Category Archives: sociaal

Blijft dat open zwembad aan de Abdijkaai nog open of niet? (1)

Zoals met zoveel zaken in Kortrijk op politiek gebied (in de brede zin van het woord) doen over die vraag in de titel van het stuk weer allerlei (wilde) geruchten de ronde. Van horen zeggen, weet je wel.

Nu, wij weten van horen zeggen dat de exploitant Lago  (dat is de NV S&R) van “den openen” aan de Abdijkaai zeker in principe bereid is om de uitbating na 2028 te verlengen.
Maar het management zou ook van oordeel zijn dat een en ander afhangt van (nieuwe) beschikkingen die Stad eventueel wil treffen in een vernieuwde PPS-overeenkomst.
In een volgend stuk gaan we daar wat concreter op in,  maar dan enkel op basis van officiële data uit de gemeenteraad en van wat er te vinden is in het nieuwe meerjarenplan  2026-2031.
Het is het enige wat telt.

De stadsmonitor 2026 wordt representatief voor stad én deelgemeenten (2)

Onze trouwe lezers zullen nog zich wel herinneren dat onze gemeenteraadwatcher midden  het jaar 2021 zich weer eens kon (en moest) boos maken toen het stadsbestuur zich namelijk tomeloos op de borst klopte (beeldspraak) omdat – volgens de bevindingen van de toen pas verschenen “stadsmonitor” – bleek dat de Kortrijkzanen nogal overweldigend tevreden waren over allerlei facetten van het gevoerde beleid.

We vonden toen namelijk dat de steekproef voor de opmaak van de Stadsmonitor – editie 2021 – helemaal niet representatief was: enkel inwoners van Stad Kortrijk zelf kwamen in aanmerking om deel te nemen aan de bevraging.
Onze gemeenteraadwatcher kwam er toen zelfs toe om, niettegenstaande zijn toornige toestand,  een berekening te maken ten einde de manke afspiegeling van de populatie in de steekproef aan te tonen.
Er waren in die bevraging geeneens mogelijke respondenten  van de zeven deelgemeenten opgenomen.
Vergeet niet: een aantal van die deelgemeenten (Heule! Marke! Bissegem!) zijn qua aantal bewoners niet te versmaden. Volgens de bevolkingscijfers van toen kwam het erop neer dat slechts 44 procent van het totaal aantal inwoners van héél de stad in aanmerking kwam als mogelijke respondent in de steekproef.

Wat onze gemeenteraadwatcher nog zo overmatig boos maakte was dat de Kortrijkse tripartite van toen  moedwillig niet inging op het aanbod van het Agentschap Binnenlands Bestuur om die bevraging in 2020 uit te breiden tot de deelgemeenten.  Drogreden: het zou allemaal teveel gaan kosten.  Kortrijk was hiermee de enige van de 13 centrumsteden die niet inging op dat voorstel van het ABB. Trouwens: stad volhardde in dit euvel nog een keer bij de bevraging in het jaar 2023.
Maar ditmaal (dit jaar) durfde de huidige monstercoalitie (dixit Ruthie) het niet meer aan om de deelgemeenten  volkomen te negligeren, ook al wegens protest binnen de gemeenteraad.

De  bevraging voor de komende stadsmonitor – de editie 2026 –  is nu aan de gang.
Er komt ditmaal dus toch een extra bevraging van telkens 300 mogelijke, representatieve respondenten voor elk van de negen wijkzorggebieden. Dat geeft een totaal van 2.700 inwoners van Groot-Kortrijk die deze keer een vragenlijst hebben gekregen.
Dit verhoogt niet alleen de betrouwbaarheidsmarge van de survey maar maakt die ook relevanter. We krijgen immers inzicht in de percepties van “de noden en tendensen” per stadsdeel afzonderlijk.
(In de toekomst ook electoraal heel bruikbaar.)
Probleem is wel hoeveel effectief ingevulde en aanvaarde vragenlijsten we uiteindelijk zullen kunnen tellen. Het aantal netto-respondenten.  Verwacht daar niet teveel van. (Voor stad zelf voorziet men 550 respondenten.)

