Op 26 november 2020 ontvingen de West-Vlaamse Burgemeesters (en die van andere provincies ook, kan men zo vermoeden) een e-mail waarbij zij werden gevraagd om de lokale gesprekken over de regiovorming te faciliteren en er een advies over te formuleren. Een antwoord werd nog verwacht eind van dat jaar.
Zij kregen daarbij een zgn. kadernota van 9 oktober van dat jaar, goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Inhoudelijk had die niet zoveel om het lijf. Eigenlijk werd er nauwelijks gerept over wat er later aan bestuurlijke beslissingen zoal zou terecht komen in het decreet dienaangaande. (Een grove omissie was dat toch, zelfs een vorm van misleiding.) Men had het gewoon over het waarom en de noodzaak van een regiovorming: minder “verrommeling” van samenwerkingsverbanden, meer transparatie, minder mandaten, meer democratie. De punten die later in parlementaire besprekingen van het decreet voor heibel zouden zorgen komen niet aan bod.
In die kadernota van 2020 was er nog een kaart met 13 referentieregio’s opgenomen. (Het is pas op 4 februari 2022 dat er werd geopteerd voor één referentieregio in Limburg en bracht men het totale aantal in Vlaanderen toch op vijftien.)
Voor West-Vlaanderen voorzag de kadernota toen althans nog drie regio’s: Zuid-West-Vlaanderen; de Westhoek en de regio Brugge-Oostende-Midwest.
De gouverneurs kregen ook al op voorhand een invulformulier met drie voorgekauwde vragen te beantwoorden door de burgemeesters, en die handelden allemaal puur en enkel over de afbakening van de regio’s.
Kijk maar:
1. Kan uw bestuur zich vinden in de voor uw gemeente voorgestelde referentieregio’s?
2. Indien ja, wat zijn de aandachtspunten? Indien neen, welke wijzigingen of welk alternatief voor de voorgestelde referentieregio’s verkiest uw lokaal bestuur?
3. Uw aanvullende bemerkingen of suggesties.
Zoals hier al verteld is in ons Leiedal-gewest de adviesaanvraag besproken en voorbereid op een (fysieke) Conferentie van Burgemeesters op 13 november 2020.
Tot onze verbazing (nou, eigenlijk niet…) nam Vincent Van Quickenborne daar nog aan deel terwijl hij al op 1 oktober van dat jaar de eed als minister had afgelegd in handen van de Koning. Dientengevolge was hij op 12 oktober bijv. verhinderd op de gemeenteraad en is Ruth Vandenberghe nog diezelfde maandagochtend in allerijl als waarnemend burgemeester de eed gaan afleggen bij de gouverneur.
(Vond Quickie dat zijn Ruthie nog niet helemaal klaar was om het hoge woord te voeren op die Conferentie?)
Het verslag van die Conferentie is hier al ter sprake gekomen. Wat de afbakening van de regio’s betreft was het wel heel duidelijk en voorspelbaar dat men zou kiezen voor dezelfde 13 gemeenten van de intercommunale Leiedal. De referentieregio die trouwens was voorgesteld in de eerste kadernota van de Regering.
De definitieve beoordeling over de drie getelde vragen gebeurde in een “digitaal Overleg met de Conferentie van Burgemeester arr. Kortrijk en de gemeente Wervik” op 11 december 2020.
Hier mocht Ruthie wel aan deelnemen, hoogst waarschijnlijk met een oekaze van Quickie.
Het verslag concludeerde dat de meerderheid pleitte voor de provincieschaal als volwaardig model maar dat is wel enigszins anders uitgevallen bij de stemming. Enkel Anzegem, Deerlijk, Harelbeke en Wevelgem kozen resoluut voor de provincie als DE regio voor de organisatie van samenwerkingsverbanden. Weliswaar soms met de toevoeging: met subregio’s (het zgn. matroesjka-model).
En onze Ruthie was opnieuw een beetje verkeerd toen zij in een afzonderlijk e-mail aan ‘vlaanderen.be’ (“met vriendelijke groet en hou er de moed maar in”) liet weten dat er minstens vier gemeenten van onze dertien voor een opsplitsing waren van de regio Brugge-Oostende-Midwest, en dus een opdeling van de provincie in vijf regio’s verkozen. In werkelijkheid bepleitten slechts drie gemeenten voor het bestaan van vijf regio’s : Kortrijk, Zwevegem en Wervik. (Andere dan zij vermeldde.)
