Een tijdje geleden kregen een aantal bewoners van de binnenstad (welke?) een ongedateerde brief in kleurendruk binnen van de stad. Titel: “Composttuin in de binnenstad”. Ondertekend door burgemeester Ruth Vandenberghe en algemeen directeur Nathalie Desmet. (Merk op: niet door de schepen van Milieu Bert Herrewyn.)
Blijkbaar gehoor gevend aan “het signaal” van enkelen, wil stad dat er in de lente van volgend jaar een “composttuin” (wat is in een naam?) komt op de begijnhofparking van het vroegere RVT Sint-Vincentius. Op een bijgaand gekleurd kaartje is dan nauwkeurig te zien op welke plaats: dichtbij de Artillerietoren, en nauw palend aan de tuinen van een serie begijnhofbewoners. Gedaan met daar vlakbij de tussenhaag te liggen zonnen of te lezen. Swimwear kan niet meer. Privacy geheel foetsie.
Wil je wat weten?
Net die aanpalende bewoners ontvingen in het geheel géén inlichtende brief van stad over dat project.
Die bewoners zullen dus voor de duur van twee jaar (het is een experiment!) vanuit hun tuin genieten van een andere “tuin” (met een oppervlakte gelijk aan zes parkeerplaatsen voor wagens), waarschijnlijk in de vorm van een mesthoop van groente- en fruitafval met bijhorend ongedierte en geurtjes.
In de stadsbrief geeft men vijf argumenten aan om zich in te schrijven (verplicht – en voor 25 januari) als gebruiker van de composthoop. Onder meer omdat het gebruik ervan gratis is. Maar het meest hilarische argument – voor de bewoners van het begijnhof alleszins – luidt: “je maakt kennis met jouw buren”.
Even aanstippen dat “ondernemers” (sic) geen gebruikers kunnen zijn, met andere woorden: de restaurants in de buurt…Zij die het meeste GFT in overschot hebben.
Om een zo ruim mogelijke dienstverlening aan te bieden – lees: om de “composttuin” zo veel mogelijk te kunnen openstellen, is stad op zoek naar vrijwilligers-compostmeesters. Voor meer info zie: www.kortrijk.be/composttuin.
In het (recent aangepaste) meerjarenplan is die composthoop voor de binnenstad niet aangestipt als actieplan. Een Collegebesluit daaromtrent is ons ook onbekend.
We zitten met een prangende vraag.
Is er voor dit project geen omgevingsvergunning nodig, met een bijgaand openbaar onderzoek, en wellicht ook een milieu-effect rapport (MER)?
Bijvoorbeeld omdat de zgn. composttuin wel heel direct paalt aan een beschermd monument, met name het Begijnhof zelf en de O.L.Vrouwekerk.
Omdat het om een functiewijziging van de site gaat.
Maar laat ons met een positief alternatief voorstel eindigen.
Waarom geen composthoop op het Overbekeplein, waar onze nieuwe burgemeester Ruthie woont? Zou nog wat volk aantrekken ook. Of op het Rooseveltplein, alwaar onze schaduwburgemeester Wout Maddens een optrekje heeft?
P.S.
Important raadslid Koen Byttebier ( want schepen en voorzitter van de intercommunale Leiedal geweest) van de kiesvereniging “Team Burgemeester” repliceert intussen al op FB – zo nijdig en onderhuids agressief als hij kan – op mijn beschouwing in de groep “slechte Kortrijkzanen” aldaar. Zoals te verwachten viel, staat hij duidelijk achter dat voornemen van stad. Er is dientengevolge nog een ander (derde) positief alternatief. Dat de composthoop pal voor zijn winkel op het Vandaleplein komt te liggen.
Monthly Archives: december 2020
Stad legt openbare composthoop aan in een park in de binnenstad (1)
Morgen meer.
Ben nog niet bekomen van het feit op zichzelf, plus daarbij het onwaarschijnlijke gegeven dat de naaste buren (waaronder uw kortrijkwatcher) van die composthoop (die net naast of achter hun tuin komt te liggen) niet eens een briefje kregen hierover. Niets.
Kortrijk, inspraakstad.