Wat die negen “wijkzorgebieden” juist behelzen weten we niet zo goed.
Kortrijk in zijn geheel telt naast een “hoofdplaats” nog 7 deelgemeenten. Anderzijds hebben we weet van 12 wijkteams (te vinden in 12 wijkcentra) en daarnaast 5 gebiedswerkers (telkens voor een stadsdeel en één of twee deelgemeenten).  Een afbakening van de “wijkzorggebieden” vinden we niet.

En wat mag dat kosten?
Rond de 15 euro per enquête.
Dat bedrag slaat op het drukwerk, port, handling, verwerking en…een cadeaubon als incentive.

P.S.
Zo’n stadsmonitor omvat twee grote delen.
Een ‘objectief’ gedeelte met pure cijfermatige gegevens over bijv. economie, cultuur, financiën, demografie, bestuurskracht, mobiliteit, huisvesting, enz.
Daarnaast krijgen we zgn. survey- omgevingsindicatoren  (bijna 130!) die het resultaat zijn van een burgerbevraging over het beleid van de stad. Wat wij hier als  “percepties” bestempelen. De mate van tevredenheid over bijv. veiligheid, onderwijs, speelpleinen, milieu, politie, dienstverlening, enzovoort, enzovoort.
Een  bestuur is zeer beducht over over een indicator inzake de  mate van “vertrouwen” waarvan men door de burger geacht wordt te genieten.

 

De stadsmonitor editie 2026 wordt eindelijk wat meer representatief (1)

Straks komen we wel weer met wat goed nieuws.
U weet toch wat de stadsmonitor is?
Die geeft onder meer middels een burgerbevraging  over alles en nog wat de mening (de perceptie) van  de bewoners van een gemeente of stad over wat er zoal goed of slecht is hun woonplaats.
Voor de volgende editie wordt de steekproef (die nu aan de gang is) uitgebreid tot 9 “wijkzorggebieden”. Met andere woorden: nu krijgen burgers uit de deelgemeenten ook een kans om het stedelijk beleid in al zijn aspecten te beoordelen.  Dit was bij de bevragingen in 2020 en 2023 niet het geval.
Meer uitleg volgt later.

Kosten Sinksenfeesten? Zijn voor de tweede maal geraamd…

Niet panikeren.
Spoiler. Kortrijkwatcher is wél degelijk fan het Sinksenfestival.
Maar doet aan alternatieve feiten. Journalistiek !

Op 11 juni pleegde de alom gevreesde reporter van “Het Laatste Nieuws” alreeds om 13u57 –  online dan – een beschouwing over de voorbij succesvolle driedaagse  Sinksenfeesten.
We schrokken ons een hoedje.  Na  een korte inleiding over al die drukte, speciaal  vorige zondag (alle ondergrondse parkings volzet) blijkt het stuk voor een deel gebaseerd op een kort interview met de schepen van evenementen.  De reporter flapt er dientengevolge onverhoeds een flagrante, gedurfde vraag uit:

Hoeveel we voor dat populaire event hebben betaald?”
Antwoord van schepen  Wouter Allijns: helemaal niets“.

Dat Peter Lanssens een 0,00% -journalist is, bewees hij hier maar weer eens. Immers, wie geen krak is  in “begrijpend lezen” bleef door de slechte opbouw van zijn artikel gedurende minstens  meerdere  fracties van een  seconde in de waan dat de Sinksenfeesten aan Stad “helemaal niets” hebben gekost.
Pas even verderop  in het stuk kwam de aap uit mouw: “dat event” waarvan sprake  sloeg gewoon op  het spel van vorige zondag  op de Leie, aan de Broelkaai : die leuke Red Bull Vel’eau wedstrijd.
(In de print van 12 juni – de gazet zelf- is men er niet in geslaagd om het stuk te zuiveren van deze dubbelzinnigheid.)

