Category Archives: mobiliteit

Blijft schepen Axel Weydts achter de betaalmuur?Alweer buiten schot?(6)

Wie niet te beroerd is om deze elektronische, alternatieve stadskrant te lezen, weet al vele jaren maar al te goed dat de schepen van Mobiliteit en Openbare Werken een heel speciaal geval is.
Wat zijn persoonlijkheidsstructuur betreft, bestempelt onze redactie hem onvervaard als een politieke caractériel. Nu, iedereen heeft het recht op een of andere overheersende karaktertrek, maar het specifieke probleem bij Weydts (een schepen!) ligt hierin dat zijn koppige eigengereidheid en agressiviteit zijn politiek functioneren volkomen beheerst, eigenlijk letterlijk bepaalt. De content ervan valt congruent samen met zijn “temperament”. (Behandelingen om hem wat in te tomen zijn volgens medisch-psychologische bronnen uitgeput.)
Goed.
Wat weet de Kortrijkzaan daar nu allemaal van? Zeker niet alles. Er heerst ten allen kante en bij alle volkslagen ongetwijfeld veel ongenoegen over zijn beleid – zeker daar waar zijn daden flagrant zichtbaar zijn – maar 1) een aantal enorme blunders (die miljoenen kostten) blijven toch nog onder de radar, 2) van de subtiele finesses in zijn handelswijzen en manier van denken kunnen enkel insiders (iet)wat van opvangen of vermoeden.
Onze plaatselijke regimepers (andere term voor: “embedded press”) draagt hierin uiteraard een zéér grote verantwoordelijkheid. Weydts wordt op alle mogelijke manieren “ontzien” door onze ‘Kortrijkse’ media (ook WTV), zelfs tot in die mate dat de persmuskieten de meeste elementaire deontologische journalistieke regels overtreden. Het is alsof men er beetje bang van is… (Onze senior-writer durft in al zijn arrogantie zelfs een keer uitvliegen: “Als ik zou hoofdredacteur zijn van Peter Lanssens in het regionale katern van “Het Laate Nieuws” zou ik hem ontslaan!”)

We zullen het hier nu toch nog een keer hebben over dat “mobiliteitsplan” (MPL) dat door de heer Weydts om electorale reden is uitgesteld tot in de volgende bestuursperiode. Er doken immers wat feitjes op die illustreren en aantonen wat daarnet supra over zijn persoon is beweerd.
Onze lezers weten over deze MPL-materie alreeds van de hoed en de rand, maar er blijft toch wat te vertellen over de manier waarop Weydts de pers bespeelt en er ‘au fond’ meester over is. En over de zaak zelf komt er ook nog wel iets. We gaan zien.

* Op 13 maart verspreidde het Vlaams Belang een persbericht over het verdagen van het lang beloofde mobiliteitsplan. (Er is geen andere oppositie meer.)
Geen enkele krant of “beeldbuisbeheerder” ging daarop in, tenzij “Het Nieuwsblad” met als auteur Kris Vanhee. Dat verbaasde ons wel een beetje want die krant is zelden het toonbeeld van enige euvele moed als het gaat om controversiële, delicate Kortrijkse politiek. Maar zie vooral verder.
Ook het weekblad “De Krant van West-Vlaanderen” zag geen reden om het bericht als van politiek belang te beschouwen. Ook dat begrijpen we volkomen. Ten eerste is het DNA van die gazet op alle gebied volstrekt gezagsgetrouw. Loyaal aan wie macht bezit of aanzien heeft. Tevens heeft het weekblad beroepshalve geen één reporter beschikbaar die enigszins bekwaam is om de gemeentepolitiek in de streek deskundig te verslaan. De beste redacteurs lopen binnen de kortste keren weg, bijv. nogal recent Olav Verhaeghe. Momenteel zitten we voor wat de Kortrijk betreft opgescheept met ene Margot Demeulemeester die zelfs de eenvoudigste journalistieke regels vergeet. (Zij applaudisseert bij gelegenheid in de gemeenteraad!)
“Het Laatste Nieuws” dan, met onze Lanssens. Deze vliegende horeca-reporter heeft qua politiek een rode telefoonlijn met schepen Weydts. Het is zijn woordvoerder, zijn acoliet (Men zegt mij dat hij eerder informatie krijgt van de schepen en/of het College dan zijn concullega’s van de pers.)
Peter Lanssens brengen we tegenwoordig onder bij het nieuwe soort journalisten 2.0.

* Op 14 maart vinden we dus in HN een stuk over de MPL-zaak. Ten eerste met een verkeerde titel (er is sprake van een “Vervoersplan”) en ten tweede staat het verhaal enkel “on line” te lezen (gedagtekend op 14 maart, om 15u55).
Het artikel zit al sinds drie volle dagen achter een betaalmuur en onze vrees is dat het zo zal blijven. (De krant maakt daar een gewoonte van: de meer kiese zaken krijgen stilletjes en onmerkbaar voor de gemiddelde lezer een te betalen melding.) Caractériel Weydts raakt namelijk volledig over zijn toeren als hij maar één woord van kritiek hoort of leest over zijn beleid, en als het er ietwat serieus aan toegaat heeft hij stante pede psychologisch-medische begeleiding nodig. Gelukkig gebeurt dat in de pers NOOIT, in de gemeenteraad wel, wel te verstaan door het VB en een zéér zeldzame keer door Matti van Groen.
De opsteller Kris Vanhee Van HN nam blijkbaar contact op met de schepen. Hoor en wederhoor, nietwaar? We vragen ons af wat hij van de schepen aan stille wenken te horen kreeg (misschien lichte terechtwijzingen, of zelfs wat reprimandes).
Nu, over de inhoud van de repliek van Weydts hebben we het nog in een volgende editie. Wat zegt hij niet? Wat stelt hij verkeerd voor?

