Category Archives: investeringen

Wanneer zal Quickie een keer ophouden met liegen?? (2)

Ter inleiding
In dit stuk gaat het over heel wat cijfergegevens.
Om een en ander leesbaar te houden – en om de liefhebbers gedetailleerde, nauwkeurige informatie te bezorgen – zullen we die later meer uitgebreid in een afzonderlijk stuk publiceren
.

2024 is een verkiezingsjaar, het sein voor politici om vooruit te plannen.” En: “burgemeester Vincent Van Quickenborne loste een eerste schot voor de boeg.”
Zo begint in de regionale editie van 6 januari van HLN een stuk van de 0,00%-journalist Peter Lanssens, de marionet van het stadsbestuur, meer in het bijzonder dan toch van Quickie en Axel Weydts, de befaamde schepen van Velo. (Lanssens heeft het daarbij om een lusvormige wandelroute die Q intussen als verkiezingsstunt heeft bedacht.)
Er staat ons waarlijk nog wat te wachten inzake – voor bepaalde kandidaten dan toch – kosteloze kiespropaganda in onze lokale gazetten, alleszins in HLN.

Het “eerste schot voor de boeg” is eigenlijk al afgevuurd in onze gazetten van vorige week, toen het stadsbestuur (in de feiten: Vincent VVQ himself) uitpakte met de mededeling dat “Kortrijk zich opmaakt voor 12 grote openingen in 2024.”
Twee gazetten hebben het daarbij nogal uitdrukkelijk gewaagd om het ook met cijfergegevens te hebben over voorbije en lopende investeringen. Zij lieten daarbij voornamelijk Quickie aan het woord. We achten het onze journalistiek-deontologische plicht om bepaalde van die cijfers die de burgemeester ons wil meegeven hartsgrondig te betwijfelen.
Dat hij zaken beweert die niet waar of niet juist zijn, of halve waarheden vertelt (of zaken NIET vertelt), dat bestempelen we dus zonder schroom als “liegen”. Politici die de kiezer misleiden met gegevens die niet juist zijn maar wel goed klinken, die noemen we dus “leugenaars”. Zo zijn we nu eenmaal.(Voor wie liever een deftiger politicologisch predicaat wil: het zijn “machiavellisten”.)

Laten we even starten met “De Krant van West-Vlaanderen” ter hand te nemen. Editie van 5 januari. Een verslag van reporter Margot Demeulemeester (die nog altijd verstoken blijft van enige elementaire kennis over gemeentepolitiek). De andere krant die ons ietwat heeft geïnformeerd is “Het Nieuwsblad” van 2 januari, maar we vonden enkel een online-versie van Bas De Wilde (om 16u13 van die dag gepubliceerd) en geen print.
Margot noteert bij monde van de burgemeester dat stad en deelgemeenten in deze legislatuur de grootste investeringen ooit kenden voor Kortrijk. “Goed voor 363 miljoen euro.”
Dat getal is wat afgerond, in “Het Nieuwsblad” houdt Bas het met 363,2 M al wat nauwkeuriger. Het gaat namelijk om 363.241.706 euro. Maar goed, daar vallen we niet over. We willen vooral onze bekommernis uitdrukken over het feit dat de reporter(s) evenwel niet in staat zijn om hierbij de burgemeester te wijzen op een ernstige onnauwkeurigheid. Een grove fout die zeer misleidend is.
Dat fameuze bedrag aan investeringen vindt men in het recent aangepaste (vierde) meerjarenplan en slaat op uitgaven uit de periode 2020-2025. Dat is dus helemaal niet “de huidige legislatuur”!! Die loopt namelijk van 2019 tot en met 2024.
Het is dus zo dat de huidige bestuursperiode niet eens is afgelopen: het jaar 2024 is pas begonnen en van 2023 kennen we zelfs nog geen jaarrekening, met het juiste bedrag van de reële investeringsuitgaven. (Dat zal waarschijnlijk en ten vroegste in de maand mei gekend zijn.)
Vergeet die 363 M dus maar, dat getal slaat nergens op.
De burgemeester mag dat nooit meer vertellen hoor ! Anders heeft hij met mij te doen !

Onze journalistiek-deontologische plicht heeft er ons toe gedreven om te berekenen wat er – in deze legislatuur al – daadwerkelijk is besteed aan investeringen. Dit alles ten behoeve van de burgemeester, zodat hij de kiezer in de toekomst ten minste wat accurater kan informeren. We hebben op basis van de reeds gekende jaarrekeningen allereerst de som gemaakt van de werkelijke gedane investeringen in de jaren 2019 tot en met 2022. De eerste vier jaren van deze legislatuur. Uitkomst?? 158.544.753 euro.
Maar nu moet u alleszins eens weten wat het stadsbestuur voor diezelfde jaren had begroot!
Dus wat Quickie ons allen (in de pers) in het verleden had beloofd van te verwezenlijken. We noemen dat: het budget. Wat we van plan zijn om te doen. Welnu: initieel is er voor de jaren 2019 tot en met 2022 globaal voor 248.742.449 euro gebudgetteerd. Dat is: voorgenomen, geraamd. Dat is net wat de burgemeester ons het liefste voorschotelt.

We kunnen dus nu ook duidelijk zien wat er in die eerste vier jaren van deze bestuursperiode in werkelijkheid is gepresteerd: een realisatiegraad van gemiddeld 63,73 procent.
Deze ongemakkelijke waarheid zal je nooit ofte nooit horen verkondigen door onze zittende burgemeester. Want dan zou hij – tegen zijn machiavellistische aard in – de ware waarheid moeten proclameren. Dat is hem te machtig. Feiten niet vertellen is ook niet koosjer. Het is: bedriegen.

Goed. De legislatuur is nog niet ten einde.
Om het bedrag te kennen van de investeringsuitgaven over heel deze bestuursperiode moeten we ook rekening houden met de uitgaven die we reëel deden in 2023 en dit jaar 2024 zullen doen. Maar die kennen we nog niet. We weten op dit ogenblik wat de burgemeester ons (via ‘Het Nieuwsblad’) diets maakt voor 2024: zegge en schrijve voor 100 miljoen investeringen. Weerom mooi afgerond, zo onthoudt men dat het best. Het officiële meerjarenplan is wel nauwkeuriger: 98.711.8811 euro. En voor 2023 is er voor 85.017.250 euro begroot. Ja, ongezien veel is dat.