Ja, natuurlijk. Red Bull raakt met de verkoop van zijn suikerdrank aan genoeg miljarden winst om  ‘gratis’ aan marketing te doen. Als er maar return is. Daar twijfelt niemand aan.  Het Vél’eau-spektakel heeft aan stad helemaal niks gekost. Maar schepen Allijns moest er wel even aan toevoegen dat Stad toch mede instond voor “logistieke  ondersteuning”.  (Lanssens was niet geïnteresseerd in de kosten hiervoor.  Die waren toch niet gering? Wie bekostigde het gebagger  aan de Broeltorens, bijvoorbeeld?)
Een 100%-journalist was wellicht  aan de weet gekomen dat “Panama Events” dat event organiseerde, en was daarom toegerust om tot de enig juiste, bijkomende vraag te komen:  of dat bedrijf  misschien zijn kosten heeft  kunnen afwentelen op Red Bull, en niet kon aanrekenen aan Stad?

We gaan niet zagen. Feesten kost geld. En het lag er vingerdik op dat de nieuwe Vivaldi-coalitie (vier partijen)  in het eerste jaar van zijn bestaan  met brio het bewijs wou leveren van zijn kunnen.
Financieel heeft men wel hoog gegrepen.

– De oorspronkelijk begrote uitgave voor heel het Sinksenfestival bedroeg (afgerond) 317 K. Het nieuwe bedrag  is recent nog (vorige maand) geraamd op 547 K.  MEER DAN EEN HALF MILJOEN.

Dit betekent  een verhoging van de uitgavenpost met niet minder dan 230 K.
– Gelukkig brengen de feesten nog ontvangsten teweeg.
Tussen de eerste en de tweede raming is het verschil torenhoog: van 63 K naar 185 K. (Bij gebrek aan gegevens over het oorspronkelijke budget kan deze alternatieve stadskrant dit niet uitleggen. Zijn de prijzen voor standplaatsen verhoogd? Heeft het met de herbruikbare bekers en cateringmateriaal te maken?)
Het belangrijkste om weten is  het antwoord op de vraag: wat is de netto-kost  van zo’n Sinksenfestival?
Anders gezegd, wat heeft dat gelost aan de Kortrijkse belastingbetaler? (Sommigen zouden waarlijk nog kunnen denken dat onze Ruthie dat uit eigen zak betaalt!)
Wel, volgens de laatste (nog altijd geraamde) berekening zou het dit jaar gaan om 361.975 euro.
Dat is waarschijnlijk zodanig veel dat het bestuur zich zal genoodzaakt zien om te besparen in andere feestelijkheden zoals de Leiefeesten, Zomer, de autovrije zondag, sinterklaas…

Nog wat interessante weetjes misschien:
De inrijbeveiliging is geraamd op 51.000 euro.  En de stewards alleen al zouden 50.000 kosten. Over de bijdrage van de politie hebben we geen gegevens.
“Logistieke kosten” door Stad gedragen moet onnoemlijk groot zijn en moeilijk of niet (secuur) te berekenen.  Zeven teams zijn er in de weer geweest voor een niet te schatten aantal uren. De teams Sport, Nette Stad, GAS, Regie, Ondernemen, Communicatie, Mobiliteit/Parkeren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Syndicaal overleg in stad, bestaat dat wel?

In deze tijden van harde klassenstrijd past het om zeker onze raadsleden eraan te herinneren  dat er ook in de stadsadministratie  syndicale overlegorganen bestaan.
Alleszins op papier. Onze gemeenteraadwatcher heeft in zijn twintigjarig bestaan daar evenwel nog geen spoor van werking van gezien. Niet het minste verslag. 
En in de gemeenteraad ook nooit meegemaakt dat er gestemd werd over een huishoudelijk reglement voor die overlegorganen. We kennen ten andere  enkel de leden van de stadsdelegatie, en niet die van de drie vakorganisaties (ACV-Openbare Diensten, ACOD en VSOA).

Het is nochtans zo dat telkens het bestuur van plan is om een algemene personeelsmaatregel te nemen er dient onderhandeld met de representatieve vakorganisaties in wat men noemt het Bijzonder Onderhandelingscomité (BOC).
Naast het BOC zitten de overheidsdelegatie en de vakbondsafgevaardigden ook samen in een ‘basisoverlegcomité’, genaamd Hoog Overlegcomité (HOC) dat handelt over alles wat met welzijn op het werk heeft te maken.
Beide organen zijn bevoegd voor zowel het gemeente- als het OCMW-personeel en worden voorgedragen door de burgemeester die er trouwens ook ambtshalve de voorzitter van wordt.
De stadsdelegatie binnen het  BOC bestaat uit maximum zeven leden, terwijl er in het HOC geen maximumaantal is voorzien. Maar in de praktijk kennen beide organen een gelijke samenstelling en gebeuren de vergaderingen dan ook gezamenlijk.

