Category Archives: ambtenaren

Stadsambtenaren op hun wenken bediend !

Dat moet toch een doorgestoken kaart zijn…
In vorige edities hadden we het erover dat ca. 60 ambtenaren na hard labeur een zgn. “inspiratienota” hebben opgemaakt, getiteld “Een stad met ademruimte voor iedereen“. In het laatste hoofdstuk (‘speerpunt” genaamd) had men het over “een kwalitatieve en nabije stad” en daarin pleitten de auteurs (kort gezegd) voor een soort evaluatie van heel de stadsorganisatie.
Het document van de stadsmedewerkers is ergens in april gefinaliseerd en bij ons weten aan de raadsleden kenbaar gemaakt op 7 mei laatsleden.
En dat moet lukken.
Het College was volgens een besluit van 6 mei blijkbaar al werk aan het maken om inzake de stadsorganisatie over te gaan tot “het opbouwen van een degelijke capaciteitsplanning, een heldere structuur met de nodige wendbaarheid, modern personeelsbeleis met correcte verloning.”
Dat zijn ongeveer dezelfde bewoordingen die de ambtenaren in hun inspiratienota gebruiken om hun verzuchtingen kenbaar te maken. (Ook de term “loonhuis” komt aan bod als men het wat zedig wil hebben over ‘bezoldigingen’.)
Het CBS wil (weliswaar met behulp van consultancy) drie “deeltrajecten aanpakken”:
1. Een doorlichting van de huidige organisatiestructuur.
2. Een methodiek(en) opbouwen om de workload, capaciteit in (vijf) teams te objectiveren.
3. De bestaande, opgebouwde functiematrix “wegen” met als doel loopbaanpaden voor personeel meer te differentiëren en mogelijk te maken, naast en tevens de “vernieuwing in ons loonhuis”.

Om dit alles mogelijk te maken is externe ondersteuning nodig. Tot onze verbazing heeft het College al op een onbekende datum zeven studiebureaus aangeschreven en met een aparte call gebrieft over de opdracht.
Twee offertes liepen binnen.
– De organisatiestructuur en workload zal het bureau Deloitte aanpakken voor 123.455 euro (excl. btw).
– De “weging” van de functiematrix (en dus de verloningen) zal het bureau Berenschot aanpakken voor 74.100 euro (excl. btw).
Het College merkt nog op dat in de bestaande (vierde) aanpassing van het meerjarenplan voldoende kredieten beschikbaar zijn om de erelonen en vergoedingen van die dure vogels van beide consultancybureaus te betalen. Overigens is er geen afnameplicht voor alle prestaties.

P.S.
Hoeveel stadsmedewerkers zijn er nu eigenlijk, en op welk tijdstip??
– Het CBS van 6 mei zegt: méér dan 1.800.
– De ambtenaren zeggen: begin april 1.793.
– De jaarrekening 2023 zegt: 1.536.

Even bladeren in de “inspiratienota” van onze eigenste ambtenaren (2)

Och ja. In onze vorige editie vonden we het niet echt een doodzonde dat ca. 60 van onze ambtenaren (allen van werkzaam in het stadhuis?) een zgn. ‘inspiratienota’ hebben opgemaakt met allerhande voorstellen, nog wel bedoeld als “eerste aanzet voor het nieuwe meerjarenplan“. Maar dat zij daarbij oordelen “hiermee niet aan politiek te doen“, dat is toch wel een bizarre bewering . De nota is overigens een werkstuk waarmee zij het schepencollege én zichzelf in verlegenheid kunnen brengen. Wat als straks (november) in dat aangepast meerjarenplan (het vijfde) actieplannen komen te staan die (grondig) afwijken van de voorstellen die zij hebben voorgelegd? Zullen zij zich dan loyaal gedragen? “Mee willen?”, zoals een schepen het uitdrukt. “Wie niet meewil, vliegt buiten!”
Allez. We gaan maar wat turven in dat zelden gezien soort ambtelijk document. Vermelden evenwel slechts enkele plannen uit de vele, – die waar we eventjes van opkijken.

Speerpunt 1: Slimme en creatieve stad.
De ambtenaren constateren dat Kortrijk vandaag 57,9 opvangplaatsen biedt per 100 kinderen. En het lokale streefdoel is om naar minsten 60 plaatsen per 100 kinderen te evolueren. Rekening houdend met de demografische groei willen de ambtenaren voor 2030 naar 100 extra kinderopvangplaatsen gaan. (Extra? Is dat bovenop de bestaande 57,9?) En tegen 2040 nog eens 100 extra plaatsen waarmaken.
Over het hoger onderwijs oppert men de wil om studenten te stimuleren om in Kortrijk te blijven wonen en werken na hun studies. (Nou. Ik zou zeggen: “Go West!”)
Aan de ‘young professionals” die een plekje zoeken op in onze woonmarkt komen we tegemoet in de notariskosten of introduceren het hamsterhuren (rent to buy).
In dit hoofstuk heeft men het curieus genoeg ook even over de stadsorganisatie. We zetten in op meer Individuele Beroepsopleiding of duaal leren bij de stadsmedewerkers.

