Nu de jaarrekening van vorig jaar 2024 is gekend, kunnen we eindelijk wat globale opmerkingen maken over de geïnde belastingen in de vorige legislatuur 2019-2024 en meteen ook iets vertellen over gemeentebelastingen in het algemeen (voor dummies). Zie intussen nog een keer dat mooie grafiekje in multicolor in een vorige uitgave van deze stadskrant. (Onze gemeenteraadwatcher kan daar uren naar kijken.)
Hoeveel soorten gemeentebelastingen zijn er hier nu eigenlijk?
We gaan dat eens vlug zeggen, : 30. Het gaat om:
– vier zgn. aanvullende belastingen (voornaamste: APB en OV)
– tien bedrijfsbelastingen (grootste opbrengst: verspreiding kosteloos reclamedrukwerk);
– elf zgn. “andere belastingen” (typisch lokale tarieven, bijv. voor afgifte administratieve stukken);
– vijf voor ‘parkeren en GAS’ (nu ook de beruchte GAS5).
Opbrengst
– De totale opbrengst van alle belastingen samen bedroeg vorig jaar:
85.844.171 euro. Ten opzichte van alle mogelijke exploitatieontvangsten van Stad is dat 31,2 procent. (Klassiek percentage.)
– Het stijgingspercentage voor de afgelopen bestuursperiode (in
6 jaar dus) bedraagt 18,7%.
In bedragen: we gaan van 72.282.352 euro naar 85.844.171 euro aan totale ontvangsten.
– Even vergelijken. In de eerste periode 2013-2018 van de tripartite was het stijgingspercentage ietwat minder: 16,9%. (Het ging toen van 59,8 miljoen aan belastingontvangsten naar 69,5 miljoen.)
Sigaren uit eigen doos?
– Hoeveel belastingen betaalden wij hier vorig jaar per huishouden?
We bedoelen de som van alle belastingen (die 85 M) gedeeld door het aantal huishoudens (35.042).
Uitkomst: 2.450 euro.
– En per capita dan (baby’s inbegrepen)? : 1.063 euro. (Met als aantal inwoners: 80.737.)
Even demagogisch. Als het stadsbestuur ons bijv. op nieuwjaar trakteert met frieten en zo, of met een vuurwerk, dan moet je altijd bedenken dat je dat allemaal zelf hebt betaald.
Tarieven van de twee voornaamste belastingen onveranderd
Het Kortrijkse bestuur gaat er telkens, al twee periodes lang (en nu weer) prat op dat de tarieven (aanslagvoeten) van de APB en de OV ongewijzigd blijven. Mensen weten niet dat dit ook het geval is in bijna alle Vlaamse gemeenten. We staan er zelf versteld van. Zie maar op Tinternet. Je kan daar voor alle gemeenten een tabel vinden van de toegepaste aanslagvoeten sinds 2018 tot nu. Merkwaardig hoe stabiel die blijven.
Hier past een komische noot. Toen Quickie voor het eerst dong naar het burgemeesterschap was zijn grote verkiezingsslogan dat er geen belastingverhoging zou komen. Dat was zo. In tarieven ! Maar hij heeft al onmiddellijk drie nieuwe belastingen ingevoerd. (Meest bekende: die op logies.)
Zijn de Kortrijkse aanslagvoeten te hoog?
We kunnen moeilijk anders dan vergelijken met de andere centrumsteden. En dat is ook iets dat je zelden zal lezen in een bijdrage van Peter Lanssens in zijn gazette HLN:
– voor APB staan we met 7,9% op de 2de plaats
– en voor OC met 1102 opcentiemen op de 3de plaats.
Voor de APB is het gemiddelde in Vlaanderen nu 7,26% en voor OV 1000,24.
Overzicht tarieven APB / OV in de 13 centrumsteden
Aalst: 7,5 / 944
Antwerpen: 7,0 / 850
Brugge: 6,9 / 1007,56
Genk: 7,5 / 850,13
Gent: 6,5 / 1088
Hasselt: 7 / 986,4
Kortrijk: 7,9 / 1102
Leuven: 6,7 / 975
Mechelen: 6,8 / 1100
Oostende: 6,5 / 1259,45
Roeselare: 8,5 / 1140
Sint-Niklaas: 7,7 / 834,38
Turnhout: 7,5 / 913
Oei.
Dat stuk wordt hier te lang.
Over naar volgende editie.