Het onderscheid tussen overleg en onderhandeling is qua verwante onderwerpen nogal subtiel.
Overleg moet gebeuren over voorstellen inzake concrete maatregelen van inwendige orde, arbeidsduur en organisatie van het werk. Het resultaat geldt als een advies voor het CBS of het Vast Bureau.
Onderhandelingen, bijvoorbeeld over het personeelsstatuut (rechtspositiebesluit), bezoldigingen, personeelsformatie (zelfs de relatie met de vakbonden) leiden tot een ‘protocol’ dat voorgelegd wordt aan de gemeenteraad.

Het BOC lijkt dus belangrijker dan het HOC, maar dat is theorie.

Samenstelling van HOC én BOC
1. Ruthie, burgemeester, voorzitter
2. Wouter Allijns, schepen, dienstdoend voorzitter
3. Maxim Veys, schepen
4. Carlo Daelman, algemeen-directeur

Bijkomend voor BOC-stad
5. Anneliese Moësse, arbeidsgeneesheer
6. Anouk Horré en/of Bram Deruyck, preventieadviseur
7. Nele Hofman, directeur personeel

BOC-OCMW
6. Bram Deruyck en/of Anouk Horré
7. Nele Hofman.

Er zijn nog secretarissen en techniekers met vervangers.
Meest voorkomende secretaris Robbe Struyve, stafmedewerker-HR.
De “technieker” voor zowel HocBoc is Maarten Vander Stichele, onze bekende kabinetschef.

P.S.
We beloofden een blik te werpen op Leiedal. Komt nog wel…

Wil jij even naar ons detentiehuis in Kortrijk?

Dat kan! Met Uit-in-Zicht‘.
‘Uit-in-Zicht’?? Dat is een segment van de werking Tralies uit de weg’, een organisatie met als doelstelling mensen van buiten het detentiehuis  samen te brengen met mensen van binnen.
Hoe gaat dat? zo zult u nu zeggen.
Wel, tijdens een aantal gespreksavonden brengen we twaalf mensen samen (dus 6 van binnen en 6 van buiten) om  – begeleid door een gespreksleider – met elkaar te praten over het leven.

Het gesprek is beperkt in de tijd, loopt over vijf opeenvolgende maandagen. Het enige dat gevraagd wordt is dat je al die avonden aanwezig bent, over jezelf vertelt maar ook “met een open geest” wil luisteren naar anderen. Jawel, uit ervaring weten we dat zowel de mensen ‘in detentie’ als die ‘van buiten’ deze avonden als heel betekenisvol ervaren.
“Het verveelt immers nooit als je je eigen verhaal mag vertellen en luisteren naar het verhaal van andere mensen. Verhalen, ernstig, en dan weer luchtig en vol humor, verhalen van wie we willen zijn, verhalen over vreugde en verdriet, verhalen van geluk en waardevolle dingen in ons leven.”

Interesse?
Mail dan naar : traliesuitdeweg@gmail.com, met volgende gegevens:
– voornaam en naam
– adres
– GSM
– e-mail
– rijksregisternummer (verplicht!)

Data van de gespreksavonden (van 19 tot 21 uur):
21 en 28 april en verder 5, 12 en 19 mei.

Tot kijk!
U weet wel waar zeker?

P.S.
Ex-minister Vincent Van Quickenborne leidt de debriefing, op de eerste maandag van juni. Nadere gegevens krijgt u nog bij inschrijving.

