, “voor wie optreden” Helga Kint (raadslid-voorzitter van de gemeenteraad) en Carlo Daelman (algemeen directeur). Dat zou dus betekenen (art. 279 §1 van het decreet lokaal bestuur) dat het document specifiek, zeg maar ‘louter en alleen’ betrekking heeft op de gemeenteraad. Dat is toch van de pot gerukt?
Hoeveel actoren zijn er niet gemoeid met die samenwerking? Het thema is: klimaat, duurzame energie en ontwikkeling! Daar zijn bijvoorbeeld ongetwijfeld experten inzake mobiliteit uit beide steden bij betrokken. Stagiairs uit meerdere onderwijsinstellingen. Een provinciale instelling als het “Wereldhuis”. Een bevoegde commissie. Lokale culturele, toeristische en zelfs sportieve verenigingen. Burgers dus. Afvalexperts. Tuinarchitecten. Specialisten inzake zonne-energie. “Mooimakers”. Kortom, allerhande heel deskundige personen, uitgezonderd gemeenteraadsleden, tenzij die leden-uitverkorenen van de Raad die mogen deelnemen aan eventuele snoepreisjes naar Marokko.
En zie, de overeenkomst is letterlijk ondertekend door Helga Kint, gemeenteraadsvoorzitter. Niet door de burgemeester, niet door de bevoegde schepen Bert Herrewyn. Dat hebben we nog niet meegemaakt, dat Helga in persoon een samenwerkingsovereenkomst sluit die eigenlijk stad verbindt. Ook financieel. Moeten wij haar dan (persoonlijk) verantwoordelijk achten voor de engagementen die al of niet zijn genomen in dit partnerschap? Het jaaractieplan van de overeenkomst wordt jaarlijks geëvalueerd. Wat als de contractvoorwaarden niet worden nageleefd? Zullen we Helga dan op het matje roepen?

O ja.
Weet u hoe men bij de ambtenarij het feit motiveert dat de samenwerkingsovereenkomst niet werd (of mag) ondertekend door Ruthie Vandenberghe, onze burgemeester? Omdat het stadsbestuur van Kortrijk zelf in de loop van het laatste contractjaar (eind 2025) de samenwerking zal evalueren. Men vindt het vreemd dat het stadsbestuur finaal aan zichzelf moet rapporteren. Nou, als men die redenering doortrekt kan de burgemeester bijna geen enkele samenwerkingsovereenkomst meer ondertekenen, over om het even wat en met om het even wie. Trouwens dat evaluatieverslag zal niet zomaar uit de lucht vallen. Het zal opgemaakt worden door de bevoegde stadsdiensten van beide steden, jawel, én natuurlijk gebaseerd zijn op wat al die actoren te rapporteren hebben die aan het project konden meewerken.
Overigens stelt zich nu ook de vraag of het stadsbestuur de overeenkomst op eigen houtje kan verbreken (beëindigen) zonder de toestemming van een raadslid, zijnde onze Helga…

P.S.
Tja, het Pietje Precies van onze redactie moest dit absoluut even kwijt…Hij is nu weer gelukkig.
Volgende editie gaat zeker over de inhoud van het samenwerkingsakkoord. Beloofd!


Stedenband met Chefchaouen mag niet weer mislukken ! (2)

Het is heus niet zonder reden dat we er in een vorige editie van deze krant hebben op aangestuurd opdat vele Kortrijkzanen in hun bucketlist het pittoreske Marokkaanse stadje Chefchaouen als reisdoel zouden opnemen. Anderzijds is het bijna zeker dat u niet weet waarom we deze oproep deden. En omgekeerd is het ook onwaarschijnlijk dat er ook maar één Marokkaanse bewoner ginder in “de blauwe stad” al ooit heeft gehoord van Kortrijk (Courtrai).
En nochtans, al op 12 december 2022 heeft het schepencollege een uitgebreide samenwerkingsovereenkomst met Chaouen (vereenvoudigde, familiaire benaming) goedgekeurd. En in de gemeenteraad van januari van dit jaar is hetzelfde gebeurd, geheel geruisloos. (De VB stemde tegen o.a. omdat het stadje zowat aanzien wordt als een paradijs voor wiet-gebruikers. Andere fracties namen niet eens de moeite om het woord te voeren over deze actie, een nochtans goed bestudeerde actie die kadert in ons ambitieus “lokaal mondiaal beleid”, – ook VLD-raadslid Mohamed Ahouna niet.)

