Over de onbestaande eensgezindheid inzake het stationsproject (3)

Gisteren las u in deze alternatieve stadkrant een overzicht van het stemgedrag van de raadleden in de zitting van 8 mei. Dat ging dus over de bouw van een nieuw station, fietsenstallingen, busstation, twee pleinen en wegenaanleg, kantoren allerhande. SWO3.
Voor dit ongemeen belangrijk architecturaal, stedenbouwkundig, historisch, financieel project zou men toch politiek een grote unanimiteit moeten vinden en nastreven. Een breed politiek draagvlak. Het College is daar dus tot op heden niet in gelukt en schrikt er er duidelijk voor terug om een bevraging van de bevolking te organiseren. Bij het goedkeuren van de omgevingsvergunning mag het College zich nog aan een pak bezwaarschriften verwachten. (Big problem: als we nu nog durven raken aan het derde samenwerkingsverband zijn we weer weg voor duizend jaar.)
We merkten in de vorige editie op dat er niet enkel geen eensgezindheid bestond (bestaat) binnen de Raad in zijn geheel, maar ook niet binnen de fracties zelf. De eindstemming was geenszins zoals altijd: dit keer géén stemming van meerderheid tegenover de oppositie, absoluut niet.
Opmerkelijk was dat bij de raadsleden van de tripartite aan de macht slechts één iemand heeft durven tegenstemmen: de heldhaftige Moniek Gheysens. Zij kreeg voor haar tussenkomst (waarover later in deze krant meer) geen applaus van de meerderheid, en zelfs niet van de gehele oppositie.
Zo’n tegenstem van een lid van de meerderheid is volstrekt ongewoon. Bij dit bestuur hebben we het één keer meegemaakt (Niels Lybeer) maar wellicht ging het om een ongelukkige duw op een verkeerd knopje. Dissidenten bij de meerderheid lossen de uiting van hun eventueel bezwaar over een agendapunt op door bij de stemming een toevallige, tactische plaspauze in te lassen. Of gewoon niet opdagen voor de zitting.

Over de bespreking in de gemeenteraad zelf hebben we het in een volgende editie.
Heel belangrijke punten van de agenda van een gemeenteraad worden hier op voorhand behandeld in wat men noemt “een Verenigde Raad” (VR). Dat is in feite een puur informatieve (wel openbare!) gemeenteraad zonder enige stemming. Men behandelt de technische kant van het voorliggend agendapunt. Bevoegde ambtenaren en experten geven zo nodig toelichtingen. Zo’n VR gaat altijd door op de dinsdag voorafgaand aan de gemeenteraad van de volgende maandag.
In dit geval was dat op 2 mei om 19 uur. Iedereen was er, uitgenomen de CD&V’ers Jean de Béthune en Roel Deseyn want zij waren verontschuldigd. Aanwezige ambtenaren van de Directie Ruimte waren Wim Lodewyck en Lotte Demeestere. De NMBS was vertegenwoordigd door de projectleider Joëlle François.

We zeggen al onmiddellijk iets wat politiek-vergadertechnisch van belang is om te constateren: géén van de drie fractieleiders van de meerderheid vond het nodig om ook maar één vraag te stellen of een opmerking te maken. Dat is heel tekenend. Afgesproken, dat is duidelijk. Het is ontegensprekelijk een symptoom van het feit dat er binnen hun fractie enige “roeringe” is, en wellicht ook binnen het College. Het lijkt me ondenkbaar dat bijv. in Gent, Mechelen, Mons de fractieleiders hun stem niet hebben verheven bij de bespreking van de te bouwen stations aldaar.
Wie nam er dan wel het woord?
Aan CD&V-zijde: Benjamin Vandorpe (uitvoerig), en eventjes Hannelore Vanhoenacker. Voor het Vlaams Belang: Wouter Vermeersch (uitvoerig), Carmen Ryheul, Marc Cottenier. Van Groen: Matti Vandemaele (uitvoerig), Cathy Matthieu en NIET fractieleider David Wemel.
Van de N-VA? De VLD (Team Burgemeester)? De Sossen? NIEMAND.
Van het College? Wout Maddens (weinig zeggend), Axel Weydts (licht boosaardig, spottend) en héél eventjes Axel Ronse met een ironische vraag.
Hierna enkele meer van belang zijnde tussenkomsten. (Aan de hand van de vraagstellingen kan men wel aanvoelen wat het standpunt is van de spreker.) In cursief lettertype soms wat toelichting van kortrijkwatcher zelf.