Speerpunt 2: Betaalbare woonstad met zorg op maat.
Hier durven de auteurs het aan om wat kritiek te leveren op de huidige toestand “waarbij we weten” dat slechts de helft van de mensen die in 2022 aangaven dat ze een sociale woning zochten geholpen kon worden. Vandaag heeft Kortrijk 9,2 sociale woningen per 100 particulier huishoudens. Daarmee halen we wel de Vlaamse norm maar de ambtenaren willen naar 11,1 procent gaan. Men plant 1000 extra sociale woningen tegen 2040.
Volgt hier een rechts en een links standpunt. (We doen niet aan politiek!) Rechts wil hierbij samenwerking met private ontwikkelaars. Links: we voeren een belasting in op tweede verblijven. En nog ‘rechts’ is het plan om “zorg aan huis” uit te breiden met grote privé-spelers. (Dat staat er echt!)
Heel interessant is dat men de mogelijkheid wil onderzoeken om een “Community Land Trust” op te zetten. (Men koopt een huis maar niet de grond.)
Voorts wil men 400 nieuwe plaatsten in woonzorgcentra creëren,186 assistentiewoningen en 45 nieuwe plaatsen in dagverzorgingscentra. (Goed berekend op basis van demografische prognose.) Hierbij is het wel zo dat Kortrijk zijn marktaandeel van 33% in de WZC moet behouden.
We formuleren de ambitie om 2600 bijkomende ‘levensloopbestendige woningen’ te voorzien.
Bij renovatie of nieuwbouw ontwikkelen we alleen nog ‘zorgdorpen’.

Speerpunt 3: Plezante en gelukkige stad.
Speelse stad! We ontwikkelen een nieuw outdoor skatepark aan de Wembley en een BMW-parcours aan het toekomstig speelbos aan de Scheutistenlaan. (Actueel!)
We zorgen dat elke inwoner UITPAS kent. (CUBO is hier vergeten.)

Speerpunt 4: Ambitieuze centrumstad.
We blazen Eurometropool nieuw leven in. (Dat is een onvoorstelbare praatbarak!)
We richten een regionaal “Vlinderhuis’ op: stadsmedewerkers kunnen uitgestuurd naar andere gemeenten die steun zouden nodig hebben.
We streven naar 500.000 overnachtingen op jaarbasis.
O ja ! We richten een toegankelijk, persoonlijk en inspirerend toeristisch onthaal in.
We dienen in 2026 een aanvraag in om erkend te worden als onroerend erfgoedgemeente.
(We blijven citeren.)
Kortrijk blijft groeien en dat juichen we toe. Onze stad groeit vooral door migratie. We zorgen dus voor 3760 extra woningen tegen 2040.

Speerpunt 5: Zuurstofrijke stad.
We versnellen de verduurzaming van het stadspatrimonium. (Maar de financiële druk zal enorm hoog zijn.)
We richten een stedelijk of regionaal energiebedrijf op.
Burgers of organisaties die niet over de nodige middelen beschikken om zelf te investeren in PV-panelen krijgen kosteloze leningen.
We realiseren tegen 2040 31MW aan windvermogen, dat zijn ongeveer 11 nieuwe windturbines.
(En dit is zeker om te lachen? Cf. Weydts.) We stellen een mobiliteitsplan op.
We breiden het aanbod deelwagens uit met 124 extra wagens. (Twee per 1000 inwoners.)
We plaatsen nog 666 extra laadpaalequivalenten.
We planten tussen 2025 en 2030 uitgerekend nog 77.746 extra bomen, maar tussen 2021 (sic) en 2030 0,5 meter extra haag of geveltuinbeplanting per inwoner.
Tegen 2030 ontharden we 1m² per inwoner.
Enzovoort…

Speerpunt 6: Kwalitatieve en nabije stad.
Haha, schepen Ronse (N-VA) wil dat niet maar het kruim van ons ambtenarenkorps wél: we ontwikkelen de bibliotheek van de toekomst !
En hier zullen zowel de schepenen Maddens én DeCoene van opkijken. Enerzijds moeten we een aantal kroonjuwelen in het bezit van onze stad koesteren (het stationsgebouw?), maar anderzijds moeten we in onze vastgoedstrategie ook durven afscheid nemen van een aantal gebouwen.
Vandaag bezit stad maar liefst 732 vastgoedsites. Een aanzienlijk deel kamt met renovatiebehoeften. Ons doel is ambitieus: tegen 2050 moeten al deze gebouwen klimaatneutraal zijn.

In dit hoofdstuk komt opnieuw de stadsorganisatie aan bod. Zelfs met wat subtiel geformuleerde klachten.
Begin 2024 werken 1793 personen voor Kortrijk. (Ja?? Zie voetnoot.)
In 2023 verlieten er daarentegen 166 personen de organisatie en wierven we 221 nieuwe medewerker aan. Sommige vacatures blijven lange tijd open staan, nieuwe medewerkers moeten ingewerkt, de (complexe) projecten nemen toe, – en dat brengt een extra werklast met zich mee.
We gaan aan de slag met met de welzijnsbevraging uit 2023 en herhalen die minstens om de 5 jaar.
We tekenen een organogram uit voor de toekomst, een capaciteitsplanning, een fair loonhuis.

Tot daar.
Fijn dat u keek.

Al opgelet dat de nota niet zegt hoe men al die actieplannen gaat financieren??

P.S.
Volgens de pas opgemaakte jaarrekening 2023 telde stad in 2023 1.536 medewerkers. En volgens deze ambtenarennota begin 2024 1.793 !!
In 2022 ging het om 1.512 medewerkers.
Hier klopt iets niet.

