En we moeten helaas even nog een punt maken…
Onze waarnemend burgemeester stemde namelijk “ja” op de eerste vraag. Dat is dus een misser geweest. Een contradictie. Want zie maar eens. Hiermee ging zij akkoord met de voorgestelde regio’s zoals op de kaart aangegeven: namelijk drie in West-Vlaanderen. En dit terwijl zij zich tegelijk tot grote voorvechter voor vijf regio’s bekeerde, subsidiair de splitsing van de regio Brugge-Oostende-Midwest.
Ja, laten we het wat meer overzichtelijk houden. Hoe waren de stemuitslagen bij onze dertien burgemeesters?
– Van drie gemeenten kwam géén antwoord, en we weten waarlijk niet waarom: Kuurne, Lendelede, Spier-Helkijn.
– “Provincialisten” waren: Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Wevelgem.
– Voorstanders van vijf regio’s in de provincie: Kortrijk, Wervik, Zwevegem.
– Schaarden zich expliciet achter de voorgestelde drie regio’s: Avelgem, Menen, Waregem.
Waregem deed wel een beetje raar.
Van die gemeente liepen twee antwoorden binnen. Eén van de burgemeester natuurlijk. Die zegt zonder commentaar “ja” voor de drie regio’s, terwijl die gemeente toch wel in een rare positie verkeerd: zij ligt daar in een rare hoek, grenst aan meerdere andere regio’s…Maar zijn schepen Joost Kerkhove antwoordde zomaar met een “nee” op de eerste vraag. Hij vindt de aangeduide regio’s te groot en wil dat er “andere manieren bemoedigen om de krachten te bundelen”.
Misschien even een overzicht van de adviezen in de gehele provincie?
– 25 gemeenten gaven geen antwoord ! Enkele opvallende gevallen zijn kustgemeenten: De Haan, De Panne, Knokke-Heist, Nieuwpoort. Andere waar we toch even van opkijken: Heuvelland, Ingelmunster, Izegem, Meulebeke, Roeselare, Tielt.
– 12 (en slechts 12) gemeenten gaven een positief antwoord op de eerste enquêtevraag. Opvallend? Ieper, Torhout; (En Kortrijk!?)
– 26 gemeenten gaven een negatief antwoord op die eerste vraag. Vallen op: Brugge, Oostende (Tommelein was de voortrekker voor de vijf regio’s), Poperinge, Waregem (de schepen!)
Wat is nu de het advies geweest van onze gouverneur? Want dat was in feite de grondvraag van de Vlaamse regering.
We citeren letterlijk.
“Door mandatering aan voorzitters van Burgemeesteroverleg en als conclusie van het overleg met Burgemeesteroverleg Zuid-West-Vlaanderen en Westhoek spreken 39 gemeenten zich expliciet uit voor de West-Vlaamse provinciale schaal als referentieregio met daaronder de subregio’s.
Er is tevens een grote meerderheid voor de indeling naar vijf subregio’s: Oostende, Brugge, Midwest, Westhoek en Zuid-West-Vlaanderen.”
Die 39 “provincialisten”? Dat is overdreven. Uit de verslagen blijkt dat er zich een 15-tal expliciet over uitspreken.
P.S.
Op Tinternet kunt u een heel uitgebreid document vinden, getiteld “Advies Carl Decaluwé over de aanzet tot afbakening van de referntieregio’s”.
Dateert van 8 januari 2021. De eerste drie hoofdtukken zijn een warm – weliswaar ietwat verkapt – pleidooi voor één provinciale regio (zoals Limburg) met provinciale gebiedswerking.
Category Archives: streekorganen
Regiovorming (3): de besluitvorming bij de burgemeesters van ZWVL
Dus nog voor het digitaal overleg van de burgemeesters met de gouverneur (dat was op 11 december) is er op 13 november 2020 een fysieke “Conferentie van Burgemeesters Regio Kortrijk” geweest, nog wel puur gewijd aan het dossier Regiovorming.
Van de klassieke dertien in aantal was enkel de burgemeester van Spiere-Helkijn afwezig.
Ruthie was toen blijkbaar nog geen vervangend burgemeester? want Kortrijk was toen op die vergadering nog vertegenwoordigd door Quickie! Raar hoor. Vincent werd toch minister op 1 oktober 2020? Waren daar ook nog bij: F. Vanhaverbeke, de directeur van de intercommunale Leiedal en de secretaris F. Meuris.
