Met de publicatie van de jaarrekening 2024 krijgen we een overzicht van de belastingontvangsten uit de vorige bestuursperiode, die van 2019 tot en met 2024.
Die legislatuur zal voor altijd bekend blijven door de historische driejarige vlucht van burgemeester Vincent Van Quickenborne naar Brussel uit de toch wel “beste stad van Vlaanderen”. Quickie heeft net te laat een reden gevonden om huiswaarts te keren. Met als volkomen onbedoeld gevolg dat de loco-burgemeester van toen (Ruthie) de eerste vrouwelijke burgemeester werd van centrumstad Kortrijk.
Maar we zouden het toch nog een keer over de belastingen hebben?
Niet vergeten. In één van de vorige edities van deze alternatieve stadskrant (scrollen maar) is een kleurrijk grafiekje verschenen met de evolutie van de twee belangrijkste gemeentebelastingen, te weten de APB en de OV.
Laten we het dus daar nu wat over hebben.
De aanvullende personenbelasting (APB)
Die is “aanvullend” genoemd omdat de uitkomst ervan gebaseerd is op een bestaande belasting, namelijk op de federale personenbelasting.
Bij ons bedraagt het percentage 7,9% op de basispersonenbelasting Zij wordt door de federale overheid geïnd op het jaarinkomen van natuurlijke personen die hier wonen. (Om hoeveel belastingplichten het nu gaat – spijtig – nog niet gevonden.)
De berekening is simpel: voor elke 100 euro die je als “saldo federale personenbelasting” betaalt krijgt stad er 7,9 euro bovenop.
In het eerste jaar van de afgelopen bestuursperiode (2019) ontving stad als APB de som van 26.990.119 euro. Dit bedrag liep op tot 30.025.108 euro in 2024. Stijgingspercentage: 11,24%. In zes jaar tijd. Zie nog grafiek voor het grillige verloop ervan.
Die APB-ontvangsten hangen natuurlijk ook nog af van het belastingregime van de federale en regionale overheid en van het verdiende belastbaar inkomen op het grondgebied.
(Schepen Wout Maddens houdt niet voor niets van begoede burgers.)
En dan is er nog die ellende van het inkohieringsritme waarin de aanslag wordt gevestigd. Stad doet daar soms met reden zijn beklag over. In 2024 bijv. lag de APB ruim 2 miljoen onder de initiële officiële raming. Een goede verklaring heeft men van de FOD Financiën niet gekregen.
Het ergste geval deed zich wel voor in 2023. Zie grafiek.
We maakten toen een kwantumsprong aan inkomsten: van 26,9 M (in 2022) naar 38,1 M (in 2023). Wat is er gebeurd? (Iets wat we nog altijd niet begrijpen en Stad overigens enkel constateert, zonder uitleg.)
In 2023 vond de FOD Financiën het blijkbaar nodig om een ‘boekhoudkundige ingreep’ te doen: de gemeenten kregen de inkohieringen van twee maanden méér dan normaal. (14 in plaats van 12 maanden.) Dat gaf een abnormale, éénmalige stijging teweeg van niet minder dan 11 miljoen.
In 2021 zien we daarentegen enigszins een dieptepunt: we halen slechts 25M op in plaats van de ‘normale’ 26M. Dat komt door de impact van Corona.
Al met al eindigen we de vorige bestuursperiode met de hoogste APB-ontvangsten uit de geschiedenis: 30 miljoen !
– Per huishouden is dat 856 euro.
– Per kop: 371 euro.
Opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV)
Dat is een bijkomende belasting op de belasting die Vlaams Gewest heft op het geïndexeerde kadastraal inkomen (KI) van onroerende goederen.
De berekening is nogal ingewikkeld. Honderd opcentiemen staat voor een toeslag van één procent op de basisheffing van de onroerende heffing. De basisheffing is in het Vlaams Gewest bepaald op 3,97% van het KI. De Kortrijkse aanslagvoet bedraagt 1102 opcentiemen. Vermenigvuldig die basisheffing met 11,02.
Het is de Vlaamse Belastingdienst die instaat voor de inning van de volledige OV, inclusief de soorten opcentiemen. De gemeentelijke opcentiemen (er is nog een provinciale) worden dan doorgestuurd naar de gemeenten.
Zoals u ziet in onze grafiek is er – zonder enige tariefwijziging – een permanente stijging van de ontvangsten. We gaan van 35.65.656 euro in 2019 naar 45.975.321 euro in 2024.
De procentuele stijging bedraagt 29,09%.
De continue stijging van de ontvangsten uit opcentiemen is het gevolg van de opeenvolgende indexeringen van het KI én de toename van het belastbaar volume aan onroerend goed.
(Vandaar de bouwwoede van schepen Wout Maddens, zeker met luxe-appartementen, nu units genaamd.)
In de evolutie van de OOV-ontvangsten zien we in de besproken legislatuur twee kwantumsprongen.
Eén van 2022 naar 2023: men gaat van 37M naar 40M. Volgens de stadsadministratie is dit te wijten aan de inflatie. Men stond er zelf versteld van!
De andere sprong was van 2023 naar 2024. Hier ging het gezwind van 40M naar bijna 46M. Volgens de stadsadministratie gewoon te wijten aan een afrekening uit het jaar 2023.
We eindigen dus de vorige bestuursperiode met niet minder dan 45.975.323 euro aan opbrengsten van wat veel mensen nog altijd “grondlasten” noemen.
Per huishouden gaat het om 1.312 euro.
NAWOORD
De APB én OOV-ontvangsten brachten vorig jaar samen alleen al (afgerond) 76 miljoen op. In 2019 was dat nog 62 miljoen.
Een stijging met 21,4 procent.
Waar gaat dat eindigen?
Onze gemeenteraadwatcher heeft een idee.
Laat ons in deze legislatuur de lopende zaken afwerken en ons hardnekkig voornemen om ditmaal geen grootste projecten meer te bedenken. Tenzij dat éne: alle straten en pleinen van heel Groot-Kortrijk – waar nodig – een keer grondig onder handen nemen.
Laat intussen dat onnozel plan met de Grote Markt toch vallen !