De website van “Het Nieuwsblad” (HN) heeft ontdekt dat het erg is gesteld met de mate waarin gemeenten de beloofde (geplande) investeringen in werkelijkheid verwezenlijken. Meer dan de helft van de (306? 305?) onderzochte gemeenten voerde in het verleden minder dan de helft van de investeringsplannen uit.
HN heeft dat niet zelf ontdekt, en al zeker niet de plaatselijke journalisten van de krant in de beschouwde gemeenten. Lezers van onze krant weten dat maar al te goed: onze persjongens slagen er niet in om ook maar een woord te wijden aan de lage realisatiegraad van de investeringen in Kortrijk. En als de schepen van Financiën Kelley Detavernier (N-VA) weer eens beweert dat in de vorige bestuursperiode de graad van investeringen alhier jaar na jaar steeds stijgende was, dan is geen lokale scribent in staat om deze ‘onwaarheid’ te ontmaskeren.
De krant HN heeft zijn gegevens over de investeringen in de Vlaamse gemeenten gehaald bij de gerenommeerde account- en adviesorganisatie BDO Belgium. Het acroniem BDO slaat op de namen van de oprichtende bedrijven Binder (VK), Dijker (Nederland) en Otte (Duitsland).
Maar waarom is een en ander om gek van te worden?
Voor Kortrijk krijgen we maar weer eens cijfers te zien waar de voltallige redactie van kortrijkwatcher absoluut niet weet hoe men daarbij komt.
– BDO Belgium zegt dat het Kortrijkse investeringsbudget in 2018 initieel 32.744.794,16 euro bedroeg. Budget betekent geplande uitgaven min verwachte ontvangsten. (Die cijfers na de komma nauwkeurig zijn heel ongewoon, praktisch onmogelijk als het gaat om geplande investeringen.)
Volgens de officiële Kortrijkse website (zie maar) en volgens onze ook officiële papieren ging het om een gepland en initieel in de gemeenteraad goedgekeurd investeringsbudget van 33.421.198 euro.
– Volgens BDO vermeldt de Kortrijkse jaarrekening 2018 uiteindelijk 24.287.282,30 euro als zijnde daadwerkelijk uitgegeven. Dit zou dan gaan om een realisatiegraad van 74,17 procent.
Volgens onze gegevens (zie weerom de website van stad) bedroegen de uitgaven in de eindrekening 26.161.897,34 euro. Tegenover ons gekend initieel budget is de realisatiegraad dan 78,2 procent.
Maar dat bedrag slaat op de totale uitgaven d.w.z. niet enkel op gebouwen, wegen en zo (materiële vaste activa) maar ook op immateriële vaste activa én investeringssubsidies. Als we enkel de materiële vaste activa bekijken gaat het om een uitgave van 23.851.182,76 en dat levert weerom een andere investeringsgraad op…Pff.
In een volgend stuk geven wij een keer de berekening van de realisatiegraad van de investeringen in 2018 op meerdere manieren. Ja, om gek van te worden…