Het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) publiceerde laatstleden 24 januari zijn derde editie van de gemeente- en stadsmonitor. Daarmee wordt via een rist van honderden indicatoren (laat ons zo zeggen) de “staat” van steden en gemeenten in kaart gebracht door bevraging (maart vorig jaar) van een representatieve cohorte aan burgers.
Al die mensen kunnen dan hun percepties over de meest verscheidene toestanden en beleidsdomeinen in hun woonplaats weergeven.
Lang geleden behoorde ondergetekende ook eens toevallig tot de respondenten. Dat gebeurde toen ook nog telefonisch en de mevrouw aan de lijn stond stomverbaasd dat ik op vele vragen repliceerde dat ik niet in staat was om daarop te antwoorden, oftewel anderzijds graag een woordje commentaar wou geven. Vraag was bijv. of ik vond dat er wel genoeg speelpleintjes waren te vinden in onze stad. Wist ik veel…
Nu, naast die bevragingen naar indrukken van bewoners verstrekt de monitor ook puur statistische gemeentelijke gegevens, afkomstig uit diverse databanken. Zo bijvoorbeeld over de schuld per inwoner.
(Zie nog onze vorige editie.)
Kranten wijden veel aandacht aan die Monitor, en geven daar jammer genoeg weinig duiding bij. Zeg maar: geen. (En als ze bij bepaalde onderwerpen vergelijken met andere gemeenten houden ze er geen rekening me dat de foutenmarges mekaar kunnen overlappen en de mogelijke verschillen bij de indicatoren dus niet significant zijn. Daar weet zo’n journalist niks van. Waren altijd gebuisd voor statistiek.)
En zo kunnen we ons goed inbeelden hoe menig Kortrijkzaan duchtig werd opgeschrikt toen hij/zij vernam dat er voor niet minder dan 2.382 euro aan schulden op zijn hoofd en op de capita’s van zijn kindjes berust. Zo’n dingen staan nooit in onze plaatselijke gazetten en worden ook nooit toegelicht.
Is dat even schrikken!
Het is een ongeveer onuitroeibaar misverstand (zelfs bij politiekers): een gemeente wordt niet bestierd als een huishouden. De leningen aangegaan door overheden zijn namelijk productief. (Of horen dat toch te zijn.) Aflossingen spreiden zich daarom ook over generaties.
De in de Monitor aangegeven schuld per inwoner van 2.381,97 euro (per 31/12.22) is – zonder enig commentaar – tevens misleidend.
Maar mogen we als een Pietje-Precies weerom (zie vorige editie) en eerst even wijzen op cijfergegevens die we niet goed kunnen thuiswijzen.
Volgens de jaarrekening 2022 van de stadsadministratie bedraagt de totale openbare schuld (op 31 december 2022) 185.176.471 euro. De Monitor berekent de schuld per inwoner aan de hand van 78.944 inwoners. Welnu, dat geeft 2.345,66 euro op per inwoner. Dat is dus een ander bedrag dan wat de Monitor ons meent te moeten leren (2.381,97 euro).
Met welke bevolkingstelling houdt de monitor (en stad) eigenlijk rekening? De meest logische datum lijkt ons toch die van 1 januari 2023 te zijn. Volgens het bevolkingsregister telde Kortrijk toen 78.841 inwoners. Dat levert dan een schuld per inwoner aan van 2.348,73 euro.
We krijgen dus drie mogelijke uitkomsten als schuld per inwoner….
Lijkt u dat allemaal pietluttig? Mij niet. We vinden dat véél erger dan een d-t-fout in een officieel document.
Bon. We geloven dus ofwel het Agentschap Binnenland Bestuur, ofwel Stad NIET.
En nu voegen we aan onze commentaar een uiterst belangrijke reflectie toe.
Waarom is het schuldbedrag per inwoner van het ABB misleidend voor de gemiddelde lezer?
Zo’n gewone Kortrijkzaan denkt in al zijn onschuld dat het puur gaat om een schuld van de Stad.
Maar neen !
We moeten een opsplitsing maken.
– Stad zelf had eind 2022 een eigen schuld (eigen leningen) voor een bedrag van 111.020.959 euro.
– Het OCMW droeg een schuld van 30.614.580 euro.
TOTAAL VOOR HEEL HET STADSGEBEUREN: 141.635.538 euro.
PER INWONER: 1.822 euro.
Dat zijn de cijfers aangegeven door het stadsbestuur in de jaarrekening 2022.
We krijgen het weer op de heupen. Blijkt dat bestuur nog een ander bevolkingsaantal hanteert (77.736).
Dat is niet zo niet zonder belang.
Kijk maar eens naar Middelkerke. Torenhoge schuld van 4.047 euro (vanwege de bouw van een casino) voor- ja, een klein aantal inwoners (19.755).
Hoe komt men dan aan de schuld zoals de Monitor aangeeft?
Men telt bij de zuivere Stadschuld ook nog de zgn. doorgeefleningen erbij (bijv. aan Fluvius): dat is 37.178.441 euro. Ooit krijgt men die terugbetaald). En de puur “boekhoudkundige schulden” van 6.362.492 euro waarmee geen kasstroom gepaard gaat.
En zo komt men natuurlijk aan een totale openstaande schuld van 185,2M hetzij 2.382 EUR per inwoner.
We zouden nu nog een boom kunnen opzetten over de evolutie van de schuld. Het is ooit erger geweest.
Schulden enkel voor stad en OCMW in 2015: 181.309.611 euro, hetzij 2.410 per inwoner.
Voorts zouden we dat bedrag nog kunnen relativeren, nuanceren, SITUEREN.
Zoals gezegd: stad is geen gezin. We lenen toch niet voor pure consumpties?
En hoe minder leningslasten, hoe minder een stad doet aan investeringen. Dat kan ook niet goed zijn.
Voorts moeten we zaken in het oog houden als het netto-actief, de autofinancieringsmarge, het werkkapitaal, ratio’s als die van de solvabiliteit en liquiditeit.
We gaan dat dan wel een keer doen….
Category Archives: gemeentefinanciën
Schuld per inwoner, evenwel volgens de gemeentemonitor (1)
De pas gepubliceerde gemeentemonitor vermeldt voor onze centrumstad, en voor het jaar 2022, een financiële schuld van 2.381,97 euro per inwoner.