* Schepen Weydts liet in een Raadscommissie (de eerste van de drie) op de dinsdag voor de gemeenteraad weten dat hij het MPL in de ijskast had gestopt. Hij vertelde die belangrijke beleidsdaad niet publiek in de gemeenteraad. Dat betekent dat raadsleden uit een andere Commissie daar niet van op de hoogte waren (tot ze het verslag kregen en dat ook hebben gelezen), en de pers of het publiek nog minder. Dat is de tactiek van een politieke caractériel. Indien nodig blijven ze wel met een gladde truc buiten schot.

* Maandag 13 maart was een gemeenteraadsdag. Zoals we het stilaan gewoon werden, krijgen we daar geen verslagen meer van te zien in onze gazetten. Dus las u, beste lezer, zeker niet het minste woord over dat ongezien incident dat zich toen heeft voorgedaan: Weydts weigerde te antwoorden op twee (mondelinge) vragen van raadslid Carmen Ryheul inzake het mobiliteitsplan. Verbijsterend is dat.
Kortrijkwatcher had het daar intussen al over, onder de titel: “Dat is geen mondelinge vraag!
Zoals gezegd, in onze volgende uitgave volgt wat commentaar bij dat stuk van Vanhee-Weydts, te vinden achter de betaalmuur van HN. Anders wordt ons verhaal hier te lang, en te vermoeiend. Indien het verhaal van Vanhee-Weydts toch ooit op papier komt gedrukt te staan, dan weet u er al wat meer over om het volledig en naar waarheid te begrijpen.
Tot kijk!

(Wordt vervolgd.)





Geen mobiliteitsplan voorzien in deze bestuursperiode (4)

De gezagsgetrouwe Kortrijkse pers vond nog altijd niet de tijd om te melden dat schepen Axel Weydts alweer een gedane belofte niet kan nakomen, met name de verzekering (op papier gedaan in februari 2022) dat er in de tweede helft van 2022 of minstens begin dit jaar een mobiliteitsplan (MPL) het daglicht zou zien. We hebben dit nooit geloofd, onder meer omwille van het feit dat hij zeker bevreesd is dat het MPL nogal wat controverse kan uitlokken, – zelfs verwensingen en veel stennis ten opzichte van zijn persoon, zijn functioneren als schepen van Mobiliteit.
Onze laatste hoop op een mooi, allesomvattend, verstandig, redelijk en coherent gemeentelijk mobiliteitsplan verzonk helemaal in het niet toen de schepen vond dat het uitschrijven van zo’n plan “niet echt dringend was“, want: “we leggen de horizon immers tot aan 2050.” (Zie het onvoorstelbaar gezagsgetrouwe weekblad “De Krant van West-Vlaanderen”, 15 september 2022, pag. 3.) Schepen laat zich hier me dunkt een beetje in de war brengen door de ondeskundige journalist die hem interviewde: het is immers het Regionaal Mobiliteitsplan (R.MPL) dat 2030 als horizon hanteert, met een mogelijke “doorkijk” tot 2050. (De gazet heeft het ook verkeerd voor door het document “Kortrijk Overmorgen” gelijk te stellen met een MPL, terwijl dat papier het heeft over een toekomstige ruimtelijk plan, een woonplan en ja, een mobiliteitsplan. De aanstelling van studiebureaus.)

Allez. Terug naar het onderwerp van deze serie stukjes over mobiliteitsplannen.
In de vorige edities vertelden we over een eerste (drog)reden die de schepen ons wil wijsmaken als motivatie voor het uitstel van de opmaak van een Lokaal mobiliteitsplan (L.MPL). Hij vond het uiterst verstandig en maar billijk om te wachten op de uitkomst van het Regionaal Mobiliteitsplan (R.MPL).
Wat is nu de tweede drogreden die hij laatstleden hanteerde, nog wel in een Commissievergadering van raadsleden? Een echt lachertje voor wie beseft dat hij al sinds zijn aantreden als schepen in 2015 (als opvolger van Marc Lemaitre) niet te beroerd is om drastische maatregelen en ingrepen te treffen inzake mobiliteit in de stad en een aantal deelgemeenten. Hij bestempelt die acties dan als “voorafnamen” op het komende Regionaal Mobiliteitsplan. Dat is echt niet te bevatten. Nu zegt hij dus dat er in bepaalde gevallen (omgevingen) moet gewacht worden om op te treden aangezien er nog enige “randvoorwaarden voor wijzigingen (inzake circulatie) nog niet vervallen zijn.” We verstaan dat allemaal niet helemaal goed, maar het is waarlijk om te lachen. Hij suggereert hierbij plaatsen waar hij in een mobiliteitsplan op heden nog moeilijk iets kan over bepalen: de stationsomgeving, de Leieboorden, een Leiebrug, de O.L.Vrouwstraat.
Gezien zijn onvoorstelbare “voorafnamen” in het verleden willen we op die drogreden zelfs niet meer ingaan. (Gaat hij Marke nu ook gerust laten?)

Over naar de derde drogreden.
Die is heel relevant, zeer veelzeggend.
Schepen Axel Weydts ontpopt zich hier als een ware democraat. Wat zegt hij namelijk?
We citeren, ongeveer letterlijk. “We gaan richting verkiezingen. Het zou niet netjes zijn om nu een plan vast te leggen dat moet uitgevoerd worden in de volgende bestuursperiode.”
Wel, wel. Hijzelf – en heel de tripartite – doet niks anders dan het volgende bestuur (coalitie) opzadelen met praktisch onomkeerbare projecten. Zal men daar nu vanaf vandaag, tot aan de verkiezingen van oktober volgend jaar, mee ophouden?
Schepen Weydts belooft van wel: “Essentiële keuzes moeten voorgelegd aan de volgende bestuursperiode.”
Te onthouden zeg.

Besluit.
Schepen Weydts wil absoluut vermijden dat de mobiliteitsproblematiek – en meer speciaal zijn beleidsdaden daaromtrent – DE thematiek wordt in de volgende kiescampagne.