Een stedenband is niet hetzelfde als een jumelage. Een jumelage heef een protocollair karakter, vooral gericht op het onderhouden van een vriendschappelijke band met een andere, in principe Europese stad.
Men bezoekt wederzijds elkaars kermissen, bijvoorbeeld. Pinten drinken en schransen. Een stedenband is véél serieuzer, gaat op zoek naar een inhoudelijke werking rondom een bepaald thema, met de hoop van over die materie wederzijds iets te leren.
Kortrijk heeft nog altijd vier “zustersteden” (waar we overigens niets meer van horen) maar onderhield ‘daarnaast’ van 2004 tot 2019 een stedenband met de megastad Cebu-city, gelegen op het gelijknamige Filipijnse eiland. Ook weer iets waar al die jaren geen Kortrijkzaan iets van afwist, tenzij die enkele tientallen inwoners die konden genieten van de zéér vele (dure) snoep- en inleefreizen naar dat verre eiland.
Die stedenband met Cebu-city is een totale flop geworden. We hebben zelfs enige moeite om ons nog te herinneren wat de doelstelling was. Had iets met afvalbeleid te maken, geloof ik. Sorteren!
Kortrijkwatcher stond niet zonder reden van in den beginne sceptisch tegenover dat project met Cebu en heeft op bepaalde gronden (die we nu niet meer zullen herhalen) meerdere malen gepleit om die broddelactie stop te zetten en te zoeken naar een andere stedenband in bijvoorbeeld…Marokko. Jawel ! ONS VOORSTEL.

Pas begin 2020 (of eind 2019) heeft het stadsbestuur ingezien (toegegeven) wat hier altijd al werd beweerd: dat er in Kortrijk niet het minste draagvlak bestond voor de stedenband met Cebu, daar nog niemand echt kon voor gemobiliseerd worden. Heeft ook inhoudelijk niets teweeg gebracht. Allez zeg, we zouden de Cebuanen een keer leren sorteren…(Op de Filipijnen zijn er steden waar mensen juist leven op vuilnisbelten…)
En nu !
Nu dreigt weer helemaal eenzelfde fiasco te gebeuren. We zagen al dat de goedkeuring van de nieuwe stedenband met Chaouen in de gemeenteraad van januari in de grootst mogelijke onverschilligheid is gepasseerd. Niemand (tenzij de VB-fractieleider Wouter Vermeersch) had het over de voorgeschiedenis (vanwaar die keuze?), de doelstelling (ook weer iets dat met het milieu heeft te maken, maar Groen gaf geen kik), de financiering (waar wij dan wel nog iets over hebben te vertellen).
Verantwoordelijke schepen voor het gebeuren is opnieuw Bert Herrewyn (van ‘Vooruit’ met de SP.a) , bijgestaan door Margot Vervaeke als ‘projectleider’.
Welnu, zoek nu maar eens als gewone maar geïnteresseerde Kortrijkzaan (of als inwoner met Marokkaanse roots!) naar meer informatie over die stedenband. Op onze website van stad. In het Stadsmagazine. In de gazetten. Wist u dat er al (vorig jaar dus?) wederzijds “verkennende” werkbezoeken zijn geweest? Deelnemers? Verslagen (evaluaties) daarover gelezen? Is er soms dit jaar al een concreet plan uitgevoerd? Is de “Mondiale Raad” al een keer bijeengekomen?
Meer nog: kunt u wel ergens de integrale tekst van de samenwerkingsovereenkomst dd. 12 december 2022 vinden? (We geven er een samenvatting van in een volgende bijdrage.)

(Wordt vervolgd.)

P.S.
Als u een keer ter plekke in Chefchaouen bent, en per se zoekt naar iemand die al van “la ville de Courtrai” (of van schepen Bert Herrewyn) heeft gehoord, vraag dan naar Aziz. Hij rijdt nu als “agent municipal” rond met een elektrische fiets. En geel hesje. Dit alles in het kader van het streven van de burgemeester om van zijn stad een “commune modèle” te maken: “Une commune modèle et initiatrice d’un changement citoyen en matière de gestion énergétique durable.”
Bij Houda Hadjji maakt u ook kans. Zij staat in voor de werking van het “centre de l’écologie”.
In het stadhuis kunt u vragen naar Abdelali El Bakali. Dat is onze contactpersoon aldaar.
Burgemeester Mohamed Sefiani heeft het waarschijnlijk te druk. Dat is een hoge piet hoor! Qua milieu-zaken alleen al is hij president van de “Maroccan Association For Eco-cities” en regionaal ambassadeur van het “Global Covenant of Mayors for Climate and Energy.