Beste lezers,
Het spijt ons.
We geloven, kunnen niet geloven dat men die twee begrote investeringsuitgaven in werkelijkheid zal kunnen realiseren. Samen zou dat gaan om een geraamd bedrag van 183.729.061 euro. Men zou dus in twee jaar tijd een bedrag willen investeren dat hoger ligt dan wat men in (de eerste) vier jaar kon realiseren.
Voor het voorbije jaar konden we trouwens in de praktijk nagaan hoe het zit met de voortgang inzake investeringen. Er bestaat immers zoiets als een semesterrapport (door geen enkel gemeenteraadslid besproken.) Volgens dat rapport hadden we op 30 juni (dus halfweg) van vorig jaar al 67.307.370 euro vastgelegd (aangewend) maar is slechts 31.034.049 euro geboekt (aangerekend).
Door te vergelijken met het budget van dat jaar kun je dus nagaan wat er in dit nu afgelopen tweede semester van 2023 nog moest gedaan. Is het gelukt? Burgemeester zwijgt daar wijselijk over. Ja, nu de verkiezingen naderen jagen alle gemeentebesturen zich op. Vraag is of de aannemers wel meekunnen in de race.

De burgemeester beweert nog (in HN) dat we in deze tweede legislatuur voor 50 procent méér zullen presteren dan in de vorige legislatuur.
Kortrijkwatcher heeft zich weer aan het werk gezet om deze bewering te staven.
– In de nu lopende legislatuur besteedden we in de eerste vier jaar in werkelijkheid al 158.544.753 euro, plus hopen we nog 183.729.061 euro te verteren in 2023 en 2024. We geloven daar niet in maar zijn coulant en zeggen dat stad in deze periode dus waarschijnlijk in totaal voor 342.273.814 euro zal investeren.
De vorige legislatuur van deze tripartite liep van 2013 tot en met 2018.
Voor hoeveel geld is er in deze tijdspanne daadwerkelijk aangerekend? (Gelukkig vonden we ons archief nog terug.) We zeggen en schrijven: 127.173.235 euro. En wat hadden we toen initieel begroot? Voor 227.940.731 euro. Realisatiegraad? 55,79 procent. Weerom een gegeven waar we van onze Machiavelli niets zullen vernemen. Weet onze pers nog dat onze kandidaat-burgemeester het in zijn kiescampagne toen in 2012 had over een ongeziene investeringsgolf die Kortrijk zou overspoelen? Zijn bestuur bestempelde als een “investeringscollege”? Quickie is zijn belofte niet nagekomen. De kiezer is bedrogen.

Beste lezer, bereken maar zelf of het stijgingspercentage van 227,9 M naar de verhoopte 342,2 M zowat 50 procent bedraagt? Misschien klopt dat wel ongeveer, als we ten minste toch willen geloven wat voor hoge bedragen voor de jaren 2023 en 2024 is begroot. (Quid non. We mogen al zéér blij zijn als er voor 80% wordt gerealiseerd.)
Ons interesseert hier echter vooral weer hoe de burgemeester ons opnieuw belazert met die vergelijking tussen zijn eerste en tweede legislatuur.
Ten eerste is de stijging van de investeringsuitgaven (overal te lande) te wijten aan diverse externe factoren.
Allerhande subsidies van hogere overheden zijn hoger en talrijker geworden zodat lokale besturen meer geneigd zijn om projecten op te zetten. Voorts sloeg de inflatie toe zodat de bouwkosten (materiaal, lonen) fel toenamen. En zo zijn er nog redenen aan te geven waarom gemeenten in deze periode hogere investeringsuitgaven hebben begroot. We gaan daar nu niet op in. Een actuaris zou daar een kluif aan hebben om het effect van externe factoren (niet van beleid) op het stijgingspercentage van de investeringsbedragen te achterhalen.
Maar we moeten de loze bewering van onze burgemeester ontmaskeren met een heel fundamentele reden.
Vincent Van Quickenborne vergeet nu een keer totaal dat in de tweede bestuursperiode vanaf 2020 in het stadsbudget nu ook is ingecalculeerd wat het OCMW, de twee AGB’s en de zeven gemeentelijke vzw’s zoal hebben geïnvesteerd. Dat vermeldt hij niet, en geen journalist die dat inziet. De kiezer wordt bedrogen en belogen.
Machiavelli zou hem voor deze APOSIOPESIS, deze RETICENTIE zéér hartelijk gefeliciteerd hebben.

We willen wel even de opmerkelijke financiële repercussie van deze verzwijging illustreren met een praktisch voorbeeld.
In 2019 was de inkanteling van het OCMW in het stadsbudget nog niet van toepassing.
Kijk nu eens.
In dat jaar vermeldt het stadsbudget een investering van initieel 38.916.234 euro. Met de investering van het OCMW er bijgeteld wordt dat plots niet minder dan 53.792.432 euro.
In de jaarrekening van dat jaar 2019 gaat het van 20.278.531 euro als stadsinvestering naar 30.674.087 euro met het OCMW erbij.
Begrijpt u nu waarom de investeringen – volgens onze machiavellistische burgemeester – op ongeziene wijze (met 50 % !) zijn gestegen in deze laatste bestuursperiode?
BEGRIJPT U NU HOE HIJ LIEGT DOOR “VERZWIJGING”?

Wat de kiescampagne (de propaganda) betreft doet er zich een probleem voor wanneer men iets deftigs wil zeggen over investeringen. De werkelijke uitgaven voor het laatste jaar van de legislatuur kennen we slechts lang na de verkiezingen: pas in mei 2025…

P.S.
Zoals gezegd geven we in een volgende editie voor de diehards inzake gemeentefinanciën een serie van cijfergegevens in detail. Misschien moet er iets gecorrigeerd?













Wanneer zal dit stadsbestuur nu een keer ophouden met liegen??? (1)

Verdorie, we zitten op een doorregende, rustige vrijdagnacht wat kranten te lezen en stootten op de lokale berichten over Kortrijk alweer op flagrante politieke leugens, zo flagrant dat we niet begrijpen dat men die durft publiekelijk debiteren.
Het gaat over de investeringen voor dit jaar, meer speciaal over wat onze burgemeester Quickie weerom op machiavellistische wijze wijsmaakt aan de onze plaatselijke reporters (en dus aan de Kortrijkzanen) over de gedane investeringsuitgaven tijdens deze en vorige legislatuur.
Wat er ons daarenboven stilaan waarlijk hondsdol maakt is dat die persjongens en meisjes dat allemaal slikken. Dat ze niet de moeite doen om ook maar één cijfer (een dossier) te checken. Zelfs pure onzin uitkramen.
Ons weekend is naar de knoppen.
We moeten het weer allemaal zelf doen.
Wordt dus vervolgd…

Quote van de dag: “kanttekening”

