In onze vorige editie staken we méér dan de draak met onze gemeenteraadsleden die niets weten te vertellen over de zgn. “semesterrapportering” over het gevoerde beleid gedurende de eerste helft van dit jaar. We zijn daar niet enkel kwaad om maar ook triestig. Jawel! Hoe kan dat nu dat men in een gemeenteraadszitting (die van september) er niet toe komt om een “opvolgingsrapportering” (dat is in feite een soort begrotingscontrole halverwege het boekjaar) zonder enige bespreking laat voorbijgaan?
Luie (en/of incompetente) raadsleden vinden allerhande smoezen uit om te camoufleren dat zij geen weg kunnen met wat uitgebreide, wat complexere beleidsdocumenten.
De meest memorabele uitvlucht van een raadslid dat ik ooit hoorde om zijn tekortkoming als verkozen vertegenwoordiger van de (Kortrijkse) bevolking te camoufleren ging zo. ” Ik ga niet tussenkomen over de begroting van volgend jaar, want dat zijn maar ramingen. Veel belangrijker is de jaarrekening, met de reële bedragen die zijn uitgegeven of ontvangen”. En wat opperde het raadslid toen de jaarrekening er daadwerkelijk aan kwam? Dat hij niet zou tussenkomen want “de bedragen waar toch al besteed.” Er was toch niets meer aan te doen…
Bon. Tot daar onze kolèire.
In dit voorliggende rapport vergelijkt men de tot op heden gedane reële uitgaven en ontvangsten van het eerste semester met het (geraamde) budget uit het laatste aangepaste (dat is het derde) meerjarenplan (AMPJ) van 2023.
Er zijn intussen toch wel twee wijzigingen doorgevoerd.
De eerste is uiteraard noodzakelijk, vanzelfsprekend. In het investeringsbudget zijn de nu inmiddels gekende restkredieten uit 2002 doorgevoerd. Datgene wat men in dat jaar niet kon besteden, niet kon realiseren. Aldus is het uitgavenbudget van de investeringen momenteel gestegen van 81,63 miljoen naar 83,55 miljoen euro. Aan ontvangstenzijde is er natuurlijk ook een overdracht, nu van 14,30 naar 19,89 miljoen.
Van belang hierbij is om na te gaan wat daarvan al is verwezenlijk halverwege dit jaar (toestand op 30 juni). De fameuze realisatiegraad waarover we het hier zo kunnen zagen.
Beste Kortrijkzanen, nu we het verkiezingsjaar naderen is er een opvallende inhaalbeweging bezig !
Van die gebudgetteerde 83 miljoen investeringen is op heden al 80,6 procent vastgelegd (in een contract vervat), en 37,1 procent effectief geboekt. Dat is in vergelijking met wat we presteerden halverwege 2022 een sprong voorwaarts. Toen hadden we bijv. nog slechts net de helft van het voorziene krediet vastgelegd.
De tweede wijziging slaat op “aanpassingen van de ramingen”, een andere uitdrukking voor “verschuivingen van kredieten”, zonder dat de totaliteit ervan is gewijzigd. Dat is wellicht iets voor later.
U wenst waarschijnlijk nu al iets te weten over de investeringsprojecten waar we dit jaar, in dit eerste semester, al het meeste geld hebben aan hebben uitgegeven? De aanrekeningen groter dan 500 K?
In tabelvorm geven die van 1 M of meer.
– Zorgcampus Sint-Jozef: 6,5 M (dat is een evergreen!)
– Bij ‘Depot Ruimte’: site KGM: 3,9 (een minder bekende post)
– De deelfabriek: 2,4 M (dit project bleef maar aanslepen)
– Fietssnelwegen: 2,2 M
– Groeningeabdij (ABBY): 2,2 M
– Vernieuwing straten: 1,8 M
– Fietsroutes: 1,0 M
Vlug iets over de stand van zaken in het exploitatiebudget.
Ook hier is de realisatiegraad in deze eerste semester van dit jaar hoger dan in dezelfde eerste semester van 2022. Maar dat is niet zozeer “onze schuld”. De voornaamste verklaring is de hogere inflatie. Hogere lonen: voor stad+OCMW+vzw: + 6,6 M. Ook hogere steunuitgaven: + 2,8 M.
Hier hebben we evenwel héél slecht nieuws!
Het saldo van de exploitatieuitgaven en – ontvangsten is momenteel negatief: MIN 9,5 M. En we hebben af te rekenen met kapitaalaflossingen ten bedrage van 10,8 M. Te samen maakt dat dus een negatieve autofinancieringsmarge van MIN 20,3 M.
Zullen we dat nog kunnen rechtzetten aan het eind van het jaar?? (En volgend jaar MOET de AFM positief zijn!)
Aan de raadsleden die er het zwijgen toe deden moeten we het niet vragen…
(Wordt vervolgd.)