Wie goed doet, goed ontmoet: een extra-vergoeding voor het stadspersoneel
Ook het stadspersoneel heeft het in deze coronatijden inzake werkomstandigheden extra-moeilijk. Medewerkers worden geconfronteerd met tijdelijke werkloosheid, extra taken, meer vraag naar flexibiliteit, nieuwe werkzaamheden.
Als waardering krijgen zij nu van onze burgemeester en schepenen (van ons, Kortrijkzanen?) ter gelegenheid van kerstmis en nieuwjaar een cadeau-cheque ter waarde van 40 euro, te besteden bij onze Kortrijkse handelaars.
Een grote groep van personeelsleden was tevens verplicht om te telewerken. Dat brengt onkosten mee (verwarming en zo, eigen koffie malen). Ter compensatie krijgen zij dan een eenmalige vergoeding van 40 euro. Hier gaat het om 400 personeelsleden , wel bepaald al wie in de periode september-december 20 dagen van thuis uit heeft gewerkt.
De cadeau-cheque gaat naar een totaal van 1.800 personeelsleden.
Deze vergoedingen (in het jargon: “incentives” genaamd) zijn te putten uit het loonbudget en zullen 88.000 euro kosten. Netjes afgerond.
Om de uitgave ietwat te spreiden, waarschijnlijk als krediet op het budget van dit en volgend jaar. Want dat budget swingt jaarlijks de pan uit, weerom in tegenstelling met de dure belofte waartoe Quickie zich ooit heeft toe verbonden.
P.S.
Weet u het ook niet meer? De tripartite evenmin hoor! Met hoeveel tientallen VTE’s het aantal stadsmedewerkers per jaar zou verminderen, evenals met hoeveel miljoenen euroots (ja!) ook de personeelskosten zouden dalen, ongeacht indexeringen?
Wens
De voltallige redactie van kortrijkwatcher wenst al onze lezers nog voor minstens een jaar veel ataraxie, uitgezonderd de politiekers.
“In geen enkele West-Vlaamse centrumstad ligt de de schuld zo hoog als in Kortrijk.” (2)
Dat is dus de uitzonderlijk gewaagde kop van een stuk dat op 17 december geheel onverhoeds verscheen in de regionale editie van ‘Het Nieuwsblad’. Dit is het soort van titel dat je nooit ofte nooit zult te lezen krijgen in het lokale katern van ‘Het Laatste Nieuws’, voor de Kortrijkse politiek een gazet geredigeerd door de volslagen “embedded” journalist Peter Lanssens.
In HN illustreert Kris Vanhee zijn drastische uitspraak met een tabel van de schuld per inwoner in de Vlaamse centrumsteden (één vergeten), voor de periode 2014-2018.
En ja hoor, ook in het jaar 2018 was de rangorde als volgt: 1) Kortrijk (2185 euro per capita, nu met reële correctie 2.568 euro), 2) Roeselare (1.650 euro), 3) Oostende (1.460 euro), 4) Brugge (739 euro).
In onze editie van gisteren gaf onze eigenste gemeenteraadwatcher een tabel ten beste die slaat op meer recente én toekomstige cijfers. Waarvoor dank!
We zagen daar dan dat de gebudgetteerde schuld tussen 2020 en 2024 oploopt van 191,2 miljoen tot 251.4 miljoen. Per inwoner van 2.480 euro naar 3.197 euro.
Het is misschien even het gepaste moment om in ons archief over burgemeester Vincent Van Quickenborne te duiken en om hem te herinneren aan een uitspraak die (weerom) achteraf niet waar is gemaakt: “De schulden zullen niet stijgen, daar sta ik borg voor.” (Nog wel opgetekend in ‘Het Nieuwsblad”, op 26 januari 2016.)
In het fameuze artikel van HN waar we nu naar refereren is wel geen gewag gemaakt van de recente plaats van onze stad inzake de schuld per inwoner, vergeleken met de andere drie West-Vlaamse centrumsteden.
We raadpleegden daarom de (aangepaste, laatste) meerjarenplannen van die steden, speciaal voor dit jaar 2020.
We deelden dus de totale schuld (het budget-document T4) door het aantal inwoners van het jaar 2020.