Afgezien van de verwarrende term “financiële” schuld, kunnen we dat bedrag als juist beschouwen, d.w.z conform met wat onze eigenste, officiële Kortrijkse jaarrekening 2022 vertelt (gepubliceerd op 16 mei vorig jaar). Maar dat bedrag slaat op méér dan de pure schulden van de stad. Dat moeten we maar nog een keer uitleggen. Jongens! Méér dan 2.000 euro per kop, baby’s incluis. Kom dat tegen ! Waar gaat dat naartoe??
De monitor zegt nog dat de financiële schuld “drie jaar terug” 2.634,29 euro bedroeg en dus intussen is gedaald met 252,32 miljoen oftewel met 9,6 procent. Dat bedrag klopt niet helemaal met wat te lezen valt in onze jaarrekening (pag. 11). Daar is voor het jaar 2019 sprake van een schuld van 2.603 euro per inwoner.
Akkoord, het scheelt niet veel, maar we staan toch altijd verbaasd over het feit dat zo vaak bedragen zoals aangegeven in stadsdocumenten verschillen met wat hogere overheden dan vertellen. Hoe zit dat eigenlijk met de communicatie van Stad en die hogere instanties, zo vragen we ons dan af. Welk cijfer is er dan juist of onjuist? Komen er dan wederzijds correcties of laat men uiteindelijk alles maar blauw-blauw?
Maar goed. In een volgende editie willen we wat duiding geven over componenten van de schulden van een stad en de evolutie ervan. Hoe we dat eigenlijk allemaal moeten begrijpen.
Weet je wat? Een stad is geen huishouden !
Dat wisten we niet, over die verplichte rapportages inzake financiën
Gemeentebesturen (en nog andere ook) moeten drie soorten (digitale) rapporteringen bezorgen over hun financiële situatie aan het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB).
En, wat meer is, die informatie via verschillende publicaties en tools beschikbaar maken voor geïnteresseerden. Dat laatste geldt dus zeker voor raadsleden maar dat gebeurt alhier niet, of toch niet over alles. (Nu ja, de echt geïnteresseerde raadsleden over deze materie zijn uiterst gemakkelijk met twee handen te tellen…)
– Dat ten eerste de beleidsrapporten zoals meerjarenplannen, de aanpassingen ervan, en de jaarrekeningen moeten toegestuurd aan het ABB is vanzelfsprekend. Dat wisten we.
– Dat men tevens vraagt om een stand van zaken van het meerjarenplan door te sturen is ook te begrijpen, maar wat we al veel minder wisten is dat dit moet gebeuren na de overdrachten van de gedeelten van de kredieten voor investeringen die opgenomen waren voor het vorige boekjaar, maar niet zijn aangewend. (Me dunkt vernemen raadsleden die bedragen pas bij de bespreking van de zoveelste aanpassing van het meerjarenplan of bij de jaarrekening.)
En hierover waren we geheel onwetend:
– De lokale besturen dienen ook een kwartaalrekening te bezorgen aan het ABB. (Wij kennen hier enkel een semesterrapport.) Inhoudelijk moet dit document een gedetailleerde, volledige weergave zijn van zowat alles over de verrichte transacties: uitgaven en ontvangsten, debet- en creditbedragen. Met andere woorden: de toestandsopgave van de budgettaire en algemene boekhouding van het betrokken kwartaal.
En wat meer is, politiek gezien: de aanlevering van de gegevens over (bijv.) het vierde kwartaal van 2023 moet uiterlijk gebeuren tegen aanstaande dinsdag 20 februari. En zie: wat de (eerste) kwartaalrekening van dit jaar betreft, die moet ten laatste beschikbaar zijn tegen 31 april.
En, beste raadsleden, herinner u – voor het geval u niet weet wat te doen – al deze ACTUELE informatie is publiek beschikbaar voor de geïnteresseerden. Wacht dus niet op aanpassingen van het meerjarenplan of op jaarrekeningen om navraag te doen.
En val nu niet omver.
Er is nog een andere, verplichte EUROPESE rapportering waarvan we waarlijk geen jota van wisten.
Ja, dat de Europese Commissie het betaalbedrag van lokale besturen wil in kaart brengen om te weten te komen hoe het zit met de globale schuld in de lidstaten, dat verwondert niemand.
Maar dat gemeenten dus via een e-formulier per semester aan Europa verslag moeten uitbrengen over betalingstermijnen en betalingsachterstanden, – wie had dit gedacht? Ter info: voor de tweede semester van 2023 moet dit gebeuren tegen vrijdag 16 februari aanstaande.
Die Europese bevraging peilt naar de (nog) te betalen facturen aan de leveranciers op basis van de ontvangst van de factuur.
Interessant zeg.
Men wil het aantal betaalde facturen én het bedrag ervan kennen. Het gemiddeld aantal dagen achterstand inzake de betaling van de openstaande facturen. Het bedrag ervan. De eventueel betaalde rente aan de schuldeisers. Men vraagt zelfs of de eventuele betalingsachterstand is verbeterd of verslechterd. En wat heeft men zoal getroffen aan maatregelen ?
Beste raadsleden, u weet weer wat te doen op 16 februari aanstaande. Is Stad Kortrijk een goede betaler?
(Vraag tegelijk eens hoe het zat in de eerste trimester van vorig jaar.)
Overzicht investeringen OCMW in eerste bestuursperiode 2013-2018
In onze vorige editie kreeg u een overzicht van de investeringen van de tripartite in de beide legislaturen.
Daarbij werd gewezen op een feit dat wel eens vergeten wordt. In de eerste bestuursperiode 2013-2018 is de stadsbegroting afgescheiden van die van het OCMW. In de tweede bestuursperiode (2019-2024) niet meer, d.w.z. dat althans vanaf het jaar 2020 de OCMW-begroting is “ingekapseld” in die van stad. Overigens ook die van de twee vroegere Autonome Gemeentebedrijven (de AGB’s Parko en SOK) en de vroegere zeven gemeentelijke VZW’s (zoals Stedelijke Musea, Bruisende Stad, Sport, enz.).
In komende debatten ter gelegenheid van de gemeenteverkiezingen mag dit niet uit het oog worden verloren. Mag de tripartite niet de bedrieglijke indruk wekken dat de investeringsuitgaven op de huidige, op zijn eind lopende bestuursperiode plotseling immens zijn verhoogd.
De burgemeester heeft al een keer het gerucht verspreid dat we dit keer – in deze legislatuur dan – niet minder dan 363,2 miljoen zullen geïnvesteerd hebben. Dit is, zoals we al opmerkten, een perfect goede machiavellistische benadering van de feiten. Hij mag dat niet meer doen! Quickie mag ons niet als dom kiesvee beschouwen zoals zijn leermeester hem voorhoudt in zijn lijfboek “Il Principe”.