 

 

 

Raadslid Mia Cattebeke verwart de gemeenteraad met soort gezondheidscentrum

Woord vooraf
We willen eerst nog even, en opnieuw dit zeggen, iets wat ons al jaren enigszins ergert inzake de werking van de gemeenteraad. We hebben het nog meegemaakt( (in de vorige eeuw) dat raadsleden waarlijk dachten dat er in een gemeenteraad geen plaats was voor ietwat diepgaande vragen, en nog minder voor het indienen van voorstellen.
Dat is intussen dus veranderd. Zeker tijdens de laatste twee bestuursperiodes regent het een stortvloed aan mondelinge en schriftelijke vragen, interpellaties en voorstellen. Zelfs de raadscommissies eindigen nu met een soort punt dat men zou kunnen bestempelen als varia.
Wat is nu onze grief?
– Sommige raadsleden dienen tussenkomsten in met de hoop om aldus in de pers te komen. Dat lukte vroeger wel eens maar sinds onze lokale gazetten nog nauwelijks rapporteren over de gemeenteraad (of de plaatselijke politiek in het algemeen) is die kans uiterst miniem geworden. Nu moet er per se heibel bij te pas komen, wil men de pers halen.
– Andere raadsleden dienen tussenkomsten over een materie die ze toevallig wat kennen, of omdat een of andere bewoner dit heeft gevraagd. Of het gaat om iets in hun buurt.
– Nog andere raadsleden dienen een vraag in, of stellen een simpele mondelinge vraag om te bewijzen dat zij toch nog ietwat functioneren als raadslid. Zij zijn te lui om de bestaande agendapunten te bestuderen of ze vinden dat allemaal veel te moeilijk.
– En dan zijn er ook raadsleden die punten opwerpen die eenvoudig kunnen opgelost door een belletje naar 1777 of naar het kabinet van een schepen.
– En er zijn zelfs raadsleden die een zaak te berde brengen, omdat zij niet eens weten dat die al is afgehandeld. Niet weten dat de oplossing al is te lezen in een of ander Collegebesluit, bijvoorbeeld.

Tot daar.
Mia Cattebeke is ongetwijfeld een naarstig en bekwaam raadslid.
Maar vanwege haar verleden is zij dusdanig gefocust op alles wat met (bijzondere) zorg, welzijn, jongerenproblematiek (en zo) heeft te maken dat zij nog enkel oog heeft voor dit soort zaken. Nu, op zich is het niet slecht natuurlijk dat een raadslid zich bekommert om een eigen “portefeuille”. Dat gebeurt zelfs te weinig – of helemaal niet – in onze gemeenteraad.
Maar Mia gaat met haar “voorstellen tot beslissing ” zodanig de technische toer op dat men zich kan afvragen of die voorstellen (in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn) nog wel tot de taak of zelfs de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
Lees nu maar een haar voorstel (of beluister de gemeenteraad live), ingediend voor de aanstaande gemeenteraad van 19 februari, meer speciaal als agendapunt voor de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. (Waarom moet dat nu weer een “interpellatie” genoemd worden?)
Mia wil dat er in onze woonzorgcentra een “optimalisatieprogramma” wordt geïmplementeerd met als doel de medicatielijsten van de bewoners kritisch te bekijken. In de praktijk om te komen tot een “medicatieschema” dat correct en volledig is, afgestemd op de individuele noden van de patiënt/bewoner”.
In een weeral veel te lange toelichting (met voetnoten!) verwijst Mia hierbij naar een project genaamd IOMB, dat wil zeggen: Intersectoraal Overleg Medicatie Bewoners.

Ik kan me zo inbeelden dat een directie van de woonzorgcentrum zich afvraagt: waar bemoeit die Mia, of die gemeenteraad zich mee?
(En is er is een dokter in de zaal!)

P.S.
De volgende gemeenteraad van maandag 19 februari is de eerste sinds bekend is geraakt dat de bestaande tripartite (coalitie VLD, Vooruit, N-VA) uiteenvalt en er een nieuwe Stadslijst in de maak is, een “alliantie” tussen CD&V en Team Burgemeester.
Spannend.