Een “inspiratienota” van onze eigenste ambtenaren

Met onderhavig stuk zullen we ons weer wat vijanden op de hals halen. Misschien wel 60 ! Dat doet pijn.
Maar ja, het is altijd hetzelfde: we gaan weer met iets niet akkoord. En dan zeggen we dat, zeker als we gelijk hebben, – iets wat vaak voorkomt.
Waarover gaat het nu alweer?
Zowat 60 ambtenaren hebben met hart en ziel gewerkt (tijd zat??) aan wat zij een “Inspiratienota” noemen (34 blz.).Titel: “Een stad met ademruimte voor iedereen.” Die nota werd kenbaar gemaakt aan de raadsleden in een raadscommissie van vorige dinsdag, ter voorbereiding van de gemeenteraad van morgen 13 mei. (In die zitting komt de jaarrekening 2023 ter sprake.) Ambtenaren presenteren die nota aan de vooravond van een nieuwe legislatuur met trots, als een toekomstvisie voor Kortrijk van 2040 en zelfs nog jaren of legislaturen verder.
Het werkstuk omvat 6 hoofstukken, “speerpunten” genaamd.
We sommen ze even op:
1. Slimme en creatieve stad.
2. Betaalbare woonstad met zorg op maat.
3. Plezante en gelukkige stad.
4. Ambitieuze centrumstad.
5. Zuurstofrijke stad.
6. Kwalitatieve en nabije stad.
In ieder van die hoofdstukken is men uit op (we citeren) “het erkennen van de uitdagingen en het omarmen van de kansen die voor ons liggen. We bundelen daarbij onze gezamenlijke expertise om voorstellen te formuleren die de verdere ontwikkeling van onze stad stimuleren.”

De auteurs verklaren in hun inleiding “niet te willen aan politiek doen, die rol is weggelegd voor de toekomstige verkozenen.”
Héél juist !
Nu weet ik waarlijk niet wat die auteurs-ambtenaren dan wel verstaan onder politiek. Het document is gewoon een compleet uitvoerbaar politiek programma (zo u wil: een beleidsdocument), en kan zo overgenomen worden door een of andere partij. (Misschien zelfs door die nieuwe te vormen lijst van Quickie.) De auteurs zeggen trouwens zelf dat hun tekst “een eerste aanzet is voor een nieuw meerjarenplan.” Stel u voor ! Ze doen niet aan politiek.
Nu is het al van in de jaren toen we zelfs nog niet waren begonnen aan onze 1ste kan. ‘pol&soc’ (Ugent) dat we van mening waren dat het ambtenaren niet gegeven is om aan politiek doen. In de boekjes die we toen verslonden werd het ambtelijk apparaat dat het wél deed beschouwd als een verfoeilijke “vierde macht“.

Ja, moeten we het weer allemaal uitleggen? Ambtenaren mogen (moeten!) een politieke overtuiging hebben, enige maatschappelijke denkbeelden koesteren, maar dat wil niet zeggen dat zij zomaar als een dienstdoend collectief kunnen optreden om publiek op te komen voor een complex aan concrete, uit te voeren beleidsmaatregelen. Ach, moeten we dat nu waarlijk nog zeggen? Ambtelijke deskundigen hebben als taak om aan de ware besluitvormers (de verkozenen) adviezen en informatie te geven in de beleidsvoorbereiding. Punt.

Ik moet hier een paar dingen zeggen, meer concreet.
1.
De auteurs beweren, nog in hun inleiding: “Dit document markeert geen terugblik of evaluatie van de voorbije bestuursperiode.” Eigenaardig genoeg is die bemerking op zichzelf al een politiek statement. De auteurs leggen zich een beperking die hun werkgevers (het huidige schepencollege) wel zullen appreciëren.
Het toppunt is nog dat “dit document” wél degelijk bij meerdere ‘speerpunten’ refereert naar de huidige stand van zaken bij het beschouwde beleidsitem. En daarbij uitsluitend (op één uitzondering na) refereert naar cijfergegevens die gunstig uitvallen voor de tripartite waar zij nu nog voor werken. Goed gedaan, zou ik zeggen. Vincent Van Quickenborne zal content zijn over zijn ambtenaren.
2.
Een tweede zaak, die alhier heel gevoelig ligt.
Bij insiders althans is het een publiek geheim dat stadsmedewerkers (of zelfs kabinetsleden) “die niet mee willen” (zo drukt men dat uit in de wandelgangen van het historisch stadhuis) – zonder dat zij dat misschien zelf van plan waren – gemakkelijk de kans krijgen om “in onderling overleg” het stadhuis te verlaten.
Vandaar dat ik de 60 ambtenaren die zo hard hebben meegewerkt aan de nota de raad wil meegeven om zich gedeisd te houden als zij ooit met een schepen te maken hebben die een beleid voert dat regelrecht ingaat tegen een of ander speerpunt uit hun inspiratienota. Stel, een schepen die geen nieuwe bibliotheek wil. Of zelfs geen vernieuwde.

Wordt vervolgd.
Dan hebben we het over enkele opvallende inhoudelijke punten.
Denk nu toch NIET dat we bezwaar willen maken over de gemaakte voorstellen.
Ge kunt er gewoon niets op tegen hebben…





Kosten consultancy: een aanvulling voor het jaar 2019 (3)

Raadslid Wouter Vermeersch (VB) had die uitgaven voor 2019 ook wel opgevraagd, maar de stadsadministratie was dit vergeten.
Het overzicht van die consultancy-kosten is nu binnen onder de naam van “plannen en studies” wat maakt dat we nu weten wat er aan “externe medewerkers” is gespendeerd gedurende de periode 2019-2022 van deze legislatuur. Wel nog altijd voorbehoud maken voor uitgaven die te maken hebben met bouwwerken.
De totalen per jaar:
2019: 488.993 euro
2020: 208.158 euro
2021: 670.626 euro
2022: 597.248 euro
ALGEMEEN TOTAAL: 1.965.025 euro.