– Ten eerste slaat dat vermeende bedrag (klakkeloos overgenomen door de pers) helemaal niet op deze legislatuur, maar komt namelijk uit het laatste meerjarenplan en dat slaat op de jaren 2020 tot en met 2025.
– Ten tweede – en dat maakt de bewering totaal zinloos: de legislatuur is nog niet gedaan! Hoe kan Quickie dan nu reeds opperen wat er zal geïnvesteerd worden?
– En ten derde is de meest wijze en juiste manier van (laat ons zeggen) waarheidsvinding om het te hebben over de werkelijke vastleggingen (contracten) of aanrekeningen. Zo zagen we bijvoorbeeld dat in de eerste vier jaren van deze legislatuur door Stad plus “satellieten” voor 55 procent is gerealiseerd, in vergelijking met de initiële ramingen. We moeten dus nog de jaarrekening voor 2023 afwachten, – en dat wordt waarlijk wachten geblazen tot in de maand mei. Terwijl we de werkelijke investeringsuitgaven van dit jaar 2024 zelfs pas zullen kennen in de lente van 2025, dus lang na de verkiezingen…
Dat alles maakt een accurate financiële beoordeling van de gehele investeringspolitiek van de tripartite nogal twijfelachtig.
Nu, om bij vergelijking tussen de eerste en tweede legislatuur de debatten zuiver te houden geven we hierna op algemene aanvraag ook kennis van de OCMW-uitgaven in 2013-2018. (In vorige editie niet gedaan.)
Netto-bedragen? In het totaal 47.577.188 euro. Dat bedrag kunnen we dan – later dus, in 2025!) optellen bij de netto- investeringsuitgaven van stad zelf en komen we tot een totaal van de werkelijk bestede uitgaven van de tripartite in haar totale bestuursperiode vanaf 2013.
De realisatiegraad voor alle OCMW-uitgaven kunnen we u helaas niet meegeven want we konden niet achterhalen wat men in het jaar 2013 juist heeft geraamd aan uitgaven. Zullen nog eens zoeken… Of misschien kan een voormalig OCMW-raadslid ons daar aan helpen? (Het BBC-systeem was toen nog niet in voege.)
U zal intussen merken dat de OCMW-investeringen in het verkiezingsjaar 2018 onvoorstelbaar stegen, met zelfs een realisatiegraad van 86 procent.
Er werden toen gigantische sommen uitgegeven voor de restauratie van de woningen 3 tot 9 in het begijnhof (budget 2,2 miljoen), aan de flats in Bellegem (9,5 M) en aan de verbouwing van het pand Gheysens tot volksrestaurant (2,6 M).
Hierna in de eerste kolom de geraamde uitgave, in de tweede de werkelijke bestede uitgave en daaruit volgend de realisatiegraad.
2013
………………..? / 6.968.559 / …. %
2014
11.803.824 / 6.369.619 / 53,9%
2015
9.214.900 / 6.862.422 / 74,0%
2016
9.482.341 / 6.152.327 / 64,8%
2017
13.071.439 / 6.277.807 / 48,0%
2018
17.964.454 / 14.946.454 / 86,4%
TOTAAL
………………… / 47.577.188 / …..%
Zo. Nu weten we ongeveer genoeg.
Klaar voor de debatten !
Overzicht investeringsuitgaven van de tripartite in de twee legislaturen
Woord vooraf
Dit overzicht dient als bijlage (toelichting) bij ons vorig stuk over de onware en foute (machiavellistische) berichtgeving die burgemeester Vincent Van Quickenborne ons via de lokale “embedded press” voorschotelt.
BESTUURSPERIODE 2013-2018
In het bestuursakkoord “Plan Nieuw Kortrijk” luidde het dat stad Kortrijk zou overspoeld worden door een ware, historisch nooit geziene investeringsgolf. Het bestuur van de coalitie VLD, SP.A en N-VA riep zich uit tot een “investeringscollege”.
Hierna volgt een overzicht van de jaarlijkse investeringsuitgaven van stad in die eerste bestuursperiode. (OCMW niet meegerekend.)
– Het eerste bedrag slaat op wat initieel is begroot. Dat is de (bruto)uitgave, geraamd nog voor het jaar begon. Naderhand is het wel zo dat de raming in de loop van het jaar om allerlei feiten wordt bijgesteld tot een zgn. eindbedrag. (Nogal eens kleiner dan oorspronkelijk gedacht.) Maar toch blijven we bij het berekenen van de realisatiegraad ons houden aan de oorspronkelijke raming, want dat bedrag is uiteindelijk altijd datgene waarmee het College van Burgemeester en Schepen ons mee om de oren slaat, ons overdondert!
– Het tweede bedrag slaat op wat er in werkelijkheid, daadwerkelijk is uitgegeven (aangerekend). En zo komen we tot de vaststelling van de realisatiegraad in procent uitgedrukt. Let even op het feit dat de tripartite in 2013 moeizaam op gang is gekomen maar dat er bij het naderen van de verkiezingen in 2017 en 2018 een ware inhaalbeweging is gebeurd.
2013
28.517684 euro / 11.837.162 euro / 41,5%
2014
39.939.619 / 21/779.285 / 54,5%
2015
48.666.211 / 17.561.061 / 36,0%
(Dieptepunt o.a. te wijten aan vertragingen projecten Kortrijk Weide en Muziekcentrum.)
2016
35.076.916 / 18.596.389 / 53,0%
2017
38.927.323 / 31.237.351 / 80,2%
2018
36.812.978 / 26.161.987 / 71,0%
Totaal
227.940.731 euro / 127.173.835 euro / 55,79% gerealiseerd.
BESTUURSPERIODE 2019-2024
In deze tijdspanne wil Kortrijk “de beste stad van Vlaanderen” worden.
Burgemeester Vincent Van Quickenborne verspreidt over deze periode een bericht waarvan het College zou zeggen dat het om een “alternatief feit” gaat. Dat betekent eigenlijk: een totaal misleidend bericht. Een verkapte leugen. Quickie beweert namelijk ongestraft dat Stad in deze lopende legislatuur 50 procent méér zal investeringen dan in de vorige bestuursperiode. Op het eerste gezicht lijkt dat zo, alleszins voor de kiezer die niet helemaal is ingevoerd in gemeentefinanciën.
Men dient evenwel te beseffen dat vanaf 2020 het stadsbudget OOK de investeringsuitgaven omvat van het ‘ingekantelde’ OCMW. Vandaar die twee bedragen voor het jaar 2019.
