Contractvoorwaarden in de samenwerkingsovereenkomst met Chefchaouen (5)

Laat ons met enkele van de meeste bizarre voorwaarden uit het contract beginnen, anders leest u hoogstwaarschijnlijk niet eens verder.
Een artikel – in een of andere samenwerkingsovereenkomst van stad Kortrijk met een of andere instantie – als wat we nu lezen onder het nr. 5 in het contract met Chaouen – hebben we nog nooit tegengekomen. Nog nooit, en zeker weten dat we als gemeenteraadwatcher in de loop der jaren er al tientallen hebben doorgenomen. We staan dusdanig verstomd van de inhoud ervan dat we de desbetreffende clausule hier zowat integraal willen citeren. Hou uw mond alvast maar goed dicht vooraleer die openvalt.
De titel van ART. 5 luidt gewoonweg “toelage“, zonder meer. (En die simpele titel op zichzelf dekt zelfs de lading niet.)
“Het is Chefchaouen verboden een betoelaging via stedelijke reglementen/reglement OCMW aan te vragen of prestaties te factureren aan het stadsbestuur/OCMW en dit voor dezelfde doelstelling zoals opgenomen in art.2 van huidige overeenkomst. Chefchaouen verbindt er zich uitdrukkelijke toe dit verbod te respecteren. ” (Noot: dat art.2 slaat op reis- en verblijfkosten.) “Mocht er ondanks dit verbod toch een bedrag uitbetaald zijn (…) op basis van een factuur aan het stadsbestuur/OCMW (…) dan zal de nominatieve toelage (…) verminderd worden met dit uitbetaalde bedrag en kan dit de beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst tot gevolg hebben.”
Wat is in Allah’s naam (swt) de reden van zo’n regelrechte bedreiging? We hebben er echt het raden naar. Verdenkt men de Marokkaanse delegaties ervan dat zij soms met een stelletje tafelschuimers alhier zullen opdagen? Of heeft Kortrijk ooit slechte ervaringen opgedaan tijdens onze stedenband met Cebu-City?
Een raadsel.

ART.4 gaat over “wederzijdse verbintenissen”.
Bijzonder onorhodox is dat er een verbintenis valt op te merken die geenszins op een gelijkwaardige manier wederzijds is. In ART.4.1 gaat het om de kosten van de jaarlijkse werkbezoeken. Zie eens hoe gulhartig onze stad kan zijn.
– Als de Marokkanen met een interne delegatie naar hier ter stede op bezoek komen, dan betaalt Stad (dat zijn wij) de totale reiskosten helemaal, vanuit Chaouen naar hier (“België”, staat er in de tekst). Helemaal.
– Omgekeerd nu. Wij gaan een keer nu (één beurt per jaar dus) op bezoek naar ginder. Dan belooft Chaouen om ons vervoer vanaf Marokko te betalen. (We veronderstellen dus hierbij redelijkerwijze wel degelijk: vanaf onze landingsplaats in het land tot in het centrum van Chaouen, en helemaal niet alreeds vanaf het moment dat ons vliegtuig het Marokkaanse luchtruim binnendringt.)
Het merkwaardige nu is dat die verbintenis uit art.4.1 niet strookt met de omschrijving van de verbintenis in hoofde van Kortrijk over de “logistieke subsidie”.
Wat staat er immers in ART. 4.2, par.2 ? We krijgen er – echt waar – een punthoofd van.
Daar vernemen we dat wij (Kortrijk) er ons toe verbinden om bij een werkbezoek aan Chefchaouen wel degelijk zelf de reiskosten te betalen, en wel van België helemaal naar Marokko.

En hoe zit het met de “verblijfkosten”? Daar bent u wellicht ook benieuwd naar. We zeggen het maar meteen: heel goed !
Als wij naar ginder trekken, dan betaalt Marokko de kosten voor overnachtingen, maaltijden en stelt ook infrastructuur ter beschikking om ons werk aldaar te kunnen uitvoeren (ART. 4.1). En zie eens: Kortrijk doet net hetzelfde voor onze Marokkaanse partner. (ART. 4.2. par.2.)