In die bijkomende lijst zijn er nog 5 RUP’s aan toegevoegd. (We dachten al: waar blijven die?)
We krijgen nu ook weer zicht op enkele merkwaardig hoge uitgaven.
Bijvoorbeeld:
– Beheersplannen onroerend erfgoed: 102.557 euro
– Fietsrouteplan (!): 76.180 euro
– Open ruimte: 71.012 euro

Ook geen idee waar die laatst vernoemde post op slaat?
En waarover gaat dit allemaal?
– Afsprakennota bouwkundig erfgoed 2017-36?
– Afsprakennota Campus West 2017-02?
– Afsprakennota Mewaf 2018-38?
– Grootschalig Referentie Bestand GRB?
– Hemelwaterplan? (34.991 euro!)
– Stedenbouwkundige zoekmodule en vormgeving beeldkwaliteit?
– Verkeersmodel? (Dat heeft al wat gekost! 68.418 euro.)

Een studie over een groots en duur project waar binnen de tripartite geen eensgezindheid bestaat willen we u niet onthouden. Over wat er moet gebeuren met dat stuk kanaal Bossuit-Kortrijk op ons grondgebied is er al 47.383 euro uitgegeven aan denkwerk.

(Wordt vervolgd.
Mogen we er nu al een keer op wijzen dat die consultancy-uitgaven eigenlijk personeelskosten zijn?)

Kosten consultancy: een krakkemikkig overzicht…(2)

Het is VB-raadslid Wouter Vermeersch die de bedragen opvroeg die we de laatste jaren besteedden aan consultanten. Hij kreeg die opgesomd voor de jaren 2020 t/m 2022. Me dunkt kwam die vraag vroeger nog nooit aan bod. Raadsleden stelden zich tevreden met wat in budgetten of rekeningen was aangegeven aan totalen (zonder meer) in de post “beleidsstudies”. Ook herinneren we ons niet dat een of ander alert gemeenteraadslid het nodig vond om in een of andere zitting luidop de vraag te stellen waarom er voor een of ander project weerom een studiebureau moest ingeschakeld. (Neem nu dat in opbouw zijnde Groeningeparkje van een voorschot groot, bijvoorbeeld. Waarom hadden we daar twee externe architecten voor nodig? Kunnen we dat zelf niet aan, “in eigen beheer”, met eigen ambtenaren?)

Het antwoord op de vraag van Vermeersch (dd. 7 februari) verscheen in de editie van 14 maart van het Bulletin van Vragen en Antwoorden. Onze obstinate cijferaar-gemeenteraadwatcher is er gelukkig mee, maar toch: “niet onverdeeld”.
Interessant is dat we alreeds bedragen te zien krijgen voor het jaar 2022, terwijl de jaarrekening nog niet eens is bekend gemaakt. Jammer is wel dat we in het antwoord geen inzage krijgen in studie- of adviesopdrachten die te maken hebben met exploitatie-uitgaven. Wél met investeringen dus, maar dan weer niet met consultancy voor bouwprojecten. En er durft zelfs soms wel een keer een uitgave ontbreken. Een beetje moeilijk te vatten is nog dat bepaalde uitgaven vermeld voor het jaar 2021 (bijv.) niet stroken met wat we terugvinden in de rekening van datzelfde jaar.

Weet u wat we zeer spijtig vinden? Dat er helaas niet gevraagd werd welke consultancy bureaus werden ingeschakeld. Misschien zijn er wel voorkeuren voor bepaalde consultanten te bespeuren? Zijn er monopolisten?? Mocht Leiedal wel vaak opdrachten in de wacht slepen? Dat we het niet weten !
En waar hebben we een heimelijk, zelfs sardonisch genoegen in? Dat we nu eindelijk eens te weten komen dat het nog altijd niet opgemaakte (en nu ook uitgestelde) mobiliteitsplan de laatste drie jaar al 157.873 euro heeft gekost. (Er is in het meerjarenplan 223.245 euro ingeschreven.)

We krijgen een overzicht van 26 uitbestede (pure) “beleidsstudies”, waarvan er 10 slaan op Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s). Daarnaast treffen we nog 7 uitgavenposten aan waarvan men zich kan afvragen waarom die niet zijn aangezien of gerangschikt als ‘beleidsstudies’ (de haalbaarheidsstudie Park 17, het mobiliteitsplan, de ontwikkeling van de Budatip, opstart studies rioleringen) en anderzijds nog posten waarbij de vraag rijst hoe en waarom die met externe consultancy hebben te maken (compensatie betonstop-planschade, structurele investeringskosten gebouwen, vernieuwen straten).

Nu zou u zeker de totalen willen kennen?
– Voor het boekjaar 2020: 208.158 euro.
– Voor 2021 een sprong naar 670.626 euro.
Merk hier maar weer eens op welke bokkesprongen ramingen en rekeningen kunnen maken.
Voor dat jaar voorzag men aan ‘pure’ beleidsstudies initieel 256.785 euro, in een budgetwijziging plots 556.435 euro en uiteindelijk volgens de jaarrekening 413.6329 euro.
– Voor 2022: 597.248 euro.
En wat zijn de hoogste consulting-uitgavenposten in 2022?
– Communicatie woonplan / Ruimtelijk beleidsplan: 124.540 euro.
– Ruimtelijk beleidsplan: 107.282 euro (voor de drie jaren samen: 202.718 euro !).
– Budatip: 65.458 euro euro (samen 185.783 euro).
– Mobiliteitsplan: 55.241 euro (samen: 157.813 euro).
– Woonplan & woonpact: 53.603 euro (samen: 142.659 euro).

Nu nog een mededeling voor onze lezers-voetbalsupporters van KVK.
De consulting voor het RUP (het zoeken naar een geschikte plaats) kostte alreeds 67.655 euro.

(Wordt vervolgd.)

