Gisteren wisten we dat als eenvoudige burger, Kortrijkzaan, nog helemaal niet. Excuus.
Gelukkig bracht een goede ziel (niet de schepen van cultuur!) ons ervan op de hoogte dat het opmaken van een bidbook ter ondersteuning van de kandidatuur om in 2030 van Kortrijk als European Capital of Culture (ECOC) te maken nu toch wel is gegund.
Het schepencollege heeft verdorie zonder dat wij of enig raadslid dat wisten op 24 oktober (op basis van een oordeel van – jawel – de Dienst Vrije Tijd) de opdracht gegund aan het “Consortium PR3 Power of 3Consultancy” uit Essen, met aan het hoofd de befaamde, internationaal bekende prof. Hanns-Dierich Schmidt. (Hanns met dubbele n is géén tikfout.)
Er kwamen drie (op zeven aangeschreven ‘ondernemers’) offertes binnen.
Het Duits adviesbureau won op de traditionele basis van de “prijs-kwaliteitsverhouding”.
Geraamde instelprijs bedroeg tweemaal 40.000 euro, met BTW.
Het verkozen bureau vraagt voor het eerste deel van de opdracht 39.000 euro of 47.190 euro incl. BTW. Voor de mogelijke vervolgopdracht 35.000 euro of 42.350 euro met BTW.
Totaal met BTW: 89.540 euro.
De andere twee kandidaten waren wel opvallend duurder.
P.S.
Rest ons nog altijd de vraag naar de hoogte van het gehele projectbudget KO-CH2030.
We blijven zoeken.
Category Archives: investeringen
Kosten om van Kortrijk een KO-CH2030 te maken (3): het “bidbook”
In de weekendeditie van dit elekronisch, alternatief stadsmagazine probeerden we al een overzicht te geven van de gelden die ons stadsbestuur veil heeft om van Kortrijk in 2030 een Culturele Hoofstad (CH) van Europa te maken. We speurden daarbij in het Meerjarenplan (MJP) 2000-2005 en de reeds gekende jaarrekeningen van 2000 en 2001.
Eigenlijk was actiepunt 6.6.20 het enige artikel met een heel specifieke uitgave voor het ambitieuze project dat we voortaan gaan aanduiden met de code K0-CH2030. In dat artikel was zowat 9.794 euro voorzien om “de Kortrijkzaan warm te maken” voor het project. Verder voorziet stad een jaarlijkse ‘partnerbijdrage’ voor het zgn. Platform 2030 van 45.000 euro, maar in de praktijk is dat 40.000 euro geworden.
Daarmee moesten we het stellen.
Maar dan bedachten we dat het in deze “transparante stad” wel mogelijk kan zijn dat bepaalde uitgaven gewoon bedisseld worden binnen het schepencollege en aldus niet direct hun weg vinden naar bijv. de gemeenteraad of de publieke opinie. Onze voltallige redactie is dan maar met vereende krachten de besluitenlijsten van dat schepencollege gaan “turven”.
En ja, we vonden een besluit van 29 augustus (dit jaar) met een zéér concrete en belangrijke specifieke uitgave om bij de EU onze kandidatuur in te dienen voor het behalen van de CH-titel: “Projectbegeleiding bidbook – goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze”.
Ja, om de titel van Culturele Hoofdstad in de wacht te slepen moet er in 2023-2024 een projectvoorstel worden uitgewerkt. Dat bidbook moet niet alleen een programma voor het feestjaar 2030 bevatten maar dient ook een onderscheidende, vernieuwende én Europees gerichte culturele lange termijnstrategie uit te werken met – niet te vergeten! – een uitermate intens en bewezen draagvlak bij de bevolking.
Ga daar maar eens aanstaan !
Door het recente ontslag van de “gangmaker” Katrien Voet van DURF2030 moeten we opnieuw op zoek naar een coördinator van het project KO-CH2030 terwijl we zelfs nog geeneens een zakelijk leider en een artistiek programmator konden aanwerven. (Al een vacature daarvoor gezien op de website van stad?)
We gaan de opmaak van dat bidboek dus maar best uitbesteden aan een externe persoon of instantie. Met andere woorden: het cultuurbeleid uit handen geven, of anders gezegd: “privatiseren”.
De procedure bestaat uit twee fasen: een preselectie en een selectie.
In de fase van de preselectie wordt de gekozen extern geacht om daadwerkelijk een bidbook op te maken gedurende de periode 2022-2024. Geraamde kostprijs: 33.057,85 euro of 40.000 euro inclusief 21% btw. Als hierna blijkt dat een externe jury ook Kortrijk heeft geselecteerd als mogelijke kandidaat volgt er in de periode 2024-2025 een vervolgopdracht voor nog een keer hetzelfde honorarium.
Bij mijn weten is deze opdracht nog niet echt gegund aan een of ander externe persoon of team. Een zgn. stedelijk kernteam moet de offertes beoordelen. Waaruit dit kernteam bestaat mag Joost weten, aangezien er zoals gezegd nog altijd drie topfuncties voor het project niet eens zijn ingevuld.
Beste lezer, u bent nu waarschijnlijk doodnieuwsgierig om te weten welke ‘ondernemers’ zoal zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure. Kortrijkwatcher ook, en we hebben de lijst (zeven!) uiteindelijk kunnen vinden.