Nog geen mobiliteitsplan voorzien tijdens deze bestuursperiode (3)

Héél verrassend is dat voor de redactie van deze alternatieve stadskrant “kortrijkwatcher” toch niet helemaal, en dat zal nog wel blijken uit ons verhaal over deze zaak. Er is ten andere in het verleden al te vaak aan de bevoegde schepen Axel Weydts gevraagd hoe het nu eigenlijk zat met dat Lokaal MobiliteitsPLan (L.MPL). Dat alleen al maakte ons sinds lang wantrouwig.
En nu heeft Weydts dus toegegeven dat het plan er pas komt in de volgende bestuursperiode, dat wil vooral zeggen: na de volgende gemeenteraadsverkiezingen. En hij weet waarom.
Voor dat uitstel (het plan zou er zeker komen in 2022, of hoogstens ten laatste begin dit jaar!) pakt de schepen uit met drie drogredenen.
De eerste drogreden hebben we hier in de vorige editie van onze stadskrant al vermeld: hij vindt het beter en logischer om met het plaatselijk MPL te wachten tot er een overkoepelend Regionaal Mobiliteitsplan (R.MPL) is opgemaakt. (Wij ook hoor!)
Dat argument kan niet anders dan indruk maken.
Het getuigt van intelligentie en waar staatsmanschap !
De heer schepen waardig.
Dat kan toch geen ‘verkooppraatje’ zijn? Men moet wel gek zijn om in het stadsgebied Kortrijk, zomaar lokaal een beetje te rammelen met circulatieplannen, nieuwe vervoersmodi, verkeersveiligheid, uit- en invalswegen, tarieven, wegencategorisering, enz., – en dit terwijl er op regionaal vlak nog geeneens een beleidsvisie met concrete maatregelen is uitgewerkt.
Dit eerste argument zal er bij menig gemeenteraadslid dus ingaan als zoete koek: géén Lokaal MPL zonder Regionaal MPL. In een formule gegoten: L.MPL < R.MPL.

De vraag stelt zich wel waarom de schepen van Mobiliteit dit niet eerder heeft ingezien.
Tsja. Misschien weten de meeste raadsleden dit niet (meer). Weten zij niet eens dat Kortrijk al sinds 2019 behoort tot de Vervoerregio Zuid-West-Vlaanderen (13 gemeenten). Dat die Vervoerregio zelfs een Raad kent (voorzitter: onze Ruthie! voorheen Quickie), een echte praatbarak van schepenen en diverse soorten mobiliteitsactoren. Die Raad vergadert enkele keren per jaar, produceert honderden en honderden bladzijden aan bijv. oriëntatienota’s (laatste van oktober 2020) , doelstellingen, een brochure, vergaderverslagen, enz. (Allemaal te vinden op Tinternet hoor.)
De Raad is al eind 2019 gestart met de opmaak van een Regionaal Mobiliteitsplan en het voorontwerp van het R.MPL wordt volgende maand verwacht. De goedkeuring ervan komt normaal gezien in oktober van dit jaar. En volgens het scenario: het definitief R.MPL is er in december 2023.
Schepen Weydts wil ons wijsmaken dat dit pas in 2024 zal gebeuren. Nou, dat kan, – maar de fundamentele vraag blijft bestaan: waarom is hij NU PAS tot de bevinding gekomen dat het waarlijk verstandiger is om te wachten op dat overstijgend Regionaal Plan, vooraleer met een eigen Lokaal Plan voor de dag te komen.
Er zijn daar drie redenen voor.
– Door het continue uitstel van publicatie van ons eigenste L.MPL heeft hij persoonlijk al heel deze lopende bestuursperiode (de facto sinds 2015, toen hij schepen werd) de vrije hand gehad om in stad en deelgemeenten alle mogelijke maatregelen en ingrepen (de knip!) uit te voeren die hij zelf op eigen houtje – naar zijn inzichten en obsessies – wou verwezenlijken, zonder rekening te moeten houden met mogelijke bedenkingen of zelfs obstructies van de overkoepelende Raad van de Vervoerregio.
– De tweede reden is puur politiek-electoraal gegrond en geldt ook voor zijn andere (twee) motiveringen tot uitstel. Schepen van Mobiliteit Axel Weydts durft in de aanloop naar de komende gemeenteraadsverkiezingen gewoon niet uitpakken met zijn mobiliteitsplan. Hij wil – gezien zijn twijfelachtige populariteit – absoluut vermijden dat verkeer en mobiliteit in het algemeen (parkeren!) een thema wordt in de verkiezingscampagne.
– En dan vermoeden we nog iets. Dat de schepen binnen de tripartite geen eensgezindheid kan bekomen rondom alle punten van het (door hem) voorgestelde mobiliteitsplan. (Moet de vaart verbreed? Komt er een LPZ? Blijft de knip tussen Marke en Bissegem? Willen we wel een trambus? Een overkapping van de E17? Wat met het vliegveld?)

Nu schepen Weydts het mobiliteitsplan over de komende verkiezingen heen heeft getild, kan hij het zich niet meer veroorloven om nog enige beleidsdaad te stellen als zijnde een “voorafname” op dat mobiliteitsplan. Dat kunnen we nu al stellig poneren: hij kan tot 13 oktober 2024 op gebied van mobiliteit niks serieus meer uitvoeren.

(Wordt NOG vervolgd…)


Er komt dus géén mobiliteitsplan tijdens deze bestuursperiode en dat vinden wij ongehoord! (2)

