Onderaan het stuk (bij het P.S.) een aanvulling over kostprijzen.
In het kader van het grootse project tot het realiseren van een “Kunst- en Tentoonstellingsruimte” rond het abdijgebouw in het Begijnhofpark vindt men het nodig om het achterliggend gedeelte van drie huizen in de Groeningestraat te slopen. Het gaat om de nummers 38, 40, 42. In totaal wordt er bijna 5.800 m³ met een footprint van iets minder dan 820 m² gesloopt.
Gedurfde ingreep 1: splitsing van de omgevingsvergunningen.
De omgevingsvergunning voor wat betreft de sloopwerken betreft is goedgekeurd door het College op 30 augustus.
De eigenlijke ontwikkeling van de site (nieuwbouwdelen, verbouwingen, omgevingsaanleg) was niet openomen in die goedgekeurde aanvraag.
Op zich is dit al niet evident en gedurfd. De sloop- en demontagewerken zullen dus pas kunnen aangevat nadat ook een aanvraag tot omgevingsvergunning voor de hele site werd ingediend en ontvankelijk verklaard.
Die opsplitsing van aanvragen motiveert het stadbestuur met de gedachte dat een voorafgaande sloop de mogelijkheid biedt om het archeologisch onderzoek (dat lang kan aanslepen) vlug te starten en vlot uit te voeren.
Het College hoopte in mei van dit jaar nog dat men in december zou kunnen starten met de afbraakwerken en in februari 2022 met het archeologisch traject.
Maar die timing is blijkbaar drastisch veranderd.
De uitvoering van het sloopdossier is nu pas voorzien vanaf februari 2022 en zal verlopen in twee fasen: de afbraak van de huidige gebouwen én de grondwerken, gecombineerd met archeologische opgravingen. Deze werken zullen waarschijnlijk vier maanden duren. De eigenlijke bouwwerken starten dan in augustus 2022 en zullen duren tot in het voorjaar 2024 . En toch hoopt men nog altijd op de opening van de nieuwe site in september 2024.
Gedurfde ingreep 2: slopen van (een deel van) een pand dat stad niet bezit.
We vroegen aan de bevoegde schepen of de panden nummer 38, 40, 42 in de Groeningestraat wel behoren tot het patrimonium van de stad. Na enig aandringen kregen we van zijn administratie de mededeling dat “de gebouwen met uitzondering van nr. 38 stadseigendom zijn”.
Op de onderliggende vraag naar de eigendomstitels van de nrs. 40 en 42 (datum van verwerving en prijs?) kwam geen antwoord.
Met de eigenaar van het pand nr. 38 zijn natuurlijk gesprekken aan de gang. Dat spreekt.
De juridische vraag blijft. Hoe zal (en kan?) een stad dat oplossen: een pand slopen dat men niet in bezit heeft?
Beste lezer, weet u het soms?
P.S.
– Raming van het sloopdossier: 399.035 euro (incl. BTW)
– Raming van de bouwkost: 9.441.294 (excl. BTW)
– Raming van de totale projectkost: 14.471.894 euro (Incl. BTW en erelonen)
Men vroeg ons hoeveel het archeologisch onderzoek zou kosten. Exclusief BTW is dat geraamd op 119.000 euro, en dit bedrag zou vervat zijn in de totale projectprijs. Inc. BTW zou het gaan om 144.020 euro. Bij dit soort van ramingen vragen wij ons altijd af hoe projectleiders of ontwerpers de kostprijs van dit bijzonder soort van werken kunnen ramen zonder daarbij deskundige externen (archeologen) te betrekken. Die kunnen dan toch niet meer mededingen als kandidaat voor die werken?