Over de financiering van de stedenband willen we het natuurlijk ook hebben. Daarvoor moeten we ART.4.2.1 aandachtig lezen en ART.7 voor de uitbetalingsmodaliteiten.
U hebt ongetwijfeld nog nooit gehoord van “het Wereldhuis West-Vlaanderen“. Wij wel een beetje, een verwaaide keer, maar de website van die instelling lijkt nergens op. Eigenlijk staat er niets op. En je moet er ook toegang voor krijgen. Nu ja, het is blijkbaar een provinciale instelling, gelegen in Roeselare nog wel, en die schijnt opgericht te zijn om veel goeds te doen voor mensen van kleur. (Een provinciaal bestuur is daar toch niet meer bevoegd voor?)
Dat “Wereldhuis” bedenkt onze stedenband voor een periode van drie jaar met een subsidie. (Dank u, Jean de Béthune.)
Maar probeer dit nu maar eens te begrijpen. We citeren het art.4.2. par.1. Volg maar:
“De samenwerking (…) wordt deels gesubsidieerd door Wereldhuis West-Vlaanderen. Dit is een subsidieovereenkomst voor een periode van drie jaar met een totaal bedrag van 45.000 euro. De subsidie bedraagt 75% van het totale werkbudget. Jaarlijks wordt 15.000 euro uitbetaald aan stad Kortrijk. Daarvan gaan 7.500 euro naar het stadsbestuur van Chefchaouen voor de uitvoering van het actieplan.”
Hoeveel bedraagt dus het totale werkbudget (bij ons,)? Staat niet in de tekst, maar valt te berekenen.
Als we het goed voor hebben zal de stedenband werken met een budget (bij ons) van 20.000 euro per jaar en legt Stad pas 5.000 euro per jaar bij wat we krijgen van dat Wereldhuis. Maar hoe wordt dat bedrag dan verdeeld tussen de partners? Op de website van stad is een keer verschenen dat Chefchaouen het toch maar met 7.500 euro per jaar moet blijven stellen, en stad 12.500 euro voor zich houdt.
(Hier moeten we er toch even aan toevoegen dat we op Tinternet vonden dat Chaouen van Europa ooit een keer 10 miljoen dirham heeft gekregen. Dat is omgerekend 900.000 euro. Een officiële bron vinden we evenwel nergens. Het zou gaan om een studie voor een wegverbreding naar Al Hoceima toe. Mobiliteit!)

ART.7 gaat over de uitbetalingsmodaliteiten.
Onze lezers weten dat de samenwerkingsovereenkomst (mede) is ondertekend door Helga Kint, gemeenteraadsvoorzitter.
Raadsleden kunnen haar nu vragen of de eerste schijf van 50% van het jaarbedrag wel is uitbetaald. Dat moest contractueel in maart al gebeurd zijn. Maar! Kan dat wel als er – bij ons weten – intussen nog geen enkel actiepunt is uitgevoerd? Is er bijvoorbeeld alreeds één (van de drie verplichte) online vergaderingen doorgegaan?
Verslag? Helga !

En wie moet er jaarlijks rapporteren over de gerealiseerde werking, denkt u? De verantwoordelijken van het stadsbestuur van Chefchaouen !! (ART.6). Nog wel op eigen initiatief dienen zij tegen 1 april van het jaar volgend op het werkingsjaar een evaluatie- en financieel verslag uit te brengen. Aan ons stadsbestuur! Dat had u nu waarlijk niet verwacht hé? (Wat zullen de Marokkanen rapporteren over de werking vanaf 1 januari 2023 tot op bijv. 31 juni 2023?)

P.S.
Genoeg voor vandaag.