Monthly Archives: oktober 2023
Een budgetcontrole waar raadsleden geen woord weten over te zeggen, geen woord…(1)
We gaan er redelijkerwijs vanuit dat de modale lezer van kortrijkwatcher begaan is met politiek in het algemeen, ook op gewestelijk en nationaal vlak. Dat die lezer het zich dus totaal niet kan voorstellen dat bijvoorbeeld de jaarlijkse budgetcontrole (traditioneel in de loop van de maand maart) van de federale regering onbesproken blijft in de plenaire zitting van de Kamer. Ook in de pers onbesproken zou blijven. Idem voor de aanpassing (herziening) van de Vlaamse regering die normaliter wordt afgerond tegen eind juni.
Wel, één van de wijzigingen in de zgn. “beleids- en beheerscyclus” (BBC) 2020-2025 is de invoering van een verplichte “opvolgingsrapportering“. Die “budgetcontrole” (wat dat is het eigenlijk) over het eerste semester van het boekjaar moet in alle steden en gemeenten minstens voor het einde van het derde kwartaal voorgelegd aan de Raad.
Stad Kortrijk (met zijn financieel directeur J. Dejonckheere) kwijt zich al jaren zorgvuldig en op tijd van deze taak.
De “semesterrapportering” van dit jaar is afgesloten op 30 juni.
De raadsleden konden er al kennis van nemen via de notulen van het College van Burgemeester en Schepenen van 28 augustus. Het document werd geagendeerd op de eerste zitting van de gemeenteraad na het verlof, d.w.z. op 11 september. (Punt 13.) En ter voorbereiding kwam het punt al ter sprake in de raadscommissie van 5 september.
We willen maar zeggen: de raadsleden hadden alle tijd om zich duchtig voor te bereiden op een bekwame, significante tussenkomst over die budgetaanpassing in de gemeenteraad van 11 september.
Maar wat bleek? Geen enkel van de raadsleden vond het de moeite om ook maar één woord te “verspillen” aan dit ongemeen belangrijk rapport. Geen 1. (Het agendapunt was overigens alleen door Groen ter bespreking gesteld, maar de fractieleider verkeerde alweer in een dusdanige ZEN-modus dat hij geheel buiten beeld is gebleven.) Over de onbestaande verslaggeving in de plaatselijke pers moeten we het niet meer hebben…
Beste lezer. De vraag die u zich nu waarschijnlijk stelt is gewettigd. Misschien hadden raadsleden het onderwerp al uitputtend behandeld in de voorafgaande raadscommissie dd. 5 september?
Maar NEEN!
In die commissie heeft de financieel directeur ongeveer uitsluitend het woord gevoerd, d.w.z. nogal uitvoerig de voornaamste punten uit het rapport toegelicht, – wel wetende dat zijn toehoorders het stuk nauwelijks hebben doorgenomen. (Het gaat dan ook om een lijvig document: 112 bladzijden, dat is nu eenmaal veel teveel voor een gemiddeld raadslid.)
Er zijn wel twee vragen geteld, één per raadslid dat zijn vinger opstak.
Ewel ja, het wordt tijd dat de senior-writer van “Kortrijkwatcher” aan het eind van deze legislatuur een keer zijn licht werpt op de algemene werking van de gemeenteraad. Een compliance review! Het moet niet telkens enkel en alleen gaan over de onbehoorlijke leiding van voorzitter Helga Kints ! In de Kortrijkse Raad zetelen waarlijk vele leden die alle redenen hebben om in eer en geweten te beslissen dat zij er niet thuis horen. Er niets van bakken. Er niks van begrijpen. Niets noemenswaardig hebben in te brengen. Zich ter zitting steendood vervelen. Ja.
Die semesterrapportering omvat dus ongemeen belangrijke elementen:
– een stand van zaken (na een half jaar) van de prioritaire acties of plannen van het meerjarenplan;
– een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven (ook investeringen!) voor het lopende jaar;
– mogelijke wijzigingen in de vroeger gemaakte assumpties (die inflatie!);
– mogelijke wijzigingen in de financiële risico’s (kunnen ook meevallen!).
In volgende editie(s) van deze stadskrant vergasten we u op enkele tussentijdse markante vaststellingen over het beleid in de eerste helft van dit jaar.
Wellicht vraagt u zich af waarom we het pas nu over deze rapportering hebben over het eerste semester.
Dat komt gewoon omdat we pas onlangs de volledige tekst van het document konden in handen krijgen. Staat nog altijd niet op de website van Stad.
Er is goed en slecht nieuws.
Wat de raadsleden zoal denken over die Kortrijkse bevraging (de vierde) over het doven van de openbare verlichting (2)
In de vorige editie van deze alternatieve stadskrant konden we u – niet zonder het bij deze elektronische krant geheel passende leedvermaak – vertellen dat het stadsbestuur een flagrante fout had gemaakt in de formulering van de oorspronkelijke versie van de eerste vraag van het op til zijnde “referendum”. Die over het al of niet doven van de openbare verlichting gedurende bepaalde nachtelijke uren, op bepaalde nachten, maar NIET op bepaalde plaatsen.