(Leiedal is voluit de naam van de Intercommunale Maatschappij voor Ruimtelijke Ordening, Economische Expansie en Reconversie van het Gewest Kortrijk. Opgericht in 1960. Doet werkelijk alles, op alle mogelijke domeinen.)
Het verslag van die traditionele maar wel informele reünie van burgemeesters (dat anders nooit wordt gepubliceerd, maar voor deze materie uitzonderlijk wel te vinden is op Tinternet) omvat 15 punten. Daarvan zijn er in het kader van ons relaas wel enkele behartenswaardig. Zie verder.
De conclusie was verrassend pover: dat men de gouverneur nog zal contacteren om afspraken te maken voor een overleg. (Dat kunnen we wel geloven zeg ! De Vlaamse Regering wenste namelijk uiterlijk tegen eind van dat jaar 2020 een advies van die gouverneur over die regiovorming.)
In die conclusie staat nog een alinea die we u als lezer waarlijk niet willen onthouden, want volkomen onbegrijpelijk.
We citeren. Aan u, beste lezer, om die zinsnede te ontraadselen:
“De Conferentie neemt akte van de oefening die Vlinter samen met de VVSG houdt waarbij de streekintercommunales via een self-assessment ontwikkelingmatrix streekontwikkeling opmaakt. Deze zal op 11/12/2020 worden toegelicht op de bespreking van de informele punten van de raad van bestuur van Leiedal in afwezigheid van de burgemeesters.”
Punt.
Wat onthouden we nu uit dit verslag? (Cursief: onze commentaar.)
Punt 1.
De afbakening van de regio Zuid-West-Vlaanderen in de conceptnota van de Vlaamse regering komt overeen met de DNA en de historische samenwerking in de regio.
Men gaat dus akkoord met een regio van de traditionele 13 Leiedal-gemeenten.
Voor de goede orde sommen we ze nog eens op, met de burgemeesters: Anzegem (G.Devogelaere), Avelgem (L.Deseyn), Deerlijk (C.Croes), Harelbeke (A.Top), Kortrijk (V.Vanquickenborne), Kuurne (F.Benoit), Lendelede (C.Dewaele), Menen (E.Lust), Spiere-Helkijn (D.Walraet), Waregem (K.Vanryckeghem), Wevelgem (J.Seynhaeve), Wervik (Y.Casier), Zwevegem (M.Doutreluinge).
Punt 3.
Het is vooralsnog ook onduidelijk of er per Regio/Conferentie een gemeenschappelijk standpunt dient te komen. Het is tevens onduidelijk of een standpunt ook door de Colleges van Burgemeester en Schepenen gedragen moet zijn.
Bij ons weten heeft enkel de burgemeester van Zwevegem later te kennen gegeven dat zijn antwoord over de afbakening van de regio’s zal afhangen van een beraad binnen zijn schepencollege.
Punt 5.
(…) De algemene ervaring in ZWVL is dat het provincieniveau goed werkt en er goed wordt samengewerkt.
Hier zijn de “provincialisten” aan het woord. Een sterke lobby !
Punt 7.
De keuze om de regio te laten samenvallen met het werkingsgebied van Leiedal is logisch en verdedigbaar. Opmerkeljk omwille van verschillende redenen:
– Het grote werkingsgebied van de regio Brugge-Oostende-Midwest kan problematisch zijn. Het lijkt de Conferentie zinvol om Midwest en Brugge-Oostende als aparte regio’s te laten functioneren.
Later zal blijken dat enkel de burgemeesters van Kortrijk, Zwevegem en Wervik opteren voor 5 regio’s in de provincie in plaats van drie door de Vlaamse regering voorgesteld.
– Niet alle samenwerkingsverbanden van vandaag volgen de indeling van ZWVL.
W13 (een welzijnsorganisatie van OCMW’s en het CAW Zuid-West-Vlaanderen, door schepen Philippe De Coene opgericht in 2015) bijvoorbeeld heeft ook Wielsbeke mee. Lendelede behoort tot de Eerstelijnszone samen met Izegem. Waregem werkt provincie-overschrijdend samen met Zulte. Wervik behoort tot ZWVL voor de Conferentie/Leiedal maar voor de brandweerzone tot de Westhoek. Idem wordt voor bepaalde domeinen en vraagstukken samengewerkt met gemeenten buiten de regio. (…) Deze hybride situatie is een dagelijkse realiteit. Men mag dit daarom niet te star bekijken.