Bijzondere, intieme reistip, speciaal en enkel voor Kortrijkzanen: Chefchaouen ! (1)

Uw weet nog altijd niet waar naartoe?
En u mikt op een pittoreske, exotische en uitzonderlijk mooie plaats, inclusief omgeving? Een bestemming waar u daarenboven om een heel speciale reden – als Kortrijkzaan dan – als een unieke gast zal worden ontvangen? Een V.I.P. als het ware.
Aarzel niet meer: boek een reis naar Marokko en spoed u naar het betoverende “blauwe stadje” in het RIF-gebergte: Chefchaouen. (Gemakkelijker naam om te onthouden: Chaouen.)
Uitleg volgt nog, – alhoewel we er hier al een keer over vertelden.
Nu is er evenwel meer nieuws…Er is een officiële samenwerkingsovereenkomst !

(Wordt vervolgd.)

Abby heeft al een eerste curator, voor een eerste tentoonstelling

Even nog vlug toelichten dat “Abby” de nieuwe naam is voor de in opbouw zijnde “kunst- en tentoonstellingssite” in het Begijnhofpark. Daar waar vroeger het “museum” 1302 was, de Groeningeabdij en het toeristisch centrum.
De hoop is nog altijd dat Abby eind 2024 luisterrijk kan openen, en dan moet men natuurlijk kunnen uitpakken met een evenement. Dat wil hier zeggen: een innovatieve en dynamische collectie-presentatie van ‘Kortrijkse’ iconische stukken in dialoog met hedendaagse kunst die – nu ja, onze cultuurschepen Axel Ronse is nu eenmaal van de N-VA – “verbanden en verhalen belicht over het brede thema “identiteit”.

Het gaat om een tweejaarlijkse (2024-2026) veranderende gebeurtenis met de naam “ReCollectie (I)”.
Nog opgezocht wat die term in het algemeen kan betekenen. We vonden bijv.: herinnering, geestelijke oefening, bezinning, en zelfs ‘retraite’. Vandaar dat de ReCollectie niet enkel zal steunen op bijv. stukken uit het vroegere stadsmuseum “Broel” of “1302”, maar ook is opgevat als een hedendaagse herneming van de historische traditie van de Kortrijkse Kunstwerkstede de Coene, waarin kunstenaars, designers en makers samenwerken aan vernieuwende “totaalinterieurs-slash-kunstinstallaties“.
De collectiepresentatie zal in het zgn. Dormitorium (‘de living’) geënsceneerd zijn als een artistieke huiskamer die tegelijk dienst doet als café, informeel onthaal, shop, ticket office en ruimte voor lezingen, debatten en salongesprekken. Voorts wordt ReCollectie ook een “structurele tool voor collectie-uitbreiding” want na afloop komt tenminste één nieuw werk uit de installatie in onze stedelijk collectie.

Dat wordt dus hoogst waarschijnlijk een werk van Rinus Van de Velde, aangezien deze geconsacreerde, bij het groot publiek gekende en geliefde kunstenaar als curator zal instaan voor de installatie en presentatie van de eerste ReCollectie. Als dusdanig aangesteld op 26 juni laatstleden. (Staat nog niet in de gazetten.)
Volgens het Team van Abby ligt de keuze voor Rinus voor de hand. Het is een gerenommeerd totaalkunstenaar (verbind hem in gedachten zeker niet uitsluitend met zijn reuzegrote houtskooltekeningen!) met productionele ervaring (zie zijn ‘props’) en behept met een onderzoeksmentaliteit.
Persoonlijk zijn we in principe geen grote voorstander van een curator die tegelijk kunstenaar is, maar in het geval van Rinus Van de Velde wekt het waarlijk vertrouwen dat hij een alumnus is (2010) van het elitaire Hoger Instituut van Schone Kunsten (het HISK). Dat wil wat zeggen! Hij kent dus nogal wat internationale ‘concullega’s’, docenten, galeristen, museumdirecteurs, kunstcritici. En het HISK heeft zelfs een curatorieel opleidingsprogramma !

P.S.
Leden van het team Abby?
– Sarah Keymeulen (programmatie, artistiek directeur)
– Thiana Van Den Bussche (community builder)
– Klara Rowaert (tentoonstellingsmaker)
– Bernard Pauwels (de vertrouwde Kortrijkse erfgoedwerker)



Quote van de dag: “vijftig procent minder fietsongevallen”