Consultancy, een pest? (1)

Ja, we moeten het daar nu toch even over hebben, aangezien nu blijkt dat Stad minstens een half miljoen euro (en steeds meer) uitgeeft aan “adviesbureaus”. Dan nog zonder rekening te houden met wat er uitgegeven wordt aan consultanten bij bouwprojecten, want – zo zegt het stadsbestuur – dat kan niet afzonderlijk geboekt, afgescheiden van de bouwkosten.
P.S.
Aanleiding voor dit stuk is een schriftelijke vraag hierover van VB-raadslid Wouter Vermeersch, met een antwoord in het laatst verschenen “Bulletin van Vragen en Antwoorden”.

K-CH2030 (2): de projectleider DURF2030

We kennen twee publicaties waarbij gezocht werd naar een “projectleider DURF2030 (A1a-A3a)”, en die dateren online van 18 november 2022.
In de korte advertentie (vacaturebank – Public) verwacht men dat de kandidaat ondernemend is, open staat voor andere meningen, open communiceert en een echte teamleider is. In de lange versie (10 blz.) die we kennen (“infobundel”) van stad Kortrijk duidt men heel in het lang en het breed concreet aan welke competenties men bij de kandidaten zal gaan meten. Het zijn er acht, te weten: klantgerichtheid, samenwerken, resultaatgericht, wendbaarheid, overtuigingkracht, plannen en organiseren, communiceren, analyseren. Volgt een hele uitleg over wat DURF2030 juist is en wat de taken van de projectleider omvatten. En tot slot komt er nog een uitgebreide bijlage over de drie ‘bouwblokken’ die moeten leiden tot Kortrijk als Europese culturele hoofdstad. (Kandidaten die indertijd deze bijlage niet hebben gelezen of kenden mochten het vergeten…)

We hebben waarlijk geen enkele reden om te betwijfelen dat Tom Hillewaere, intussen uitgeroepen als projectleider, niet zou beantwoorden aan die kwaliteiten. Voor ons part bewijst alléén al de wijze waarop hij vorige zomer de “SpektakelMusical 1302” aan de Leieboorden heeft georganiseerd (en er dan nog zelf een hoofdrol in vertolkte) dat hij geschikt is voor de functie. Laat dit gezegd zijn ! Axel Ronse, de schepen va Cultuur (N-VA), zei het op 16 januari ll. trouwens zelf bij de voorstelling van de gekozen “projectleider”: “Ik kan me geen betere trekker inbeelden. Met Tom hebben we meteen onze eerste keus beet.”

Niettemin is het de journalistieke-deontologische plicht van deze alternatieve elektronische stadskrant om nader in te gaan op de nogal ingewikkelde context van deze aanwerving.
In bovenstaande uitlating van de schepen bijv. zijn al twee termen van belang: hij heeft het over een “trekker” en de “eerste keus”. Om dat allemaal te begrijpen moeten we overgaan tot een beetje lang verhaal, misschien wel in meerdere delen.

In feite hadden we al zeker van in 2020 een soort van “trekker” ter beschikking, namelijk Katrien Voet, de “projectleider” van DURF2030. (Andere benamingen waren: gangmaker, coördinator.)
Dat niet-alledaags platform of netwerk heeft (had) juist tot doel om stad én regio warm te maken voor het streven om K-CH2030 te realiseren door het opzetten van artistieke projecten. (Die projecten worden georganiseerd alsof we eigenlijk al culturele hoofdstad zijn. Tot op heden hebben daar zowat 250 vooral jongeren aan meegewerkt. Bijna geen Kortrijkzaan weet daarvan.)
De stadsadministratie beschouwt die ‘community’ en ‘experimenteerruimte” (gevestigd in Broelkaai 6) als een “eerste bouwblok” om tegen eind 2024 bij Europa een zgn. Bidbook in te dienen waarin aangetoond wordt dat Kortrijk de titel van Europese culturele hoofdstad wel degelijk in hoge mate verdient.
Probleem is dat Katrien Voet op 30 september vorig jaar abrupt ontslag heeft genomen als gangmaker/projectleider/coördinator van DURF2030.
Er is hierover toen al bericht in deze krant. De reden of oorzaak van dit vertrek is vaag gebleven, maar het lijkt erop dat het ergens niet “klikte”. In “De Krant van West-Vlaanderen” (21 oktober 2022) was er sprake van dat Katrien “moeilijk kon matchen met de politieke context”. In dit verband is het wellicht de moeite waard dat er in augustus 2020 al gezocht werd naar een externe kandidaat of team om aan projectbegeleiding te doen voor dat stilaan beruchte bidbook. (Waarover later meer.) Heeft Voet dat misschien als een affront ervaren? Werd zij er te weinig bij betrokken? We weten het niet.
Schepen Ronse vond het wel allemaal niet zo erg. (Had hij toen al iemand op het oog?) Het ontslag van Katrien zou in elk geval de gang van zaken bij de kandidatuurstelling CH2030 niet verstoren en de schepen zou binnen de kortste keren zorgen voor een opvolging.