Verantwoordelijke schepen Axel Weydts (van ‘Vooruit’ met de SP.a) heeft dat eindelijk kond gemaakt, laatsleden dinsdag in een raadscommissie ter voorbereiding van de gemeenteraad van aanstaande maandag 13 maart.
Men kon die onheilstijding al min of meer verwachten, want de laatste keer dat de schepen van mobiliteit het daarover had (het was een meermaals terugkerende vraag: “waar blijft dat plan?”) liet hij uitschijnen dat het plan zeker tegen dit voorjaar zou klaar zijn. Volgens het zgn. “Bulletin van Vragen en Antwoorden” dat dateert van februari 2022 voorzag hij dat het nieuwe mobiliteitsplan (MPL) uiterlijk licht zou zien begin 2023. De schepen liet dus toen al (begin 2022) officieel weten dat in de opmaak van het plan de oriëntatiefase al was afgerond en de beleidsfase van start was gegaan.
Voor dat werk had hij trouwens al een drietal jaren geleden drie bureaus geselecteerd : Tractebel-Mint (Gent), Sweco-Buur (Brussel) en Traject-Omgeving (Gent). De richtprijs werd toen geraamd op zowat 150.000 euro. Er moet nu toch ergens een raadslid te vinden zijn dat in de gemeenteraad van volgende maandag van de schepen een keer wil horen hoeveel de drie studiebureaus intussen al konden factureren.
Let wel, over dat nieuwe MPL is al gepalaverd sinds de jaren 2015-2016. (Het oude MPL dateert van 2011, onder schepen Guy Leleu.) Wat vinden we nu al schandalig in heel deze zaak? Ten eerste? Dat schepen Weydts al die jaren ZONDER MOBILITEITSPLAN zijn eigenste zin kon doen op vlak van CIRCULATIEPLANNEN. Die er overigens niet echt zijn, ook dat nog. Al die jaren – en nu blijkt dus: een hele bestuursperiode lang – kon en kan de schepen zijn persoonlijke obsessies botvieren en op ons kap miljoenen verteren met pure “ad hoc plannen” inzake eenrichtingsverkeer, snelheidsbeperkingen, fietsroutes, parkeerplaatsen boven en onder de grond, fietsstraten, fietsstroken, snelheidsbeperkingen, fietstelpalen, parkings schrappen, een knip hier en een knip daar. Regenboogzebrapaden. Autoloze zondagen. Enzovoort. Dit soort van beleid is politiek gezien van een uiterst bedenkelijk allooi. Het is een soort van machtsmisbruik: handelingen stellen zonder mandaat. En vooral dient men nu toch een keer te snappen, dat een circulatieplan (CPL) ondergeschikt is aan een strategisch mobiliteitsplan (MPL). Een doordacht, logisch, aanvaardbaar CPL kan niet zonder een overkoepelend duurzaam MPL.
Maar de schepen vond het immer maar billijk om zijn (drastische) ingrepen te beschouwen als “voorafnamen” op het nog te maken mobiliteitsplan.

Intussen hebben we – zonder enig MPL – al een en ander moeten meemaken onder het bewind van Weydts, in de volksmond “schepen VELO” genaamd. (Wij bestempelen hem – wat wetenschappelijker – als een politieke caractériel.)
Het is bijvoorbeeld door zijn koppige, hardleerse persoonlijkheid dat zijn zgn. referendum over autoloze zondagen totaal de mist inhing. De parking K onder het winkelcentrum? Gehuurd met een wurgcontact dat ons voor jaren een miljoenverlies zal kosten. Het schrappen van de parkeergarage onder de site Texture? Een eigenwijze beslissing van de caractériel die leidde tot een gigantische schade- en onkostenvergoeding. De hoge studiekosten voor die verbinding tussen het centrum en ’t Hoge, waar waar we geen woord meer over horen. Er zijn waarlijk veel kosten aan onze schepen Weydts. Maar we glijden af, en de tijd ontbreekt nu om zijn dure miskleunen een keer allemaal op te lijnen.

Kenmerk van schepen Weydts is dat hij meent de eerste van de klas te zijn, en dat wij – Kortrijkse burgers altegader – een beetje te dom zijn om zijn beleid te begrijpen.
Kijk eens.
Hoe argumenteert de weledele heer Weydts het uitstel van het nieuwe mobiliteitsplan en het doorschuiven ervan naar het volgende bestuur? Met drie argumenten, – die we allemaal in volgorde zullen bestempelen als drogredenen.
Zijn eerste argument luidt dat het beter (slimmer, logischer) is om met het uitpakken van ons lokaal MPL te wachten tot het het Regionaal Mobiliteitsplan (RMPL) voor een gebied van 13 gemeenten (!) klaar is. Het ene moet immers als een puzzel gelijk in het andere passen.
Zie nu maar eens wat een dommeriken wij allemaal samen zijn !
Begrijp dat nu toch eens! Het is volstrekt onzinnig om voortijdig een lokaal Kortrijks MPL te maken als we nog niet eens weten hoe het Regionaal MPL er zal uitzien. Congruentie is toch geboden?
(Stel u een keer voor dat het bestuur van de Vervoerregio tot besluit komt dat een metro tussen ’t Hoge en Rijsel geboden is. Ja stel u dat maar eens voor. Dan staan we daar te blinken, met ons eigenste mobiliteitsplan dat verdorie bijv. een verbreding van de autoroute E17 voorzag…)
Versta je nu dat dit gewoon niet kan? Maar voor schepen Axel Caractériel is het wél heel wijs en kan het wél om de stad en nog een deelgemeente ook helemaal op stelten te zetten met circulatieplannen, nog voor er een breed, strategisch mobiliteitsplan is.
En waarom weet de schepen dat nu pas? Dat het beter is te wachten op het Regionaal Mobiliteitsplan? Men is daar toch al mee bezig sinds begin 2020? Waarom zei hij dat toen niet?
Weet je waarom?
(Wordt vervolgd hoor.)






Wat wordt de parkeercapaciteit na de heraanleg van de Leieboorden kant Dolfijn- en Kasteelkaai en anderzijds de Reepkaai?

De gemiddelde Kortrijkzaan is daar zeer nieuwsgierig naar, terwijl de schepen van mobiliteit (en “Vooruit”) Axel Weydts helemaal niet scheutig is met informatie hieromtrent. (VB-raadslid Carmen Ryheul heeft na wat aandringen nauwkeurige details over de situatie kunnen in de wacht slepen.)
Het plan is dus om van de Reepkaai een wandelweg te maken met pontons voor de pleziervaart. Aan de kant van het stadscentrum komt er op de Kasteelkaai een tuin van 1.000 m² groot en wordt de Dolfijnkaai ook een wandelweg met de nodige terrasjes.