In feite wordt in de nota van de Vlaamse regering (dd. 9 oktober 2020) die voorligt ter bespreking net hetzelfde gezegd, maar natuurlijk in andere bewoordingen. Het decreet zelf stelt dat gemeenten afwijkingen kunnen vragen om toch samenwerkingsverbanden te organiseren los van hun referentieregio. (art.6,§2).
Op te merken valt dat de Conferentie niet rept over Psylon, de Intergemeentelijke Vereniging voor Crematoriumbeheer. Telt 21 gemeenten, en heus niet enkel uit het arrondissement Kortrijk. En Gaselwest dan, de Intercommunale voor Gas en Elektriciteit, met een werkingsgebied van – als we goed tellen – 59 gemeenten, tot in Wallonië toe. En IMOG, de intercommunale voor Openbare Gezondheid met gemeenten als Kruishoutem en Wielsbeke?
Ja, ’t is waar. Bepaalde intercommunales vallen niet onder het toepassingsgebied van regiovorming (art.4). Maar men kon daar toch een woordje over zeggen? Wat men daarvan vindt? En afval- en streekontwikkelingsverenigingen krijgen toch een overgangsregeling?
Punt 8.
(…) Afstemming met schepencollege en gemeenteraad is belangrijk.
Zie punt 3. Het gaat om de afbakening van de regio’s. In Kortrijk helemaal niet gebeurd in “afstemming met de gemeenteraad”. En met het College? Dat weten we niet…
Punt 10.
De Conferentie stelt zich de vraag naar het democratisch gehalte van een regio. De implicatie van de oefening is dat de burgemeester centraal staat. De (nooit beslechte) discussie over de democratische legitimiteit van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden wordt nu geprojecteerd op de regio’s.
Tja. Volgens het decreet moet de regiowerking een vast maandelijks punt worden op de agenda van het schepencollege en minstens tweemaal per jaar op de agenda van de gemeenteraad geplaatst. (Art.8.)
Punt 11.
(…) Vroeg of laat zal de vraag worden gesteld of Vlaanderen hiermee geen nieuw bestuursniveau invoert.
De voorliggende nota zegt zeer uitdrukkelijk dat het louter gaat om een “overlegmodel”, geen nieuwe bestuurslaag. De uiteindelijke beslissingen worden nog steeds binnen de basisbesturen genomen en uitgevoerd. Kortrijkwatcher persoonlijk meent dat zich eerder vroeg dan laat de vraag zal stellen wat voor nut de provincie nog heeft.
Punt 13.
De Conferentie vraagt zich af of de relatief beperkte schaal van ZWVL in vergelijking met de andere grotere referentieregio’s er niet zal voor zorgen dat de regio aan slagkracht zal verliezen ten opzichte van Vlaanderen.
Punt 14.
Verzwakt het vorige punt. Men verwijst naar “de levende krachten” en intense contacten alhier.
De relatief beperkte schaal is evenwel niet per definitie negatief.
In dat verband hebben we een keer opgezocht hoe relatief klein ZWVL dan wel is, met de vijf regio’s dan in onze provincie. (Aantal inwoners op 1 januari 2022.)
– regio ZWVL: 315.001 inwoners (13 gemeenten)
– regio Brugge: 283.405 (10
– regio Midwest: 250.691 (17)
– regio Westhoek: 201.765 (17)
– regio Middenkust: 158.149 (7)
P.S.
In een volgende editie van deze alternatieve stadskrant hebben we het over de antwoorden van de burgemeesters op de drie vragen die de gouverneur op 11 december 2020 heeft voorgelegd om tot een advies aan de regering te komen over de voorgestelde referentieregio’s.
Tot kijk !
Regiovorming: de besluitvorming bij de burgemeesters van ZWVL (2)
Het “Ontwerp van decreet over regiovorming en tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur” (stuk 1446 (2022-2023) nr.1) is in het Vlaams Parlement aangenomen op 1 februari van dit jaar 2023. Over de jarenlange, moeizaam verlopen voorbereiding ervan hebben we het nu niet, noch over de inhoudelijke bepalingen van dat decreet.
