Pro memorie
De lezer zal zich de voorgeschiedenis wel herinneren, zo meent kortrijkwatcher althans.
De vlaszwingelmolen in Heule is in 1866 gebouwd door ene Ivo Depez. Vandaar de naam trouwens!… Zeker na WO I raakte de molen zodanig in verval dat wat nog overbleef stilaan kon beschouwd worden als een uniek stuk erfgoed. (In 1944 werd de molen trouwens aangezien als een beschermd monument.)
– In 1934 kon Jean-Baptiste de Béthune de verwaarlozing echt niet meer dulden en liet hij op eigen kosten wat lapwerk uitvoeren.
– Vanaf 1957 nam het toen nog autonome Heulse gemeentebestuur het initiatief om sporadisch te investeren in enige herstelwerken.
– Maar in 1990 namen “De vrienden van Preetjes molen” het heft in handen. De vzw kreeg de molen in 1887 zelfs (gratis) in erfpacht (tot 2024!). Na weerom diverse – en soms dure werken – slaagde men erin om in 1996 in de molen te laten draaien.
Een tekenende anekdote voor de bestuurlijke gang van zaken.
Op 28 juni 1955 ontving het gemeentebestuur van Heule een brief van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen met de mededeling dat men zou overgaan tot opheffing van de bescherming van de molen, aangezien hij volgens hun gegevens niet meer bestond.
2016: Stad wordt eigenaar van de vlaszwingelmolen
(In de bestuursperiode 2013-2018 is schepen Wout Maddens bevoegd voor Bouwkundig Erfgoed en Monumentenzorg.)
De vzw kon intussen het onderhoud en de exploitatie zowel bestuurlijk als financieel niet meer bolwerken en smeekte in 2016 dat stad Kortrijk de molen zou aankopen, eigendom van de familie Vandenbulcke-Deprez.
Het College van Burgemeester en Schepenen van 20 juni 2016 besliste om de nodige stappen te ondernemen om de molen te verwerven. Een akkoord met de familie werd bereikt om de molen met bijhorende grond (690 m²) te kopen voor een bedrag van 10.000 euro. (Dat is lager dan de geschatte prijs van 12.500 euro.)
Er zijn wel weer dringende onderhoudswerken nodig: schilderen, vastmaken van de wielen, oplappen van het strooien dak.
Het duurt nog tot 5 december 2016 eer het dossier voor de gemeenteraad komt.
De eerste kosten voor Stad
(In de bestuursperiode 2019-2024 is Philippe De Coene schepen voor Onroerend Erfgoed..)
– 2020: de Dienst Gebouwen van stad geeft opdracht aan Monumentenwacht West-Vlaanderen om een inspectie van de molen uit te voeren. Het rapport geeft aanbevelingen om dringende en minder dringende werken aan te vatten.
– 2021: dringende wreken aan de draai- en askop worden uitgevoerd. 12.559,80 euro.
– 2022: de rieten dakbedekking krijgt een beurt. 7.64,80 euro.
– Voorjaar 2023: de molen wordt stilgelegd !!
– April 2024: een nieuw rapport van Monumentenwacht vindt dat een algehele restauratie nodig is.
– Voorjaar 2014: in afwachting van die totale restauratie gaat men nog vlug over tot tot wat kleine herstelwerken, schilderen, bescherming van rieten dak, vernieuwen van wat ‘loodslabben’. (Prijs niet gevonden.)
2024′: de bestuurskracht slaat toe
Op 9 september 2024 bepaalt het College de voorwaarden en de wijze van gunnen voor een algehele en waarlijk grondige restauratie van de molen.
Twee firma’s (en slecht twee) worden aangeschreven. Geraamde kostprijs 162.835,75 euro (incl. BTW 21%.)
P.S.
Daarover hebben we het in een volgende uitgave van deze krant.
Het gaat om de werken die nu pas zijn gestart en hoogstwaarschijnlijk in de zomer van volgend jaar kunnen beëindigd. Dan krijgen we (na al die vele tussentijdse ingrepen…) me dunkt een soort replica van de de molen, zo zou men kunnen stellen…