1. Kortrijk:
191.260.813 euro schuld / 77.109 inwoners = 2.480 euro schuld per capita.
2. Oostende:
168.096.373 euro / 71.800 = 2.341 euro.
3. Roeselare:
Hier zitten we met het probleempje dat de schuld is opgesplitst voor de entiteiten stad, derden, “commercial paper” en De Lijn! We hebben maar alles samengeteld en kwamen aan een totaal van 114.157.805 euro. (Voor de stad alleen gaat het om 98.138.189 euro). Als we het totaal delen door het aantal inwoners (63.500) komen we hier aan 1.797 euro schuld per capita.
4. Brugge:
110.536.993 / 118.700 = 931 euro.
Zo ziet u meteen dat onze stad althans in de provincie ook nu nog altijd koploper is inzake schuld per inwoner.
Over de vergelijking van budgetten met andere steden is natuurlijk veel te zeggen. Over de schuldpositie alvast iets wat maar al te vaak wordt vergeten.
Met name het thesauriebeleid zelf! (In HN van 17 december wordt dit aspect niet aangeraakt.)
– Men dient bijvoorbeeld te vermijden om leningen op te nemen wanneer men over genoeg liquide middelen beschikt. (In Kortrijk is dat alleszins de bedoeling.)
– Voor iedere stad apart is het nodig om zich af te vragen of de schuldenlast al of niet slaat op een geïntegreerde boekhouding. Of de schuld namelijk is geconsolideerd met andere entiteiten zoals OCMW en bijv. vroegere autonome bedrijven. (In Kortrijk is die “inkanteling” nu wel het geval.)
– Zijn de gebruikte leningsinstrumenten wel koosjer? In Brugge werkt men ook met thesauriebewijzen en obligatieleningen. Die zijn in handen van beleggers, niet van een bank.
– En hoe staat het met de aflossingen? Hier dient men de periodieke aflossing van een bepaald jaar af te zetten tegenover de totale schuld van het vorige boekjaar. Dat percentage geeft dan een indicatie van de looptermijn. We deden dat een keer voor 2020 (aflossing: 12.354.283 euro) tegenover 2019 (schuld: 199.710.930 euro). Dat geeft 6 procent oftewel een afbetalingstermijn van 16,6 jaar. Is dat goed? Is dat slecht? (Kenners vinden 8 procent goed, wat dan slaat op 12,5 jaar (100:8). Weet er iemand waarom?)
NASCHRIFT
Beste lezer,
Vergeet deze en andere technische beslommeringen en nog veel andere vragen over goede en slechte schulden, over aflossingen of over grootse investeringsprogramma’s.
Politiek bekeken zou iedere lokale gazet slechts twee zaken moeten onderstrepen:
– dat de schulden steeds maar stijgen in weerwil van de dure eed van Quickie dat dit nooit zou gebeuren;
– dat de realisatiegraad van de investeringen voor dit jaar geraamd wordt op slechts 58 procent. En in de vorige bestuursperiode 2013-2018: gemiddeld 55 procent.
Als de Kortrijkzanen dit maar onthouden – of te lezen kregen – , dat zou al veel zijn.
“In geen enkele West-Vlaamse centrumstad ligt schuld zo hoog als in Kortrijk” (1)
Dat is de opzienbarende en alhier – zeker journalistiek bekeken – gedurfde kop bij het stuk van Kris Vanhee in de plaatselijke editie van ‘Het Nieuwsblad”, genaamd “Nieuws uit de streek”, dd. 17 december. (Komt niet van ons; kortrijkwatcher zou dit als positivo niet aandurven.)
Concreet zinspeelt Kris dan meer speciaal op de merkwaardige hoogte van de schuldenlast per capita (baby’s incluis) in de (vier) beschouwde steden.
Beetje ambetant is dat er in de titel gewag wordt gemaakt van een vergelijking met onze – niet nader genoemde vier – provinciale centrumsteden terwijl in de (vet gedrukte) inleiding (de journalistieke bekende ‘peptalk’) plotseling sprake is van een vergelijking met ALLE centrumsteden.
Vervelend mankement in het ‘verhaal’ is nog dat onze concullega Vanhee deze onverwacht vermetele uitspraak in het geheel niet staaft met accurate, actuele cijfers over die provinciale centrumsteden, met name Brugge, Oostende, Roeselare en ook Kortrijk zelf.