Het quotum komt (wat dacht u anders?) uit het regionale katern van ‘Het Laatste Nieuws’ (pag. 19) van vrijdag 14 juni. De volledige, heel grote kop in vette letters luidt: “KORTRIJKSE FIETSZONE ZORGT VOOR VIJFTIG PROCENT MINDER ONGEVALLEN”. De bijgaande ‘ondertitel’ geeft een mogelijke verklaring: “Bestuurders zijn alerter door toenemend aantal fietsers”.
Het stuk is gepubliceerd door de bekende 0,00%-journalist Peter Lanssens (lps).
Hij vertelt dat de cijfers over de evolutie van de fietsongevallen (in de fietszones) zopas zijn vrijgegeven door de lokale politiezone VLAS, maar die zult u op de website van die PZ evenwel niet terugvinden. In werkelijkheid zijn die cijfers bij onze (lps) natuurlijk ingefluisterd door zijn idool, schepen Axel Weydts.
De opgegeven cijfers over de afname van het aantal fietsongevallen durven we bijna niet overschrijven, ZO BELACHELIJK zijn die. Zij zijn dus bijna gehalveerd, niettegenstaande het stijgend aantal fietsers.
Zie maar eens hier:
– In 2018 (het jaar VOOR de invoering van de eerste fietszone) ging het om 16 ongevallen. En nu, zo vraagt u zich ongeduldig af?
– We gaan het u onmiddellijk vertellen: in 2022 (dus vorig jaar) is dat fataal aantal gezakt naar 9 (negen) ongevallen.
Dat is dus wel degelijk “een quasi halvering”, zo concludeert onze 0,00%-reporter (met zijn scherpe pen), niettegenstaande het om “relatief kleine cijfers gaat”. En, zoals schepen Weydts het zegt, vindt ook (lps) dat dit alles gewoon te wijten is aan “de verbeterde verkeersveiligheid in onze binnenstad”. (Elders niet?). “De fietszone mist zijn doel niet.”

Peter Lanssens zal ons niet gek maken met zijn geschrijf !
Als 0,00-jounalist is hij natuurlijk niet in staat om wat nader in te gaan op die cijfers.
Ten eerste geeft hij geen enkele aanduiding over het aantal fietsongevallen per jaar, in die beschouwde periode 2018-2022. Misschien is er wel een jaar geweest met een recordcijfer? Wie weet.
Ten tweede komt het bij hem niet op om zich af te vragen in hoeverre het toch uiterst kleine aantal genoteerde fietsongevallen wel correspondeert met de officiële statistieken daaromtrent voor heel de stad. Als 0,00-journalist kent hij die gegevens per definitie niet, en is tegelijk niet in staat om die op eigen kracht op te zoeken. Hij vraagt ze ook niet op aan schepen Axel Weydts. Dat doet men niet !

Het artikel wekt in elk geval de ene keer (in de aanvang) de indruk dat de ongevallencijfers gelden voor de binnenstad, maar wat verderop toch misschien wel slaan op de drie fietszones, namelijk die van heel het centrum (75 aaneengesloten straten) én de zones in het centrum van de deelgemeenten Heule en Marke. (In de titel van het stuk staat de term “fietszone” in het enkelvoud !)
Welnu, wij kennen de officiële aantallen fietsongevallen in de stad dan wél, voor heel de periode, zelfs al van in het jaar 2012 tot 2021. Merk dan hierbij even de ongelooflijke onevenredigheid tussen de aantallen die Weydts constateert (voor de fietszones) en de aantallen uit de officiële statistieken die slaan op heel de stad.
2018: 188 (nog geen fietszone)
2019: 160 (er is wel een fietszone nu, in het centrum)
2020: 126 (nu bestaan er tevens fietszones in Heule en Marke en vanaf 13 juni ook in de Overleiestraat)
2021: 135 (de drie fietszones zijn in functie)
Voor het jaar 2022 kennen we jammer genoeg het aantal fietsongevallen in de stad nog niet.
Maar Weydts moet ons maar eens die onwaarschijnlijke discrepantie uitleggen tussen het aantal fietsongevallen in de fietszones (met de oppervlakte ervan en de verkeersdrukte) en die in de hele stad of de rest van de stad.
Het zou heel goed kunnen dat de snelheidsbeperking in de fietszones (30 km) als een plausibele reden kan worden beschouwd. Ja. Jawel. Maar er zijn in stad en in de deelgemeenten toch ook buiten die zones snelheidsbeperkingen of andere veiligheidsmaatregelen getroffen? (Drempels, rijbaankussens, verkeerslichten, fietspaden, plateaus, wegmarkeringen, schoolstraten, éénrichtingsverkeer,enz.)

Overigens zou het zéér interessant zijn indien schepen Weydts een keer aangaf wat de concrete oorzaak is van die NEGEN geconstateerde ongevallen van vorig jaar in de (alle drie?) fietszones. Is dat uiterst klein aantal enkel en alleen te danken aan het loutere bestaan van de fietszone? Of ligt het aan de slachtoffers zelf, bijv. aan het gebruik van een smartphone, slechte zichtbaarheid, onoplettendheid, een valpartij, een aflopende ketting, een slechte rem, een pure onhandigheid?
Zijn er wel altijd auto’s bij betrokken? (Of heeft men het hier juist louter en alleen om die gevallen??)

