Laat die Mexicaanse griep maar komen in stad Kortrijk

Al tijdens de zomer is er ter stede een uitgebreide multidisciplinaire werkgroep opgericht om een Bijzonder Nood- en Interventieplan (BNIP) op te stellen met voorzieningen bij een mogelijke uitbraak van influenza-A/H1N1. Met twee ambtelijke coördinatoren.
Er zijn drie fasen in de opbouw van de strijd tegen een pandemie in Groot-Kortrijk.

Eerste fase
Bij uitbraak komt er een callcenter om de huisartsen ietwat te ontlasten. Daarbij wordt de burger aangemaand (via de huisarts?) om bij de eerste griepale symptomen thuis te blijven en de huisarts op huisbezoek te laten komen. In tweede instantie, als artsen de huisbezoeken te belastend ervaren, zal men de Kortrijkzanen vragen om toch zelf op consultatie te gaan. Maar aangezien men in eerste instantie vraagt om thuis te blijven zullen velen afhankelijk worden van de thuiszorg. Nogal wiedes. Voor wie zich niet kan beroepen op gedegen mantelzorg (buren en familieleden zijn ziek, en het Wit-Gele Kruis is helemaal van de straat) zal het callcenter thuiszorg en hospitalisaties regelen.

Tweede fase
Hierbij stelt het callcenter zich ook open voor de burger, om informatie over de lokale situatie te verschaffen.

Derde en wel laatste fase
Indien de huisartsen de situatie niet meer aankunnen, komen er tien lokale zorgmeldpunten (LZMP’s). Drie voor Kortrijk (in het JOC, de brandweerkazerne, Centrum Overleie OF SC Mimosa) en één voor elke deelgemeente (ontmoetingscentra en buurthuizen).

Zo. Nu weet u het weer. Staat weerom niet in de krant.

* Waar komt dat callcenter en het coördinatiecentrum én het registratiecentrum?
Op de derde verdieping van het nieuwe stadhuis, in het PC-lokaal van P&O.
* Waar komt er een opslagplaats voor anti-virale middelen?
In de apotheek van het AZ-Groeninge.

De dienst Financiën is in voorkomend geval bereid om 2.000 euro ter beschikking te stellen voor kleine noodwendigheden als daar zijn ontsmettingsmiddelen en FFP2-maskertjes.

Stadsgenoten,
ga nu maar rustig slapen.