Intuïtief geloven we zijn bewering wel, maar voor de zekerheid hebben we toch voor dit jaar 2020 (want daarover gaat het NU toch?) dan maar eens zelf de toestand nagegaan. Berekend. Zoals het er nu uitziet. Cf. infra, of wellicht in een volgend stuk.
Waarop baseert de journalist van ‘Het Nieuwsblad’ zich dan om zonder concreet cijfermateriaal te komen tot zo’n erg stoute vaststelling? (Een manmoedige titel die hem bij onze populistische bewindslieden niet in dank zal worden afgenomen.)
Wel, hij publiceert en maakt gebruik van een vergelijkende tabel van de totale schuld per inwoner in de Vlaamse centrumsteden tijdens de voorbije jaren. (Klein detail: slechts 12 van de 13 steden worden vernoemd, want Turnhout is vergeten.) Die tabel slaat op schuldevolutie van de jaren 2014 tot en met … 2018.
De meest recente cijfers voor 2019 en 2020 zijn er dus niet bij.
We menen te weten hoe dat zo komt.
Vanhee citeert een Kortrijkse raadscommissie als bron. Dat zal wel die van juni van dit aflopende jaar zijn geweest, waarin VB-raadslid Wouter Vermeersch vroeg naar zo’n vergelijkende tabel. Maar toen waren de gegevens van de centrumsteden pas tot in het jaar 2018 gekend. Vandaar het ontbreken van de meest recente data.
Uit de in de krant gepubliceerde tabel blijkt intussen overduidelijk dat in al die voorbije jaren onze tripartite wel degelijk per capita in West-Vlaanderen de hoogste schuld kon bewerkstelligen én handhaven. Daar niet van.
Ter illustratie. Al in het eerste werkjaar 2013 van de coalitie (VLD, SP.A en N-VA) bijvoorbeeld bedroeg de totale schuld per kop in Kortrijk 2.118 euro. Gevolgd door Oostende (1.657 euro), Roeselare (1.575 euro), Brugge (801 euro).
Misschien nog een schoonheidsfoutje uit de tabel rechtzetten?
Voor 2018 is voor onze stad een bedrag van 2.185 euro schuld per kop aangegeven. Volgens de laatste info van onze dienst Financiën was de reële schuld per capita in dat jaar evenwel 2.568 euro.
Bon.
De krant doet het niet, dus geven we hier nu per jaar de meer actuele en toekomstige cijfers.
De nieuwe, actuele tabel van de evolutie van de totale schuld met daarbij de schuld per inwoner.
Wel eerst enige belangrijke, broodnodige voorafgaandelijke bemerkingen:
– de totale schuld voor Kortrijk is die zoals op balans nu of later kan voorkomen, met in onze stad inclusief de doorgeefleningen (bijv, aan kerkfabrieken, politie, XOM);
– voor de jaren 2018 en 2019 kon men zich baseren op de reële jaarrekeningen, dus de reële schuld;
– vanaf 2020 en verder gaat het om de gebudgetteerde (geraamde) schuld, daarbij nog met een voorheen nooit gedane consolidatie van de entiteiten stad én OCMW én Parko & SOK.
– vanaf 2021 rekent men simpelweg (al te simpel?) met een groeivoet van 0,5 procent;
– bij de berekening van de schuld per capita houdt men in de evolutie rekening met stijging van het aantal inwoners in Kortrijk van 77.109 naar 79.056 in 2025.
Nuttig om te weten.
Daar gaan we…
2018
Absolute schuld: 195.866.052 euro
Per capita dan: 2.568 euro
2019
199.710.930 euro
2.603 euro
2020
191.260.813
2.480
2021
195.235.894
2.519
2022
220.066.931
2.826
2023
244.87.281
3.128
2024
251.454.693
3.197
2025
252.467.146
3.194
In een volgens stuk moeten we zelf nog de titel van het artikel in ‘Het Nieuwsblad’ waarmaken. Die gewaagde, vergelijkende uitlating over wie nu de hoogste schuld torst bij de vier West-Vlaamse centrumsteden bewijzen. Want de krant doet dat eigenlijk niet.