Tot onze verbazing is ook “Idea Consult” uit Brussel gevraagd, terwijl dit bureau alreeds geruime tijd bezig is met de ondersteuning van de Gentse kandidatuur ! Ter info: op Tinternet kan men in verband met die kandidatuur van Gent een lang werkstuk vinden getiteld: “Eindrapport verkennende bevraging voortraject Gent 2030 kandidaat Europese Culturele Hoofstad”. Als je dit rapport leest zinkt je waarlijk de moed in de schoenen bij vergelijking met de povere stand van zaken in Kortrijk voor het ambitieuze project KO-CH2030. Niet doen dus!…
We vermelden eerst de uitgenodigde buitenlandse ‘ondernemers’:
– Common Ground Common, Leeuwarden. (Leeuwarden heeft de titel ooit eens gehaald als underdog, dankzij de ongehoorde steun en het enthousiasme van de bevolking. Ook ervaring met kandidatuur CH Hannover. Groot team, noemt zich “andersdoeners“.“)
– Consortium P3 Power of 3 Consultancy, Essen. (Dramaturg prof. Hanns-Dietrich Schmidt heeft veel internationale ervaring met European Capital of Culture- ECOC.)
– Cap. CULT Carina Kurta & Pia Leydolt-Fuchs, Marseille. (Veel ervaring met ECOC.)
En nu de Belgen:
– Hugo De Greef, Gaasbeek. (Cultureel ondernemer. Begeleidde CH Brussel, Brugge.)
– Idea Consult, Brussel.
– Doenker, KBO, Ledeberg. (Geeft of gaf adviezen aan Kortrijkse culturele instellingen als KC Buda, Passerelle, De Kreun.)
– Delphine Hesters, Centrum voor Sociologische Onderzoek, Leuven.
Dat Groeningepark zal minstens vier of vijf keer meer kosten dan ooit aangekondigd
(Alweer zien we ons genoodzaakt om onze serie over het vliegveld Kortrijk-Wevelgem even te onderbreken voor een spoedbericht aan de Kortrijkse burger. Dat zal waarschijnlijk nog gebeuren vanwege de strapatsen van ons stadsbestuur.)
Geen Kortrijkzaan die het nog weet, en de lokale persjongens hebben het ook vergeten of zullen erover zwijgen als vermoord als zij het zich alsnog wel zouden herinneren.
(Zo kennen we die gasten wel, sinds al die jaren dat ze zich volstrekt schaamteloos, ondeontologisch trouw hebben gelieerd aan het beleid van de tripartite met het “Team Burgemeester”.)
Ergens in augustus 2020 liet schepen van groen Bert Herrewyn (van Vooruit met de Sp.a) via sociale media onder meer weten dat de parking aan de Groeningelaan (daar in de buurt van het verzorgingstehuis Carolus en het standbeeld van de maagd van Vlaanderen) zou verdwijnen en plaats maken voor groen in de vorm van een park. Het Groeningepark. Het project werd nog aangekondigd met een bewonersbrief van 24 augustus in dat jaar en officieel op een soort feest met veel tromgeroffel publiek gemaakt op 1 september 2020.
Onze Bert wist ook al af van de prijs: 450.000 euro, exl. BTW. Afgerond. Het nauwkeurige, vooropgestelde bedrag bedroeg toen 438.657,37 euro. (Dat bedrag stond tot nog tot in februari dit jaar op de officiële website van Stad, terwijl de ramingen al helemaal waren verhoogd !)
U wenst nu zeker wel te weten wat de kostprijs ondertussen is geworden?
De gunning van de werken is nu eindelijk gebeurd. We zeggen alvast onmiddellijk over hoeveel het nu gaat: 1.689.176,79 euro, inclusief BTW. (De stedelijke website zegt nu, beetje vertroostend: 1,1 miljoen, zonder BTW.)
Beste lezer, hou a.u.b. nog niet op met lezen. Het beste moet nog komen.
Er is namelijk nog een kost waarvan we het bedrag nog niet goed of exact juist weten, alleszins niet officieel.
In ‘Het Laatste Nieuws’ van 2 augustus 2020 liet schepen van mobiliteit (parkeren) Axel Weydts (ook van de Vooruit) zich namelijk nog ontvallen dat de studieopdracht om dat park te verwezenlijken 66.516,73 euro zou kosten. Dat is ook al twee jaar geleden en zal ongetwijfeld intussen zijn opgelopen. Als we ons daar evenwel op dit moment niks van aantrekken komen we dus aan een totale kostprijs voor het project Groeningepark van zoiets als 1.756.000 euro, afgerond.
Lezer, u herinnert zich toch nog dat getal, luidend: 450.00 euro?
Ter info: de studieopdracht werd gegund aan het bureau Cnockaert uit Wervik. En die vond het nodig om er nog een landschapsarchitect bij te roepen, ene Katinka ’t Kindt.
(Op onze redactie ‘kortrijkwatcher’ vroeg men zich toen af of er dan bij stad zelf geen medewerkers waren, kundig genoeg om een mooi park – van een voorschoot groot – te ontwerpen en ook nog aan te leggen.
O ja. Bijna vergeten.
Er waren drie offertes voor die werken, uit Gullegem, Deerlijk en Kuurne. Het studiebureau Cnockaert stelde op 7 september voor om de werken te gunnen aan “Maatschap Growebo-THT Ambachtlaan11, 8560 Gullegem. (De andere kandidaten waren ietwat duurder.)