Wat is de huidige parkeercapaciteit in de projectzone?
– Reepkaai: 33 parkeerplaatsen, waarvan 5 voor MV, 8 voor BW en 20 genaamd KOR1.
– Kasteel- en Dolfijnkaai: 114 parkeerplaatsen waarvan 6 genaamd P30, 6 MV, 4 EV en 98 KOR1.
Totaal: 147 betrokken parkeerplaatsen in het geding.

Wat brengt de toekomst inzake parkeercapaciteit?
– Reepkaai: nog 16 parkeerplaatsen.
– Kasteelkaai: nog 14 initieel, maar dat kan herleid tot 12, afhankelijk van herbestemming van panden (bijv. VDAB).
– Dolfijnkaai: nog 7 plaatsen.
Totaal: nog 35 parkeerplaatsen beschikbaar, maar initieel 37.

Er verdwijnen dus 112 parkeergelegenheden, in volle centrum.
Schepen Weydts is nog in beraad over de toewijzing, de onderverdeling van de overblijvende plaatsen voor BW, MV of P30. Voor wie in die buurt nog zou zoeken naar een parkeergelegenheid (bijvoorbeeld om een gazet of een broodje te kopen) verwijst hij naar de bestaande alternatieven.
P.S. (1)
Hoe zit dat eigenlijk met dat (befaamde) frietkot vlakbij de Leiebrug? Men zoekt blijkbaar nog naar een “oplossing”…
P.S. (2)
Schepen Weydts zegt op FB van vandaag 14/12 naar aanleiding van een vraag van een lezer die moeizaam te been is en zich afvraagt hoe hij nog in het stadhuis kan geraken dat hij voor dit probleem wel plaatsen wil voor voorzien.





‘Framing’ of bedotterij over dat Groeningepark (1)

Bij wijze van inleiding
Ons stadsbestuur heeft er echt een handje van weg om de pers over een bepaalde kwestie met uitgekiende, goed uitgelichte aspecten te ‘informeren’. Schepenen confronteren onze gazettenschrijvers (en onze reporters van de regionale beeldende pers) met wat politiekers wel eens bestempelen als “alternatieve feiten”.
Onze persjongens en meisjes laten zich daar slapend door bedotten, want hebben ofwel geen tijd (zij verdienen te weinig), ofwel niet de nodige kennis/kunde om op zoek te gaan naar de ware toedracht van de feiten. Dit maakt dat hun publiek (de Kortrijkse burger) in het gunstigste geval onkundig blijft over de complexiteit van een bepaalde zaak, maar feitelijk meestal regelrecht wordt belazerd.

Kortrijkwatcher gedraagt zich tegenover die aangeboden ‘alternatieve feiten’ als een factchecker gelijk en bestempelt (als een obstinate negativo) wat de schepenen weer eens communiceren als “onwaar”, als zijnde “bezijden de waarheid”. Let wel. Zeggen dat de tripartite aan het “liegen en bedriegen” is, – dat zwaarwichtige verwijt vermijdt onze gemeenteraadwatcher zoveel als mogelijk.
Liever gebruikt men hier nu de modieuze term “framing”. Daarmee wordt beduid dat – beschaafd uitgedrukt – onze bewindslieden gebruik maken van gewiekste overtuigingstechnieken waarbij de gazettenschrijvers een “bril” worden opgezet waardoor zij de verstrekte informatie als juist gaan aanzien. Waarbij zij dus geenszins geneigd zijn om nader te gaan neuzen in de dossiers.
Vandaar onze warme oproep van gisteren naar de lokale media. Het is toch duidelijk. Eenvoudigweg door ‘Kortrijkwatcher” te raadplegen kunnen zij – zonder veel moeite en zonder verspilling van hun kostbare tijd – vermijden dat ze hun Kortrijks publiek onbewust misleiden en in de waan laten over een bepaald politiek gebeuren.

Framing
Neem nu de framing van drie schepen inzake de de aanleg van het nieuwe Groeningepark.
In welke mate liet de pers zich op dat persmoment van 1 december belazeren of misleiden of verlakken of verneuken?

(Wordt straks vervolgd.)




Over de luchthaven Kortrijk-Wevelgem (5): wat “petite histoire” bij de overgang van W.I.V. naar de NV ILKW

Ja, daar houden we wel van, van enige anekdotiek over onze airport, des te meer als die toch relevant blijkt te zijn om wat klaarder te zien in mogelijke redenen tot de overname van het beheer en de uitbating van het terrein door een nieuwe vennootschap, zijnde de NV Internationale Luchthaven Kortrijk-Wevelgem. Zeg maar: de geboorte van een volwaardige, moderne luchthaven.

In 2017 was EBKT nog in handen van de West-Vlaamse Intercommunale Vliegveld Wevelgem-Bissegem, de W.I.V.W.B dus. Dat was een samenwerkingsverband tussen 13 lokale partners met drie publieke rechtspersonen.
Die 13 “partners” waren gewoon de gemeenten aangesloten bij Leiedal en die bezaten samen 929 aandelen van het kapitaal van de in het totaal 1.411 aandelen. Kortrijk had er 264 (18,71%), gevolgd door Menen met 104 en Wevelgem met 86 aandelen. Die gemeenten betaalden jaarlijks een bepaalde toelage, bijvoorbeeld 0,25 euro per inwoner. (Gemeenten die soms wat tegenstribbelden waren eigenlijk eerder geen fan van Leiedal dan uitgesproken vijand van het vliegveld.)
De andere publiekrechtelijke rechtspersonen waren de provincie (282 aandelen), Leiedal zelf (150) en Infrax West, nu netbeheerder Fluvius West genaamd (50 aandelen).