We zijn nog altijd aan het dubben of we wel zullen verhalen over de laatsleden gemeenteraad van 4 december die een “koninginnedebat” moest worden, gewijd aan het nieuwe, aangepaste meerjarenplan 2020-2027. We zijn er nog altijd niet goed van. De inhoudelijke kwaliteit en het formele verloop van de gemeenteraad heeft namelijk een dieptepunt bereikt. En we hebben redenen om te betwijfelen of de raadsleden dat zelf beseffen.
Nu, intussen kunnen we het niet laten om te verwijzen naar de “quote van de dag”, ditmaal te vinden in ‘Het Laatste Nieuws” van vandaag 7 december op pag.23 en geuit door – wie anders – onze 0.00%-journalist Peter Lanssens.
Het Schepencollege pakt maar weer eens uit met een triomfantelijke aankondigingspolitiek. (Weer komisch om te zien hoe de schepenen Maddens en Weydts in de gazetten proberen om de eer naar zich toe te trekken.)
Het gaat erom dat de stad Kortrijk, én De Lijn én het Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) op sinterklaasdag een samenwerkingsovereenkomst hebben “bekrachtigd” om tegen 2029 nog wel te zorgen voor de sinds lang beloofde nieuwe, betere verbinding tussen het centrum en Hoog Kortrijk.
(De vorige generatie had het er al over.) Nu met dat – ook al lang geleden bedachte, unieke Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV), nl. de elektrische trambus. Voorts is er nog sprake van een tweede stelplaats voor De Lijn, een P&R parking, een bredere brug over de E17, en natuurlijk een totale heraanleg (‘omvorming’) van de Doorniksewijk. Dat moet een Champs-Elysées worden! (We hebben altijd gedacht dat hiermee een andere straat was bedoeld: die tussen de Grote Markt en het Casinoplein.)
Bij wijze van inleiding schrijft reporter (lps) nog dat “alle neuzen nu in dezelfde richting staan en er ook een tijdspad” is uitgetekend.
En dan komt het. Volgende laconieke zin, letterlijk: “Kanttekening: er is nog geen budget.”

Ja zeg, KANTTEKENING !! Wie houdt men hier voor de gek?
We mogen dus veronderstellen dat De Lijn (net als AWW?) geen geld heeft, net zoals vroeger al is gemeld. Wie weet dat nog? In februari 2020 heeft De Lijn aan stad laten weten dat de studie X20/N50.73/ ‘on hold’ werd gezet. Er was nog nergens geld voor. (Het stadsaandeel bedroeg toen 650.000 euro!)

P.S.
We hebben ook een kanttekening. Gazetteschrijvers (en schepenen) moeten op hun woorden letten.
Wie aandachtig het bericht leest over de zaak op de website van Stad leest daar dat de samenwerkingsovereenkomst nog moet geconcretiseerd.


Naschrift
Gewoon uit een onoverkomelijke, ziekelijke nieuwsgierigheid hebben we een keer de jaarlijkse aangepaste Meerjarenplannen (MJP) doorploegd op zoek naar de begrote uitgaven voor het actieplan 2.4.6. Dat slaat op de post “heraanleg Doorniksewijk en Doorniksesteenweg i.f.v. trambus“.
Hierna dus de jaarlijks geraamde uitgaven van Stad voor dit project. De bedragen zoals voorzien in het oorspronkelijke MJP goedgekeurd eind 2019 tot en met de recente, vierde aangepaste (A)MJP. Dus achtereenvolgens krijgt u de begrote uitgaven voor de vijf meerjarenplannen van 2020 t/m 2025. Zie eens wat een absurde schommelingen er zich hebben voorgedaan.
– Oorspronkelijk MJP van 2020: over heel de periode tot 2025 nog géén uitgaven voorzien.
– Eerste AMJP: nul/80.000/10.000/24.694/24.594
– Tweede AMJP: 300.000/96.000/40.000/25.306
– Derde AMJP: 300.000/99.200/48.000/96.000/101.850
– Vierde AMJP: 3.200.000/24.800/88.060/90.045/90.045
– Vijfde AMJP: 2.200.000/nul/113.940/63.955/63.955

Dat waren geraamde bedragen.
Nu nog eens kijken wat men reëel heeft uitgegeven?
Voor de lopende bestuursperiode komen twee (gekende) rekeningen in aanmerking.
– In 2021 dachten we dus initieel om 80.000 euro uit te geven, maar dat vonden we aan het eind van het jaar teveel en begrootten we slechts 10.000 euro. Uiteindelijk gaven we toch 24.694 euro uit.
– 2022 dan. Initieel begroot: 40.000 euro. Dat werd herleid tot 25.306 euro. Werkelijk besteed: 20.656 euro.
We gaven dus voor dat project in twee jaar tijd 45.350 euro uit. Waaraan juist? Dat weten we niet.
De jaarrekening 2023 is nog niet gekend. Hiervoor is het wachten geblazen tot mei volgend jaar.







P.S.


En nu iets over de bouwkost van de deelfabriek (6)

Ja, dat waren we waarlijk nog vergeten in ons overzicht van het dossier “herinrichten en herontwikkelen van de oude brandweerkazerne”. In dit verband willen we terloops wel eens stellen dat we zelden een zo slordige weergave van het verloop van een project in de documenten van de gemeenteraad en het het schepencollege hebben gezien. Een onmogelijke wirwar van verschillende geraamde bedragen en subsidies, soms zelfs in één dossier. We vonden ook ergens een foutieve samentelling van een serie kosten, maar het verschil bedroeg slechts enkele centiemen. Een andere keer wordt verwezen naar een Collegebesluit op een verkeerde datum. Wat de werken (en de kosten ervan) betreft blijkt dan plots dat die in fasen zijn gesplitst, en dat er “nevendossiers” zijn. Er is ook een onvoorstelbare vertraging geweest van de werken, terwijl over een mogelijke verantwoordelijkheid van de aannemer niet (meer) wordt gerept.
En ja, dan is er nog die ongelooflijk kloof tussen de (geraamde) initiële prijs en de reële finale kostprijs.
Kort, maar dan zéér kort geformuleerd, om te kunnen onthouden: van 3 naar 6 miljoen.
Irritant om vandaag te constateren is intussen OOK NOG het verschil tussen de vastgestelde uitgaven en inkomsten in oktober 2021 (bij de gunning van de werken) en wat te lezen valt op de website van Stad. Zie nog onderaan deze bladzijde.

Bon.
We gaan het nu hebben over wat genoemd wordt “de algemene aanneming“. (Over de studieopdracht, gegund aan de cvba “Trans Architecten Stedenbouw”, hadden we het vroeger al.)
Als we het goed voor hebben omvatte die “algemene aanneming” volgende werken:
– grond- en rioleringswerken, ruwbouw en dakwerken, buitenschrijnwerk, binnenafwerking en omgevingsaanleg;
– HVAC en sanitair;
– elektriciteit.
Daarin is inbegrepen wat men noemt “het te vermarkten gedeelte“, maar we weten niet wat dat is.
Misschien alles wat niet te maken heeft met de (her)localisatie van de dienst ‘nette stad’ in de loodsen aan de zijde van de Rijkswachtstraat? (De kostprijs daarvan is geraamd op 270.00 euro, excl. btw.) Dus de ruimtes voor private gebruikers?