Er is dus een onvoorstelbare inschattingsfout gebeurd.
De offerte ligt namelijk nog veel hoger dan werd geraamd. Ja, dat hebben we nog niet verteld. Sinds augustus 2020 zijn er nog diverse nieuwe ramingen gebeurd. We herinneren ons een eerste aanpassing (van het meerjarenplan) tot 1.026.517 euro, en een tweede ter waarde van 1.256.517 euro. En nu blijkt er een laatste raming te zijn geweest van 1.339.668,36 euro, met BTW. Dat wisten we echt niet.
Hoe hoger ligt de offerte?
Er is dus een meerprijs van 309.657,87 euro, dat is 23,1% hoger dan de raming. Dat betekent toch dat de gunning opnieuw voor de gemeenteraad moet komen ?
En heel de ‘santenboetiek’ is eigenlijk nog erger. Die meerprijs betekent een overschrijding van niet minder dan 421.311,03 euro van het beschikbare budget. Wat gaan we daar nu mee doen?
Inschattingsfout? Mijn kl…zeg !
De bevoegde schepenen wijten het tekort ten overstaan van de aanbesteding hoofdzakelijk aan “de blijvende conjunctuurstijging”. Ja zeg ! Maak er en heel kluchtje van. Dat zou dan een inflatie betekenen van 31% in twee jaar tijd, als we die overschrijding afzetten tegenover het gegunde bedrag.
De heren Herrewyn en Weydts zouden beter een toontje lager zingen op de komende gemeenteraad.
Over dat ongelooflijk staaltje van MALGOVERNO.
P.S.
Ja,ja, er is een subsidie te verwachten van 250.000 euro. En dit omdat men het project aan het Vlaamse Gewest heeft voorgesteld als een ontharding van het parkeerterrein. “Vlaanderen breekt ui!”.
Over de luchthaven Kortrijk-Wevelgem (2): terminologie
Kortrijkwatcher is dus van plan om een serietje artikeltjes te publiceren over de luchthaven, en dit naar aanleiding van de heibel rond het verschijnen van het rapport getiteld: “Opmaak van een MKBA en strategische visie voor de Vlaamse regionale luchthavens”. MKBA staat voor ‘Maatschappelijke Kosten Baten Analyse”, en het is op basis van deze studie dat onze komende stukjes zijn gebaseerd.
Om de lectuur ervan te vergemakkelijken en verstaanbaar te maken geven we hierna een lijst van specifieke luchtvaarttermen die van pas kunnen komen. Dit lexicon kan naarmate onze serie vordert wel een keer uitgebreid worden.
Daar gaan we.
VLIEGVELD / LUCHTHAVEN
Een vliegveld (airfield) is natuurlijk een terrein waar vliegtuigen kunnen landen en opstijgen.
Maar een luchthaven (airport) is wel degelijk een terrein met allerhande speciale accommodaties zoals een verkeerstoren, een luchthavengebouw, een vliegtuig-afhandelaar, kerosine-bevoorrading, grenspolitie, douanefaciliteiten, brandweer, enz. Het terrein op grondgebied Wevelgem (en stukje Bissegem) verdient dus de term “airport”, terwijl bijv. dat van Moorsele een “airfield” is.
INTERNATIONAAL VLIEGVELD / REGIONAAL VLIEGVELD
De luchthaven van Kortrijk-Wevelgem is beide tegelijk, en dat is wat veel mensen niet begrijpen.
Het komt hier op neer. De term “regionaal vliegveld” is een administratief begrip: het terrein valt onder de bevoegdheid van het Vlaams Gewest en is door overheden gesubsidieerd. Zo zijn in Vlaanderen de luchthavens van Oostende-Brugge en Antwerpen-Deurne ook “regionaal”. Ja, én internationaal.
Waarom? Omdat vliegtuigen vanop die terreinen mogen vertrekken naar het buitenland en ook vanuit andere landen mogen terugkeren. Er is op die luchthavens immers grenspolitie en douane beschikbaar.
EBKT
Tja. Dat is de plaatsnaam van onze luchthaven in de luchtvaartterminologie, als de ICAO-code.
E staat voor Europe, B voor Belgium en KT is…Kortrijk. Nu verstaat u ook de afkortingen EBOS en EBAW.
Moorsele is dan EBMO.
ICAO
“International Civil Aviation Organisation”. Een organisatie van de Verenigde Naties die zich onledig houdt met allerhande principes en reglementen voor de internationale luchtvaart. Teveel om op te sommen. Het hoofdkwartier is in Montreal.
Tegenhanger voor Europa is EASA: “European Aviation Safety Agency”. Een agentschap van het Europees Parlement.
KJK
Dat is – jawel – ook een naam voor EBKT, maar nu als handelsbenaming bedoeld, volgens de IATA-code.
Volgens die code is EBOS dan genaamd OST en EBAW wordt ANR.
IATA
“International Air Transport Association”. Een handelsorganisatie.
GENERAL AVIATION
Wordt soms nogal geringschattend “kleine luchtvaart” genoemd. Het is burgerluchtvaart met uitsluiting van lijn- en chartervluchten. De ICAO-definitie luidt: “all civil aviation operations other than scheduled air services and nonscheduled air transport operations for remuneration or hire”.