Overzicht investeringen OCMW in eerste bestuursperiode 2013-2018

In onze vorige editie kreeg u een overzicht van de investeringen van de tripartite in de beide legislaturen.
Daarbij werd gewezen op een feit dat wel eens vergeten wordt. In de eerste bestuursperiode 2013-2018 is de stadsbegroting afgescheiden van die van het OCMW. In de tweede bestuursperiode (2019-2024) niet meer, d.w.z. dat althans vanaf het jaar 2020 de OCMW-begroting is “ingekapseld” in die van stad. Overigens ook die van de twee vroegere Autonome Gemeentebedrijven (de AGB’s Parko en SOK) en de vroegere zeven gemeentelijke VZW’s (zoals Stedelijke Musea, Bruisende Stad, Sport, enz.).
In komende debatten ter gelegenheid van de gemeenteverkiezingen mag dit niet uit het oog worden verloren. Mag de tripartite niet de bedrieglijke indruk wekken dat de investeringsuitgaven op de huidige, op zijn eind lopende bestuursperiode plotseling immens zijn verhoogd.
De burgemeester heeft al een keer het gerucht verspreid dat we dit keer – in deze legislatuur dan – niet minder dan 363,2 miljoen zullen geïnvesteerd hebben. Dit is, zoals we al opmerkten, een perfect goede machiavellistische benadering van de feiten. Hij mag dat niet meer doen! Quickie mag ons niet als dom kiesvee beschouwen zoals zijn leermeester hem voorhoudt in zijn lijfboek “Il Principe”.
– Ten eerste slaat dat vermeende bedrag (klakkeloos overgenomen door de pers) helemaal niet op deze legislatuur, maar komt namelijk uit het laatste meerjarenplan en dat slaat op de jaren 2020 tot en met 2025.
– Ten tweede – en dat maakt de bewering totaal zinloos: de legislatuur is nog niet gedaan! Hoe kan Quickie dan nu reeds opperen wat er zal geïnvesteerd worden?
– En ten derde is de meest wijze en juiste manier van (laat ons zeggen) waarheidsvinding om het te hebben over de werkelijke vastleggingen (contracten) of aanrekeningen. Zo zagen we bijvoorbeeld dat in de eerste vier jaren van deze legislatuur door Stad plus “satellieten” voor 55 procent is gerealiseerd, in vergelijking met de initiële ramingen. We moeten dus nog de jaarrekening voor 2023 afwachten, – en dat wordt waarlijk wachten geblazen tot in de maand mei. Terwijl we de werkelijke investeringsuitgaven van dit jaar 2024 zelfs pas zullen kennen in de lente van 2025, dus lang na de verkiezingen…
Dat alles maakt een accurate financiële beoordeling van de gehele investeringspolitiek van de tripartite nogal twijfelachtig.

Nu, om bij vergelijking tussen de eerste en tweede legislatuur de debatten zuiver te houden geven we hierna op algemene aanvraag ook kennis van de OCMW-uitgaven in 2013-2018. (In vorige editie niet gedaan.)
Netto-bedragen? In het totaal 47.577.188 euro. Dat bedrag kunnen we dan – later dus, in 2025!) optellen bij de netto- investeringsuitgaven van stad zelf en komen we tot een totaal van de werkelijk bestede uitgaven van de tripartite in haar totale bestuursperiode vanaf 2013.
De realisatiegraad voor alle OCMW-uitgaven kunnen we u helaas niet meegeven want we konden niet achterhalen wat men in het jaar 2013 juist heeft geraamd aan uitgaven. Zullen nog eens zoeken… Of misschien kan een voormalig OCMW-raadslid ons daar aan helpen? (Het BBC-systeem was toen nog niet in voege.)
U zal intussen merken dat de OCMW-investeringen in het verkiezingsjaar 2018 onvoorstelbaar stegen, met zelfs een realisatiegraad van 86 procent.
Er werden toen gigantische sommen uitgegeven voor de restauratie van de woningen 3 tot 9 in het begijnhof (budget 2,2 miljoen), aan de flats in Bellegem (9,5 M) en aan de verbouwing van het pand Gheysens tot volksrestaurant (2,6 M).