Benjamin Vandorpe blijft erover verbaasd dat de verdeelsleutel van de kosten pas echt wordt vastgelegd bij de aanbesteding.
Over de verdeling van de bouwkost hebben we het later nog in detail, want de gazetten weten weer nergens van. Per onderdeel van het project zijn er andere procenten. Laat ons nu volstaan met te zeggen dat wij voor het nieuwe station alléén instaan voor 3,95 miljoen op 47,27 miljoen (8,3 %). Voor indirecte kosten (erelonen, management, communicatie, studiekosten) zijn er al concreet geraamde kosten voor Stad aangegeven maar – eigenaardig genoeg – géén procenten.
De NMBS (Joëlle François) merkt op dat “de grote krijtlijnen” vast liggen. Zij wijst er ook op dat indien men nu nog zou raken aan de samenwerkingsovereenkomst (SWO3) men heel de ronde zou moeten overdoen. En dan lezen we dit: “De verdeling van de aanneming gebeurt niet op basis van de %, de % is eigenlijk het gevolg van de verdeling en van de finale raming of aanbestedingsprijzen. Het % wordt eerder gebruikt voor de verdeling van de kosten van de technische studies.” Tja.
Vandorpe wou ook weten wat het prijsverschil zou kunnen zijn tussen renovatie van het bestaand station en nieuwbouw. Schepen Weydts geeft als antwoord dat de CVP indertijd (2014) vorige overeenkomsten heeft goedgekeurd en schepen Maddens verwijst gewoon naar vroegere tussentijdse rapporten.
In de Kamer van Volksvertegenwoordiging is hierover door Frank Troosters (VB) ook ooit een vraag gesteld.
De minister vond toen (24/072022) dat de kosten voor renovatie en de aanpassingen van het bestaand gebouw te hoog zouden oplopen, dat het bestaand station au fond te groot is en dat er van alles niet meer beantwoordt aan hedendaagse vereisten.
Bijv. de doorgangen onder de grond.
Wouter Vermeersch is vooral bezorgd om het aantal parkeerplaatsen bovengronds en over de kosten van het station. De NMBS antwoordt dat de raming is gebaseerd op de meest recente aannemingsbedragen (2021) van de stations Gent en Mechelen, de duurste eenheidsprijzen. En daar bovenop is 17% inflatie gerekend. Voor het openbaar domein is de raming van 2021 verhoogd met 20%.
Marc Cottenier oordeelt regelrecht en kort dat hij het een mooi gebouw vindt. Schepen Ronse vraagt (ironisch?) of hij dat nog een keer wil herhalen. “Ja, het is een mooi en functioneel gebouw.” Ambtenaar Wim Lodewyck profiteert van de gelegenheid om te verklaren dat het nieuw gebouw binnen de NMBS zelf is geconcipieerd en niet door een “sterarchitect”.
Moniek Gheysens is “geboulverseerd“. Zij staat in de discussie boven de partijen en hun standpunten maar wil alleszins de gevel van het bestaand station bewaren. Zij vraagt aan schepen De Coene waarom hij – net als vroeger met de SOS-beweging – NIET achter de verdediging van het erfgoed staat. (Geen antwoord.) Schepen Maddens reageert wel. Meningen kunnen verschillen. En daarbij: de verdedigers van het erfgoed zijn daar pas 9 maand geleden mee begonnen en het project bestaat daarentegen al 15 jaar.
Matti Vandemaele wil eerst duidelijk stellen dat hij een believer is van het project. Hij wil wel eens weten waarom de gevel van het huidig gebouw niet kan blijven. Schepen Weydts wijst op het belangrijk uitgangspunt: twee wijken verbinden. En wat gebeurt er met de parking Tacklaan? Schepen Weydts: daar is nog geen duidelijkheid over.
Hannelore Vanhoenacker zegt dat zij niet blind is voor de beslissingen van 13 jaar geleden. (Haar partij was toen voor de afbraak van het station. Pro een nieuw “zwevend” station, boven de sporen.) Maar, zegt Hannelore: “voortschrijdend inzicht is belangrijk”. “De trend naar verduurzaamheid en duurzaam bouwen moeten we meenemen.”

(Wordt vervolgd.)