Op EBKT wordt dus méér gedaan dan “algemene luchtvaart” of puur recreatief vliegen. (Dat laatste is wat tegenstanders van onze luchthaven zich nog altijd inbeelden en zelfs aldus verkeerdelijk publiek durven afficheren: dat het terrein EBKT enkel dienstig is voor de pleziertjes van “dikke nekken”, rijke luizen. Dat is waarlijk misleidende desinformatie)
LUCHTVERKEERSLEIDING (ATC)
“Air traffic control” is de instantie die ervoor zorgt dat alle luchtverkeer veilig navigeert, bijv. zorgt voor separatie. Twee voorname deelgebieden van het gecontroleerd luchtruim zijn de “tower control” die instaat voor de control zone (CTR) onmiddellijk rondom de luchthaven en de “approach control” die verantwoordelijk is voor naderingsverkeergebied (TMA).
EBKT ligt (in tegenstelling tot ABOS en EBAW) niet in een gecontrolleerd gebied en heeft slechts een “beperkte luchtverkeersleiding”.
CTR
“Controlled Traffic Region”. Moet u zich voorstellen als een zuilvormig luchtruim met beperkte straal en hoogte rondom een luchtvaartterrein, een landingsbaan. Je mag daar niet binnenvliegen zonder toelating van de verkeersleiding. En bij het verlaten ervan wordt er van de piloot ook verwacht dat hij dat meldt.
TMA
“TerMinal control Area”. Moet u zich voorstellen als een balkvormige ruimte boven een CTR. Ook hier is toestemming vereist.
RMZ/TMZ
Dat heeft EBKT dan weer wel als “zone”.
Wie wil gebruik maken van ons vliegveld heeft een radio nodig aan boord en moet zorgen voor een 2 way radio communicatie. Het is een “Radio Mandatory Zone”. Er zijn verplichte en aanbevolen ‘reporting points’. Het is tegelijk een TMZ, een “Transponder Mandatory Zone”. (Een transponder is een instrument dat zorgt voor een radarbeantwoordingsysteem met informatie over de identiteit en eventueel de hoogte van het luchtvaartuig.) Vandaar dat we voor EBKT gewagen van een ‘beperkte’ verkeersleiding. De verkeerstoren geeft toelichtingen en adviezen aan de luchtvaartuigen. Bijvoorbeeld over de landingsbaan in gebruik, de windrichting en de sterkte ervan, de luchtdruk (dienstig voor de hoogtemeter). Dat er een ballon is in de buurt.
Dat wordt wel eens AFIS genoemd: “Aerodrome Flight Information”.
CLEARANCE
“Klaring”. Dat wil zeggen: een machtiging (toelating) aan de gezagvoerder om een vlucht aan te vangen of te vervolgen onder bepaalde gestelde voorwaarden. Het is als het ware een gebod. Het personeel op de verkeerstoren van EBKT geeft niet het statuut om een ‘clearance’ te geven, maar het is duidelijk dat een piloot bijvoorbeeld niet zo gek zal zijn om te gaan landen op de piste die niet is aangegeven als zijnde in gebruik.
RUNWAY (RW)
Landingsbaan, piste. In Wevelgem is er één piste van 1900 meter lang en 45 meter breed.
Men kan landen in twee richtingen. De RW 06 is oostelijk gericht (061,89°) en de RW 24 is westelijk gericht (241,89°). (Nu ook mogelijk met GPS.) Aangezien alhier de wind hoofdzakelijk westelijk is en een vliegtuig best tegen wind landt zul je hier meestal landingen zien gebeuren boven Bissegem. En opstijgende vliegtuigen doen dat ook tegen de wind in , dus meestal zie je die boven Wevelgem.
De RW van EBKT is lang genoeg voor het ontvangen van middelgrote vliegtuigen (zoals de Boeing 737) maar de piste is niet hard genoeg om dat veelvuldig per jaar of per dag toe te laten.
REMOTE (Virtual) TOWER
Een verkeersbegeleiding, niet vanop een toren bij de luchthaven zelf, maar op afstand.
Bestaat in België nog niet, maar voor de luchthavens van Luik en Charleroi zijn er plannen voor een ‘remote tower” in Namen. De bewegingen op en rond die twee luchthavens worden dan vanuit Namen in de gaten gehouden via camera’s en grondradarsystemen. De fysieke torens in Luik en Charleroi worden dan gesupprimeerd.
SAF
“Sustainable Aviation Fuels”. Meer milieuvriendelijk: bio-brandstof, synthetische brandstof (waterstof). Zelfs e-fuel, elektrisch aangedreven vliegtuigen. Te verwachten vanaf 2025 voor lestoestellen?
SKEYES
Tot in 2018 gekend als Belgocontrol. Een autonoom overheidsbedrijf belast met luchtverkeersleiding, opleiding, infrastructuur, enz. Staat ook in voor de veiligheid van de burgerluchtvaart in het luchtruim boven België en deel van Luxemburg tot een hoogte van 7.500 meter.
LEM en LOM
Mogelijke beheersstructuur van een regionale luchthaven. Al toegepast in EBOS en EBAW.