Inzake bestuursorganen leverde die intercommunale beheersstructuur een eerder koddige en waarlijk amateuristische samenstelling op.
– Er was (praktisch gezien tot in maart 2018) een Raad van Bestuur met één voorzitter (Filip Daem) en twee ondervoorzitters (Jean De Bethune en Pol Hiergens). Verder nog: niet minder dan 28 stemgerechtigde leden, ongeveer allemaal politiekers-raadsleden (voor Kortrijk 5 waarvan minstens twee volkomen onverschillig en onwetend). Daarnaast nog 5 “adviserende” leden met evenveel ondeskundige opvolgers. En tenslotte nog 4 deskundigen en een adviseur/secretaris (zijnde de “directeur” Stefaan Van Eeckhoutte en de luchthavecommandant Iwan Royon). Totaal aantal personen: 47 ! We herhalen even: 47.
– Er was natuurlijk ook een Directiecomité. Weer met één voorzitter en twee ondervoorzitters, nu 7 stemgerechtigde leden, de 4 deskundigen en de adviseur/secretaris. Totaal 16 personen.
Personeel en werking in 2017? Een directeur en één commandant. Daarnaast (maar niet altijd voor héél het jaar): 2 safety managers en 1 preventie-adviseur, 9 verkeersinformatiegevers, 12 brandwachten met 4 extra in opleiding, 1 boekhouder.

We konden de verslaggeving van de Raad van Bestuur aan de laatste Algemene vergadering van W.I.V. op de kop tikken. Historische datum: 28 maart 2018.
Vergadering en datum van deze bijeenkomst is te beschouwen als het ongemeen belangrijke begin van een nieuwe, stuk eenvoudiger en vooral slagkrachtiger en deskundiger structuur (de Naamloze Vennootschap I.L.K.W.). Die hervorming was absoluut noodzakelijk om over te kunnen gaan naar een volledige privatisering van de exploitatie van de luchthaven onder vorm van en LEM/LOM-structuur, – waarover later meer.
Door de nieuwe aandeelhouderstructuur konden bijkomende investeringsmiddelen gemobiliseerd van om en bij de 10 miljoen euro voor de noodzakelijke modernisering van de luchthaveninfrastructuur zoals de aanleg en verplaatsing van een nieuwe taxibaan, een nieuwe apron, en de integratie van een luchthaven gebonden (industrie)zone.
Bijkomend en van onmiskenbaar belang was dat toen sterk werd ingezet op de professionalisering van het management alsook een rebranding van de luchthaven als premium product op het vlak van zakenluchtvaart. Zo werd op voordracht van de POM West-Vlaanderen hiertoe onder meer een nieuwe afgevaardigde van het dagelijks bestuur aangesteld, namelijk ir.Dik Van Belleghem. Zo ook vinden we tegenwoordig in de lijst van bestuurders nog wel vier onvermijdelijke politiekers maar ook vier personen met banden in de ondernemerswereld.

Wat is de trigger geweest voor deze fundamentele omwenteling?
Een datum om niet te vergeten.
Op 29 september 2016 was pro memorie al door het Directoraat-generaal Luchtvaart bevolen om de grond-navigatiebakens uit te schakelen, dit nog wel op vraag van her Europese Agentschap EASA. Ook de verkeers- en weersinformatie moesten door een gecertificeerde entiteit geleverd worden. Geen weliswaar brave en welwillende amateurs en vrijwilligers meer…
Die oekaze maakte dat bij minder goed weer of slechte zichtbaarheid geen vluchten meer mogelijk waren. Dit was vooral catastrofaal voor de zakenvluchten. En vliegen volgens IFR-regels – het zgn. “blind vliegen” kon helemaal niet meer. (In 2017 was de totale trafiek 12,7% lager dan het jaar ervoor.)
Gelukkig toonde uiteindelijk Belgocontrol zich bereid om een aangepast pakket diensten inzake verkeersinformatie en IFR-klaringen bij vertrek te leveren. Hiertoe moest ook de veiligheidssubsidiëring vanwege het Vlaamse Gewest een heel stuk opgetrokken worden. (Het is die subsidiëring die juist een doorn in het oog is van Groen.)
Een (dure) vervanging van de navigatiebakens bleek dan gelukkig weer niet nodig dankzij de invoering van satellietnavigatie (GPS-nadering). Het budget bedroeg nu geen 1,5 miljoen meer, maar een kleine 130.000 euro, waarvan 60% gefinancierd door G.S.A. (Europa) en 23% door het Provinciebestuur.
Tweede datum om niet te vergeten.
Vanaf 9 november 2017 kon eindelijk het nieuwe verkeersregime met IFR-mogelijkheden ingevoerd worden en is Belgocontrol (nu Skeyes) als gecertificeerd verkeersdienstverlener actief.





Over de luchthaven Kortrijk-Wevelgem (3): een korte beschrijving

(Voor de terminologie, zie ons tweede stukje van 29 september: een lexicon.)

Geschiedenis en huidig beheer
De luchthaven werd in 1916 aangelegd op grondgebied Bissegem door de Duitse bezetter…
Na WO I (en WO II..) kwam het terrein terug in Belgische handen en deed dienst als militaire luchthaven of soort parkeerplaats voor luchtvaartuigen tot in 1969. Men deed wel al aan ‘sportvliegen’.
(Nooit méér lawaai geweest dan in de jaren van de Spitfire en de overgang naar het jetvliegtuig Meteor, maar geen omwoner die zich beklaagde over de geluidsoverlast. Integendeel: zij zaten in hun tuinen met bewondering te kijken naar het unieke schouwspel. En de soldaten zaten te pintelieren op café.)
In 1969 werd het militaire vliegveld met alles erop en eraan overgedragen en gekocht door de Provincie West-Vlaanderen en de intercommunale Leiedal. Naar het schijnt voor 220 miljoen BEF.
De exploitatie werd per 1 augustus 1970 toevertrouwd aan de West-Vlaamse Intercommunale Wevelgem-Bissegem, afgekort W.I.V.W.B of nog korter WIV. Dat was een intergemeentelijk samenwerkingsverband tussen 12 gemeenten (die per jaar, volgens het aantal inwoners een bepaalde bijdrage – 0,25 euro bijvoorbeeld – afdroegen!), samen met de provincie, de intercommunale Leiedal zelf en Infrax West.
De bestuurders waren allen afgevaardigden, raadsleden eigenlijk en ook enkele private piloten als ‘experten’ (aangeduid door een partij-fractie) van die gemeenten. Ongeveer allemaal met een totaal gebrek aan simpele kennis over de luchtvaartsector – om van te huilen, vanzelfsprekend.
Het nieuwe luchthavengebouw, geopend in 1994, zorgde praktisch bekeken voor de mogelijkheid om ook vluchten buiten de Schengenzone uit te voeren en men zag algauw in dat het beter was om de pure exploitatie over te laten aan FIA (Flanders International Airport) met een dertig jaar durende concessieovereenkomst. (Wat en of FIA daar iets voor betaalt, geen idee…)
In 2018 wordt evenwel de NV ILKW opgericht (datum van de bekendmaking van de akte: 11/04/2018) en neemt deze vennootschap de exploitatie over van de WIV. ( ILKW staat voor Internationale Luchthaven Kortrijk-Wevelgem.)
De aandelen van de NV zijn in handen van:
1) de publiekrechtelijke instelling Provinciale OntwikkelingsMaatschappij (POM) West-Vlaanderen voor 57%,
2) het Vlaamse Gewest voor 33% en
3) de dienstverlenende vereniging Leiedal voor 10%.
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt 500.000 euro.
Over de balans en de financiering van deze NV zullen we het later nog hebben.
De oprichtingsakte van de NV is neergelegd op 7 juli 2015 en kunt u vinden in het Staatsblad of de balanscentrale van de Nationale Bank onder het ondernemingsnummer 0633606374.