Wordt dus vervolgd.
Dienstmededeling
‘t Is zondag.
Onze gemeenteraadwatcher is al heel de middag zijn kop aan het breken over dat stuk in “Het Nieuwsblad” (17 december) met als…kop: “In geen enkele West-Vlaamse centrumstad ligt schuld zo hoog als in Kortrijk.”
Goed dat het toch een keer over gemeentefinancies gaat in de gazet, want dat gebeurt in onze regionale kranten haast nooit meer. Terwijl dit soort zaken de burger wel degelijk interesseert, in tegenstelling tot wat onze persjongens daarover denken. (Ja, het is een moeilijke materie…)
Maar het artikel in HN bevat wat schoonheidsfoutjes, laat het ons zo zeggen. We moeten er dus wel even op terugkomen.
Wat betaalt stad aan Lago voor de zwembaden?
Voor de goede orde eerst even zeggen dat Lago een commerciële naam is voor de exploitant van de zwembaden maar dat de naam van de firma eigenlijk S&R is, een grote naamloze vennootschap. Daar gaat het geld naartoe.
Het nieuwe zwembadcomplex Lago aan Kortrijk-Weide
Krijgt volgens het aangepaste meerjarenplan voor dit jaar van ons Kortrijkzanen allemaal (zwemmers of niet) een werkingstoelage van 1.444.962 euro. Volgend jaar: 1.489.000 euro. In 2022: 1.511.000 euro en zo verder stijgend tot 1.578.000 euro in 2025. (Hecht niet al teveel belang aan die bedrage. Zij zullen telkenjare veranderen. Maar zo kennen we wel de orde van grootte van de bedragen.)
Vanwege de corona-sluiting zal Stad volgend jaar een compensatieregeling treffen, waarschijnlijk onder de vorm van een “overbruggingskrediet”. Om hoeveel het zal gaan is officieel nog niet geweten, maar er circuleert een bedrag van 1 miljoen. Arne, de schepen van sport, garandeert dat het absoluut niet zal gaan om een gratis-cadeau.
De zwembaden Abdijkaai (“den openen”) en Lagae-Heule
(In contracten of afspraken worden die altijd samen behandeld.)
Voor beide zwembaden krijgt S&R volgens de ons bekende gegevens een jaarlijkse toelage van 513.185 euro, dienstig voor de uitbating (personeel en zo) en het onderhoud. Grote investeringen zijn voor rekening van Stad, evenals de energiekosten (water, elektriciteit, gas). Toegangsopbrengsten gaan naar Stad. (Nogmaals, volgens wat ons en raadsleden bekend is. Er kunnen zaken veranderd zijn. CD&V-Raadslid Pieter Soens kreeg op die vraag nooit een antwoord.)
Die exploitatietoelage is een soort raming die principieel slaat op 80 procent van de kosten. Na afloop van het jaar komt dan een afrekening met de ware kosten. In 2019 ging het om een netto-kost van 765.180 euro voor beide zwembaden samen.
Maar de regeling zal dus veranderen.
Die nieuwe vorm van betoelaging is tersluiks al in de gemeenteraad van 14 december aanvaard doordat men het bedrag in het aangepaste meerjarenplan heeft goedgekeurd. Maar de raadsleden beseften dat niet ! (Zij hadden er ook geen informatie over gekregen…)
Men zal nu werken met een “prijssubsidie”.
Een bedrag per zwembeurt, exclusief BTW.
– 15 euro tot 45.000 zwembeurten;
– 10 euro tussen 45.000 en 50.000;
– 8 euro vanaf 50.000 zwembeurten.
Zwemclubactiviteiten tellen niet mee.
Ter info. In 2019 telde men in beide zwembaden samen 41.504 beurten.
Bereken nu zelf hoeveel Stad zou betaald hebben als men vorig jaar het systeem al had toegepast. (Probleempje is wel dat we het BTW-tarief niet kennen. Zou het kunnen gaan om 6 procent?)
In het aangepaste meerjarenplan is die “prijssubsidie” voor 2021 geraamd op 810.000 euro. Voor de volgende jaren is voorlopig hetzelfde krediet ingeschreven.