We willen wel even uw nieuwsgierigheid bevredigen aangaande de houding van de burgemeesters uit onze alreeds informeel bestaande regio Zuid-West-Vlaanderen inzake de mogelijke, nieuwe grensafbakening van de regio’s in onze provincie. En natuurlijk: meer in het bijzonder over het standpunt van onze eigenste Kortrijkse burgemeester, Ruth Vandenberge. Je leest daar namelijk weer nergens iets over in onze lokale gazetten. Onze Ruthie deed nochtans op een bepaald moment een enigszins opmerkelijke, ongebruikelijke interventie. We durven zelfs heel seksistisch stellen: een typisch vrouwelijke reactie.
In opdracht van de Vlaamse regering heeft gouverneur Carl Decaluwé (Cd&V) via een e-mail alreeds op 26 november 2020 aan de burgemeesters van de provincie – en dus uiteraard ook die van het arrondissement Kortrijk en de gemeente Wervik (van het arrondissement Ieper) – drie simpele vragen gesteld. Die waren gebaseerd op een nota van de Vlaamse regering (van 9 oktober 2020) met een kaartje van 15 zgn. referentieregio’s in Vlaanderen. Voor onze provincie dan was het voorstel wel degelijk om drie regio’s in te voeren, te weten: Zuid-West-Vlaanderen, de Westhoek en de regio Brugge, Oostende, Midwest.
Over die drie vragen (die louter en alleen sloegen op de afbakening van de regio’s, helemaal niet op de inhoud van het decreet) en de antwoorden van de burgemeesters hebben we het later nog wel.
Maar toch kunnen we het niet laten om nu al te vertellen dat er van 26 gemeenten uit de provincie niet eens een reactie kwam! Wat onze regio betreft antwoordde Lendelede en Spiere-Helkijn niet. Wonderlijk genoeg zelfs de Kuurnse burgemeester Francis Benoit niet, van wie toch geweten is dat hij over ongeveer alles zijn zegje doet, al of niet gevraagd.
De burgemeesters mochten van onze gouverneur niet onbeslagen op het ijs komen !
Voor wat ons arrondissement Kortrijk (plus Wervik) aangaat was er daarom op 11 december 2020 een “digitaal” overleg.
Van de klassieke 13 gemeenten was enkel Dirk Walraet (Spiere-Helkijn) verontschuldigd.
Over het project Regiovorming kregen de burgemeesters een uiteenzetting van Tom Nulens, DE deskundige ambtenaar-projectleider van het hele decreet.
Volgens het verslag van dit digitaal overleg althans bleek dat er bij de burgemeesters de perceptie leefde dat zij voor een voldongen feit werden geplaatst. Er was ook wrevel over het adagium dat een kleine gemeente de facto een twijfelachtige bestuurskracht zou hebben. En nog volgens dat verslag was er bij de meerderheid een ongenoegen dat de provincie volledig buiten het project wordt gehouden. Diezelfde meerderheid was dan ook voorstander van het Limburgmodel, d.w.z. dat men de provincie West-Vlaanderen in zijn geheel als referentieregio naar voren wou schuiven.
En nu citeren we letterlijk:
“De voorzitter (dat is de gouverneur,n.v.kw) concludeert dat de meerderheid van de conferentie pleit voor de provincieschaal als volwaardig model en referentieregio, met daaronder volgens het Matroesjka-model de subregio’s zoals Zuid-West-Vlaanderen. Dit is het advies van de grote meerderheid, zonder unanimiteit.”
Het is op deze uitlating dat onze Kortrijkse burgemeester Ruth Vandenberghe per e-mail reageert, op 16 december 2020 om 11u25.
Haha, zegt zij: “Dit betekent dat een minderheid van de burgemeesters (waaronder Zwevegem, Avelgem, Menen en Kortrijk) wel kiest voor de 5 referentieregio’s zoals voorgesteld door het Agentschap Binnenlands Bestuur.” En haar missive eindigt nogal informeel met: “Vriendelijke groet. Houd de moed erin en zorg goed voor elkaar.”
Zie, zo’n tussenkomst, daar houden wij wel van.
Of het ABB evenwel koos voor vijf regio’s, dat kunnen we wel betwijfelen. Het kaartje waarover de burgemeesters moesten oordelen heeft het wel degelijk over drie regio’s in West-Vlaanderen, met – toegegeven – een regio genaamd Oostende, Brugge, Midwest.
En nog een bemerking.
Hebben die vier gemeenten die Ruthie (onder andere!) opsomt uiteindelijk wel gekozen voor vijf regio’s ?