LEM is de private luchthaven-exploitatiemaatschappij die zorgt voor commerciële uitbating en LOM is de publiekrechtelijke ontwikkelingsmaatschappij, in casu de Vlaamse Overheid en die zorgt voor (financiert) de basisinfrastructuur.
VFR en IFR
In IFR vliegt men volgens “Instrument Flight Rules” en mag dat gebeuren zonder of met fel verminderde zichtbaarheid (in de volksmond noemt men dat “blind vliegen”). De piloot moet daarvoor een speciale licentie behalen. VFR volgt de “Visual Flight Rules”. In een VFR-vlucht mag men niet eens door een wolk vliegen.
We gaan weer camera’s kopen !
(Onze aangekondigde serie stukjes over de luchthaven Kortrijk-Wevelgem zullen we nu en dan wel moeten onderbreken voor de actualiteit…)
Kortrijk wil via een raamovereenkomst opnieuw camera’s kopen en laten installeren voor een periode van vier jaar. De uitgave werd geraamd op 1.722.464 euro, inclusief BTW. Maar stad was als ‘aankoopcentrale’ zo goed dat de overeenkomst ook is opengesteld voor andere besturen (bijv. het OCMW) waarbij een maximaal bestelbedrag is vastgesteld van 3.305.785 euro, of met BTW het ronde getal van 4 miljoen.
Voor de vorm (en omdat het moet) heeft men drie kandidaten aangeschreven: R.T.S uit Ieper, Proximus-Trafiroad (Brussel) en Telenet (Mechelen).
De van ouds vertrouwde firma R.T.S uit Ieper heeft het als enige inschrijver (met twee absoluut nodige onderaannemers) natuurlijk gehaald. Met een ietwat kleiner bedrag dan geraamd: 1.554.644 euro, inclusief BTW.
(Die onderaannemers zijn: Polis-Service BVBA uit Turnhout en Jacobs NV uit Deerlijk.)
Dat bedrag slaat puur op het deel Kortrijk en zal als volgt worden gespreid:
– 2022: 250k
– 2023 tot en met 2025: jaarlijks 370k
– 2026: 362k
Komt dit bedrag overeen met wat is voorzien in het meerjarenplan (MJP)?
Even kijken. (Pauze. Op naar de zolder…)
Dat wordt moeilijk om na te gaan want dat MJP slaat op de periode 2020-2025.
Voor die periode van zes jaren was er in totaal 2.512.190 ingeschreven.
En we vinden in het MJP (voor zover mogelijk) deze bedragen terug voor de jaren betreffende de nieuwe overeenkomst:
– 2022: 254k
– 2023 en 2024: telkens 250k
– 2025: 312k
– 2026: ?
Hier zien we dus weer eens hoe relatief een MJP eigenlijk is.
Maar het lijkt er wel op dat het meerjarenplan minder uitgaven heeft voorzien dan nu is gegund.
Tja, het leven wordt steeds duurder zeker?
P.S.
Wist u dat we VOOR dat MJP al 812.973 euro hebben uitgegeven aan camerabewaking?
Bestuurskracht meten kan vandaag aan de hand van één puntje…
Moet je nu een keer wat weten?
Op de gemeenteraad van vandaag staat als agendapunt 14 geboekstaafd dat men de voorwaarden en de wijze van gunnen wil bepalen en goedkeuren voor de ontharding van de parking in de Groeningelaan en de aanleg van een nieuw gezellig park. Er moet dus nog een aanbestedingsprocedure volgen en naar verluidt is de omgevingsvergunning nog lopende.
Hoeveel maal heeft kortrijkwatcher het al over dat project gehad? “Haast en spoed is zelden goed,” zeiden we de ene keer en tegelijk vonden we het dan een andere keer wel goed. Hoe langer werken worden uitgesteld, hoe duurder die worden, ja toch? En anderzijds: een goed en ietwat uitvoerig beraad kan nooit geen kwaad
We vergeten het nooit.
In augustus 2020 kondigde schepen Bert Herrewijn (S.P.a) de werken aan, nog wel op Facebook. Ook een manier van aankondiging waar we niet meer van opkijken. Dat werd dan voor het brede publiek enigszins ludiek overgedaan op 1 september van datzelfde jaar 2020. Schepen Bert zei toen ook hoeveel dat werk zou kosten: 450.00 euro. Geloof het of niet: dat bedrag staat NU nog altijd vermeld op de officiële website van stad. Hoe is dat in hemelsnaam mogelijk? (Zie verder het werkelijke bedrag.)
Medio 2020 heeft men het studiebureau Cnockaert uit Wervik aangesteld om een ontwerp te maken. Dat bureau heeft nog een landschapsarchitect(e) uit Wielsbeke onder de arm genomen : Katinka t’Kindt. Met hoeveel het oorspronkelijke bepaalde ereloon intussen is gestegen weten we niet. In de toelichting voor de raadsleden geen woord daarover.
We herhalen de geschiedenis van de (studie)werkzaamheden niet meer.
Slechts dit: het eerste voorontwerp dateert van oktober 2021. Dat werd geraamd op 899.344 euro. Uitvoeringsprijzen (nieuwe term!) : 1.088.207 euro.
Welnu.