Het staat allemaal niet in de gazetten…
Met deze Ruth VDB als burgemeester gaat het echt niet (3)
Ruth Vandenberghe (onze nieuwe burgemeester) heeft tot op heden het geluk gehad dat de vier gemeenteraden die zij in haar functie al heeft meegemaakt vanwege covid allemaal digitaal moesten gebeuren. Ieder raadslid zit dan thuis met micro en camera gevangen achter zijn PC. (Als ze het kunnen.)
Indien bijvoorbeeld de laatste zitting van afgelopen maandag gewoon fysiek was doorgegaan in de traditionele raadszaal van het stadhuis, dan was die zeker héél tumultueus verlopen. Met ongetwijfeld twee schorsingen en veel geroep en getier. Met zelfs een zekere radeloosheid op de schepenbank.
Het begon al toen Hannelore Vanhoenacker (CD&V-fractieleider) alweer (het was al een keer gebeurd op 7 december) bij ordemotie het woord vroeg om er zich over te beklagen dat raadsleden geen informatie kregen over de overlegcomités tussen stad en de exploitant van de zwembaden (Lago), meer speciaal over mogelijke financiële afspraken naar aanleiding van de verliezen in omzet voor de firma S&R door de verplichte corona-sluitingen.
Zij vond het schandalig dat de schepen van sport (zeg maar Arne) in de namiddag – nog voor de gemeenteraad – een persconferentie had gehouden i.v.m. de zwembaden en dat de raadsleden pas anderhalf uur voor de zitting een hele pak verslagen over de afspraken met Lago toegestuurd kregen.
De CD&V- fractieleider schoot waarlijk ongewoon voor haar doen uit haar krammen. Vond dat dit bestuur de gemeenteraad minacht en eist voortaan en voor altijd een andere, heuse behandeling door het CBS van de tussenkomsten van de raadsleden.
– Reactie van schepen Vandendriessche? Geen.
– Van de burgemeester? Geen.
– En van de nieuwe voorzitter van de gemeenteraad, Helga Kints? “Bedankt”. (Zo kluchtig, niet?)
Gegarandeerd zou Hannelore in een normale, fysieke gemeenteraad de schorsing hebben gevraagd om vooralsnog de documenten te kunnen lezen. (Zij bevatten trouwens relevante informatie.)
Die gemeenteraad van 15 december was nu wel de belangrijkste van het jaar want er was een eerste aanpassing van het meerjarenplan (MJP) 2020-2025 geagendeerd. Vroeger zou men daar aan zo’n dik boek twee zittingen gewijd hebben en zou de burgemeester (Quickie bijvoorbeeld, ja) met enige bravoure alleszins het woord hebben genomen om het beleid van het voorbije jaar te verdedigen en tevens dat van de komende jaren juichend toe te lichten. Wat deed onze Ruth, die toch voor meerdere materies en voor het algemeen gevoerde beleid is bevoegd ? NIKS!
De NV-A- schepen van Financiën (Kelly Detavernier) moest het allemaal maar (technisch dan) zelf beredderen. De algemene bespreking van het MJP was dus in een goed uur afgelopen.
Daarna kwamen nog een heel aantal gewichtige punten aan bod: belastingen, retributies, investeringen (realisatiegraad!), schuldenlast, subsidies, dotaties aan de politiezone en de brandweerzone, etc.
Onze burgemeester Ruth is bij al die agendapunten welgeteld driemaal tussengekomen. We zullen hierbij nu eens geheel letterlijk en onverkort haar gevleugelde uitspraken weergeven. Ze kunnen historisch bewaard blijven in de annalen van de gemeenteraad.
Punt 3 ging over de dotatie aan de politiezone Vlas.
In een gestoffeerd betoog was Wouter Vermeersch (VB) van oordeel dat die dotatie hoger moest en dat het aantal operationele korpsleden zeker met 18 moest uitgebreid.
Ruth Vandenberghe is – moet u weten – voorzitter van het politiecollege en verantwoordelijk voor deze zaken. Wat was haar gevleugeld antwoord? “We maken daar werk van.” Punt. Niets meer.
Punt 4 behandelde de dotatie aan Fluvia.