Voor de jaren 2019 tot en met 2022 zijn de jaarrekeningen gekend. Daarom dat we in het overzicht voor die eerste vier jaren een tussensom berekenen.
In hierna volgend overzicht slaat het eerste getal slaat weerom op het geraamde initieel budget, het tweede op de reële uitgave.
2019
Stad: 38.916.234 / 20.278.531
OCMW: 14.876.198 / 10.395.556
Samen: 53.792.432 / 30.674.087 / 57,0%
2020
61.781.987 / 31.022.793 / 50,2%
2021
61.248.929 / 37.317.194 / 60,9%
2022
71.919.094 / 59.530.679 / 82,7% (inhaalbeweging na coronacrisis)
Totaal voor deze eerste vier jaren:
248.742.441 euro / 158.544.753 euro / 63,7%
Geraamd budget voor 2023: 85.017.250 euro
Geraamd budget voor 2024: 98.711.811 euro
Samen maakt dit 183.729.061 euro.
Dat zou betekenen dat we in twee jaar tijd meer kunnen investeren dan in de vorige vier jaren!
Onzin.
DE SALDO’s (netto-uitgaven)
Gewoon voor de aardigheid hebben we een keer berekend wat wijzelf, Kortrijzanen, uit onze eigenste portemonnee hebben uitgegeven inzake investeringen. Want we kregen bij allerlei projecten ook subsidies van hogere overheden, zelfs wel eens van Europa.
2019: 21.548.146 (waarvan 6.511.929 voor het OCMW)
2020: 20.492.006
2021: 20.693.015
2022: 28.869.871
Samen: 91.603.038 euro zelf betaald ! Uit eigen zak.
BELASTINGEN
Altijd opnieuw beweert de burgemeester dat we al die investeringen bekostigen zonder enige belastingverhoging. Ja zeg. Dat is weer zo’n “alternatief feit”. Het is wel zo dat de tarieven voor de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen onroerende voorheffingen al die jaren ongewijzigd bleven. Oké. Maar wat iedereen natuurlijk nu heeft vergeten (ook de burgemeester?) is dat de tripartite onmiddellijk bij haar aantreden in 2013 drie totaal NIEUWE gemeentelijke belastingen heeft ingevoerd en twee wel degelijk heeft verhoogd. En natuurlijk zijn allerlei tarieven van de retributies wél verhoogd of – zo heet dat dan – puur ‘geïndexeerd’. Overigens stijgen de belastingontvangsten op ‘een natuurlijke wijze’, al was het maar omdat we meer verdienen. Om u een idee te geven. In 2019 bedroegen de fiscale ontvangsten zowat 70 miljoen. Nu, in 2024, ronden we de kaap van 80 miljoen. Maar daar kunnen we niets aan doen, tenzij dan de belastingen…verlagen.
Wanneer zal Quickie een keer ophouden met liegen?? (2)
Ter inleiding
In dit stuk gaat het over heel wat cijfergegevens.
Om een en ander leesbaar te houden – en om de liefhebbers gedetailleerde, nauwkeurige informatie te bezorgen – zullen we die later meer uitgebreid in een afzonderlijk stuk publiceren.
“2024 is een verkiezingsjaar, het sein voor politici om vooruit te plannen.” En: “burgemeester Vincent Van Quickenborne loste een eerste schot voor de boeg.”
Zo begint in de regionale editie van 6 januari van HLN een stuk van de 0,00%-journalist Peter Lanssens, de marionet van het stadsbestuur, meer in het bijzonder dan toch van Quickie en Axel Weydts, de befaamde schepen van Velo. (Lanssens heeft het daarbij om een lusvormige wandelroute die Q intussen als verkiezingsstunt heeft bedacht.)
Er staat ons waarlijk nog wat te wachten inzake – voor bepaalde kandidaten dan toch – kosteloze kiespropaganda in onze lokale gazetten, alleszins in HLN.
Het “eerste schot voor de boeg” is eigenlijk al afgevuurd in onze gazetten van vorige week, toen het stadsbestuur (in de feiten: Vincent VVQ himself) uitpakte met de mededeling dat “Kortrijk zich opmaakt voor 12 grote openingen in 2024.”
Twee gazetten hebben het daarbij nogal uitdrukkelijk gewaagd om het ook met cijfergegevens te hebben over voorbije en lopende investeringen. Zij lieten daarbij voornamelijk Quickie aan het woord. We achten het onze journalistiek-deontologische plicht om bepaalde van die cijfers die de burgemeester ons wil meegeven hartsgrondig te betwijfelen.
Dat hij zaken beweert die niet waar of niet juist zijn, of halve waarheden vertelt (of zaken NIET vertelt), dat bestempelen we dus zonder schroom als “liegen”. Politici die de kiezer misleiden met gegevens die niet juist zijn maar wel goed klinken, die noemen we dus “leugenaars”. Zo zijn we nu eenmaal.(Voor wie liever een deftiger politicologisch predicaat wil: het zijn “machiavellisten”.)
Laten we even starten met “De Krant van West-Vlaanderen” ter hand te nemen. Editie van 5 januari. Een verslag van reporter Margot Demeulemeester (die nog altijd verstoken blijft van enige elementaire kennis over gemeentepolitiek). De andere krant die ons ietwat heeft geïnformeerd is “Het Nieuwsblad” van 2 januari, maar we vonden enkel een online-versie van Bas De Wilde (om 16u13 van die dag gepubliceerd) en geen print.
Margot noteert bij monde van de burgemeester dat stad en deelgemeenten in deze legislatuur de grootste investeringen ooit kenden voor Kortrijk. “Goed voor 363 miljoen euro.”
Dat getal is wat afgerond, in “Het Nieuwsblad” houdt Bas het met 363,2 M al wat nauwkeuriger. Het gaat namelijk om 363.241.706 euro. Maar goed, daar vallen we niet over. We willen vooral onze bekommernis uitdrukken over het feit dat de reporter(s) evenwel niet in staat zijn om hierbij de burgemeester te wijzen op een ernstige onnauwkeurigheid. Een grove fout die zeer misleidend is.
Dat fameuze bedrag aan investeringen vindt men in het recent aangepaste (vierde) meerjarenplan en slaat op uitgaven uit de periode 2020-2025. Dat is dus helemaal niet “de huidige legislatuur”!! Die loopt namelijk van 2019 tot en met 2024.
Het is dus zo dat de huidige bestuursperiode niet eens is afgelopen: het jaar 2024 is pas begonnen en van 2023 kennen we zelfs nog geen jaarrekening, met het juiste bedrag van de reële investeringsuitgaven. (Dat zal waarschijnlijk en ten vroegste in de maand mei gekend zijn.)