In de afgelopen maanden is de kost van het project gestegen tot 1.330.038 euro, onder meer door de inflatie. Haast en spoed is wel goed… (Stad laat niet na om te benadrukken dat we voor 250.000 euro Vlaamse subsidies krijgen. PZ VLAS wil nu ook twee camera’s installeren. (Wie betaalt dat?) En schepen Axel Weydts laat een buurtfietsparkeerplaats plaatsen, door Parko te bekostigen: 32.211 euro.
Hoeveel autoparkeerplaatsen er verdwijnen weten we niet. Voorheen waren er 118 en volgens de actuele website van stad zouden er nog 40 overblijven.
Dat klopt niet met wat nu in de toelichting van het agendapunt staat. Er is nu sprake van 4 kortparkeerplaatsen en 4 voor personen met een beperking aan het woonzorgcentrum. Daarbij nog 6 shop&go’s en 6 voor bewoners.
Heel dit project voor de aanleg van een nieuw park (van een voorschoot groot!) zal minstens drie jaar hebben aangesleept. Zeg dat aan geen Chinees!
Die realisatiegraden toch!…
De jaarrekening 2021 toont aan dat er vorig jaar effectief 37,02 miljoen euro is geïnvesteerd.
Stad (schepen Kelly Detavernier van de N-VA) gaat daar heel fier over, want dat is 6,3 miljoen of 20% meer dan in 2020. Ja, dat is een vergelijking die schepenen van Financiën altijd het liefste maken.
Om te beginnen was het jaar 2020 al geen succes vanwege corona: er konden toen om enigszins – jawel – aanvaardbare redenen bepaalde projecten niet uitgevoerd. Zoals men dan zegt in schepentaal: een aantal “transactiemomenten van die projecten moesten bijgestuurd”.
Want vergeet niet: voor dat jaar ’20 had het schepencollege in al zijn traditionele, arrogante aankondigingspolitiek voor niet minder dan 61,78 miljoen aan investeringsuitgaven voorzien. We durven het bijna niet meer zeggen: in 2020 gaven we aan investeringen 31,02 miljoen uit terwijl de gazetten vol stonden met de gedicteerde voornemens van het schepencollege om voor 61,78 miljoen projecten te verwezenlijken. Realisatie? 50,2% !!
Procenten geven een duidelijk beeld over de vraag of de realisatiegraad van de investeringen al of niet geflatteerd wordt voorgesteld.
Zie even.
– Als we de daadwerkelijk contractuele uitgaven van de JR 2021 afzetten tegenover tegenover het aangepaste, zgn. “eindbudget ’21” (een minder arrogante, meer nederige tweede raming in het meerjarenplan) van 45,29 miljoen dan krijgen we een opgesmukte realisatiegraad van 82,3%.
– Zetten we dezelfde effectieve uitgaven van de JR21 daarentegen af tegenover het initiëel geraamde, voorgenomen budget (het IB) van 51,74 miljoen, dan is de realisatiegraad plots slechts 60,9%. Dit is de politiek meest eerlijke, waarachtige, ja – soms ontmaskerende vergelijking die valt te maken. Het is immers op basis van dit programma en geen andere bijgestelde beloften dat de tripartite aan de macht kwam.
We kunnen het niet genoeg herhalen: deze tripartite heeft altijd (bij monde van burgemeester Vincent Van Quickenborne) gesteld dat een realisatiegraad van 80 procent (tegenover het IB) als een redelijke, een billijke uitslag is te beschouwen. Dit bestuur zal deze doelstelling in deze bestuursperiode niet halen. En de gazetten zullen dit feit in de aanloop naar de volgende gemeenteraadsverkiezingen NOOIT schrijven.
In een raadscommissie van 3 mei over de JR21 heeft Benjamin Vandorpe (de coming man bij de CD&V) een heel interessante en nooit eerder geziene vraag gesteld.
“Hoe zouden we dit gefinancierd hebben als we hadden geïnvesteerd wat we hadden gebudgetteerd?” En: “wat zouden de gevolgen zijn op een parameter als ‘het budgettair resultaat van het boekjaar?”
Wel, dan zou voor 2021 het investeringstekort een toename hebben betekend van 22 miljoen, en dit zou niet meer kunnen volledig kunnen betaald met kasmiddelen. Het beschikbaar budgettair resultaat zou met -22,9 miljoen negatief geworden zijn. Een assumptie zou dan kunnen zijn dat men voor 25 miljoen aan leningen zou moeten opnemen.
Voortschrijdend inzicht in de ramingen van het nieuwe “Groeningepark” (3)
Uit een vorige editie van deze alternatieve stadskrant kon u vernemen dat de “ontharding” en de aanleg van een nieuw park in de Groeningelaan (ter hoogte van het WZC Sint-Carolus) bij de aankondiging van het project (2020) volgens schepen Bert Herrewyn 450.000 euro (zonder BTW) zou bedragen. Tot onze opperste verbazing (eigenlijk ontsteltenis) vermeldt de website van Stad nog altijd datzelfde bedrag. Zie onder de rubriek “Groeningepark” of Groenigenlaan de “veel gestelde vragen”. Elders vindt men op die officiële website onder de term “technische fiche” een wat nauwkeuriger cijfer: 438.657,38 euro. Dit alles tot op de dag van vandaag ! (De lokale pers houdt het ook nog altijd bij dat bedrag.)