* Niet inbegrepen zijn de specifieke gedeeltes als vast meubilair. Daar is een afzonderlijk dossier voor opgemaakt, maar dat konden we helaas nergens terugvinden.
* Ook niet inbegrepen in de aanneming is het ‘nevendossier’ gevelrestauratie. Dat gaat over de ’tuighuizen’. Ook dat is een apart dossier waarvan we weten dat de architect ervan Delaey was en dat de werken in april 2021 werden toegewezen aan de NV Arthur Vandendorpe uit Zedelgem voor 758.899,62 euro. Curieus: de raming was véél hoger! (Daar zou een premie zijn goedgekeurd door het Agentschap Onroerend Goed ter waarde van 306.000 euro.)
* En ook niet inbegrepen in de opdracht is een verwijdering van asbest die is uitgevoerd voor 20.644 euro, excl. btw. Geen info over enige aanbesteding gevonden.

De uitgave van de opdracht is door het College in mei 2021 geraamd op 2.607.246,42 euro, oftewel incl; btw op 3.154.758,17 euro. (In de ontwerpfase lag die raming véél hoger, men heeft een besparingsronde doorgevoerd door enkele architecturale ingrepen.)

Uiteindelijk werd de “algemene aanneming” gegund aan “Maatschap Bouw-Tec” uit Rekkem voor en bedrag van 3.718.956,95 euro. Dat is een meerkost van 729.455,36 euro en dit terwijl de prijs van een ingediende (niet verplichte) variante nog hoger lag. Vandaar dat in afwachting van een budgetwijziging enkel de werken van “fase 1” konden toegewezen en opgestart.

Overzicht van de kosten, zoals vastgesteld in oktober 2021:
Awel ja, voor de volledigheid en ter documentatie, in afwachting van de definitieve verrekening, en in vergelijking wat de website van Stad op heden vermeldt.
1. Bouwkosten:
– fase 1: 4.58.754,90
– fase 2: 847.105,88
– gevelrestauratie: 945.422,00
2. Erelonen:
– fase 1: 440.568,64
– fase 2: 84.710,59
– gevelrestauratie: 68.325,52
3. Bijkomende projectkosten/ 186.232,11
TOTAAL KOSTEN: 6.731.119,64 euro

Overzicht inkomsten, zoals vastgesteld in oktober 2021:
1. Agentschap Onroerend Erfgoed:
– standaardpremie: 85.000
– ? : 306.000,00
2. Provincie: 100.000
3. Rollend Fonds (?): 48.000
TOTAAL INKOMSTEN: 1.939.000 euro

Netto-kost: 4.792.119,61 euro.

WAT ZEGT DE WEBSITE VAN STAD?
Lang zoeken hoor !
Diverse bedragen, maar in oktober van dit jaar vonden we dit:
Totaal budget: 6.251.567 euro.
Netto: 3,85 miljoen.

BESLUIT
HET WORDT NU TOCH HOOG TIJD DAT SCHEPEN PHILIPPE DE COENE
EEN ACCURATE STAND VAN ZAKEN GEEFT.
(Dan kunnen we hier deze serie afsluiten.)









Daar gaan we weer, over de deelfabriek (5)

In de afgelopen weken werd onze redactie overdonderd door faits divers en belangwekkende actualiteitsberichten. Daarnaast kreeg onze afdeling marketing en reclame overstelpend vele lucratieve advertenties binnen zodat we er niet toe kwamen om ons vervolgverhaal over de nieuwe deelfabriek verder te zetten. U begrijpt dat we voor betaalde advertenties prioritair plaats maken in onze krant.

Over de restauratie en herinrichting van de oude brandweerkazerne verschenen hier in de maand oktober al vier stukken, en die draaiden eigenlijk allemaal rond de wonderlijke evolutie van de kostprijs van het project. Om niet alweer als een negativo over te komen voegden we er altijd en nu weer haastig bij dat geheel onze redactie volkomen achter dit waarlijk innovatief sociaal gebeuren staat. Dat is géén ironie!
Blijft wel dat we ons verbazen over het feit dat schepen Philippe De Coene ooit voorzag dat het project 30,1 miljoen zou kosten (HLN van 19 januari 2019) en het meerjarenplan van dat jaar het bijv. had over 3.833.550 euro miljoen. Let wel: al die initiële bedragen sloegen op de prijs all-in! Terwijl men het nu zonder verpinken heeft over 6.251.561 euro. En dat cijfer kan nog veranderen…
Intussen vergaten warempel nog om het te hebben over het belangrijkste onderdeel inzake de prijs van het project: de algemene aanneming van de herinrichting van de brandweerkazerne.
We zullen er toch weer een apart stukje moeten aan wijden want nu ik ons archiefje doorblader zie ik dat het wat ingewikkelder is dan gedacht. Er waren blijkbaar twee aannemers, en van één ervan vinden we nauwelijks iets terug.
Wordt dus vervolgd.
En om uw geduld niet helemaal op de proef te stellen vlug even dit ter introductie.
De algemene aanneming werd op 11 oktober 2021 gegund aan Maatschap Bouw-Tec uit Rekkem voor 3.718.596,95 euro, inclusief BTW. En het “nevendossier” voor de restauratie van de gevels werd toewezen aan de NV Arthur Vandendorpe voor 758.899,62 euro. En blijkbaar was er nog een dossier over de verwijdering van asbest. Ja, zeg, zo kunnen we nog heel de dag bezig blijven….


Gevonden ! De subsidie van 7,5 miljoen voor Abby (3)

In een vorige editie kon onze gemeenteraadwatcher zich danig ergeren (zo is hij wel) over het feit dat hij nergens een document vond dat erop wees dat de nieuwe “kunst- en tentoonstellingssite Abby” echt zou genieten van een subsidie ter waarde van 7.500.000 euro.
Kwam daar nog bij dat de officiële website van Stad het had over 7.580.000 euro, geschonken door het Fonds Culturele Infrastructuur (FOCI). En als je wat verder leest in de website over het project, dan zie je zelfs ergens een getal verschijnen met een nul teveel: 7.5800.000 euro. (Er is overigens ook nog een meerjarenplan te vinden dat het heeft over 7 miljoen. Onze stadswebsite getuigt traditioneel van veel diversiteit als het om getallen gaat. We verschieten daar niet meer van! )
We weten intussen dat het in werkelijkheid gaat om een investeringssubsidie van 7.500.000 euro, en dat die niet komt van FOCI.
Inmiddels nog ontdekt waarom het juist om 7,5 M gaat. Want dat vroegen we ons ook af.
Dat is te kaderen in een toepassing van een Besluit van de Vlaamse Regering (dat al dateert van 16 november 2012) over het toekennen van investeringssubsidies voor “het uitbreiden, verbouwen of verwerven van culturele infrastructuur met uitzonderlijke omvang”. Het artikel 6 daarvan zegt dat die subsidie van de Vlaamse Regering maximaal 60% kan bedragen, en dat de rest van de kostprijs moet gedragen worden door een andere overheid, hier in dit geval dus onze Stad. (Ter info: dit reglement wordt nog deze zomer gewijzigd.)
Als “totaal budget” (blijkbaar de totale kostprijs) voor Abby vermeldt de Kortrijkse website 12.501.487 euro, een andere keer één euro meer: 12.501.488 euro. (Ja, zo gaat dat hier.) Nou, 60 procent van het afgerond getal 12.500.000 euro geeft wel degelijk als uitkomst 750.00 euro.
(Intussen hebben we hier al gemeld dat de totale prijsraming van het project (met erelonen, marges, mogelijke herzieningen en meerwerken) geschat wordt op 14.472.324,66 euro. Zullen we daar 60% van krijgen?)