Valt ook onder de bevoegdheid van de burgemeester.
Opnieuw vond Wouter Vermeersch (en Pieter Soens van de CD&V) dat het korps lijdt aan onderbezetting.
Gevleugelde repliek van onze Ruthie? “We zijn ermee bezig.” Punt.
Punt 5 dan. Ging over de dure vuilniszakken en de sluiting van containerparken.
Hannelore Vanhoenacker en Wouter Vermeersch hadden hierover wel wat te zeggen.
In haar vorig schepenleven was Ruth bevoegd voor dit soort zaken. Was in haar element.
Dus pakte zij in één zin (1) uit met een gevleugeld besluit: “Alles is hierover al gezegd.” Zo.
IN EEN NORMALE RAAD WAS DE ZITTING HIERMEE AFGELOPEN.
Zou de oppositie globaal de zaal hebben verlaten, ongetwijfeld tot consternatie van Helga, de nieuwe voorzitster.
Over de rest van de punten (14 waren er, in het totaal) deed Ruth er gemakshalve het zwijgen toe.
Bij de aanvullende punten van de raadsleden ging het in IR 2 – zoals hier in vorig stuk al gezegd – over het standpunt van stad (de coalitie) in verband met de opwaardering van het kanaal Bossuit-Kortrijk.
Ruthie weigerde ten tweeden male om te antwoorden op de vele vragen van Mattias Vandemaele (Groen). Zij verwees naar een niet nader toegelicht pré-advies van het schepencollege. (Wat is dat eigenlijk? Voor wie bestemd?)
Ook hier zou de oppositie in een gewone, fysieke zitting de schorsing van de vergadering hebben geëist.
Als mondelinge vraag tenslotte wou Wouter Vermeersch wel eens weten of Ruth een Vlaamse dan wel een tricolore (Belgische) burgermeestersjerp draagt. Zonder een woord te zeggen toonde Ruth in een fractie van een seconde haar sjerp in beeld. Was dat humoristisch bedoeld, of weet zij het zelf niet?
Een besluit
Als het leven weer naar “de normaliteit” zal terugkeren, dan zal blijken dat burgemeester Ruth Vandenberghe het politiek nog zeer moeilijk zal krijgen.
Even een P.S. om dit nu al te illustreren.
In ‘Het Laatste Nieuws’ van 15 december is haar gevraagd of Kortrijk “klaar is voor de vaccinaties”. Gevleugeld antwoord van Ruth: “Het is nog te vroeg om daar al iets concreets over te zeggen.” Tja, die datum onthouden.
Een burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare veiligheid en gezondheid in de gemeente en weet hier ter stede op zo’n cruciale vraag op datum 15 december 2020 nog niets over te zeggen. Zo kan het dus niet verder!
En dat de markthal op de Veemarkt er door corona niet komt is niet juist. (Vertelt zij ook in de gazet.) Dat dure project is gewoon afgevoerd.
Zo kan het niet verder, met deze Ruthie als burgemeester (2)
Ruthie is de koosnaam van Ruth Vandenberghe, onze nieuwe (waarnemend) burgemeester sinds Vincent Van Quickenborne op 1 oktober vaandelvlucht pleegde om minister te worden in de vivaldi-regering.
Ruthie heeft intussen in haar nieuwe functie al vier gemeenteraden achter de rug. De redactie van kortrijkwatcher had zich hard voorgenomen om haar eerste oordeel over het optreden van de nieuwe burgermoeder nog wat op te schorten.
Maar sinds de laatste zitting van gisteren 14 december is hier geen sprake meer van enige oordeelkundige bedachtzaamheid. Het werd echt teveel voor onze gemeenteraadwatcher.
Overigens is bij nader toezien absoluut geen omzichtigheid geboden om het te hebben over haar persoon en optreden. Zij is namelijk om te beginnen al twee decennia in de weer met de Kortrijkse politiek. Is dus een ware ervaringsdeskundige die geen incubatietijd nodig heeft om zich in te werken in het reilen en zeilen van de stedelijke politiek.
Als ambtenaar en/of kabinetsmedewerker (bij de christen-democraten!) was zij bijv. werkzaam in de persdienst, communicatie, stadsontwikkeling en participatie. Was tot voor kort zelfs nog schepen van de kiesvereniging genaamd “Team Burgemeester”.