Het duurde evenwel nog tot 14 november 2022 (dus anderhalve maand na het ontslag van Katrien) eer het schepencollege ertoe kwam om een vacantverklaring met bijgaande selectieprocedure goed te keuren voor een voltijdse betrekking als “projectleider DURF2030 (A1a-A3a)”.
Inzake de toelatingsvoorwaarden kon men (dat is gewoon juridische traditie) kiezen tussen ofwel personeelsmobiliteit, bevordering (zowel intern als extern) of werving. Wat de selectievoorwaarden betreft werd gedacht aan de 8 competenties waarover we het al hadden. En inzake de procedure om een keuze te maken tussen de kandidaten gaf het Collegebesluit van 14 november aan dat een jury van 7 leden (waarvan 3 externen, allen met naam en toenaam genoemd) zou werken in drie fasen: 1) screening de de CV’s of een capaciteitstest, 2) een spoedinterview indien er meer dan zeven kandidaten zouden opdagen, 3) een gecombineerde proef waarvoor men 60 punten op 100 moest behalen.
Over die proef moeten we iets zeggen, als u zich eventjes het ontslag van Katrien Voet herinnert.
De jury zou niet enkel een voorgelegde werkgerelateerde ‘case’ beoordelen maar in een gesprek ook nagaan of er “een match te bespeuren viel tussen de job, de organisatie en de kandidaat”.
Het Collegebesluit gaf geen enkele aanduiding over de wijze waarop de kandidaat zou gevonden worden, noch over een datum waarop de kandidaturen ten laatste moesten ingediend.
Het is werving geworden en bij de publicatie van de vacature online op 18 november vonden we (brute pech van onzentwege!) geen limietdatum voor het indienen van de kandidaturen. De gecombineerde proef zou (onder voorbehoud) doorgaan op 20 december, dat weten we.
Van immens belang nog in het hele verhaal is dat bij die werving van een externe kandidaat één toelatingsvoorwaarde cruciaal van tel was: de kandidaat moest minstens 1 jaar relevante beroepservaring hebben binnen professioneel cultuurbeleid.

We schrijven 12 december 2022. Incident !
De procedure voor de aanwerving van een projectleider DURF2030 is nog helemaal niet afgelopen, terwijl het College jammer genoeg bij hoogdringendheid moet vaststellen dat men met de vroeger aangegeven toelatingsvoorwaarden “slechts een heel beperkt aantal kandidaten kan toelaten“. (Het College van die dag geeft intussen niet in het minst aan hoeveel kandidaten er misschien toch wel zijn opgedaagd. Dat is niet normaal.)
Besluit: men schrapt de bestaande toelatingsvoorwaarde waarbij was geëist dat kandidaten één jaar relevante beroepservaring binnen professioneel cultuurbeleid moesten kunnen aantonen. Maar – jawel hoor – “enige ervaring” blijft uiteraard een groot pluspunt.
Met het schrappen van die ene toelatingsvoorwaarde verwacht het College een groter aantal toegelaten kandidaten. Daarom ook wenst het College om tevens de selectieprocedure ietwat te wijzigen.
Vroeger speelde de aanwerving zich af in drie fasen: een screening van de CV’s of een capaciteitstest, een spoedinterview, en tenslotte een gecombineerde proef (met het voorleggen van en ‘case’ voor een zevenkoppige jury).
Nu zal de selectieprocedure zich afspelen in vier delen.
De screening en het speedinterview (indien er nu meer dan 12 i.p.v. 7 kandidaten zijn) blijven.
Maar er komt nu een eliminerende en anonieme thuisopdracht (deel 3), alvorens over te gaan tot en beslissende mondelinge proef deel 4). Voor die beide laatste delen moet men minstens 60 punten behalen.
Belangwekkend is hier weer dat er zal getoetst worden of er een potentiële match is tussen de job, de organisatie en de kandidaat. De kandidaat wordt zelfs voorgesteld aan “de organisatie”.
En juridisch bekeken is van nog groter belang of kandidaten voor de post (bestaande en mogelijk potentieel andere) wel openlijk zijn ingelicht over die nieuwe toelatingsvoorwaarde én de nieuwe selectieprocedure. Wij hebben in elk geval nog altijd geen nieuwe publicatie van de vacature gevonden. En dat is juridisch bekeken nu eenmaal niet koosjer.

En nu kijkt de aandachtige lezer van deze lange story hoogstwaarschijnlijk uit naar het verdere verloop van de zaak. Wel, alleszins gaat dit gepaard met een zeer wonderlijke wending. Van een projectleider met het bijvoegsel DURF2030 is vooralsnog geen teken van leven meer.
Er is op 7 november 2022 wel een “dienstenopdracht projectleiding” voor K-CH2030 uitgeschreven en die is op 9 januari van dit jaar gegund aan de toen nog niet helemaal opgerichte commanditaire vennootschap Hillewaere Tom, Sint-Rochuslaan 56 te 8500 Kortrijk. Er was maar één offerte.
Tom is dientengevolge op 16 januari met enige trom en hoog op de Budatoren uitgeroepen tot projectleider van K-CH2030. Zitten we hier met een louter terminologische kwestie?
En wat met het Duitse studiebureau dat het Bidbook zou opmaken, althans “begeleiden”?
We komen gek…

(Wordt vervolgd.)
















Een topambtenaar neemt ontslag…(3): project DURF2030 niet onder druk?

Katrien Voet nam dus eind september ontslag als adjunct-directeur cultuur, in casu sinds 2020 of zo in functie als coördinator-gangmaker van het project DURF2030. Dat project heeft als voorname doelstelling om zeker al in 2023 – volgend jaar is dat – met een uniek concept uit te pakken als motor voor het opmaken van een degelijk “bidbook” (projectvoorstel) om in 2030 dan (samen met een stad uit Cyprus) uitgeroepen te worden tot een Europese Culturele Hoofdstad. (Over de kandidaten wordt in 2026 beslist. En we hebben heel sterke concurrenten, bijv. Gent en Brussel.)