Vergeet die 363 M dus maar, dat getal slaat nergens op.
De burgemeester mag dat nooit meer vertellen hoor ! Anders heeft hij met mij te doen !
Onze journalistiek-deontologische plicht heeft er ons toe gedreven om te berekenen wat er – in deze legislatuur al – daadwerkelijk is besteed aan investeringen. Dit alles ten behoeve van de burgemeester, zodat hij de kiezer in de toekomst ten minste wat accurater kan informeren. We hebben op basis van de reeds gekende jaarrekeningen allereerst de som gemaakt van de werkelijke gedane investeringen in de jaren 2019 tot en met 2022. De eerste vier jaren van deze legislatuur. Uitkomst?? 158.544.753 euro.
Maar nu moet u alleszins eens weten wat het stadsbestuur voor diezelfde jaren had begroot!
Dus wat Quickie ons allen (in de pers) in het verleden had beloofd van te verwezenlijken. We noemen dat: het budget. Wat we van plan zijn om te doen. Welnu: initieel is er voor de jaren 2019 tot en met 2022 globaal voor 248.742.449 euro gebudgetteerd. Dat is: voorgenomen, geraamd. Dat is net wat de burgemeester ons het liefste voorschotelt.
We kunnen dus nu ook duidelijk zien wat er in die eerste vier jaren van deze bestuursperiode in werkelijkheid is gepresteerd: een realisatiegraad van gemiddeld 63,73 procent.
Deze ongemakkelijke waarheid zal je nooit ofte nooit horen verkondigen door onze zittende burgemeester. Want dan zou hij – tegen zijn machiavellistische aard in – de ware waarheid moeten proclameren. Dat is hem te machtig. Feiten niet vertellen is ook niet koosjer. Het is: bedriegen.
Goed. De legislatuur is nog niet ten einde.
Om het bedrag te kennen van de investeringsuitgaven over heel deze bestuursperiode moeten we ook rekening houden met de uitgaven die we reëel deden in 2023 en dit jaar 2024 zullen doen. Maar die kennen we nog niet. We weten op dit ogenblik wat de burgemeester ons (via ‘Het Nieuwsblad’) diets maakt voor 2024: zegge en schrijve voor 100 miljoen investeringen. Weerom mooi afgerond, zo onthoudt men dat het best. Het officiële meerjarenplan is wel nauwkeuriger: 98.711.8811 euro. En voor 2023 is er voor 85.017.250 euro begroot. Ja, ongezien veel is dat.
Beste lezers,
Het spijt ons.
We geloven, kunnen niet geloven dat men die twee begrote investeringsuitgaven in werkelijkheid zal kunnen realiseren. Samen zou dat gaan om een geraamd bedrag van 183.729.061 euro. Men zou dus in twee jaar tijd een bedrag willen investeren dat hoger ligt dan wat men in (de eerste) vier jaar kon realiseren.
Voor het voorbije jaar konden we trouwens in de praktijk nagaan hoe het zit met de voortgang inzake investeringen. Er bestaat immers zoiets als een semesterrapport (door geen enkel gemeenteraadslid besproken.) Volgens dat rapport hadden we op 30 juni (dus halfweg) van vorig jaar al 67.307.370 euro vastgelegd (aangewend) maar is slechts 31.034.049 euro geboekt (aangerekend).
Door te vergelijken met het budget van dat jaar kun je dus nagaan wat er in dit nu afgelopen tweede semester van 2023 nog moest gedaan. Is het gelukt? Burgemeester zwijgt daar wijselijk over. Ja, nu de verkiezingen naderen jagen alle gemeentebesturen zich op. Vraag is of de aannemers wel meekunnen in de race.
De burgemeester beweert nog (in HN) dat we in deze tweede legislatuur voor 50 procent méér zullen presteren dan in de vorige legislatuur.
Kortrijkwatcher heeft zich weer aan het werk gezet om deze bewering te staven.
– In de nu lopende legislatuur besteedden we in de eerste vier jaar in werkelijkheid al 158.544.753 euro, plus hopen we nog 183.729.061 euro te verteren in 2023 en 2024. We geloven daar niet in maar zijn coulant en zeggen dat stad in deze periode dus waarschijnlijk in totaal voor 342.273.814 euro zal investeren.
– De vorige legislatuur van deze tripartite liep van 2013 tot en met 2018.
Voor hoeveel geld is er in deze tijdspanne daadwerkelijk aangerekend? (Gelukkig vonden we ons archief nog terug.) We zeggen en schrijven: 127.173.235 euro. En wat hadden we toen initieel begroot? Voor 227.940.731 euro. Realisatiegraad? 55,79 procent. Weerom een gegeven waar we van onze Machiavelli niets zullen vernemen. Weet onze pers nog dat onze kandidaat-burgemeester het in zijn kiescampagne toen in 2012 had over een ongeziene investeringsgolf die Kortrijk zou overspoelen? Zijn bestuur bestempelde als een “investeringscollege”? Quickie is zijn belofte niet nagekomen. De kiezer is bedrogen.
Beste lezer, bereken maar zelf of het stijgingspercentage van 227,9 M naar de verhoopte 342,2 M zowat 50 procent bedraagt? Misschien klopt dat wel ongeveer, als we ten minste toch willen geloven wat voor hoge bedragen voor de jaren 2023 en 2024 is begroot. (Quid non. We mogen al zéér blij zijn als er voor 80% wordt gerealiseerd.)
Ons interesseert hier echter vooral weer hoe de burgemeester ons opnieuw belazert met die vergelijking tussen zijn eerste en tweede legislatuur.
Ten eerste is de stijging van de investeringsuitgaven (overal te lande) te wijten aan diverse externe factoren.
Allerhande subsidies van hogere overheden zijn hoger en talrijker geworden zodat lokale besturen meer geneigd zijn om projecten op te zetten. Voorts sloeg de inflatie toe zodat de bouwkosten (materiaal, lonen) fel toenamen. En zo zijn er nog redenen aan te geven waarom gemeenten in deze periode hogere investeringsuitgaven hebben begroot. We gaan daar nu niet op in. Een actuaris zou daar een kluif aan hebben om het effect van externe factoren (niet van beleid) op het stijgingspercentage van de investeringsbedragen te achterhalen.
Maar we moeten de loze bewering van onze burgemeester ontmaskeren met een heel fundamentele reden.