Wie herinnert het zich niet? In die hoedanigheid kon zij een historische blunder begaan met de organisatie van een digitaal zgn. ‘referendum’ waarbij een onjuiste vraag werd voorgelegd aan de Kortrijkzanen en de uitslag statistisch onmogelijk representatief kon zijn.
Komt daarbij dat zij zichzelf in een maideninterview met “Het Laatste Nieuws” (10/10/20) een persoonlijkheidsstructuur toedichtte met een rist van minstens tien politiek bekeken voortreffelijke kwaliteiten. (Cf. kortrijkwatcher van 13 oktober.)
Zij viel vandaag in dezelfde krant zelfs nog in herhaling! Zij beschrijft zichzelf in een tweede interview met de slippendrager Peter Lanssens namelijk (opnieuw) als toegankelijk, empathisch, luisterbereid, perfectionistisch en behept met een enorm verantwoordelijkheidsgevoel.
Het zijn haar woorden!
Met een politicus die op een zodanig openlijke wijze – zonder enige schroom – zichzelf allerlei deugden toeschrijft hoeft men geen mededogen te hebben en is dientengevolge een eerste, misschien wel definitief oordeel geheel passend en zeker niet onbillijk. Ja.
Al in oktober, bij haar eerste zitting toen bijgewoond als burgemeester, kon men constateren dat zij niet echt beslagen op het ijs kwam. (Over regiovorming van naburige gemeenten in onze provincie wist ze duidelijk niets.) Spontaan een bedenking, een repliek, een oordeel formuleren zonder daarbij letterlijk een notitie (van wie?) voor te lezen, dat kan ze niet.
Ruthie kan niet zonder “debatfiches”.
Houden we het hier nu maar even ter bespreking bij de twee raadszittingen van deze maand.
In de Raad van 7 december bijvoorbeeld had Mattias Vandemaele (Groen) het over het feit dat plaatselijke SP.A-coryfeeën plotseling niets meer moesten weten van een her- of opwaardering van het kanaal Bossuit-Kortrijk. (Schepen Wout Maddens liet hierbij promp weten dat de tripartite-coalitiepartner SP.A “deloyaal en onbetrouwbaar” is!)
Raadslid Vandemaele stelde daarover tien punctuele vragen waarbij Ruthie reageerde met het voorlezen van een lange, wollige “verklaring” – zonder ook maar met één woord in te gaan op één van de gestelde vragen. Het was alsof die vragen niet eens bestonden.
Vandaar dat Vandemaele gisteren 14 december opnieuw obstinaat helemaal dezelfde vragen stelde. Hoe reageerde onze nieuwe burgemeester nu? Door te vertellen dat het schepencollege net op dezelfde 14 december een pré-advies over de kwestie had opgesteld en ook verdere besprekingen met Kuurne en Harelbeke verwacht. Punt. Over de inhoud van dat advies geen woord. (We hebben intussen even de agenda van het schepencollege van 14 december bekeken. Geen enkel agendapunt gaat over het kanaal Bossuit-Kortrijk.)
Onze perfectionistische burgemeester Ruth Vandenberghe speelt ook op veilig door gewoon nergens op te reageren. In die Raad van 7 december waren er vijftien “interpellaties” ingediend, waaronder twee voorstellen. Op geen enkel van die vragen had Ruthie de behoefte om ook maar een woordje te zeggen. Tenzij dan over het (ondoordachte) voorstel van Nawal Maghroud (SP.A) om het ereburgerschap van de stad te verlenen aan Martine Tanghe. Hier moest Ruth onvermijdelijk wel vertellen dat het BRT-nieuwsanker het aanbod had geweigerd. Commentaar liet ze achterwege.
Samengevat.
Op de zitting van 7 december kon de burgemeester evengoed afwezig zijn gebleven.
En ten overvloede. Ook op de (uiterst belangrijke) politieraad van de zone VLAS van 30 november was zij volstrekt overbodig. Zij is daar voorzitter van maar liet gewoon de korpschef het karwei opknappen.
(Wordt vervolgd.)