P.S. (1)
Wij zijn fervente voorstanders van de 30 km-norm, maar niet van fietsstraten.
Als een fietser net voor uw wagen valt, wat dan? Alleen al daarom. En natuurlijk zijn slabakkende of trage fietsers heel irritant. (Sommigen zijn zo beleefd dat ze spontaan stoppen en u laten voorgaan…)

P.S. (2)
Cijfers over het aantal fietsongevallen (2012-2021) te vinden in het Bulletin van Vragen en Antwoorden van februari 2022. Antwoord op een vraag van Groen raadslid Matti Vandemaele.
2012: 155
2013: 147
2014: 158
2015: 169
2016: 128
2017: 133
2018: 188 (+41 %)
2019: 160
2020: 126
2021: 135







Gevonden ! De subsidie van 7,5 miljoen voor Abby (3)

In een vorige editie kon onze gemeenteraadwatcher zich danig ergeren (zo is hij wel) over het feit dat hij nergens een document vond dat erop wees dat de nieuwe “kunst- en tentoonstellingssite Abby” echt zou genieten van een subsidie ter waarde van 7.500.000 euro.
Kwam daar nog bij dat de officiële website van Stad het had over 7.580.000 euro, geschonken door het Fonds Culturele Infrastructuur (FOCI). En als je wat verder leest in de website over het project, dan zie je zelfs ergens een getal verschijnen met een nul teveel: 7.5800.000 euro. (Er is overigens ook nog een meerjarenplan te vinden dat het heeft over 7 miljoen. Onze stadswebsite getuigt traditioneel van veel diversiteit als het om getallen gaat. We verschieten daar niet meer van! )
We weten intussen dat het in werkelijkheid gaat om een investeringssubsidie van 7.500.000 euro, en dat die niet komt van FOCI.
Inmiddels nog ontdekt waarom het juist om 7,5 M gaat. Want dat vroegen we ons ook af.
Dat is te kaderen in een toepassing van een Besluit van de Vlaamse Regering (dat al dateert van 16 november 2012) over het toekennen van investeringssubsidies voor “het uitbreiden, verbouwen of verwerven van culturele infrastructuur met uitzonderlijke omvang”. Het artikel 6 daarvan zegt dat die subsidie van de Vlaamse Regering maximaal 60% kan bedragen, en dat de rest van de kostprijs moet gedragen worden door een andere overheid, hier in dit geval dus onze Stad. (Ter info: dit reglement wordt nog deze zomer gewijzigd.)
Als “totaal budget” (blijkbaar de totale kostprijs) voor Abby vermeldt de Kortrijkse website 12.501.487 euro, een andere keer één euro meer: 12.501.488 euro. (Ja, zo gaat dat hier.) Nou, 60 procent van het afgerond getal 12.500.000 euro geeft wel degelijk als uitkomst 750.00 euro.
(Intussen hebben we hier al gemeld dat de totale prijsraming van het project (met erelonen, marges, mogelijke herzieningen en meerwerken) geschat wordt op 14.472.324,66 euro. Zullen we daar 60% van krijgen?)

Uren en uren heeft onze gemeenteraadwatcher veil gehad om uit te vissen in welke officiële bron die subsidie zou kunnen terug te vinden zijn. (Zo is hij wel.) Die verwijzing naar FOCI heeft ons misleid.
We zijn dan maar gaan kijken of er in het relanceplan genaamd “Vlaamse Veerkracht” soms geen investeringssubsidies voor cultuur zijn voorzien. En jawel hoor. Dat investeringsplan wil fundamenteel een serieuze impuls geven aan duurzame economische ontwikkeling maar in het speerpunt “infrastructuur’ bestaat er ook een cluster voor culturele TOPinfrastructuur. En ja, na veel geploeter in digitale papieren op Tinternet vonden we op pag. 429-430 van een document genaamd “Monitoring Relanceplan, – Voortgangsrapport en covernota, meetmoment december 2022” toch een project met de code VV 080 die gaat over een Groeningeabdij in Kortrijk. Met een vastleggingskrediet (VAK) van 7,5 miljoen, waaronder alreeds een vereffeningskrediet (VEK) van 1.242.000 euro.
Zo. We zijn weer op ons gemak.
Hoog tijd (eer de gazetten er een keer over beginnen) om het te hebben over de eerste tentoonstelling die er – naar we hopen – al eind 2024 komt in Abby met als curator Rinus Van de Velde, beeldend kunstenaar.