Hierna in de eerste kolom de geraamde uitgave, in de tweede de werkelijke bestede uitgave en daaruit volgend de realisatiegraad.
2013
………………..? / 6.968.559 / …. %
2014
11.803.824 / 6.369.619 / 53,9%
2015
9.214.900 / 6.862.422 / 74,0%
2016
9.482.341 / 6.152.327 / 64,8%
2017
13.071.439 / 6.277.807 / 48,0%
2018
17.964.454 / 14.946.454 / 86,4%
TOTAAL
………………… / 47.577.188 / …..%

Zo. Nu weten we ongeveer genoeg.
Klaar voor de debatten !



En nu iets over de bouwkost van de deelfabriek (6)

Ja, dat waren we waarlijk nog vergeten in ons overzicht van het dossier “herinrichten en herontwikkelen van de oude brandweerkazerne”. In dit verband willen we terloops wel eens stellen dat we zelden een zo slordige weergave van het verloop van een project in de documenten van de gemeenteraad en het het schepencollege hebben gezien. Een onmogelijke wirwar van verschillende geraamde bedragen en subsidies, soms zelfs in één dossier. We vonden ook ergens een foutieve samentelling van een serie kosten, maar het verschil bedroeg slechts enkele centiemen. Een andere keer wordt verwezen naar een Collegebesluit op een verkeerde datum. Wat de werken (en de kosten ervan) betreft blijkt dan plots dat die in fasen zijn gesplitst, en dat er “nevendossiers” zijn. Er is ook een onvoorstelbare vertraging geweest van de werken, terwijl over een mogelijke verantwoordelijkheid van de aannemer niet (meer) wordt gerept.
En ja, dan is er nog die ongelooflijk kloof tussen de (geraamde) initiële prijs en de reële finale kostprijs.
Kort, maar dan zéér kort geformuleerd, om te kunnen onthouden: van 3 naar 6 miljoen.
Irritant om vandaag te constateren is intussen OOK NOG het verschil tussen de vastgestelde uitgaven en inkomsten in oktober 2021 (bij de gunning van de werken) en wat te lezen valt op de website van Stad. Zie nog onderaan deze bladzijde.

Bon.
We gaan het nu hebben over wat genoemd wordt “de algemene aanneming“. (Over de studieopdracht, gegund aan de cvba “Trans Architecten Stedenbouw”, hadden we het vroeger al.)
Als we het goed voor hebben omvatte die “algemene aanneming” volgende werken:
– grond- en rioleringswerken, ruwbouw en dakwerken, buitenschrijnwerk, binnenafwerking en omgevingsaanleg;
– HVAC en sanitair;
– elektriciteit.
Daarin is inbegrepen wat men noemt “het te vermarkten gedeelte“, maar we weten niet wat dat is.
Misschien alles wat niet te maken heeft met de (her)localisatie van de dienst ‘nette stad’ in de loodsen aan de zijde van de Rijkswachtstraat? (De kostprijs daarvan is geraamd op 270.00 euro, excl. btw.) Dus de ruimtes voor private gebruikers?

* Niet inbegrepen zijn de specifieke gedeeltes als vast meubilair. Daar is een afzonderlijk dossier voor opgemaakt, maar dat konden we helaas nergens terugvinden.
* Ook niet inbegrepen in de aanneming is het ‘nevendossier’ gevelrestauratie. Dat gaat over de ’tuighuizen’. Ook dat is een apart dossier waarvan we weten dat de architect ervan Delaey was en dat de werken in april 2021 werden toegewezen aan de NV Arthur Vandendorpe uit Zedelgem voor 758.899,62 euro. Curieus: de raming was véél hoger! (Daar zou een premie zijn goedgekeurd door het Agentschap Onroerend Goed ter waarde van 306.000 euro.)
* En ook niet inbegrepen in de opdracht is een verwijdering van asbest die is uitgevoerd voor 20.644 euro, excl. btw. Geen info over enige aanbesteding gevonden.

De uitgave van de opdracht is door het College in mei 2021 geraamd op 2.607.246,42 euro, oftewel incl; btw op 3.154.758,17 euro. (In de ontwerpfase lag die raming véél hoger, men heeft een besparingsronde doorgevoerd door enkele architecturale ingrepen.)

