Vorige dinsdag dus liet Ruth Vandenberghe, stemmenkampioen van de lijst TBSK, ons allen achter met een verbijsterend bericht op WTV.
Volgens onze burgemeester-in-spe zou het investeringsbudget (voor de volgende legislatuur) “MEER dan 2/3de MINDER bedragen” dan zes jaar geleden.
Onze wiskundeknobbel zegt dan dat ‘wiskundemeisjes’ hiermee gewoon willen uitdrukken dat er straks hoogstens 1/3de investeringsmiddelen zullen beschikbaar zijn, in vergelijking met zes jaar geleden.
Dat van die “zes jaar geleden” zullen we maar beschouwen als zijnde de planningsperiode van een of ander meerjarenplan.
Of is het referentiebedrag van Ruthie voor de berekening van dat ‘1/3de investeringsbudget’ net het bedrag dat de tripartite ooit beloofde in het bestuursakkoord “Beste Stad Van Vlaanderen”? Toen had men het over 242 miljoen, wel te verstaan voor de periode 2020-2025.
Het is ingewikkeld.
Het is ook mogelijk dat Ruthie zich (traditioneel) baseert op wat anderen haar vertellen. De burgemeester bijvoorbeeld. Quickie liet zich in volle kiescampagne (en nog wel op de VRT) ontvallen dat zijn bestuur het heeft gepresteerd om “gedurende de laatste bestuursperiode” voor 363 miljoen investeringen te hebben gerealiseerd.
Dat was weer een van zijn beruchte “alternatieve waarheden (feiten)“.
Die 363 M is namelijk een raming, te vinden in het (vierde) aangepaste meerjarenplan (AMJP4) en dat slaat op de planningsperiode 2020 tot en met 2025. Niet op de bestuursperiode.
We weten dus niet over welk referentiebedrag onze Ruthie het heeft om te zeggen dat er daarvan “meer dan 2/3de minder” zal of kan gebudgetteerd worden als mogelijke investeringen.
Gaat het om een geraamd referentiebedrag?
Keuze te over, volgens de opeenvolgende meerjarenplannen.
– Oorspronkelijk MJP: 291,1 miljoen (4 december 2019)
– AMJP(1): 322,5 M (eerste aanpassing van 14 december 2020)
– AMJP(2): 331,3 M (16 december 2021)
– AMJP(3): 336,2 M (15 december 2022)
– AMJP(4): 363,2 M (8 december 2023)
Om welk referentiebedrag het ook gaat waar Ruthie zich zou kunnen op baseren, – daar dan hoogstens een derde van begroten als budget voor de komende zes jaar, dat blijft ongezien weinig voor een centrumstad.
Wat als het gaat om ietwat realistischer basisbedrag?
Onze trouwe lezers zijn er ons nog altijd erkentelijk voor.
We hebben onlangs per goedgekeurde jaarrekening en per jaar de initiële budgetten, de eindbudgetten en de reëel gedane investeringsuitgaven op een rijtje gezet. Van 2019 tot en met 2024 nog wel. (Zes jaar.)
Het totaal van de initieel gebudgetteerde (= geraamde) investeringsuitgaven bedraagt 414.213.188 euro.
Die ramingen werden jaarlijks aangepast en gaven als eindbudget 371.541.529 euro aan. Ook weer een raming.
De jaarrekening 2024 is nog niet gekend (die komt er pas in mei volgend jaar!). We vermoeden dat er in totaal voor de BESTUURSperiode 2019-2024 ca. 310 miljoen daadwerkelijk zal gerealiseerd zijn.
Berekend daar nu een keer één derde van.
Zo.
We weten nu dat we niks weten over het bedrag dat Ruthie aanziet als mogelijk investeringsbudget voor de komende legislatuur. Dat er keuzes te over zijn over het referentiebedrag.
Maar de belangrijkste vraag is wel hoe zij ertoe komt om te zeggen dat we in die volgende bestuursperiode “méér dan 2/3de minder” zullen kunnen investeren.
De onderhandelaars van N-VA (Axel Ronse) en van Vooruit (Maxim Veys) gaan daar toch niet mee akkoord??
(Wordt vervolgd.)