Neen en nogmaals: neen! Er waren in ZWVL welgeteld drie burgemeesters die opteerden voor vijf regio’ in onze provincie: Kortrijk natuurlijk, en voorts enkel Zwevegem en…. Wervik. Avelgem en Menen kozen daarentegen wel degelijk voor de drie voorgestelde referentieregio’s.
Ruthie toch!
Het is zelfs zo dat er hier in de feiten géén meerderheid koos voor de provincie als referentieregio. Slecht vier van de dertien.
Er is in onze regio nog een soort voorbereidende vergadering geweest om te komen tot een oordeel over de Regiovorming. En nog wel VOOR dat overleg met de gouverneur.
Een Conferentie van Burgemeesters Regio Kortrijk, op 13 november 2020.
Daarover een volgende keer.
We vonden daar geheel onverwacht op Tintenet een verslag van, en dat is waarlijk niet normaal.
Onze gemeenteraadwatcher heeft namelijk in de voorbije drie decennia waarin hij de raadszittingen verslaat nog nooit een woord vernomen over de agenda van die Conferenties van Burgemeesters, laat staan een verslag daarover kunnen lezen. Er zijn in die vergaderingen nochtans bijwijlen belangrijke beslissingen genomen. Over de afvalintercommunale bijvoorbeeld, over het crematorium. Over de taken van Leiedal.
Maar dit gebeurde allemaal achter gesloten deuren, binnenskamers. Met het nieuwe decreet Regiovorming zal dit niet meer mogelijk zijn ! Het zgn. “burgemeestersoverleg” binnen de regio wordt in de toekomst namelijk automatisch geagendeerd op de gemeenteraad.
(Wordt vervolgd.)
ZWVL is nu héél officieel een regio…
Daar moeten we toch een keer iets over zeggen?
Wat was het standpunt van onze burgemeester? Onze gemeenteraadwatcher herinnert zich immers nog dat de materie “binnenlandse staatshervorming” een keer ietwat terloops ter sprake kwam in de gemeenteraad en het leek er toen terdege op dat de kort tevoren opgedoken vervangende burgemeester Ruthie het in Keulen hoorde donderen.
Wat was intussen de opinie van de andere burgemeesters in de regio? Het stemgedrag van de lokale Vlaamse parlementariërs (Ronse en Veys) in onze gemeenteraad?
Maar wat staat er zoal in dat nieuwe decreet over regiovorming, pas aangenomen in plenaire vergadering van het Vlaams Parlement op 1 februari van dit jaar? De zaak sleept wel al jaren aan. We kennen een eerste kadernota van 9 oktober 2020, maar er is al sprake van een soort “interne staatshervorming” onder de regering Bourgeois (2009-2014) en zelfs al ter gelegenheid van de fusies van gemeenten in 1976…
Doctoreren over Kortrijkse politiek
Ja het kan, aan de Gentse universiteit alleszins.
In 2009 maakte Thomas Block een proefschrift om doctor in de politieke wetenschappen te worden, getiteld “Van ID naar 3D”.
Daarin behandelde hij de besluitvormingsprocessen en de beslissingsmacht in drie Kortrijkse stadsontwikkelingsprojecten:
– het winkelcomplex K ;
– de Leiewerken;
– Buda Kunstencentrum.
(Dit alles is onze plaatselijke persjongens totaal ontgaan.)
En in 2016 maakte Sander Van Parijs een proefschrift met de (ook eigenaardige) titel: “Makelaars in claims”.
Interessant is dat men het hier zoveel jaren later heeft over de totstandkoming van de economisch-artistieke Budafabriek.
De andere cases in deze thesis gaan over de inplanting van windturbines in de streek en over de besluitvorming inzake het intergemeentelijk crematorium “Uitzicht”.
Beide (uitgebreide) proefschriften zijn te vinden op het internet.
We komen er bij gelegenheid op terug.
Twee allerbeste rapporten over intergemeentelijke samenwerkingsverbanden
De afgelopen maanden woedde er een breed debat over intergemeentelijke samenwerkingsverbanden,- meer speciaal over de veelheid van structuren, de non-transparantie ervan, de talloze mandaten die politici in deze structuren opnemen en de vergoedingen die ze hiervoor ontvangen. De al of niet vermeende “graaicultuur”.
Op 15 februari hield het Vlaams Parlement hierover een actualiteitsdebat waarbij Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans het Agentschap Binnenlands Bestuur de opdracht gaf het volledige landschap van de (inter)gemeentelijke participaties in kaart te brengen.