Wat zou Abby wel kunnen kosten? (2)

Zoals gezegd, gelet op het feit dat er al een curator is aangesteld voor een eerste evenement (genaamd ReCollectie1) in de toekomstige kunst- en tentoonstellingssite ABBY, begonnen we wat te mijmeren over de voorgeschiedenis van dit grootste project. En tot de tribulaties die met die historie gepaard gingen behoorde ook de – laat het ons maar zo zeggen – een wonderlijke prijsvorming.
Gewoon om ons archief een beetje op punt te stellen, maar vooral om de financiële gang van zaken elektronisch te vereeuwigen op deze alternatieve stadskrant (het gebeurt anders nergens) zijn we gaan snuisteren in alle mogelijke bronnen.

Wat is het eerste wat een normale mens doet die de geraamde kostprijs voor de bouw van ABBY wil kennen?
Dat is toch de meeste officiële bron raadplegen die er op dit gebied bestaat? De website van stad toch? En wat zegt die daarover, als men de zoekterm Abby invoert? Twee regeltjes, die we hier letterlijk weergeven:
– Totaal budget: 12.501.487 euro.
– Foci subsidies: 7.580.000 euro.

Een normale mens moet dan nog even opzoeken wat FOCI is. Staat voor “Fonds Culturele Infrastructuur”.
Als Kortrijkwatcher moet ik er wel een commentaar aan toevoegen. In een ander officieel document – het meerjarenplan – is wel eens sprake van een subsidie van 7 M en ook een keer van 7,50 M . Zonder enige toelichting. En in een raadscommissie van april 2022 zei schepen Ronse dat de subsidie is toegekend in het kader van “Vlaamse Veerkracht”. Overigens heeft Kortrijkwatcher nog nergens een expliciete nota gevonden waarbij de Vlaamse Overheid kond doet dat er voor dat Kortrijks project een investeringstoelage beschikbaar is. Ook op Foci niets te vinden. Dit alles even terzijde, maar het toont toch aan hoe slordig een en ander is gedocumenteerd.
Maar die prijs nu, zoals aangegeven op de Kortrijkse website.
Is die 12,5 M nu wel de kostprijs zelf, of wil men daarmee gewoon zeggen dat het het gaat om het budgettair bedrag dat Stad ter beschikking heeft? En een datum is niet aangegeven, dus concluderen we daaruit dat het vermelde bedrag vastligt en het wel degelijk als actueel moet beschouwd. Maar is dat nu excl. of incl. btw? Geen idee.

Budgetten (ramingen) vindt men in de meerjarenplannen (MJP)
Onze gemeenteraadwatcher heeft daar alle tijd voor, en wil die boeken wel eens raadplegen.
– Het oorspronkelijke MJP van december 2019 stelt dat het gaat om 6.780.000 euro, zonder enige ontvangsten.
– Het MJP van december 2020 heeft plots een uitgave van 13.836.050 ter beschikking want er is nu een ontvangst voorzien van 7 miljoen.
– Het MJP van december 2021 voorziet ietwat meer: 14.482.922 euro, en ook de subsidie is nu gestegen naar 7,5 miljoen. (De verhoging van het bedrag was nodig omdat de oppervlakte van de ondergrondse tentoonstellingsruimte in het voorontwerp is gemaximaliseerd.)
– Het meest recente MJP nu, van december 2022. Zelfde bedragen. We onthouden 14,48 M. (Schepen Ronse zegt wel 14,47 M maar daarover gaan we nu niet vallen.)

Zouden we niet best eens opzoeken wat het College van Burgemeester en Schepenen (het CBS) daadwerkelijk en concreet als RAMING heeft goedgekeurd?
We kunnen dat als gewone burger vinden door de notulen van de gemeenteraad te raadplegen (niet de gazetten!) die “de voorwaarden en wijze van gunnen” moest goedkeuren voor bouwaanneming van de site in de Groeningeabdij. Dat gebeurde in de GR van april 2022.
De uitgave voor het bouwdossier wordt geraamd op 9.869.770,87 euro of 11.942.422,75 euro inclusief BTW. Om redenen van besparing zal men aan de kandidaten-inschrijvers voorstellen om hun offertes op te splitsen in een gedeelte ‘basisposten’ en een gedeelte ‘optionele posten’.
De totale projectkost (met btw, erelonen, marges voor meerwerken en herzieningen) wordt evenwel geraamd op 14.472.324,66 euro.
(Wat de erelonen betreft voor de drie bureaus die we hier altijd ironischerwijze bestempelen als de TV “Sentimentele Monumentaliteit” betreft vlug nog zeggen dat die 12,5 procent bedraagt en nu geraamd wordt op 1.471.108,38 euro.)