De onwaarschijnlijke, onthutsende fout bestond erin dat men kiesgerechtigden de indruk gaf dat heel de zaak enkel maar een kwestie was van de wil om al of niet energie te besparen. Het antwoord op die eerste vraag werd aldus aangestuurd. Kortrijkzanen die absoluut niets meer wilden weten van het uitdoven van de lichten kregen aldus de indruk dat ze toch wel grote, onverantwoorde geldverspillers waren. (De kosten werden zelfs toegelicht.) De vileine Schadenfreude bij onze redactie had een gegronde reden: de fout werd namelijk ontdekt door externe “profs-specialisten” in vormen van ‘lokale democratie’. Van schepen Wouter Allijns (noch van de burgemeester) mochten we weten om wie het ging. (Kortrijkwatcher heeft een sterk vermoeden dat het net om die ‘specialisten’ gaat van de UGent die onlangs de opdracht kregen om de Kortrijkse zgn. “referenda” te evalueren. Wie anders?)
Deplorabel is even wel dat die broodnodige rechtzetting eigenlijk al te laat kwam. Alle media hadden immers al op 31 augustus breedvoerig bericht over die subjectieve vorm van bevraging. Met de nadruk op de (blijvende) besparing die gepaard gaat met het doven van de openbare verlichting.
En zo komen we tot de gemeenteraad van 11 september waarbij de raadsleden de gelegenheid kregen om de bevraging al of niet goed te keuren.
De eerste interveniënt was Jean De Béthune (CD&V). En voor de zoveelste keer deed hij er zijn beklag over dat de vraagstelling van het ‘referendum” alweer eerst is gepubliceerd in de media én op de website van Stad en dit terwijl (net door zijn toedoen) na veel gezaag daarover in vorige gemeenteraden was bekomen dat de raadsleden als eersten de gelegenheid zouden krijgen om te stemmen over mogelijke vragen die zouden voorgelegd aan de bevolking.
Fundamenteel was nog zijn opinie dat het onderwerp zelf niet echt geschikt is om over te laten aan de publieke opinie. Beleid moet gevoerd worden. Veiligheid moet niet publiekelijk afgemeten worden aan mogelijke energiebesparingen. Voorts vond Jean dat het bestuur bij de berekening van de kosten er “een potje” van gemaakt had. Het is allemaal veel complexer dan voorgesteld.
Volgend sprekerd was Matti Vandermaele van Groen.
Hij is wel degelijk voorstander van participatie (daar niet van) maar – zoals hij al opmerkte bij de bespreking van een vorige bevraging – is het ‘referendum’ naar zijn mening geen geschikt instrument is om beleid te voeren. De vraagstelling is immers noodzakelijkerwijze te simpel voor het voorliggende probleem. Ten gronde evenwel is een referendum eigenlijk des duivels: het zet alleen maar mensen en groepen van mensen tegen elkaar op.
Het Vlaams Belang had volgens voorzitter Helga Kints het agendapunt niet ter bespreking gesteld, maar raadslid Carmen Ryheul nam toch te woord. Voornaamste punt van haar betoog was dat er belangrijker thema’s zijn voor te leggen aan de Kortrijkanen maar dat het bestuur die niet aandurft. Zij verwijst ook naar het feit dat het bestuur zijn engagementen niet nakomt: de vele suggesties die indertijd bij het eerste referendum over autoloze zondagen binnenliepen werden nauwelijks bekeken.
Onafhankelijk raadslid Jacques Demeersseman is aan de beurt en dat betekent meestal heibel.
Hij vraagt naar cijfermateriaal over de impact van de veiligheid bij het doven van de verlichting. (Op de raadscommissie van 5 september luidde het dat die gegevens (nog) niet ter beschikking waren.) Geen antwoord. (In het Stadsmagazine van oktober is sprake van een status quo inzake verkeersongevallen en inbraken en een stijging van het onveiligheidsgevoel.)
Raadslid Demeersseman wil ook wel eens weten waarom er nog altijd moet gereserveerd worden om toegang te krijgen tot het recyclagepark in Heule, terwijl deze regel in het vorige ‘referendum’ over “Nette Stad” met een grote meerderheid werd verworpen. Geen antwoord.
Hij zal die vraag later op de avond in het kader van de replieken met veel nadruk nog een keer stellen. Na enige aarzeling antwoordt burgemeester Ruthie Vandenberghe (bevoegd voor afval) dan toch met een ongemeen kort antwoord: “heel binnenkort“.
Stuitend is dat.
Over het nogal accidentele einde van de zitting hadden we het al in onze vorige editie.
Om 22u25′ maakt voorzitter Helga Kints een abrupt einde aan de replieken door het (geamendeerde) voorstel van de bevraging ter stemming te brengen.
16 leden tegen (de volledige oppositie), 23 voor.
Eigenlijk is dat voor de Kortrijkzanen wel van belang te weten dat er bij de raadsleden niet de minste consensus is over de bevraging. Dat zo’n plan tot raadpleging van de bevolking de partijgrenzen niet overstijgt. Maar de pers geeft weer geen kik.