Er zijn intussen al twee lijvige rapporten verschenen:
– “Inventaris gemeentelijke en intergemeentelijke participaties” (25 april);
– “Gemeentelijke en intergemeentelijke participaties. Analyse in de diepte” (20 juni).
Allebei te vinden op Tinternet, de website binnenland.vlaanderen.be. of op http://lokaalbestuur.vlaanderen.be
Het eerste rapport laat je vooral versteld staan over het aantal “intercommunales”. Het tweede is op talloze gebieden heel relevant. Verplichte lectuur voor onze raadsleden als die nog iets zouden willen zeggen over de materie.
Bij gelegenheid zal kortrijkwatcher wel dankbaar gebruik maken van deze studies.
Burgemeester wil nu ook minder dividenden van EANDIS (1)
Velen zijn hem in deze materie al jaren geleden in voorafgegaan.
Indertijd vonden de ministers Johan Vande Lanotte en Freya Van den Bossche de opbrengst uit Eandis-dividenden voor gemeenten te hoog. En ook een LDD’er als Peter Reekmans wou die uitkeringen bevriezen. Net als (heel lang geleden) ons plaatselijke SP.a-raadslid Marc Lemaitre.
Men had het over “verdoken” of “verborgen” belastingen”.
Burgemeester en (federaal!) volksvertegenwoordiger Vincent Van Quickenborne (VLD) haalde al meteen abrupt (hoe doet hij dat?) de geschreven pers alsmede de VRT met zijn voorstel om het – volgens hem – jaarlijks gewaarborgd rendement van 6,2 procent van de Eandis-aandelen terug te brengen naar 2 procent (in ‘Het Laatste Nieuws’) of 3 procent (in ‘Terzake’).
Een materie waar hij federaal niks heeft mee te maken.
Even tussendoor vermelden dat Eandis het wel heeft over een rendement van 5,24 % en dat percentage wel degelijk als heel ‘marktconform’ beschouwt.
(De netbeheerder spreekt trouwens liever over “vergoedingen voor geïnvesteerd kapitaal” vanwege de aandeelhouders-gemeenten.)
Maar eer we wat verder ingaan op het voorstel van de burgemeester, geven we gewoon ter info een overzicht van de dividenden voor elektriciteit én gas die Stad Kortrijk via distributienetbeheerder (DNB) Gaselwest in het verleden ontving. Dat schommelt nogal.
(In 2006 kregen we 11.881.419 euro, en dat was het hoogste bedrag ooit.)
2010: 8.986.628 euro
2011: 5.123.271 euro
2012: 4.797.764 euro
2013: 5.370.124 euro
2014: 5.125.293 euro
Het laatste uit te keren bedrag vanwege DNB Gaselwest dat we kennen slaat op het jaar 2015.
– Dividend elektriciteit: 2.468.000 euro
– Dividend aardgas: 1.83.8.000 euro
– Totaal: 4.306.000 euro
In ‘Het Laatste Nieuws’ (22 februari) heeft de burgemeester het voortdurend over enkel en alleen de stroomfactuur.
Door een meer marktconform rendement te hanteren (2 in plaats van 6,2 procent) zou die stroomfactuur per gezinslid (dus niet per huishouden) met 40 euro kunnen dalen. In dat geval zou dat Stad Kortrijk 3 miljoen kosten.
– Voor de stroomfactuur apart kan dat dus niet want het dividend elektriciteit is kleiner dan drie miljoen.
– De redenering dat de factuur dan voor een gezin met drie leden plots met 120 euro per jaar zou dalen (3 maal 40) vinden we ook maar bizar.
In een volgend stuk maken we enkele concrete berekeningen rondom het voorstel van de burgemeester, uitgaande van de ontvangen dividenden voor 2015.
100 jaar vliegen in Kortrijk-Wevelgem 1917-2017
De bijzonder prachtige uitgave van Stichting Kunstboek (Oostkamp) is er!
Een realisatie van de VZW Airport Community EBKT.
Auteur: luchtvaartjournalist Guido Bouckaert in samenwerking met Flanders Aviation Society (FAS).
Officiële voorstelling van het boek op vrijdag 30 september om 19 uur in het luchthavengebouw van het vliegveld. (Vlakbij de verkeerstoren, eerste inrit als van Kortrijk .)