Je acht het niet voor mogelijk want het schepencollege heeft nu (21 februari ll.) ex cathedra verkondigd dat het huidig voorontwerp wordt geraamd op 899.344,75 euro (excl. BTW) of 1.088.207,15 euro (inclusief BTW). Netto (met aftrek van een subsidie van 250.000 euro): 838.207,15 euro.
Wat we niet weten is of het ereloon voor het studiebureau Cnockaert van Wervik daar wel is inbegrepen. Volgens schepen van Mobiliteit Axel Weydts ( ook van “Vooruit” met de SPa.) zou het gaan om 66.516,73 euro maar dat zei hij in HLN van 2 augustus 2020 en dat is wel al heel lang geleden. Is dus zeker niet meer geldig…
Maar speciaal voor de cijfermaniakken onder ons willen we een ander onwaarschijnlijk financieel aspect van het project onder ogenschouw nemen. Met name hoe grillig in de loop der jaren de hoogte van de ramingen voor dat werk (qua omvang en moeilijkheidsgraad uiteindelijk nogal onbenullig) is verlopen. Het zegt waarlijk iets over de bestuurskracht van onze administratie en de eventuele afhankelijkheid van lobbyisten.
We steunen daarbij op cijfermateriaal uit onverdachte hoek: het meerjarenplan (MJPL) 2020-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad.
Het oorspronkelijke MJPL gepubliceerd op 4 december 2019
Het actieplan 91.9. vermeldt op pag. 19 (“Parking Groeningeplein verdwijnt en wordt groen”) een investeringsbudget van 1 miljoen euro (dus géén 450.000 euro).
Op pag. 61 vernemen we wat er per jaar zal geïnvesteerd worden.
Let wel: geen bedrag voor bijv. 2021 voorzien terwijl er toen al wat werken werden gepresteerd. Van ontvangsten (subsidies) geen spoor.
2022: 58.330 euro
2023: 861.670
2024: 80.000
Dat maakt dus netjes één miljoen.
Op pag. 148 staat in het schema T3 (stand van zaken) dat er nog niets is gerealiseerd sinds de opmaak van dat MJPL.
Eerste aanpassing van het MJPL alreeds gepubliceerd op 14 december het jaar 2020
Op pag. 22 vermeldt men een eerste wijziging: de uitgaven stijgen met +26.517 euro. Totaal wordt nu: 1.026.517 euro. (De publieke opinie meent nog altijd dat het gaat om 450.000 euro aan uitgaven.) Géén ontvangsten aangegeven.
Pag. 79 de uitgaven per jaar. Plots zijn er nu uitgaven geraamd voor de jaren 2020, 2021 en zelfs het jaar 2025.
2020: 33.738 euro
2021: 88.485
2022: 411.435
2023: 186.287
2024: 141.257
2025: 165.314
Het totaal klopt: 1.026.517 euro uitgaven.
Schema T3 pag. 183 zegt dat er nog niets is uitgegeven en dat er dus nog 1.026.517 euro dient gerealiseerd tijdens dit MJPL.
Tweede aanpassing (en laatste, meest recente) gepubliceerd op 6 december 2021
0p pag. 26 is er ietwat abusievelijk sprake van “heraanleg parking Groeningelaan”.
Er zijn wijzigingen. +230.000 nieuwe uitgaven. Geen uitleg. Maar voor het eerst horen we van de verhoopte ontvangsten: 250.000 euro. Bruto uitgave wordt nu 1.256.517 euro. Netto: 1.006.517 euro.
Op pag. 78 luidt de hoofding gelukkig: “Parking Groeningelaan verdwijnt en wordt groen. Het park wordt heraangelegd.” De bedragen verschillen weer grondig van het vorige MJPL.
2020
Ontvangsten: 75.000
Uitgaven: 10.718
Saldo: 64.282
2021
Ontvangsten: nul
Uitgaven: 60.842
Saldo: 60.843
2022
Ontvangsten: 60.000
Uitgaven: 91.965
Saldo: 31.965
2023
Ontvangsten: 115.000
Uitgaven: 714.393
Saldo: 599.393
2024
Ontvangsten: nul
Uitgaven: 378.5598
Saldo: 378.598
2025
Plots niet meer vermeld…
We tellen samen.
Voor de periode 2020-2024 raamt dit MJPL de bruto uitgaven op 1.256.516 euro en de netto uitgaven op 1.135.080 euro.
Wat zegt schema T3 op pag. 166 over de stand van zaken?
– Reeds gerealiseerd: 10.718 euro.
– Nog te realiseren: 1.245.799 euro.
Besluit
- Curieuze boekhouding, nietwaar?
- Vergelijk nu eens de uitgaven van het laatst opgemaakte MJPL met de meest recente ramingen. van het schepencollege.
Een MJPL is eigenlijk een lachertje. Of niet?? Want ja – men leert er de intenties van het College uit, en kan dan nagaan wat er effectief wordt gerealiseerd.
“Haast en spoed is wél goed !” zeggen andere bewoners van de Groeningelaan (2)
Ja, dat is een schijnbare paradox en dus oplosbaar.
In een vorige stuk vonden de bewoners van de Groeninegelaan het godegeklaagd dat het project “ontharding” van de parking en de aanleg van een park aldaar zoveel jaren kon (kan) aanslepen. Er zullen namelijk tussen de aankondiging van het plan en het eind van de werken (medio 2023) niet minder dan drie jaar verlopen. (Bedenk intussen dat het – och arme – om een oppervlakte gaat te vergelijken met 1/3de van een voetbalveld.