Vergelijk dat bedrag van daarnet, de 14,47 M maar even – al was het maar in gedachten – met de oorspronkelijk geraamde prijs en ook met wat de website van stad nog altijd durft te beweren.
Maar we zij er nog niet.
De werken moeten nog gegund !
Die gunning is gebeurd op 29 augustus 2022, in volle vakantie en kreeg geen aandacht.
Er waren acht kandidaten. De winnaar was die firma met de laagste offerte, de TM Artes Depret-Artes Roegiers.
Het offertebedrag bedroeg 10.174.330,85 euro oftewel 12.310.940,33 inclusief btw. (Een overschrijding van slechts 8% in de prijzen zonder btw.)
Ten opzichte van de raming valt dat bedrag dus wel mee. En dat is géén raming meer !
Maar eigenlijk vroeg de TM Artes wel degelijk 13,0 miljoen voor alle opties. Bepaalde opties werden evenwel niet gegund (bijv. de herinrichting van het administratief gebouw). Het bedrag werd dus naar beneden herleid met zowat 169.000 euro, maar die werken zullen toch eenmaal moeten uitgevoerd. (Stad doet hier aan zelfbedrog.)
Voorts rekent stad erop dat er een btw-aftrek mogelijk is (geen 21,69 % maar 16,45 %).
(En voor de volledigheid, het ereloon stijgt nu naar 1.639.537,26 euro. Het ontwerpteam, de TV “Monumentale Sentimentaliteit” heeft nog 214.948,90 euro te goed van Stad.)

Hierboven hebben we ons zorgvuldig gehouden aan de bedragen zoals die te vinden zijn in de officiële documenten.
Kortrijkwatcher zou Kortrijkwatcher niet zijn als we niet een keer – om te lachen – zouden nagaan wat “secundaire bronnen” zoal vermelden over de kostprijzen.
Maar dit vinden we wel niet echt om te lachen: de website van de firma Artes zelf heeft het over 10.100.000 euro. Hoe is dat in godsnaam mogelijk?
De gazetten nu ! De beeldmedia!
– Het Nieuwsblad (28 november 2022): 16,7 miljoen.
– Het Laatste Nieuws (1 februari 2022): tweemaal 7,5 miljoen (deel stad en deel subsidie).
– WTV (28 november 2022) ook 16,7 miljoen.
Kan het nog gekker??

P.S.
Als je de notulen van de gemeenteraad van april 2022 leest zie je dat er 25 ja hebben gestemd (de leden van de tripartite) en er 6 onthoudingen waren (Groen en VB). De CD&V was er nochtans maar hun stemgedrag wordt niet vermeld. Geen nee-stemmen te bekennen ! Hebben die raadsleden dan moedwillig NIET gestemd?? Ik herinner mij daar niks van…










We wilden eigenlijk iets anders vertellen, – maar wat kan ABBY wel kosten? (1)

Ja, we wilden het toch wel hebben over een recent cultureel gebeuren: er is alreeds een (eerste) kunstcurator aangesteld om een tentoonstelling te organiseren in Abby. En het gaat nog wel om iemand met een grote renommée, met name om Rinus Van de Velde. Onze gazetten hebben het met al die feesten en pop-up bars en dat warm weer veel te druk om met dit nieuwtje uit te pakken. Er is in het kader van Abby ook al een kunstwerk aangekocht. (Voor buiten.) Ook dit feit verdient enige aandacht voor wie begaan is met het culturele leven in onze centrumstad.
Maar terwijl we wat aan het mijmeren waren over hoe we al dat culturele nieuws redactioneel zouden aanpakken, vroegen we ons plots af of het niet eerder van pas zou komen om voorafgaand, allereerst nog wat basale gegevens te verstrekken over die nieuwe site genaamd ABBY, gelegen in het Groeningepark.

De term “Abby” is waarschijnlijk nog niet zo goed ingeburgerd bij de modale Kortrijkzaan.
Hij heeft het wellicht nog over de “Groeningeabdij”, of misschien zelfs nog over “museum 1302”. Het in opbouw zijnde Abby kun je intussen geen museum meer noemen (het is méér), en liefst ook geen “belevingscentrum”. (Er is al genoeg te beleven.) De site gewoon en eenvoudigweg bestempelen als “stadsmuseum” zouden we ook niet al te best vinden. De ambitie moet mettertijd grootser zijn.
We houden het dus voorlopig maar bij de benaming: “kunst- en tentoonstellingssite“, wel met de hoop dat het woord Abby – zowel in als buiten Kortrijk – ooit als vanzelf de betekenis ervan oproept. Een begrip wordt. Zoals bijv. het MAS in Antwerpen. (Wat is het MAS? Antwoord: het Mas.)
Velen (ook het schepencollege) associëren de term Abby met ‘abdij’, gezien de site dezelfde is als die van de vroegere Cisterciënzerabdij aan het Groeningepark. Daar is niets op tegen, laat ons maar in die waan. Maar het woord “abby” komt eigenlijk van het Hebreeuws ‘Abigaïl‘, en dat is een meisjesnaam die zoiets betekent als “de vreugde van de vader”. Zo, dat is dus rechtgezet.