Vincent Van Quickenborne vergeet nu een keer totaal dat in de tweede bestuursperiode vanaf 2020 in het stadsbudget nu ook is ingecalculeerd wat het OCMW, de twee AGB’s en de zeven gemeentelijke vzw’s zoal hebben geïnvesteerd. Dat vermeldt hij niet, en geen journalist die dat inziet. De kiezer wordt bedrogen en belogen.
Machiavelli zou hem voor deze APOSIOPESIS, deze RETICENTIE zéér hartelijk gefeliciteerd hebben.
We willen wel even de opmerkelijke financiële repercussie van deze verzwijging illustreren met een praktisch voorbeeld.
In 2019 was de inkanteling van het OCMW in het stadsbudget nog niet van toepassing.
Kijk nu eens.
In dat jaar vermeldt het stadsbudget een investering van initieel 38.916.234 euro. Met de investering van het OCMW er bijgeteld wordt dat plots niet minder dan 53.792.432 euro.
In de jaarrekening van dat jaar 2019 gaat het van 20.278.531 euro als stadsinvestering naar 30.674.087 euro met het OCMW erbij.
Begrijpt u nu waarom de investeringen – volgens onze machiavellistische burgemeester – op ongeziene wijze (met 50 % !) zijn gestegen in deze laatste bestuursperiode?
BEGRIJPT U NU HOE HIJ LIEGT DOOR “VERZWIJGING”?
Wat de kiescampagne (de propaganda) betreft doet er zich een probleem voor wanneer men iets deftigs wil zeggen over investeringen. De werkelijke uitgaven voor het laatste jaar van de legislatuur kennen we slechts lang na de verkiezingen: pas in mei 2025…
P.S.
Zoals gezegd geven we in een volgende editie voor de diehards inzake gemeentefinanciën een serie van cijfergegevens in detail. Misschien moet er iets gecorrigeerd?
Wanneer zal dit stadsbestuur nu een keer ophouden met liegen??? (1)
Verdorie, we zitten op een doorregende, rustige vrijdagnacht wat kranten te lezen en stootten op de lokale berichten over Kortrijk alweer op flagrante politieke leugens, zo flagrant dat we niet begrijpen dat men die durft publiekelijk debiteren.
Het gaat over de investeringen voor dit jaar, meer speciaal over wat onze burgemeester Quickie weerom op machiavellistische wijze wijsmaakt aan de onze plaatselijke reporters (en dus aan de Kortrijkzanen) over de gedane investeringsuitgaven tijdens deze en vorige legislatuur.
Wat er ons daarenboven stilaan waarlijk hondsdol maakt is dat die persjongens en meisjes dat allemaal slikken. Dat ze niet de moeite doen om ook maar één cijfer (een dossier) te checken. Zelfs pure onzin uitkramen.
Ons weekend is naar de knoppen.
We moeten het weer allemaal zelf doen.
Wordt dus vervolgd…
Koninginnedebat
De gemeenteraad (inclusief Raad van Maatschappelijk Welzijn) van morgen 4 december (live te zien vanaf 19 uur) is hoofdzakelijk gewijd aan de vierde aanpassing van het zgn. Meerjarenplan. Dat ‘plan’ slaat ditmaal op de jaren 2020-2027. Concreet gaat het eigenlijk over wat men vroeger het ‘begrotingsdebat‘ noemde. Wijlen journalist Gerrit Luts had het omwille van het belang ervan altijd over het “koninginnedebat” en hij wijdde daar meerdere volle bladzijden aan in “Het Nieuwsblad”. (Heden ten dage is het zelfs al gebeurd dat de aanwezige lokale journalisten net dan naar buiten liepen als men over het budget begon.)
Zoals onze lezers weten acht mevrouw Helga Kints, de voorzitter van de gemeenteraad, het als haar opperste plicht om de oppositie zoveel als mogelijk de mond te snoeren. Zij wil dus opnieuw dat de fractieleden hun commentaar op het aangepaste Meerjarenplan tot 10 minuten beperken. Dat is dus ongehoord als u een beetje beseft waarover het gaat: de exploitatie- en investeringsuitgaven voor dit en volgende jaren. Een document van 191 bladzijden. (Zonder de omgevingsanalyse, die niemand leest.)
Het was overigens onder het CVP-bewind vele jaren geleden gebruikelijk om het begrotingsdebat op te splitsen in twee avonden. De eerste avond kregen alle fractieleiders elk de gelegenheid om een half uur te wijden aan een soort algemene beschouwing, en de tweede avond werden bepaalde begrotingsartikels per rubriek afzonderlijk besproken.
Benieuwd of het opnieuw zo zal zijn dat enkel het Vlaams Belang tegen deze inperking van het controlerecht van de gemeenteraad protesteert.
Nu moeten we wel zeggen dat fractieleiders van de meerderheid alleszins méér dan genoeg hebben aan de hun toegewezen spreektijd. De geheel uit vriendelijkheid opgetrokken Koen Byttebier (Team Burgemeester) zal de financiële directeur en de ambtenaren van de financiële dienst bedanken voor het vele werk dat zij hebben gepresteerd. (Overigens met recht en reden.) De aimabele Philippe De Jaegher (N-VA) zal zich daar graag bij aansluiten, waarbij hij dan uiteraard partijgenoot Kelly De Tavernier (schepen van Financiën) in de bloempjes zal zetten. En dan hebben we nog Nawal Maghroud van Vooruit die – als zij niet druk bezig is met een babbeltje te slaan met haar buurvrouw – ook een poging zal doen om iets te zeggen. Aan 20 seconden heeft zij normaliter voldoende om iets te vertolken over een materie waarvan zijn niks afweet.
Het spreekt dat Kortrijkwatcher over de materie stof genoeg heeft om zijn dagen te vullen.
We zullen komende stukken proberen gemoedelijk en populair te houden!
Inzake exploitatie kan bijv. onze aandacht uitgaan naar de retributies inzake GAS (GASS!) en parkeren, de personeelskosten (uitsplitsing loonkost stadsmedewerkers en die van de zusters Augustinessen), de geïndexeerde gemeentelijke belastingen, de nieuwe leningen, de energiekosten (waarover Ruthie nu bevoegd is, – zal zij het woord nemen?), het Lago S&R-dossier (de NV krijgt een lening hoor, aandeel van Kortrijk wordt 2,1 M), de miljoenenhulp die we krijgen voor de Oekraïense vluchtelingen (waarover de gazetten nooit iets zeggen). Enzovoort.
Vlug even zeggen dat het geraamde totaal van de exploitatie-ontvangsten dit lopende jaar significant stijgt met 11,2 miljoen.