Uren en uren heeft onze gemeenteraadwatcher veil gehad om uit te vissen in welke officiële bron die subsidie zou kunnen terug te vinden zijn. (Zo is hij wel.) Die verwijzing naar FOCI heeft ons misleid.
We zijn dan maar gaan kijken of er in het relanceplan genaamd “Vlaamse Veerkracht” soms geen investeringssubsidies voor cultuur zijn voorzien. En jawel hoor. Dat investeringsplan wil fundamenteel een serieuze impuls geven aan duurzame economische ontwikkeling maar in het speerpunt “infrastructuur’ bestaat er ook een cluster voor culturele TOPinfrastructuur. En ja, na veel geploeter in digitale papieren op Tinternet vonden we op pag. 429-430 van een document genaamd “Monitoring Relanceplan, – Voortgangsrapport en covernota, meetmoment december 2022” toch een project met de code VV 080 die gaat over een Groeningeabdij in Kortrijk. Met een vastleggingskrediet (VAK) van 7,5 miljoen, waaronder alreeds een vereffeningskrediet (VEK) van 1.242.000 euro.
Zo. We zijn weer op ons gemak.
Hoog tijd (eer de gazetten er een keer over beginnen) om het te hebben over de eerste tentoonstelling die er – naar we hopen – al eind 2024 komt in Abby met als curator Rinus Van de Velde, beeldend kunstenaar.

Wat zou Abby wel kunnen kosten? (2)

Zoals gezegd, gelet op het feit dat er al een curator is aangesteld voor een eerste evenement (genaamd ReCollectie1) in de toekomstige kunst- en tentoonstellingssite ABBY, begonnen we wat te mijmeren over de voorgeschiedenis van dit grootste project. En tot de tribulaties die met die historie gepaard gingen behoorde ook de – laat het ons maar zo zeggen – een wonderlijke prijsvorming.
Gewoon om ons archief een beetje op punt te stellen, maar vooral om de financiële gang van zaken elektronisch te vereeuwigen op deze alternatieve stadskrant (het gebeurt anders nergens) zijn we gaan snuisteren in alle mogelijke bronnen.

Wat is het eerste wat een normale mens doet die de geraamde kostprijs voor de bouw van ABBY wil kennen?
Dat is toch de meeste officiële bron raadplegen die er op dit gebied bestaat? De website van stad toch? En wat zegt die daarover, als men de zoekterm Abby invoert? Twee regeltjes, die we hier letterlijk weergeven:
– Totaal budget: 12.501.487 euro.
– Foci subsidies: 7.580.000 euro.

Een normale mens moet dan nog even opzoeken wat FOCI is. Staat voor “Fonds Culturele Infrastructuur”.
Als Kortrijkwatcher moet ik er wel een commentaar aan toevoegen. In een ander officieel document – het meerjarenplan – is wel eens sprake van een subsidie van 7 M en ook een keer van 7,50 M . Zonder enige toelichting. En in een raadscommissie van april 2022 zei schepen Ronse dat de subsidie is toegekend in het kader van “Vlaamse Veerkracht”. Overigens heeft Kortrijkwatcher nog nergens een expliciete nota gevonden waarbij de Vlaamse Overheid kond doet dat er voor dat Kortrijks project een investeringstoelage beschikbaar is. Ook op Foci niets te vinden. Dit alles even terzijde, maar het toont toch aan hoe slordig een en ander is gedocumenteerd.
Maar die prijs nu, zoals aangegeven op de Kortrijkse website.
Is die 12,5 M nu wel de kostprijs zelf, of wil men daarmee gewoon zeggen dat het het gaat om het budgettair bedrag dat Stad ter beschikking heeft? En een datum is niet aangegeven, dus concluderen we daaruit dat het vermelde bedrag vastligt en het wel degelijk als actueel moet beschouwd. Maar is dat nu excl. of incl. btw? Geen idee.

Budgetten (ramingen) vindt men in de meerjarenplannen (MJP)
Onze gemeenteraadwatcher heeft daar alle tijd voor, en wil die boeken wel eens raadplegen.
– Het oorspronkelijke MJP van december 2019 stelt dat het gaat om 6.780.000 euro, zonder enige ontvangsten.
– Het MJP van december 2020 heeft plots een uitgave van 13.836.050 ter beschikking want er is nu een ontvangst voorzien van 7 miljoen.
– Het MJP van december 2021 voorziet ietwat meer: 14.482.922 euro, en ook de subsidie is nu gestegen naar 7,5 miljoen. (De verhoging van het bedrag was nodig omdat de oppervlakte van de ondergrondse tentoonstellingsruimte in het voorontwerp is gemaximaliseerd.)
– Het meest recente MJP nu, van december 2022. Zelfde bedragen. We onthouden 14,48 M. (Schepen Ronse zegt wel 14,47 M maar daarover gaan we nu niet vallen.)

Zouden we niet best eens opzoeken wat het College van Burgemeester en Schepenen (het CBS) daadwerkelijk en concreet als RAMING heeft goedgekeurd?
We kunnen dat als gewone burger vinden door de notulen van de gemeenteraad te raadplegen (niet de gazetten!) die “de voorwaarden en wijze van gunnen” moest goedkeuren voor bouwaanneming van de site in de Groeningeabdij. Dat gebeurde in de GR van april 2022.
De uitgave voor het bouwdossier wordt geraamd op 9.869.770,87 euro of 11.942.422,75 euro inclusief BTW. Om redenen van besparing zal men aan de kandidaten-inschrijvers voorstellen om hun offertes op te splitsen in een gedeelte ‘basisposten’ en een gedeelte ‘optionele posten’.
De totale projectkost (met btw, erelonen, marges voor meerwerken en herzieningen) wordt evenwel geraamd op 14.472.324,66 euro.
(Wat de erelonen betreft voor de drie bureaus die we hier altijd ironischerwijze bestempelen als de TV “Sentimentele Monumentaliteit” betreft vlug nog zeggen dat die 12,5 procent bedraagt en nu geraamd wordt op 1.471.108,38 euro.)

