Over het grillige verloop van de kostprijs van de nieuwe deelfabriek (2)

Zoals gezegd vinden we op de website van Stad eigenlijk twee recente maar wel verschillende gegevens over de kostprijs (inclusief de subsidiëring) van de ” herinrichting en herontwikkeling van de oude brandweerkazerne“, met andere woorden: van het prestigieuze project ‘nieuwe deelfabriek’.
Laat ons het beginnen met het meest recente bedrag, dat gepubliceerd is op 10 oktober van dit jaar op de website van Stad Kortrijk en in de media.

Er is sprake van een totaal budget van 6.251.561 euro.
De netto-bijdrage van Stad (er zijn subsidies) is wel enkel afgerond aangegeven: 3,85 miljoen.

Opvallend is dat men (overigens traditioneel in heel deze zaak) altijd eerst en vooral met graagte de verworven subsidies van andere overheden vermeld. Het is duidelijk wat het stadsbestuur hiermee wil zeggen: mensen, let er even hoe weinig dit project ons, Kortrijkzanen, maar zal gaan kosten.
Die subsidies bedragen volgens dit bericht althans,
vanwege:
– Vlaanderen (Agentschap Algemeen Bestuur en Armoedebestrijding): 1,39 miljoen; (ter info, dat was nog ten tijde van Liesbeth Homans van de N-VA bekomen)
– Agentschap Onroerend Erfgoed: 440.832 euro;
– Provincie West-Vlaanderen: 100.000 euro;
– EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling): 478.000 euro.
Uit een ander bericht op dezelfde website van stad (maar niet gedateerd) vernemen we dat de Vlaamse subsidie 1.396.290 euro bedroeg en die van EFRO 478.685,87 euro. We kunnen dus uit onszelf berekenen voor welke bedrag aan subsidies we konden binnenrijven: 2.415.798 euro. Het aandeel van stad komt dan neer op 6.251.561 – 2.415.798= 3.835.763 euro.
We weten niet goed hoe dat komt, maar in dat andere, niet gedateerd bericht op de site van Stad is sprake van een totaal budget van 4.586.364 euro. Tja. Het verloop van de kostprijs is in de loop der jaren 2019-2023 nogal ingewikkeld hoor. Zelfs de subsidies schommelen op en neer.

Nu ja, we kunnen niet anders dan ons voorlopig houden bij
een EINDBEDRAG van 6.251.561 euro in het totaal,
met als aandeel van Stad 3.835.763 euro.

Bovenstaande bedragen lezen we op de officiële website van Stad en zijn ook door schepen De Coene medegedeeld aan de gazetten. Een officieel document, een goedgekeurd besluit van het College van Burgemeester en Schepenen met alle details over bouwkosten, de gevelrestauratie en honoraria is ons evenwel (nog) niet bekend. (Is dat eigenlijk al aan bod gekomen in het CBS?)

Onze lezers kennende, zijn zij nu ongetwijfeld geweldig ongedurig om te weten wat het stadsbestuur oorspronkelijk dacht over wat het project ” herinrichting en herontwikkeling van de oude brandweerkazerne” zou gaan kosten. De raming dus.
Awel, we pakken er even ons lijfblad bij, middels de 0,00%-journalist Peter Lanssens, DE spreekbuis van stad. Een interview met schepen Philippe De Coene (SP.A), de instigator van het project, in “Het Laatste Nieuws” van 19 januari 2019. Dat is dus begin 2019.
Daarin zegt de schepen letterlijk dat de nieuwe deelfabriek 3,1 miljoen euro zal kosten. En voegt er trouwens aan toe dat de opening voorzien is voor 2021. Ja zeg.

We zuigen dat niet uit onzen duim. Konden het wel niet geloven en zochten naar een mogelijke bevestiging. Gevonden in een officieel stadsdocument van eind 2019.
Het is dus heel goed mogelijk wat schepen De Coene toen vertelde als geschatte kost.
In het meerjarenplan (MJP) van 4 december 2019 vinden we – gelukkig maar – een eerste spoor van de initiële raming. Men denkt nu aan een (geraamde) uitgave van 3. 833.550 euro en hoopt op ontvangsten (subsidies) ten belope van 1.700.000 euro. De netto-kost voor Stad zou dan 2.133.550 euro bedragen.

Laat dat nu eens goed bezinken.
We gaan dus van
– 3,83 M ( als raming in het MJP 2019)
– naar een werkelijke uitgave van 6,25 M (gepubliceerd op de stadswebsite in oktober 2023).
Dat is een BUDGETOVERSCHRIJDING van hoeveel procent? Ik zal het maar eens luidop zeggen: 98 procent.
Waarom staat dit in geen enkele gazet?
Waarom komt dat niet ter sprake in de gemeenteraad?
Pff…Het is natuurlijk zo dat het schepencollege op geregelde tijdstippen de ramingen heeft “aangepast”.
Die historiek komt nog aan bod. Plus natuurlijk de gunning van de studieopdracht aan “TRANS Architectuur” (nu ATAMA genaamd) uit Gent en de gunning van de ‘algemene aanneming’ aan Maatschap Bouw-Tec uit Lauwe.

(Wordt vervolgd.)