De schuldgraad ! Dat wist ik heus niet. De geraamde historische schuld bedraagt 261,8 M. Ten overstaan van onze exploitatie-uitgaven is dat 96,9 procent. Het is ooit méér dan 100% geweest. Maar goed. Daar zitten en zaten ook die verdomde doorgeefleningen in.
En dan die investeringen ! Ons stokpaardje.
De schouwburg zal ons nog 10 miljoen meer kosten dan gedacht. Het onderhoud van onze gebouwen ook. Schepen Weydts krijgt weer ruim zijn deel. Kost voor vernieuwen straten stijgt netto met bijna 9 miljoen. Maar geen paniek. De autofinancieringsmarge (AFM) is weer positief en bedraagt voor dit jaar 7,2 miljoen. (De AFM is wat men federaal het primair saldo zou noemen. We hebben puur met het exploitatiesaldo – zonder rekening te houden met de rentekosten van dat jaar – genoeg om onze leningslasten te dragen.)
P.S.
Nawal Maghroud mag gerust nog heel de nacht bellen om wat uitleg te krijgen. (Hier is het nu zondag-avond 19u30.) Ik wil zelfs zonder scrupules nog vlug haar ghoswriter (“nègre”) zijn voor de zitting van morgen.
Journalisten en gemeentefinanciën, dat gaat niet samen
Het weekblad “De Krant van West-Vlaanderen” pakt vandaag – een jaar voor de verkiezingen – uit met een antwoord op de vraag “hoe doet jouw gemeente het?”. Exclusief! De redactie gaat daar heel fier over. Dat zij dat kan, voor 64 gemeenten.
Voor Kortrijk is er naast het rapport om een onbekende reden nog een apart stukje speciaal gewijd aan de domeinen “zorg” en “onderwijs”. Beide gestoffeerd met cijfergegevens van resp. schepen Philippe De Coene (Vooruit) en Kelly Detavernier (N-VA). We gaan daar nu inhoudelijk niet op in maar beperken ons louter tot het lezen van de introductie bij dat artikel. Die is getiteld: “80 miljoen euro voor de zorg” en geschreven (in feite: genoteerd) door ene Jules Fremaut.
– Eerste zin:
“Sinds de stadscoalitie in 2019 zijn tweede legislatuur begon, spendeert ze jaarlijks gemiddeld 275,7 miljoen.”
Vanwaar komt dat cijfer? denkt kortrijkwatcher dan.
– Tweede zin:
“Dat blijkt uit een dataonderzoek van ‘De Tijd’.”
OEI. Dat onderzoek kennen we niet. Onze Jules geeft geen nadere details. Datum onbekend. Wat ons echter perplex doet staan is dat Jules dat gemiddelde van wat Kortrijk ‘spendeert’ niet zelf een keer heeft uitgerekend. Zou Jules niet op de hoogte zijn van het loutere bestaan van meerjarenplannen (budgetten) en jaarrekeningen? Dat die documenten open en bloot te raadplegen zijn op de Kortrijkse website? We achten dat dus heel goed mogelijk, het bedroevende niveau kennende van onze lokale pers.
Als hij dan toch zijn taak niet aankon, waarom heeft hij het bedrag niet opgevraagd aan de financieel directeur? Of heeft onze Jules misschien geen weet van het bestaan van Johan Dejonckheere? Zou waarlijk best kunnen. We kijken nergens meer van op, als we die plaatselijke “journalisten” aan het werk zien.
– Derde zin dan:
“De uitgavenposten zijn divers: van mobiliteit over vrije tijdsbesteding tot zorg en opvang.”
Het is goed dat Jules dat weet, dat er meerdere “posten” zijn. Nu moet hij nog leren wat beleidsdomeinen zijn. In het laatste meerjarenplan onderscheidt men bijv. volgende domeinen: algemene financiering (met belastingen en boetes), algemene en veiligheidsdiensten, ruimte, vrije tijd, dienstverlening, sociaal beleid, zorg. (In het oorspronkelijke meerjarenplan veel meer: sport, cultuur, ondernemen, klimaat, enz.)
Kijk. Zo’n introductie als die van Jules ondermijnt al meteen de kwaliteit van die gemeente-rapporten in zijn krant.
Als cijferfetisjist konden we het niet laten om na te gaan of dat geciteerde bedrag dat Kortrijk gemiddeld jaarlijks spendeert wel juist is. Waar dat op slaat. Gaat het om de meest recente gegevens? Jules legt ook niet uit wat de krant ‘De Tijd’ eigenlijk bedoelt met de term “spenderen”.
Gemakshalve gaan we ervan uit dat die krant doelt op wat stad zoal daadwerkelijk uitgeeft inzake gewone werking (‘exploitatie’ genoemd) plus ‘investeringen’ anderzijds. Tevens hopen we dat men in ‘De Tijd’ wel degelijk het onderscheid in acht nam tussen het budget (de raming) en de rekening (de reële uitgave). Want dat kan nogal verschillen.
We nemen bijv. even de investeringsuitgaven van het jaar 2019 onder ogen, het eerste jaar dus van de tweede legislatuur van de tripartite.
– Het initiële budget bedroeg 38.916.234 euro. (Dat was dus wat de coalitie had bedacht te “spenderen” aan projecten, en dat was overigens ook het bedrag waarmee men de Kortrijkzaan om de oren sloeg.)
– Het aangepaste bedrag, het zgn. eindbudget: 28.035.303 euro (De ambities zijn bijgesteld.)
– Het reële bedrag: 20.278.531 euro (Gespendeerd dus.)
We hebben dus met volle moed de jaarrekeningen van 2019 tot en met 2022 doorploegd en komen tot de vaststelling dat stad in die periode van vier jaar voor 148.149.197 euro aan investeringen spendeerde en 148.149.197 euro aan exploitatie-uitgaven.
Totaal: 863.608.449 euro.
Gemiddeld tot op heden is dus: 215.902.112 euro per jaar. 215,9 M per jaar
BIJLAGE (1) over exploitatie-uitgaven
2019: 123.565.653
2020: 181.724.995
2021: 197.779.471
2022: 212.389.133
BIJLAGE (2) over investeringsuitgaven
2019: 20.278.531
2020: 31.022.793
2021: 37.317.194
2022: 59.530.679
Jules! Signaleer dat eens aan ‘De Tijd’. Dat je die bedragen hebt gevonden op de alternatieve stadskrant genaamd “Kortrijkwatcher”.