Vergelijk dat bedrag van daarnet, de 14,47 M maar even – al was het maar in gedachten – met de oorspronkelijk geraamde prijs en ook met wat de website van stad nog altijd durft te beweren.
Maar we zij er nog niet.
De werken moeten nog gegund !
Die gunning is gebeurd op 29 augustus 2022, in volle vakantie en kreeg geen aandacht.
Er waren acht kandidaten. De winnaar was die firma met de laagste offerte, de TM Artes Depret-Artes Roegiers.
Het offertebedrag bedroeg 10.174.330,85 euro oftewel 12.310.940,33 inclusief btw. (Een overschrijding van slechts 8% in de prijzen zonder btw.)
Ten opzichte van de raming valt dat bedrag dus wel mee. En dat is géén raming meer !
Maar eigenlijk vroeg de TM Artes wel degelijk 13,0 miljoen voor alle opties. Bepaalde opties werden evenwel niet gegund (bijv. de herinrichting van het administratief gebouw). Het bedrag werd dus naar beneden herleid met zowat 169.000 euro, maar die werken zullen toch eenmaal moeten uitgevoerd. (Stad doet hier aan zelfbedrog.)
Voorts rekent stad erop dat er een btw-aftrek mogelijk is (geen 21,69 % maar 16,45 %).
(En voor de volledigheid, het ereloon stijgt nu naar 1.639.537,26 euro. Het ontwerpteam, de TV “Monumentale Sentimentaliteit” heeft nog 214.948,90 euro te goed van Stad.)

Hierboven hebben we ons zorgvuldig gehouden aan de bedragen zoals die te vinden zijn in de officiële documenten.
Kortrijkwatcher zou Kortrijkwatcher niet zijn als we niet een keer – om te lachen – zouden nagaan wat “secundaire bronnen” zoal vermelden over de kostprijzen.
Maar dit vinden we wel niet echt om te lachen: de website van de firma Artes zelf heeft het over 10.100.000 euro. Hoe is dat in godsnaam mogelijk?
De gazetten nu ! De beeldmedia!
– Het Nieuwsblad (28 november 2022): 16,7 miljoen.
– Het Laatste Nieuws (1 februari 2022): tweemaal 7,5 miljoen (deel stad en deel subsidie).
– WTV (28 november 2022) ook 16,7 miljoen.
Kan het nog gekker??

P.S.
Als je de notulen van de gemeenteraad van april 2022 leest zie je dat er 25 ja hebben gestemd (de leden van de tripartite) en er 6 onthoudingen waren (Groen en VB). De CD&V was er nochtans maar hun stemgedrag wordt niet vermeld. Geen nee-stemmen te bekennen ! Hebben die raadsleden dan moedwillig NIET gestemd?? Ik herinner mij daar niks van…










We wilden eigenlijk iets anders vertellen, – maar wat kan ABBY wel kosten? (1)

Ja, we wilden het toch wel hebben over een recent cultureel gebeuren: er is alreeds een (eerste) kunstcurator aangesteld om een tentoonstelling te organiseren in Abby. En het gaat nog wel om iemand met een grote renommée, met name om Rinus Van de Velde. Onze gazetten hebben het met al die feesten en pop-up bars en dat warm weer veel te druk om met dit nieuwtje uit te pakken. Er is in het kader van Abby ook al een kunstwerk aangekocht. (Voor buiten.) Ook dit feit verdient enige aandacht voor wie begaan is met het culturele leven in onze centrumstad.
Maar terwijl we wat aan het mijmeren waren over hoe we al dat culturele nieuws redactioneel zouden aanpakken, vroegen we ons plots af of het niet eerder van pas zou komen om voorafgaand, allereerst nog wat basale gegevens te verstrekken over die nieuwe site genaamd ABBY, gelegen in het Groeningepark.

De term “Abby” is waarschijnlijk nog niet zo goed ingeburgerd bij de modale Kortrijkzaan.
Hij heeft het wellicht nog over de “Groeningeabdij”, of misschien zelfs nog over “museum 1302”. Het in opbouw zijnde Abby kun je intussen geen museum meer noemen (het is méér), en liefst ook geen “belevingscentrum”. (Er is al genoeg te beleven.) De site gewoon en eenvoudigweg bestempelen als “stadsmuseum” zouden we ook niet al te best vinden. De ambitie moet mettertijd grootser zijn.
We houden het dus voorlopig maar bij de benaming: “kunst- en tentoonstellingssite“, wel met de hoop dat het woord Abby – zowel in als buiten Kortrijk – ooit als vanzelf de betekenis ervan oproept. Een begrip wordt. Zoals bijv. het MAS in Antwerpen. (Wat is het MAS? Antwoord: het Mas.)
Velen (ook het schepencollege) associëren de term Abby met ‘abdij’, gezien de site dezelfde is als die van de vroegere Cisterciënzerabdij aan het Groeningepark. Daar is niets op tegen, laat ons maar in die waan. Maar het woord “abby” komt eigenlijk van het Hebreeuws ‘Abigaïl‘, en dat is een meisjesnaam die zoiets betekent als “de vreugde van de vader”. Zo, dat is dus rechtgezet.

Kortrijkwatcher zou kortrijkwatcher niet zijn als hij het niet een keer zou hebben over de voorgeschiedenis van het project. Het hele traject is er een van het soort waarbij men ooit zal verzuchten ‘eind goed, al goed‘. Onze hoofdredacteur haast zich hierbij alweer om (bij zijn traditioneel vijandig geaarde lezers) niet weerom over te komen als een onverbeterlijke negativo, en benadrukt kwistig dat hij volkomen achter het project ABBY staat, zowel achter de bouw (die piramide! die ondergrondse ruimte!) als het concept (die ‘living’!). Zelfs de kostprijs is voor Kortrijkwatcher géén heikel punt, tenzij dan de wispelturigheid ervan en de vage communicatie errond. En staat die subsidie wel vast?(Daar hebben we het nog over.)
Wat de voorgeschiedenis betreft kan men samenvattend stellen dat die abominabel is geweest. Diep treurig. Het parcours is op een onverklaarbare wijze onder de vorige schepen van cultuur (Ann! Ook van N-VA-signatuur!) al van in het begin volledig verkeerd gestart en vervolgens totaal ontspoord.
De tripartite besliste namelijk al bij zijn entree (in 2013!) om het stadsmuseum Broelkaai 6 te sluiten. Zonder enig serieus bedongen alternatief voor dat pand. (Raakte niet verkocht, noch verhuurd.) Er zou wel een nieuw museum komen (werktitel: ‘museum X’) in wat toen nog “1302” heette. En we zouden dat nu een keer zelf uitwerken, met eigen ambtenaren. Jongens, jongens, werd dat een jarenlang, moeizaam gepruts met onnoemelijk veel vergaderingen (workshops!) en studiereisjes. Kosten van heel dat eindeloos gedoe zijn voor altijd en eeuwig in nevelen gehuld.
Het is misschien wel de floper-defloper-deflop van de vorige bestuursperiode geweest.