Volgens “De Krant van West-Vlaanderen” (KW, 21 oktober) is Katrien vertrokken omdat zij “helaas” moeilijk kon matchen met “de politieke context“. Een mysterieuze reden die de gazet niet nader heeft toegelicht.
Axel Ronse, de N-VA schepen van Cultuur, was er als de kippen bij om te zeggen dat “we (sic) altijd goed hebben samengewerkt met Katrien”.
Wij althans denken daar wel een beetje het onze van.
Er doen in elke geval geruchten de ronde (ja, we moeten het stellen met geruchten…) over het feit dat de schepen-volksvertegenwoordiger niet echt intensief bezig is met het project, terwijl er tevens twijfel heerst over de vraag of het schepencollege wel wild-enthousiast is over dat project CH2030. Anderzijds – en dat is helemaal niet paradoxaal – vernemen we tegelijk dat “de politiek” zich te pas en te onpas als een ambetante schoonmoeder gelijk bemoeit met de zaak.
Wel staat vast dat de ambitie om van Kortrijk in 2030 een CH van Europa te worden voor het stadsbestuur concreet naar buiten uit dienst moet doen als een vliegwiel, een booster om een aantal grootste culturele investeringen te verwezenlijken. Denk hierbij bijv. aan het opzetten van een “kennis- en belevingscentrum” (met een nieuwe bib) op de Buda-tip (2.750.000 euro volgens het meerjarenplan). Of de zgn “stadsliving Abby” in het Groeningepark (geraamde netto-kost 6,9 miljoen, bruto 14,4 miljoen). Of het “masterplan Schouwburg” (6,5 miljoen netto geraamd, bruto 14,3 miljoen).
Is er overigens wel geld genoeg voor die miljoeneninvesteringen?

Het zou wel eens kunnen dat het project CH2030 na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 een stille dood sterft. (Het ‘bidbook’ moet overigens bij de Europese Commissie binnen in datzelfde jaar.)

Het proces om de job van Katrien Voet in te vullen moet dus zéér binnenkort, eigenlijk vandaag nog worden opgestart. Want: we vragen ons zelfs af of er al wel een team CH2030 bestaat.
In voornoemd weekblad KW haast schepen Ronse zich nog om te melden dat stad op zoek gaat naar een coördinator (ja zeg!) Culturele Hoofstad “die instaat voor ‘de branding’ en ervoor moet zorgen dat de titel begint te leven”. (Hij erkent hiermee dus dat er bij de bevolking absoluut nog geen draagvlak – laat ons zeggen: enige belangstelling – bestaat voor die ambitie om Europees-culturele hoofdstad te worden. Niettegenstaande het platform DURF2030.

Wel, men is met die aanwerving al bezig sinds februari. Al van in die maand wil het schepencollege overgaan tot het (tijdelijk) aanwerven van een zakelijk leider voor het project CH2030. Die moet dus nu nog onderzoeken hoe het organisatiemodel er moet uitzien, hoe het budget voor de kandidatuur moet opgebouwd en kan gerealiseerd. Verder is hij verantwoordelijk voor het opleveren van de zakelijke, beheersmatige criteria voor het bidbook.
We staan dus nog nergens !
En weet je wat?
Het is nog erger. Ook al van in februari dit jaar wil men overgaan tot de aanwerving van een (waarschijnlijk ook tijdelijke) artistieke projectmedewerker/programmamaker. Die moet op korte termijn (!) ‘de storyline co-creatief’ realiseren. Hij/zij is dan verantwoordelijk voor het opleveren van de artistieke criteria voor het bidbook.
Ja, nee … we staan nog nergens. Over een stuurgroep of iets dergelijks horen we ook helemaal niets.

(Wordt vervolgd. We proberen zelfs wat te vernemen over de financiële kant van onze kandidatuur CH2030.
Over het projectbudget en over dat DURFFONDS. Dat allemaal is niet gemakkelijk, in een transparante stad als de onze.)




Een topambtenaar neemt ontslag omwille van een “politieke context” (2) – een corrigerende aanvulling is nodig…

In onze vorige editie hadden we het over “coördinator Katrien Voet stopt, maar Kortrijks project DURF2030 niet onder druk“. Dit was de titel van een stuk in “De Krant van West-Vlaanderen” (KW) van 21 oktober. Verder gaf het weekblad als reden van deze “stopzetting” dat er – helaas – een moeilijke match bleek te zijn tussen Katrien en “de politieke context”.
Tja, helaas heeft de senior-writer van “kortrijkwatcher’ zich toch weer eens verkeken en heeft hij ten onrechte vertrouwd op de plaatselijke pers waarvan hij nochtans absoluut geen hoge dunk heeft.
Er bereikte ons intussen nadere en heel fundamentele informatie over de casus Katrien Voet.
Jawel, het is juist dat zij stopt als coördinator van het project DURG2030, maar het zit zo: ZIJ STOPT HELEMAAL.
Al op 30 september laatstleden heeft zij aan het College van Burgemeester en Schepenen (CBS) haar ontslag aangeboden uit geheel haar functie van adjunct-directeur van Vrije Tijd/Team Cultuurcentrum, een functie die zij al bekleedt sinds 21 juni 2008.
Met andere woorden, geheel haar arbeidsovereenkomst als stadsmedewerker is sindsdien ten einde, en nu moet zij nog tot 1 januari 2023 haar opzeggingstermijn (drie maanden) volbrengen. Nog tot begin volgend jaar ergens op kantoor door het raam zitten staren… (Als dit in het magnifieke pand Broelkaai 6 moet gebeuren is dit misschien wat minder erg: zij kan er genieten van een prachtige tuin met orangerie en er is nog een bar ook.)
We vinden nergens een teken dat het ontslag van Katrien is gebeurd in het klassieke “in onderling overleg”, terwijl de schepen van cultuur Axel Ronse (N-VA) nochtans beweert dat hij altijd goed met Katrien heeft samengewerkt. (Wij vermoeden intussen dat bepaalde cultuurtopmedewerkers van stad de politiekers gewoon beu zijn.)
Intussen beweerde de schepen in voornoemde gazet KW nog dat het project om van Kortrijk in 2030 een Europese Culturele Hoofstad te worden door het verdwijnen van de gangmaker ervan, met name Katrien Voet, niet in gevaar komt.
Het blijft dus nodig om hier in deze elektronische gazet nog een woordje te wijden aan dat project DURF2003 en het bijhorende DURFFONDS.
Beschouw ‘kortrijkwatcher’ maar als een compliance-stadsblog…