Bon.
Waarom kan haast en spoed dan wél eens geboden zijn bij openbare werken?
Omdat met de jaren allerhande prijzen stijgen, tiens. Denk aan inflatie, loonstijgingen, bijkomende werken (wegens voortschrijdend inzicht) met continu nieuwe voorontwerpen. Nieuwe “hoeveelheden”!
En in dit kader bekeken zal u dit waarschijnlijk niet kunnen geloven.
Bij de aankondiging van het project (bijv. in augustus 2020 op Facebook) beweerde schepen van groen en zo, Bert Herrewyn (SP.a), zonder verpinken dat het werk 450.000 euro (exc. BTW) zou kosten.
En – geloof het of niet – diezelfde prijs staat NU nog altijd en tot op de dag van vandaag vermeld op de website van stad !
En hoever staan we nu, dat is een vraag die op uw lippen brandt zeker? (Een prijs die nog altijd door geen enkele plaatselijke gazet is vermeld.)
We gaan het eens luidop zeggen, tot op de komma.
Het huidig voorontwerp wordt geraamd op 899.344.,75 euro zonder BTW, of 1.088.207,15 euro met BTW.
O ja, binnen het subsidietraject “Vlaanderen breekt uit” (geld voor de ontharding!) krijgen we van hogerhand 250.000 euro, wat maakt dat de nettoaanlegkost 838.207,15 euro bedraagt.
Beste lezers en bewoners van de Groeningelaan,
Eigenlijk weet u nu genoeg, maar voor de cijferaars onder ons geef ik in een volgend stuk toch maar eens een overzicht van de (grillige) evolutie van de geraamde kostprijs voor het project. Een wonderlijke geschiedenis die veel zegt over onze (rekenkundige) administratieve diensten en tevens inzicht geeft over de kundigheid van de projectontwikkelaar.
(Wordt dus nog wat vervolgd.)
“Haast en spoed is zelden goed,” zeggen de bewoners van de Groeningelaan (1)
De bewoners zeggen wel nog veel meer hoor , maar daar hebben we het later over.
Nu gaat het hier om de timing van de werken aan de Groeningelaan.
Op een geforceerde ludieke manier is op 1 september 2020 publiek gemaakt dat men de parking aan de Groeningelaan (tussen de Veemarkt en het Groeningemonument “de maagd van Vlaanderen”) zou ontharden om er een park van te maken. Men gebruikte de term “ontharden” in plaats van “aanleg groen park” omdat zo’n betiteling van het werk dan kan genieten van subsidies van de hogere overheid.
Op 24 augustus van dat jaar 2020 is ook een bewonersbrief gepubliceerd.
Men wil dus de grondbedekking (asfalt) van de site aldaar van 2.870 m² reduceren met 80% tot 640 m². Het aantal parkeerplaatsen zou herleid worden van 118 naar 40 plaatsen. Het park zal bestaan uit drie zones (soms zegt men vier, als men er een “ontmoetingsplaats bij rekent.)
Om wat goodwill bij de omwonenden te kweken is intussen de bestaande parking in september 2020 reeds gedeeltelijk ingenomen als verblijfplaats voor de basisschool Sint-Jozef, het WZC Sint-Carolis en de buurtbewoners. Zodoende is er daar nu een speeltoestel, zijn er moestuinbakken, wilgentunnels, een petanqueveld te vinden.
Medio 2020 is het bureau Cnockaert uit Wervik aangesteld als ontwerper, samen met landschapsarchitect Katinka t’ Kindt. Het voorontwerp kon eind december 2021 voorgesteld aan de ruime buurt en werd naar men zegt positief ontvangen. (Op de website van stad over het project zijn bij het punt ” bevraging” enkel de percentages van de respondenten vermeld, zonder hun antwoorden op de gestelde vragen.)
Dat voorontwerp is door het schepencollege in oktober 2021 goedgekeurd.
Aan dit voorontwerp is de afgelopen maanden door het ontwerpbureau hard verder gewerkt en sinds 21 februari van dit jaar 2022 is het omgevingsdossier eindelijk gereed geraakt. (Er zijn geen grote wijzigingen aangebracht. De zone rond de maagd van Vlaanderen is uit het projectgebied gehaald. Uitgesteld tot er een “totaalvisie is uitgewerkt. Praktisch zeker opnieuw werk voor het studiebureau.)
Hoe ziet de timing er nu uit?
Volgens de website van stad zijn of waren er zeven fasen voorzien.
We slaan er vier over en beginnen met wat er NU staat te gebeuren:
– fase 5 (dit voorjaar): bouwvergunning (= omgevingsvergunning) en aanbestedingsprocedure;
– fase 6 (deze zomer): selectie van de aannemer;
– fase 7 (najaar): ontharding en “uitvoering van de werken”.
De opstart van de werken zal dus volgens de laatste berichten gebeuren na het bouwverlof maar heel het gebeuren zal duren tot medio 2023.
Jawel, we zijn dan drie jaar verder, sinds we voor het eerst kennis konden nemen van het project.
Als u een keer een Chinees zou tegenkomen, vraag hem dan eens in hoeveel weken met dit werkje in zijn land zou opknappen. Heel goed denkbaar dat hij antwoordt: “almost four days.”