Het nieuwe project onder schepen Axel Ronse (N-VA) is in feite ook al lopende van in het vorige decennium. Maar ditmaal is er absoluut geen uitzichtloosheid, integendeel.
Die complexe zoektocht naar ontwerpers, onder leiding van de Vlaamse Bouwmeester; Kortrijkwatcher heeft er bladzijden voor over en nodig gehad. Uiteindelijk viel na oneindig veel gepalaver eind maart 2020 de beslissing om het ontwerp te gunnen aan een trio, een Tijdelijke Vereniging van de bureaus Barrozzi en Veiga (Barcelona), Koplamp-Architecten (Roeselare) en Tab Architects (Gent). Nog bijgestaan door allerlei firma’s met specialisten voor scenografie, akoestiek, licht, enz. Belangrijkste ontwerper van de TV is naar het lijkt een zekere Tom Debaere. Voor het inhoudelijke was er nog “het team-curator Gautier Platteau”, meen ik althans want veel hoort men daar niet van.

Kortrijkwatcher had en heeft de gewoonte om binnenshuis heel de kliek gemakshalve te benoemen als de TV “Sentimentele Monumentaliteit”, want dat was in de motivatietekst van de groep DE uitdrukking waarmee men het nog te ontwerpen bouwwerk typeerde. (Een zin uit die motivatietekst die we ook nooit zullen vergeten: “De context bepaalt de ingreep en de ingreep versterkt de context.” Het is met dit soort van uitlatingen dat ontwerpers een wedstrijd winnen.)

Het wordt tijd dat we ons uitlaten over de kostprijs van het project.
Dus NIET omdat we die buitensporig zouden vinden (daar zijn we totaal niet deskundig voor), maar wel omdat 1) geen Kortrijkzaan daar ook maar weet van heeft en 2) er onvoorstelbaar diverse of/en onjuiste bedragen circuleren. Een ongeziene, zelfs lachwekkende warboel van cijfergegevens.
Voorlopig alreeds om te onthouden: de TV “Sentimentele Monumentaliteit” raamde oorspronkelijk de bouwkost op 8,76 miljoen euro (exclusief btw) en bedacht voor zichzelf een ereloon van 12,5 procent.

(Wordt vervolgd.)









En nu de “indirecte kosten” van het Kortrijkse project stationsomgeving

Ook daar hebt u via onze belabberde lokale media, van elke beroepsernst ontdane LOKALE gazetten, nog niks van gehoord. (Woord vooraf.)

In vorige edities van deze alternatieve stadskrant hadden we het over de bouwkosten, niet enkel van het nieuwe station maar ook van de bijgaande werken in de onmiddellijke omgeving.
Even herhalen.
Als Kortrijks burger is het van nut om te weten dat de totale geraamde bouwkosten (inclusief station) 69.771.537 euro bedragen (excl. btw). Kortrijk draagt daartoe bij voor 21%, zijnde 14.665.727 euro. De NMBS staat natuurlijk in voor het grootste deel: 50,7% oftewel 41,65 miljoen. Infrabel: 8,88 miljoen (12,6%) en De Lijn 6,6% (4,62 miljoen).
Maar de Kortrijkse burger lijkt het meest bekommerd om de kostprijs van dat nieuwe station. Dus ook nog even memoreren: 47,271.770 euro, waar Stad (dat zijn wij) 8,3 procent zullen van bekostigen, dat is 3.951.000 euro. Bijna 4 M.
Zo.
Maar nu die “INDIRECTE KOSTEN“. (Ik vind geen beter woord. Misschien “administratieve kosten”?)
In het totaal gaat het om niet minder dan 76.748.691 euro.
Het Kortrijkse aandeel hierin bedraagt 17.491.738 euro. NMBS: 53,93 miljoen. Infrabel 53,93 miljoen. De Lijn 11,65 miljoen. (Hier is geen sprake van percentages.)

We sommen op waarover het gaat, met de geraamde (voorlopige) kosten voor stad alleen.
– Erelonen: 974.564 euro
– Management: 120.000
– Communicatie: 125.000
– “Minder hinder”: 32.250
– Controle organisme: 2.017
– ABR Verzekering: 21.842
– Decenale verzekering: 11.664
– Technische studie: 68.650

WE BESLUITEN
– bouwkosten: 69.771.537
– “indirecte kosten”: 76.748. 691 euro
ALGEMEEN TOTAAL: 146.520.228 euro.

Of het misschien méér wordt?
Goeie vraag zeg !
Tja, heel de zaak moet nog gegund, en dan krijgen we vele jaren later nog diverse definitieve afrekeningen. (Die we misschien nooit zullen te zien krijgen?)
En hoe langer iets duurt, hoe meer het kost, alleen al omwille van de inflatie en loonkosten.
Maar misschien heeft de NMBS zijn lesje geleerd uit Luik en Mons en Gent?
In elk geval rekent men nu al met een “marge” aan méérkost van 10 procent.
Voort zijn de ramingen gebeurd op basis van de meest recente aannemingsbedragen van de stations in Gent en Mechelen. Met de duurste eenheidsprijzen. En met 17% inflatie daar bovenop. Voor het openbaar domein is de raming van indertijd (2021) verhoogd met 20 procent.
En de NMBS is ditmaal wel zo verstandig geweest om dit keer geen “sterarchitect” (met heel zijn bureau van papierverleggers en vergadertijgers) aan te stellen als ontwerper.




Over de (on)eensgezindheid binnen de Raad inzake het nieuwe stationsproject (1)

VOORAFGAAND
Kostprijzen hieronder vermeld komen uit de memorie van toelichting bij het agendapunt van de gemeenteraad. Slaan op indirecte kosten.
Het NMBS-dossier zelf vermeldt heel andere bedragen ! We komen daar later op terug.
Zie cijfers volgens een tabel van de NMBS zelf in onze editie van 10 juni.

De nieuwe (derde) samenwerkingsovereenkomst (SWO3) tussen de partners van het project is al besproken in de gemeenteraad van 8 mei laatsleden. Dat we er nu pas over gewagen is gewoon te wijten aan het feit dat je bij het volgen van een raadszitting via de live-stream niet kunt zien wie er juist voor of tegen een voorstel of amendement heeft gestemd. Om de namen te kennen van voor- en tegenstanders moet je wachten tot de notulen van de zitting ter beschikking zijn, en dat duurt bijna een maand.