Een topambtenaar neemt ontslag omwille van “een politieke context” (1)…

Ja, dat vergt alleszins wat nadere uitleg, en die proberen we hierna ook te geven.
We vrezen evenwel dat het niet zal lukken. En om – ja… – om de “context” te schetsen hebben we hoogst waarschijnlijk meer dan één stukje nodig.
Kort even alreeds dit bericht, om te beginnen.
Het weekblad “De Krant van West-Vlaanderen” (KW) meldt op vrijdag 21 oktober (pag. 10, tweede katern) – en wel als enige krant, ook dit is typisch – het volgende: “Coördinator Katrien Voet stopt, maar Kortrijks Project DURF 2030 niet onder druk”.
Reden? We citeren: “Helaas bleek de politieke context een moeilijke match te zijn voor Katrien en besluit ze de fakkel door te geven aan een nieuwe gangmaker.”
Niet te begrijpen.
Wat is “de politieke context”. En hoe kun je er moeilijk mee “matchen”. En waarom “helaas”?
Dat we het niet weten!

Maar wie is Katrien Voet?
Wel, de Waregemse architecte van opleiding is sinds september 2020 eerst “gangmaker’ “Kortrijk Culturele hoofdstad’ en later dan ‘coördinator’ van DURF2030. (Of omgekeerd, de termen worden door elkaar gebruikt.) Tevoren is ze al wel sinds 2008 in stad werkzaam als ‘cultureel functionaris”.
Als zo iemand ontslag neemt, dan betekent dat wel iets… Maar wat? We hebben er echt het raden naar.
In het weekblad KW geeft schepen van cultuur Axel Ronse (N-VA) nog als commentaar mee dat het groot project van Kortrijk om in 2030 de Europese Culturele Hoofdstad te worden niet in gevaar komt.

Om dit alles te begrijpen dient u nu ook te weten wat DURF2030 is, een organisatie waar Katrien Voet dus tot voor kort de gangmaker van was. Ter info, dit zgn. ‘platform’ is door het ontslag van Katrien toch niet helemaal onthoofd. Er is nog een coördinator (Naima Delaere), een jongeren-projectcoördinator (Helena Calleeuw van VIVES), een soort beheerder (Annelies Van den Berge van Buda), twee stagiairs, een verantwoordelijk voor het hoofdkwartier met de bar van de organisatie in het pand Broelkaai 6 (Angeline Toemasian).
De redactie van kortrijkwatcher schat inmiddels dat geeneens één procent van de volwassen Kortrijkzanen weet wat DURF2030 is en nog minder weet heeft van het bestaan van een DURFFONDS.
Kortrijkwatcher heeft het daar nochtans al over gehad.
Wel.
DURF2030 is een open platform waar zowel individuele burgers en creatievelingen als organisaties, ondernemers, overheden, allerhande instellingen en verengingen kunnen aan participeren.
Grote doelstelling is in feite om stad in staat te stellen om in 2024 al een unieke kandidatuur (‘bidbook’) voor Culturele Hoofdstad 2030 in te dienen. Het ‘platform’ doet dit “door concrete projecten te realiseren die via kunst en creativiteit een positieve impact hebben op maatschappelijke uitdagingen”.
Waarschijnlijk hebt u er nog weinig van gehoord, maar lopende projecten zijn bijvoorbeeld: ‘SpaceXDurf’, ‘Wanna know about, let’s talk about’, ‘Say my name’, Connect to collect’, ‘Dare to care”, enzovoort. (Engels wordt de cultuurtaal in Kortrijk, zoals vroeger het Frans.)
En voor zover u het nog niet wist: “Het doel is om te onderzoeken hoe we via kunst en creativiteit het maatschappelijk weefsel in onze stad en regio kunnen versterken, om betrokkenheid voor CH2030 te realiseren en een cross-sectoraal samenwerkingsmodel te ontwikkelen en uit te testen.” Ja hoor!

Stad speelt hierin een faciliterende rol door infrastructuur (Broelkaai 6) en personeel (bijv. Katrien Voet) ter beschikking te stellen, alsook middelen (centen!) voor de inhoudelijke werking.
Daartoe is een projectfonds opgericht met de naam ‘DURFFONDS 2030′ in de schoot van het Streekfonds West-Vlaanderen. En dat Fonds (zonder rechtspersoonlijkheid) wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting en is huisgenoot in Broelkaai 6 (het vroegere stadsmuseum).

Met heel deze “politieke context” kon Katrien Voet dus moeilijk “matchen”.
Haar ontslag bij DURF2030 is niet van belang ontbloot.
1) Er gaat heel wat geld en logistiek om in deze organisatie.
2) En het is maar de vraag of het project ‘Kortrijk Europese Culturele Hoofdstad’ niet wat in gevaar komt.
Er moet niet enkel een vervanger voor de job van Katrien gevonden worden maar ook voor de opmaak van het “bidbook” moet men zo snel mogelijk nog een zakelijk leider én een artistieke projectmedewerker/programmamaker zien te vinden.
Over die twee punten willen we het nog wel even hebben.