Bestuurders van toen:
– Bestuurder (en voorzitter van de Raad van Bestuur) voorgedragen door het Vlaams Gewest (3 in aantal): Filip Daem uit Wevelgem, Caroline Vanraes uit Menen en Diederik Vandorpe uit Kortrijk.
– Voorgedragen door de POM West-Vlaanderen (4): baron Jean Baptiste de Béthune uit Kortrijk-Marke, Martine Vanryckeghem uit Menen, Eliane Spincemaille uit Vichte, Axel Weydts (ja!) Kortrijk.
– Voorgedragen door Leiedal (1): Rudolphe Scherpereel uit Kortrijk.
Huidige bestuurders:
Nog altijd in functie: Filip Daem, Caroline Vanraes, Diederik Vandorpe, Jean de Béthune.
Nieuw: Jan Seynhaeve voor Leiedal (Wevelgem), Jos De Vuyst voor POM (Drongen), Paul Gerard voor POM (Oostende), Pieterjan Desmet voor POM (Kortrijk).
Gedelegeerd bestuurder (CEO) is nu ir. Dirk Van Belleghem (Gent).
Er zijn twee experten met raadgevende stem. U raadt nooit wie! Jo Libeer uit Wevelgem én – jawel – Vincent Van Quickenborne ! Van de Kortrijkse burgemeester-minister staat bekend dat hij pertinent een hevig voorstander is van het (voort)bestaan van EBKT.
Naast de reeds lang aanwezige ‘administratieve directeur’ is er nu ook een volwaardige ‘operation manager’ met de nodige vliegervaring erbij, met name Christof Defrancq. Alles zit nu dus wel snor qua beleid.

Gemeenschappelijk kenmerk van nagenoeg al die bestuurders (Filip Daem en Van Belleghem en personeel even daargelaten) is dat ze politiekers zijn en zelden of nooit te zien of te vinden zijn op het vliegveld. Curieus genoeg vermeldt het balansverslag van het boekjaar 2021 de representievergoeding van deze leden van de Raad van Bestuur. Er waren 6 zittingen met een vergoeding van 217,59 euro per keer. Twee bestuurders lieten twee vergaderingen aan zich voorbijgaan: De Bethune en Vandorpe. Quickie daarentegen geen enkele absentie!
Merk op dat de Groenen ontbreken in de besturen, vertegenwoordigers van de andere (traditionele) fracties – zelfs de socialisten – zijn er wel altijd geweest. (De liberalen zenden hun ‘experten’.) In de Kortrijkse gemeenteraad houden de socialisten zich op de vlakte.

Doel van de vennootschap:
– Bijdragen tot de duurzame ontwikkeling van de luchthaven;
– De continuïteit van de uitbating van de luchthaven verzekeren;
– Verhinderen dat de uitbating van de luchthaven op enig moment in het gedrang komt doordat “objecten” de regels van de ICAO Annex 14 zouden “doorboren”;
– Advies inwinnen van de externe luchtverkeersleider met betrekking tot de werking van radarsystemen, zend- en ontvangstssystemen en radionavigatie;
– Optimale samenwerking en verstandhouding nastreven tussen de diverse luchthavengebruikers;
– Ernaar streven om de infrastructuur en mogelijkheden van de luchthaven maximaal te benutten.
Deze zeer ernstige doeleinden zijn niet van belang ontbloot, als we denken aan de aanslepende tribulaties (de betwistingen en vernietigingen inzake de omgevingsvergunning) rondom de voorbije grootscheepse werken inzake infrastructuur, apparatuur, het personeel (in de verkeerstoren).
Let wel.
In de toekomst komt er – of zou er moeten komen – een geheel nieuwe beheersstructuur, net zoals op EBOS en EBAW al in voege is: met name een LEM en een LOM. Ook daarover later meer.