BIJLAGE (3) OVER DE AMBITIES INZAKE INVESTERINGEN
In de jaren 2019 t/m 2022 heeft stad dus in werkelijkheid 148.149.197 euro geïnvesteerd. UItgegeven.
Wat valt er nog te doen volgens het laatste, aangepaste meerjarenplan? Heel veel !
In 2023 gebudgetteerd: 81.635.334 euro. In 2024 gebudgetteerd: 72.857.309 euro. Totaal: 154.492.643 euro.
Amaai ! De tripartite moet in twee jaar méér investeren dan men gedaan kreeg in vier jaar !
Opdat niemand het zou vergeten geven we nog de bedragen die de tripartite oorspronkelijk voornam te investeren in deze bestuursperiode 2019-2024.
De initieel beloofde investeringsuitgaven om “de beste stad van Vlaanderen” te worden:
2019: 38.916.234
2020: 61.781.887
2021: 51.748.499
2022: 56.109.472
2023: 51.238.674
2024: 38.273.106
Beste lezer. Bij de verkiezingen van 2018 heeft men ons voorgespiegeld dat er in deze lopende bestuursperiode voor 298.067.972 euro zou geïnvesteerd worden.
Weet u dat we pas in mei 2025 zullen kunnen oordelen wat ervan is terecht gekomen? Want dan pas kennen we de rekening van 2024.
Over het exploitatiebudget volgens het tussenrapport (3)
Een vorige keer hadden we het voornamelijk over de stand van zaken betreffende investeringen halverwege dit jaar zoals beschreven in het semestriële budget. (Zoals gezegd: met geen woord besproken in de zitting van september door onze hardwerkende gemeenteraadsleden.)
Het investeringsbudget voor héél dit jaar is geraamd op 83,5 miljoen euro en daarvan is nu al 80 procent vastgelegd en – tja – 37 procent effectief geboekt. In vergelijking met vroeger is dat wel een goede realisatiegraad. (We zijn goedgemutst vandaag.)
(Wat de investeringstoelagen betreft vergaten we een opvallende vaststelling die in het kader van de nieuwe godsdienststrijd in Vlaanderen wel aandacht verdient: het budget voor de “centrale kerkbesturen” is gestegen van 118.128 naar niet minder dan 589.000 euro. Aangezien de raadsleden aan dit semesterrapport niet de minste aandacht besteedden, willen we dat verrassend gegeven toch even in de groep gooien van de meer strijdvaardige, militante vrijzinnigen onder de raadsleden. Alhoewel ik denk dat er hier in onze Raad geen meer zijn.)
Van belang nog was de vaststelling dat de de autofinancieringsmarge op 30 juni van dit jaar toch negatiever was dan normaal: min 20 miljoen. Dat wil zeggen dat het saldo van het exploitatiebudget op dat moment van het jaar te klein was om de kapitaalaflossingen (10,8 M) te dekken. En het exploitatiebudget op zichzelf was al negatief: min 9,5 miljoen.
Nu ja. We geraken aan het eind van het jaar wellicht wel toch uit de put. (Volgens ons meerjarenplan mag die negatieve AMF dit jaar slechts tot -4 M oplopen.) Het is namelijk zo dat de grootste belastingontvangst nog moet uitbetaald, met name de Onroerende Voorheffing. We verwachten van die opcentiemen op de OV niet minder dan 40,32 miljoen. (Van de aanvullende personenbelasting is de helft al wel binnen: 14 op 27 M).
Belastingontvangsten die het intussen wel goed deden zijn:
– gewestbelasting op leegstand en verwaarlozing (140% van het verwachte budget geïnd!).
– leegstaande woningen en gebouwen (116%);
– verwaarloosde en ongeschikte woningen (210%);
– afgifte op administratieve stukken (87%).
Er zijn tussen haakjes ook wel enkele meevallers te constateren:
– hogere ontvangsten uit het gemeentefonds;
– stijging inzake subsidies voor bepaalde projecten en voor Oekraïense vluchtelingen;
– subsidies voor sociale steun;
– minder bezoldigingen dan geraamd o.a. door openstaande vacatures (!).
De fiscale ontvangsten zullen wel degelijk stijgen (voor het gehele jaar geraamd op 75 M tegenover bijna 73 M vorig jaar) en dit in weerwil van het feit dat de parkeerbelasting sinds begin dit jaar omgeturnd naar een retributie. Men schat de impact ervan op de fiscale ontvangsten op MIN 1,5 M.
Aan het hoofdstuk “parkeren en GAS” moeten we toch eens een aparte paragraaf wijden want daarover doen zeer veel misverstanden de ronde, ook en zelfs bij de raadsleden.
Het gebudgetteerde totaal voor deze post voor dit jaar bedraagt 1,36 M. Vorig jaar ging het om 2,29 M.
Die opvallende – schijnbare – vermindering is zeker niet te wijten aan een mogelijk kleinere opbrengst van de gemeentelijke administratieve sancties. (De nieuwe zgn. GAS-5 is zelfs nog niet opgenomen in dit rapport want de politieverordening is pas gestemd. Deze boetes voor “kleine snelheidsovertredingen” zullen minstens een half miljoen per jaar in de stadskas brengen.)
De GAS-parkeren bracht nu al geheel wat méér geld binnen dan wat men had geraamd ! De volle 100 procent ! 515.794 euro. Men deed immers méér vaststellingen op een groter aantal evenementen. (GAS-politie deed het met wat minder goed, maar pakte toch al voor 61 procent boetes van wat was geraamd.)
De daling van de opbrengst inzake de belastingpost “parkeren en GAS” is dus louter te wijten aan een verschuiving van de ontvangsten inzake parkeren naar de rubriek retributies. Die verhogen daarom de “ontvangsten uit de werking”.
In dit eerste semester zijn er al voor 1,8 miljoen parkeerretributies geïnd, maar er is al véél meer geboekt.
Het wordt tijd dat we hier eens de juiste cijfers geven inzake parkeerretributies.
Wat verwacht men eigenlijk voor dit jaar 2023, en wat werd alreeds geboekt op 30 juni van dit jaar?
– garageparkeren: 4,16 M (1,95 geboekt=47%);
– straatparkeren: 2,61 M (1,31 M geboekt=50%)
– naheffingen straatparkeren: 1,56 M (506.615 euro geboekt=32%)
Zullen we misschien in een volgende editie van deze alternatieve krant een keer wat zeggen over de sociale dienst? Het is bijvoorbeeld intrigerend dat we niks horen over de vluchtelingen uit Oekraïne, de uitgaven en de steun.
Of vegen we er ons voeten aan, net zoals de raadsleden?
–