Gastsprekers zijn:
– Geert Bourgois, minister- president Vlaanderen
– Rudolf Scherpereel , schepen economie en toerisme stad Kortrijk
– Filip Daem, voorzitter van de Intercommunale Vliegveld
– Ignace Ryssaert, voorzitter “Airport Community EBKT”
Gemeenschappelijk parkeerbeleid Kortrijk-Kuurne niet goedgekeurd door Vlaams minister
Op 19 maart reeds gaf de Kuurnse gemeenteraad zijn toestemming om toe te treden tot een ‘intergemeentelijke lokale vereniging’ (ILV) genaamd “Parkeren regio Kortrijk”. De Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) Parko deed op 12 mei hetzelfde. En de Kortrijkse gemeenteraad keurde daartoe op 8 juni een statutenwijziging (art.3) van het AGB goed. Zo kon men de bevoegdheid van AGB Parko uitbreiden tot het grondgebied van Kuurne.
Het AGB Kortrijk zou voortaan (vanaf 1 september) ook de beheerder worden van het Kuurnse parkeerbeleid. De financiële en administratieve coördinatie op zich nemen. Toezicht houden op gas-parkeerinbreuken bijvoorbeeld. Opvolging van de naheffingen (boeten). Voor allerlei vormen van back-office zou Parko van de gemeente Kuurne jaarlijks 15.000 euro opstrijken. (Het Kortrijkse stadspersoneel zou de boekhouding opvolgen.)
Dat alles (de statutenwijziging van Parko) is nu ongedaan gemaakt door een ministerieel besluit dd. 2 oktober van Vlaams minister Liesbeth Hoomans.
Zij vindt heel die bevoegdheidsuitbreiding van Parko in strijd met art. 225 van het gemeentedecreet. Het AGB Parko kan immers enkel belast worden met beleidsvoering voor taken van gemeentelijk belang in hoofde van stad Kortrijk.
Er is nog mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen deze beslissing bij de Raad van State.
Nog een vraagje misschien?
– Heeft Kuurne intussen al het voorschot van 20.000 euro betaald aan de ILV “Parkeren regio Kortrijk”?
– Heeft personeel van Parko al parkeerboeten op grondgebied Kuurne uitgeschreven?
– Heeft Stad al gewerkt aan de boekhouding inzake parkeren in Kuurne?
COELO over herindeling van gemeenten, zonder gevoelsargumenten
De discussie over (nieuwe) fusies van gemeenten is maar weer eens opgelaaid.
Daarbij valt vooral op dat voorstanders van schaalvergroting en samenwerkingsverbanden maar wat uit hun nek lullen. Argumenten hanteren die stammen uit een soort buikgevoel en daarbij totaal niet op de hoogte zijn van wetenschappelijke studies die tot conclusies komen die helemaal contra-intuïtief zijn.
Wat zijn de vragen die door de voorstanders van fusies dienen gesteld?
Bijvoorbeeld deze:
– Levert een opschaling van het lokale bestuur wel een efficiencywinst op?
– Dalen na herindeling van gemeenten de uitgaven wel degelijk?
– Is de doelmatigheid van samenwerkingsverbanden niet zeer divers, diffuus en moeilijk kwantificeerbaar?
– Dalen de belastingtarieven dan bij fusies?
Studies hierover zijn wel degelijk gemaakt door het “Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden” (COELO), een onderzoekscentrum verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Grote specialisten in de materie zijn vooral hoogleraar Maarten Allers en onderzoeker Bieuwe Geerstema. Hun rapporten (en die van nog andere experten) zijn allemaal integraal te lezen op de website van COELO.
Enkele te raadplegen titels voor politiekers (journalisten en burgers) die nog menen met recht en reden te kunnen deelnamen aan het debat.
– Geen grotere doelmatigheid door herindeling van gemeenten.
– Gemeentelijke samenwerking, herindeling en de prijs van het krediet.
– Gevolgen van de gemeentelijke indeling in Hoogeland en Eemsdelta voor de belastingdruk.
– Decentralisatie en gemeentelijke opschaling.
– Gemeentelijke schaalregeling levert geen geld op.
P.S.
Op facebook is de discussie over fusies in onze streek aangestookt door N-VA-volksvertegenwoordiger Axel Ronse. Hij maakt als voorstander goed duidelijk dat hij niets afweet van de materie. Kuurns burgemeester en nog wat anderen zijn tegen, maar hanteren hierbij ook geen al te goed onderbouwde argumenten.
Eén iemand verwijst naar COELO, en dat is niemand minder dan Felix De Clerck, zoon van !