Uiteindelijk werd de “algemene aanneming” gegund aan “Maatschap Bouw-Tec” uit Rekkem voor en bedrag van 3.718.956,95 euro. Dat is een meerkost van 729.455,36 euro en dit terwijl de prijs van een ingediende (niet verplichte) variante nog hoger lag. Vandaar dat in afwachting van een budgetwijziging enkel de werken van “fase 1” konden toegewezen en opgestart.

Overzicht van de kosten, zoals vastgesteld in oktober 2021:
Awel ja, voor de volledigheid en ter documentatie, in afwachting van de definitieve verrekening, en in vergelijking wat de website van Stad op heden vermeldt.
1. Bouwkosten:
– fase 1: 4.58.754,90
– fase 2: 847.105,88
– gevelrestauratie: 945.422,00
2. Erelonen:
– fase 1: 440.568,64
– fase 2: 84.710,59
– gevelrestauratie: 68.325,52
3. Bijkomende projectkosten/ 186.232,11
TOTAAL KOSTEN: 6.731.119,64 euro

Overzicht inkomsten, zoals vastgesteld in oktober 2021:
1. Agentschap Onroerend Erfgoed:
– standaardpremie: 85.000
– ? : 306.000,00
2. Provincie: 100.000
3. Rollend Fonds (?): 48.000
TOTAAL INKOMSTEN: 1.939.000 euro

Netto-kost: 4.792.119,61 euro.

WAT ZEGT DE WEBSITE VAN STAD?
Lang zoeken hoor !
Diverse bedragen, maar in oktober van dit jaar vonden we dit:
Totaal budget: 6.251.567 euro.
Netto: 3,85 miljoen.

BESLUIT
HET WORDT NU TOCH HOOG TIJD DAT SCHEPEN PHILIPPE DE COENE
EEN ACCURATE STAND VAN ZAKEN GEEFT.
(Dan kunnen we hier deze serie afsluiten.)









Daar gaan we weer, over de deelfabriek (5)

In de afgelopen weken werd onze redactie overdonderd door faits divers en belangwekkende actualiteitsberichten. Daarnaast kreeg onze afdeling marketing en reclame overstelpend vele lucratieve advertenties binnen zodat we er niet toe kwamen om ons vervolgverhaal over de nieuwe deelfabriek verder te zetten. U begrijpt dat we voor betaalde advertenties prioritair plaats maken in onze krant.

Over de restauratie en herinrichting van de oude brandweerkazerne verschenen hier in de maand oktober al vier stukken, en die draaiden eigenlijk allemaal rond de wonderlijke evolutie van de kostprijs van het project. Om niet alweer als een negativo over te komen voegden we er altijd en nu weer haastig bij dat geheel onze redactie volkomen achter dit waarlijk innovatief sociaal gebeuren staat. Dat is géén ironie!
Blijft wel dat we ons verbazen over het feit dat schepen Philippe De Coene ooit voorzag dat het project 30,1 miljoen zou kosten (HLN van 19 januari 2019) en het meerjarenplan van dat jaar het bijv. had over 3.833.550 euro miljoen. Let wel: al die initiële bedragen sloegen op de prijs all-in! Terwijl men het nu zonder verpinken heeft over 6.251.561 euro. En dat cijfer kan nog veranderen…
Intussen vergaten warempel nog om het te hebben over het belangrijkste onderdeel inzake de prijs van het project: de algemene aanneming van de herinrichting van de brandweerkazerne.
We zullen er toch weer een apart stukje moeten aan wijden want nu ik ons archiefje doorblader zie ik dat het wat ingewikkelder is dan gedacht. Er waren blijkbaar twee aannemers, en van één ervan vinden we nauwelijks iets terug.
Wordt dus vervolgd.
En om uw geduld niet helemaal op de proef te stellen vlug even dit ter introductie.
De algemene aanneming werd op 11 oktober 2021 gegund aan Maatschap Bouw-Tec uit Rekkem voor 3.718.596,95 euro, inclusief BTW. En het “nevendossier” voor de restauratie van de gevels werd toewezen aan de NV Arthur Vandendorpe voor 758.899,62 euro. En blijkbaar was er nog een dossier over de verwijdering van asbest. Ja, zeg, zo kunnen we nog heel de dag bezig blijven….