Thuistaal “niet-Nederlands” in Kortrijkse scholen

Nu onafhankelijk raadslid (maar intussen bekeerd tot het Vlaams Belang) Steve Vanneste stelde eind november van vorig jaar de schriftelijke vraag naar de thuistaal van de schoolgaande jeugd in Kortrijk.
Het antwoord is nu pas verschenen in het “Bulletin van Vragen en Antwoorden” van februari 2017.

Maar wanneer voldoen leerlingen aan de indicator thuistaal “niet-Nederlands”?
–  Als het gezin slechts één gezinslid heeft (bijv.  de moeder, of de vader) en met haar of hem geen Nederlands spreekt.
–  Als de leerling meer dan één gezinslid telt en met de anderen geen of maximum met één gezinslid Nederlands spreekt.  (Broers en zussen worden als één gezinslid beschouwd.)

Volgens  het bovenvermeld “Bulletin” tellen de basisscholen in 2015 alhier (kleuter en lager onderwijs) 8.252 leerlingen: 1.622 daarvan scoren op de indicator  “thuistaal niet-Nederlands”.  Dat is 19,6  procent.
Op te merken valt dat er bij die basisscholen onderling heel grote verschillen zijn inzake percentages.
Zij lopen uiteen van 1% tot 78%…

Het secundair onderwijs telt (in 2015)  9891 leerlingen en daarvan zijn er 1184 met thuistaal niet-Nederlands.  Dat is 11,9 %.
Ook hier zijn er grote verschillen in percentages; van 3% tot 45%.
Er zijn in Kortrijk dus wel degelijk “zwarte” scholen.

Bovenstaande  cijfers zijn geregistreerd in februari 2015 en slaan derhalve op het schooljaar 2014-2015.  Volgens het “Bulletin” zijn dit de meeste recente gegevens, te vinden op de website van het “Agentschap voor Onderwijsdiensten” (www.agodi.be).

Dankzij een schriftelijke vraag van N-VA-parlementariër en Izegems burgemeester Bert Maertens beschikken we enigszins over andere en betere cijfergegevens van schoolgaande kinderen en jongeren die thuis geen Nederlands spreken.  Het Vlaams parlementslid stelde zijn vraag in september vorig jaar en het antwoord kwam al in oktober.
Ook hier is de bron de website  van het “Agentschap voor Onderwijsdiensten”.

En zie:  we krijgen niettemin andere cijfers voor het schooljaar 2014-2015 dan in het “Bulletin” is aangereikt.
–  Basisonderwijs (BAO):  1.691 kinderen met als thuistaal niet-Nederlands (19,9%).
–  Secundair  onderwijs (SO):  1.166 (12,7%).
–  Totaal:  2.961 (16,9%).

Meer recent nu.
Schooljaar 2015-2016:
–  BAO: 1.691 (19,9%)
–  SO:  1.270 (14,0%)
–  Totaal: 2.61 (16,9%).

Interessant is dat de cijfergegevens die Bert Maertens kreeg een evolutie over de jaren heen weergeven, te beginnen met het schooljaar 2011-2012.
Die evolutie is stiigend!
De registratie van februari 2012 gaf voor het Kortrijkse BAO 18,3% aan en voor het SO 10,4%.  Het totaal was toen 14,0%.

Interessant is nog dat de aan Bert Maertens verstrekte gegevens slaan op alle arrondissementen en gemeenten in Zuid- West-Vlaanderen.
Opvallend is dat de stijging niet beperkt blijft tot de steden.
We kijken even naar onze buurgemeenten.
–   Kuurne:  van 8,2% naar 10,3%.
–   Harelbeke: van 10,2% naar 13,3%.
–   Wevelgem: van 4,0% naar 6,5%.
–   Zwevegem: van 3,0% naar 4,1%.