Dat plan om een nieuw station te bouwen (en het oude plat te gooien) en tegelijk ook de omgeving ervan grondig te herinrichten is misschien wel het belangrijkste stadsproject van deze eeuw. Het is dan ook politiek-historisch belangwekkend om vast te leggen hoe de onderscheiden fracties zich tegenover dit gebeuren hebben gedragen. Curieus in elk geval. Zo is het nu al zeker dat het VLD-raadslid Moniek Gheysens van de fractie “Team Burgemeester” in de annalen van dit project een blijvende plaats zal krijgen. (In de Raad van 8 mei ging zij zelfs zover om te kennen te geven dat ze persoonlijk dat grote spandoek aan het station over de werken zou verwijderen.)
De meerderheid, dat is de huidige tripartite van “Team Burgemeester” (een verkapte VLD-beweging), de SP (nu de beweging “Vooruit”) en de N-VA is in elke geval naar buiten uit – zo te zien – pro het nieuwe station en de afbraak van het oude, historisch waardevolle (maar niet geklasseerde) gebouw.
Er is evenwel dissidentie te bespeuren. Het valt niet te ontkennen dat de drie fractieleiders in die fameuze gemeenteraad van 8 mei totaal hun mond niet hebben opengedaan. Ook niet in de voorbereidende zgn. Verenigde Raadscommissie. Dat is volstrekt ongewoon, gezien het ongemeen historisch en ook financieel belang van de zaak. Er is geen unanimiteit in de Raad, in tegenstelling tot de goedkeuring van de eerste samenwerkingsovereenkomst over het project.
Overigens mogen we niet vergeten dat er na het (voor)ontwerp nog een aanbesteding moet komen met een gunning en dat er dan nog bezwaarschriften tegen de “bouwvergunning” mogelijk zijn. Met andere woorden: we zijn nog niet thuis…
Maar laat ons eerste even zo kort mogelijk vertellen waarover het allemaal gaat en ging.
Bepaalde feitelijke gegevens zijn dienstig voor ons volgende luik over het stemgedrag van de raadsleden.
Sorry voor het oponthoud in dit verhaal.


Oké.
We vertellen toch al dit. Bij de eindstemming (er waren ook amendementen) gingen samen met de meerderheid twee leden van de oppositie akkoord.
Bij de nee-stemmen was er één lid van de meerderheid.
En er zijn nog “anomalieën” te bespeuren.

Ietwat historie.
Er zijn traditioneel zes partners verbonden aan het project. In den beginne waren dat Stad (met het autonoom gemeentebedrijf Parko), de NMBS, Infrabel, De Lijn, het Vlaams Gewest (o.a. AWV) en Euro Immo Star. Parko is intussen “ingekanteld” in Stad.
Van belang is zeker nog te beseffen dat er twee deelprojecten zijn.
Bij het deelproject A is de NMBS de aanbestedende en verantwoordelijke overheid. Die werken slaan op alles wat te maken heeft met de bouw van het nieuwe station plus de ondergrondse fietsenstallingen en het dienstgebouw. Zaken die verbonden zijn met de publieke ruimte behoren echter tot het deelproject B en daarvoor is Stad de aanbestedende overheid. Dat gaat dan over de aanleg van het nieuwe busstation en de bouw van een “Lijnwinkel”, plus de aanleg van het Stationsplein noord en zuid, de Minister Tacklaan en bijhorende wegenis.
De eerste Samenwerkingsovereenkomst (SWO1) met het oog op een volledig nieuwe stationsomgeving dateert al van eind 2010. Unaniem goedgekeurd in de gemeenteraad van 8 november 2010. De SWO2 (gemeenteraad van 17 november…2014 en pas ondertekend in november 2015) omvatte de de uitvoering van een ondergrondse parking onder het Conservatoriumplein en de tunnel onder de Zandstraat. Die werken zijn – zoals u allen weet – momenteel in uitvoering maar moesten al gedaan zijn in 2020. (Rond 2016 liep het bijna scheef: de NMBS had geen geld, en men dacht even aan het optrekken van een gebouw!)
Met in feite een tweede SWO3 heeft de NMBS zelf (dus niet een of andere “sterarchitect”) nu een bijgestuurd schetsontwerp voorgelegd waarbij geen sprake meer is van een bovengronds nieuw station met een “zwevende” verbinding boven de sporen. Alle functies gaan nu in een ondergrondse doorgang en boven de sporen komt een grote luifel. Het initieel voorontwerp was naar het schijnt te complex en te duur.
Zoals u ziet, beste lezer, is dit project het resultaat van jarenlang overleg en onderhandelingen. Vergaderingen en versies van plannen zijn niet meer te tellen. Wat dit alles aan studiekosten en etentjes heeft gekost, daar hebben we het raden naar.

Iets over oeroude kostenramingen, maar wel voor geheel het project
Dit is infotainment, puur voor de liefhebbers, louter voor de fun. Want over de actuele, totale geraamde kosten over alles en nog wat weten we geen barst. Niks.
In 2013 bijv. dacht men aan zoiets van 103,65 miljoen euro (excl. btw) voor geheel het toenmalige project. (Wat dat project juist inhield weten we niet meer.)
Dat is allemaal tien jaar geleden. Een jaar later, in 2014, had men het al over 135,87 miljoen. En het stadsaandeel zou toen 12,64 miljoen bedragen met daarnaast nog een bijdrage van Parko voor 4,86 miljoen.
En als u nog meer wilt weten? De NMBS zou toen voor 86,20 miljoen euro bijdragen, Infrabel 11,25 miljoen, De Lijn 14,27 miljoen en het Vlaams Gewest 14,27 miljoen.

Nu de actuele, geraamde kosten voor heel het project SWO3
De totale kostprijs voor de SWO3 (de twee deelprojecten) en voor alle partners samen zou exclusief BTW 89.003.501,39 euro bedragen. IN FEITE GAAT HET HIER ENKEL OM DE INDIRECTE KOSTEN: erelonen, studies, management, enz.
– Aandeel voor rekening van de stad: 17.491.738,43 euro.
– Aandeel NMBS: 53,53 miljoen .
– Aandeel Infrabel: 11,65 miljoen.
– Aandeel De Lijn: 5,92 miljoen.

Kosten deelproject B (het onze)
De all-in kostprijs voor de stad voor het deelproject B, met inbegrip van de studiekosten is 18.806.319,15 euro, excl. BTW. Met btw: 22.755.646,17 euro. GEEN IDEE VANWAAR MEN DAT CIJFER HAALT. >WE ZOEKEN NADERE INFORMATIE.
Pro memorie.
Het deelproject B slaat niet op het station, wel op de aanleg van het busstation, de bouw van de Lijnwinkel en de aanleg van het stationsplein noord (met wegenis) en zuid (met de Minister Tacklaan).

P.S.
Ja, wordt vervolgd.
We zouden het toch over de onbestaande eensgezindheid hebben binnen de Raad, en zelfs binnen de fracties? We dachten dat bovenstaande gegevens onze lezers ook konden bekoren. Bepaalde aspecten zijn ten andere nuttig voor ons vervolg.