Kortrijkwatcher zou kortrijkwatcher niet zijn als hij het niet een keer zou hebben over de voorgeschiedenis van het project. Het hele traject is er een van het soort waarbij men ooit zal verzuchten ‘eind goed, al goed‘. Onze hoofdredacteur haast zich hierbij alweer om (bij zijn traditioneel vijandig geaarde lezers) niet weerom over te komen als een onverbeterlijke negativo, en benadrukt kwistig dat hij volkomen achter het project ABBY staat, zowel achter de bouw (die piramide! die ondergrondse ruimte!) als het concept (die ‘living’!). Zelfs de kostprijs is voor Kortrijkwatcher géén heikel punt, tenzij dan de wispelturigheid ervan en de vage communicatie errond. En staat die subsidie wel vast?(Daar hebben we het nog over.)
Wat de voorgeschiedenis betreft kan men samenvattend stellen dat die abominabel is geweest. Diep treurig. Het parcours is op een onverklaarbare wijze onder de vorige schepen van cultuur (Ann! Ook van N-VA-signatuur!) al van in het begin volledig verkeerd gestart en vervolgens totaal ontspoord.
De tripartite besliste namelijk al bij zijn entree (in 2013!) om het stadsmuseum Broelkaai 6 te sluiten. Zonder enig serieus bedongen alternatief voor dat pand. (Raakte niet verkocht, noch verhuurd.) Er zou wel een nieuw museum komen (werktitel: ‘museum X’) in wat toen nog “1302” heette. En we zouden dat nu een keer zelf uitwerken, met eigen ambtenaren. Jongens, jongens, werd dat een jarenlang, moeizaam gepruts met onnoemelijk veel vergaderingen (workshops!) en studiereisjes. Kosten van heel dat eindeloos gedoe zijn voor altijd en eeuwig in nevelen gehuld.
Het is misschien wel de floper-defloper-deflop van de vorige bestuursperiode geweest.

Het nieuwe project onder schepen Axel Ronse (N-VA) is in feite ook al lopende van in het vorige decennium. Maar ditmaal is er absoluut geen uitzichtloosheid, integendeel.
Die complexe zoektocht naar ontwerpers, onder leiding van de Vlaamse Bouwmeester; Kortrijkwatcher heeft er bladzijden voor over en nodig gehad. Uiteindelijk viel na oneindig veel gepalaver eind maart 2020 de beslissing om het ontwerp te gunnen aan een trio, een Tijdelijke Vereniging van de bureaus Barrozzi en Veiga (Barcelona), Koplamp-Architecten (Roeselare) en Tab Architects (Gent). Nog bijgestaan door allerlei firma’s met specialisten voor scenografie, akoestiek, licht, enz. Belangrijkste ontwerper van de TV is naar het lijkt een zekere Tom Debaere. Voor het inhoudelijke was er nog “het team-curator Gautier Platteau”, meen ik althans want veel hoort men daar niet van.

Kortrijkwatcher had en heeft de gewoonte om binnenshuis heel de kliek gemakshalve te benoemen als de TV “Sentimentele Monumentaliteit”, want dat was in de motivatietekst van de groep DE uitdrukking waarmee men het nog te ontwerpen bouwwerk typeerde. (Een zin uit die motivatietekst die we ook nooit zullen vergeten: “De context bepaalt de ingreep en de ingreep versterkt de context.” Het is met dit soort van uitlatingen dat ontwerpers een wedstrijd winnen.)

Het wordt tijd dat we ons uitlaten over de kostprijs van het project.
Dus NIET omdat we die buitensporig zouden vinden (daar zijn we totaal niet deskundig voor), maar wel omdat 1) geen Kortrijkzaan daar ook maar weet van heeft en 2) er onvoorstelbaar diverse of/en onjuiste bedragen circuleren. Een ongeziene, zelfs lachwekkende warboel van cijfergegevens.
Voorlopig alreeds om te onthouden: de TV “Sentimentele Monumentaliteit” raamde oorspronkelijk de bouwkost op 8,76 miljoen euro (exclusief btw) en bedacht voor zichzelf een ereloon van 12,5 procent.

(Wordt vervolgd.)