Vliegbewegingen en de invloeden op die aantallen
Bij de tegenstanders van de luchthaven is daar uiteraard veel om te doen. Zijn er véél vluchten in aantal, dan is dat helemaal niet goed omwille van de geluidsoverlast en de luchtvervuiling. Zijn er weinig bewegingen, dan is dat helaas ook niet goed, want dat bewijst namelijk ten volle de algehele ‘nutteloosheid’ van EBKT. En al dat nodeloos besteed publiek geld. Ons belastinggeld! (Over de onderhoudskosten van het kanaal Kortrijk-Bossuit – waar geen schip valt te ontwaren – en de mogelijke verbreding ervan op grondgebied Kortrijk wordt niet gepraat.)
In het MKBA-rapport waarop wij ons baseren staat er wel een mooie grafiek van de vliegbewegingen én van het aantal passagiers weergegeven voor de periode van 1990 tot 2021, maar dan, merkwaardig genoeg, zonder enig concreet cijfer per jaar. De Groenen hebben intussen die grafieken toch niet goed gelezen. Het Kortrijks raadslid Matti Vandemaele bijv. triomfeerde met te zeggen dat er VOOR 1999 véél méér vliegbewegingen waren dan nu.
Ja, dat is op het eerste zicht althans wel degelijk onbegrijpelijk. Maar niet als je zo aandachtig bent – of is het: zo eerlijk? – dat je de toelichting, de reden daarvan ook leest. Het is namelijk zo dat men in de periode voor 1999 nog de zweefvliegers meetelde…
Uiteindelijk is het aantal bewegingen en passagiers op EBKT redelijk stabiel te noemen., zo zegt de MKBA-studie. Uiteraard zien we de invloed van de Covid-epidemie en zeker ook de nefaste weerslag van het feit dat de luchthaven in september 2016 te horen kreeg dat er na een negatieve audit van EASA geen zogenaamde IFR-vluchten meer mochten uitgevoerd omwille van de gebrekkige naderingsapparatuur voor naderingen op instrumenten.
Bij slecht weer was EBKT dientengevolge nagenoeg onbereikbaar. En dat heeft al te lang geduurd – ik geloof tot november 2017. In juli 2017 pas kwam de Vlaamse regering over de brug met 1,7 miljoen per jaar voor de veiligheid en kon de WIV van toen de kosten dragen voor de diensten van het toenmalig nog genoemde agentschap Belgocontrol. Het agentschap (nu Skeyes) investeerde tevens 1,3 miljoen in het project en zou instaan voor alle technische installaties, voor zes gecertificeerde medewerkers, voor vier meteo-personeelsleden én voor de uitbouw van satellietnavigatie.
Gedelegeerd bestuurder (CEO) ir. Dirk Van Belleghem deed toen ook zijn intrede in juni 2017 en van hem werd verwacht dat hij zou zorgen voor een vlotte overgang van de WIV (ontbonden op 28 maart 2018) naar een NV ILKW, een nieuw élan voor het vliegveld en voor een verdere privatisering van de exploitatie met een LEM door een externe luchthavenuitbater.
Bon.
Dit alles gezegd zijnde, willen we voor de goede orde toch en uit welwillendheid wat cijfers geven inzake vluchtbewegingen over tien jaren heen, met tussen haakjes het aantal passagiers. (Bron: de statistische gegevens van de luchthavens door de FOD Mobiliteit.)
2012 : 33.509 (60.904)
2013 : 34.174 (60.506)
2014 : 38.126 (67.013)
2015 : 37.421 (65.400)
2016 : 36.028 (63.122)
2017 : 31.447 (6.512)
2018 : 34.891 (7.043)
2019 : 31.284 (7.788)
2020 : 22.332 (6.692)
2021 : 28.197 (10.639)

Bedrijven actief op EBKT
Tegenstanders van de luchthaven willen dit niet weten.
Exploitanten: NV ILKW en FIA
Luchtvaartmaatschappijen: 11 waaronder wellicht meer bekend: ASL Group, Luxaviation, Flying Group, STB Copter, The Aviation Factory, enz.
Vliegscholen: 7 waaronder we vernoemen Propeller, Royal Zoute Aviation Club (ZAC), Kortrijk Flying Club (KFC), enz.
Onderhoud: 7, bijv. Gill Aviation, Execujet, EVR Technology (helikopters) Lambert Aircraft Engineering (ook bouw van sportvliegtuigen), enz.











Enige toelichting over de regionale luchthaven Kortrijk-Wevelgem (1): inleiding

Op 5 juli 2022 is eindelijk het lang verwachte eindrapport “Maatschappelijke Kosten Baten Analyse” (MKBA) over de drie Vlaamse drie regionale luchthavens (Oostende-Brugge, Antwerpen, Kortrijk-Wevelgem) verschenen.
De studie omvat 132 bladzijden; de Annex met technische details inbegrepen.
Opdrachtgever was het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Auteurs zijn Jochen Maes van het wereldwijde studiebureau Ecorys (hoofdzetel Rotterdam), Wouter Dewulf (Universiteit Antwerpen), Birgit Fremault (Tractebel).
Voor de drie luchthavens zijn 16 scenario’s uitgewerkt om een inzicht te kunnen geven in de voor- en nadelen van toekomstmogelijkheden voor de sector, de overheid en de maatschappij als geheel. Er is ook een stakeholderstraject opgezet om de lokale communities bij het onderzoek te betrekken.

De studie heeft veel stof doen opwaaien, zeker bij de tegenstanders van alles wat met (regionale) vliegvelden heeft te maken. Er is daarbij een onvoorstelbare hoop onzin verkocht, met de nodige verkeerde voorstellingen van zaken.
In het Kortrijkse ging het handvol tegenstanders van het vliegveld in Wevelgem, verenigd rond ene Rudy Dewilde uit Bissegem, heftig tekeer. En natuurlijk kwam Groen zonder enige kennis van de materie (hebben de woordvoerders van die partij die MKBA wel gelezen?) algauw en voor de zoveelste keer – nog wel zogezegd op basis van de studie ! – tot de slotsom dat ons plaatselijk vliegveld maar moest verdwijnen.
Het tumult en het onbegrip rondom het al of niet voortbestaan van EBKT (bijv. in de sociale media en de gazetten) houdt maar niet op.
De redactie van Kortrijkwatcher vindt het zo stilaan nodig om heel droog én dor (als een schoolmeester gelijk) enige orde op zaken te stellen. Uit de aard der zaak (de onze) beperkt onze elektronische gazet zich hierbij tot wat onze streek aanbelangt, met name dus de problematiek van het vliegveld Kortrijk-Wevelgem. In het jargon EBKT genaamd.
Aangezien ten allen kante blijkt dat de gemiddelde burger weinig of geen kennis heeft van de luchtvaartsector en de daaraan verbonden terminologie starten we straks met een soort ‘lexicon’, de uitleg van een aantal fundamentele begrippen om een serieus gesprek te kunnen voeren over de materie.
Tegenstanders van ons vliegveld moeten de stukjes maar niet lezen…